Jawel, daar is ie weer! Elk jaar maak ik een soort…. Nou ja wat we vroeger bijvoorbeeld met bandjes deden. En later met CD’s. Een selectie maken van de beste nummers en die dan op een bandje zetten. En die dan helemaal grijs draaien. De volgorde was dan vaak ook belangrijk. Nog steeds weet ik van bepaalde nummers welk nummer daarop volgde (als ik tegenwoordig het einde hoor van zo’n nummer). Natuurlijk kun je nu ook verzamelingen maken met de hedendaagse MP3 / iTunes / Spotify playlists, maar je wordt eigenlijk niet meer gedwongen om een ultieme selectie te maken door de beperkte lengte van de geluidsdrager.
Voor de 12e editie van deze (dubbel) CD had ik rond de 6 á 7 uur aan nummers verzameld. Materiaal van – met name – het afgelopen jaar, wat er bijvoorbeeld op festivals te zien was. En wat er te zien zal zijn dit jaar. Dat werd dus flink schrappen naar twee keer (tegen de) tachtig minuten. En zo hou je wel je meest favoriete tracks van het jaar over, in een mooie volgorde gezet. En zoals wel vaker begint het op CD1 heel rustig, en eindigt het op CD2 uiteindelijk in stevige metal. F*ck yeah!
Hieronder de hoesjes (klik voor een grote versie). Op de hoes zie je een (bewerkte) foto van een kunstwerk met licht (lampbollen) op Lowlands. Echt waar!
Op YouTube kun je de meeste nummers bekijken en beluisteren in een playlist met de juiste volgorde: breng me er heen!
Of luister (het meeste) via de Spotify playlist.
CD1
- Agnes Obel. Mooie introductie voor deze CD. Mooie piano. Beetje weemoedig en zacht. Mooie stem. Alleen is dit nummer wel instrumentaal.
- Zo ook Tommigun, lekker als Belgische chocolade. Bonbons met verrassende inhoud. Hoewel er ook mooi wordt gezongen op de CD is dit een instrumentaaltje. Mooi trompetje!
- Yesterday’s Men – alweer een instrumentaal nummer van deze fijne Nederlandsche band. Mooi pianowerkje.
- The Album Leaf – hele rustige sfeervolle post-rock achtige band.
- Villagers – Beleefde een doorbraak vorig jaar, en terecht. Prachtige troubadour.
- Villagers – nog een nummer om het af te leren.
- Tame Impala – psychedelische pop/rock band breekt best wel door op Lowlands met een indrukwekkend optreden op een miezerig podiumpje. Staat dit jaar dus gewoon op Rock Werchter zoals het hoort en groeit hun faam, terecht. Veel echo op de zang, aanstekelijke deuntjes, jaren zeventig sfeer, psychedelische monsterstukken.
- Het Gelderse Krach maakt stuiterende, schurende, electrorock dat ze zelf “kinetisch” noemen.
- De Staat, trots uit Nijmegen, is bezig een goed exportproduct te worden met stonerrock met industriële inslag. Uiteraard het nummer “Serial Killer”.
- North Atlantic Oscillation. Post-progressive rock, of alt prog, of prog-pop. Met lekker drumwerk, fijne experimentele trekjes en goed gemengd met heerlijke elektronische klanken. Aanstekelijke nummers.
- Nieuwe Radiohead is weer een tikkeltje apart. Swingende ritmes, funky bas, repeterende tonen, overgoten door die typische Thom Yorke stem.
- Verfijnde progrock van The Pineapple Thief, zacht en sfeervol, hier en daar lekkere ontsporende gitaren. Opzwepend nummer.
- Mogwai. Nieuwe CD bevat een aantal aardige nummers. Dit nummer is een van de sfeervolle hoogtepunten van de band die nog altijd als een van de post-rock giganten wordt gezien. Live indrukwekkend, op de plaat soms wat meer van hetzelfde.
