Het is donderdagmiddag en de campings van Lowlands lopen al aardig vol. In België speelt zich dan ondertussen het drama af op Pukkelpop. Ik volg het zelf nog thuis op de voet via twitter, radiozender Studio Brussel, de Belgische tv en de Nederlandse pers. De omvang van de ramp is vrij snel duidelijk. Een aantal mensen overleven de korte maar hevige storm niet en dat is triest, erg triest. Het is dan ook een gek gevoel om de volgende ochtend “gewoon” naar een vergelijkbaar festival te gaan zoals Lowlands. Op Pukkelpop zijn immers ook een hoop Nederlanders. En als ik geen kaartje voor Lowlands had kunnen krijgen zat ik misschien ook wel op het festival in Hasselt. Het schiet door mijn hoofd. Dit kan overal gebeuren. Terwijl de organisatie van Pukkelpop ’s avonds nog aangeeft dat het festival een dag later gewoon door zal gaan, verbaast het me eigenlijk niet dat het festival op de vroege vrijdagochtend alsnog wordt afgelast. Inmiddels staan de campings van Lowlands al behoorlijk vol als we om 9.00 uur het parkeerterrein opdraaien. Waren er op donderdag nog dikke files