- Tame Impala, zie ook nummer 7. Heerlijke zonnige psychedelische deuntjes uitwaaierend naar trippende grootheid.
- Speelden dit jaar in het voorprogramma van Oceansize, gaven daar een goede indruk en maakten een prima post-rock plaat. Vessels dus. Nog behoorlijk onbekend.
- Zie 12. The Pineapple Thief in de toegift. Nog zo’n opzwepend – stevig – nummer, maar toch sfeervol. Als Muse in zijn beste dagen. Of beter.
- Gösta Berlings Saga. De CD kwam veel later uit in Nederland, en pas ontdekt op de-Affaire met een geweldig optreden. Lekkere instrumentale progrock met een jazzy inslag, en met af en toe van die lekkere funky ritmes.
CD2
- North Atlantic Oscillation. Zie CD1 numero 10. Dit nummer gaat lekker uit de bocht met stevige gitaren en uit elkaar spattende synthesizers, om bij soms terug te keren naar sfeervolle pianoklanken en fijne akkoorden.
- And So I Watch You From Afar is een opwindende ontdekking van 2010. Instrumentale math / postrock. Schitterende breaks / tempowisselingen, in elkaar gevlochten gitaarwerk, behendige bas en strakke drums.
- Amplifier, progressieve rock. Lijkt dit jaar een beetje door te breken met het album: The Octopus. Het album bevat een paar lekkere stuwende nummers zoals deze.
- Mogwai again. Als je de muziek onder de videoclip hoort merk je hoe goed dat past, hoe sfeervolhet bij de beelden mengt. Ongepolijste gitaren herhalen rondom een mooi thema.
- Uit Roemenië komt blijkbaar ook goed spul. The :Egocentrics. Opzwepende gitaren en sterke riffs in een psychedelische hardrock / stoner sausje.
- …And You Will Know Us By The Trail Of Dead maakte weer een goede plaat op het grensvlak van goede rocksongs en stevige lawaaimuren. Bij dit nummer sturen ze hun gitaren op effectjacht. Smaakvol gedaan. Spannende opbouw tot een opzwepend geheel.
- Zie 2. Nog zo’n lekker nummer. Heerlijk begin van het nummer.
- Long Distance Calling is nog zo’n mooie postrock/progmetal ontdekking. Stevig en stuwend en toch sfeervol. Ergens. In de diepte. Ik hou er van.
- Oceansize is niet meer. Op dit nummer gaat de drummer nog even helemaal los op een van de laatste stevige nummers van de band. RIP. Origineel heette dit nummer “So Build us A Rocket, You Rocket Building Cunt”.
- Zie 5. Het meest opgefokte nummer van het album. Vet en groovy. Heerlijk. Dit nummer had Motorpsycho willen maken, wat ik je brom.
- Jonge gasten uit België die van Steak Number Eight. “Pyromaniac” wisselt een slepende, dreigende, beestachtige riff af met intens geschreeuw, melodie en energieke zang. Op driekwart van het nummer wordt het onderbroken door een stil, murmelend tussenstukje, om op het einde nog even strak los te gaan. Intensief als Deftones, onder invloed van XTC. De adrenaline druipt hier uit je poriën. Rond de 18 jaar oud deze band. Balachelijk straf.
- Ik zag Shining vorig jaar twee keer. Neurotische industrial jazzmetal geweld gemengd met jazzy patronen en mathrock elementen, brute saxofoon solo’s, briljante ritmewisselingen, knap drumwerk, intensief gitaarwerk en ontspoorde zang. Alsof je in een houtversnipperaar wordt gegooid.
- Zie 12. Dit is een nogal brute cover van King Crimson.
- Fear Factory vind ik altijd lekker stevig en strak. Vette beukende shit.
- Gama Bomb valt me op door het snellere ramwerk in een heldere energieke productie/mix. Strak. Goed. Lekker. Dus.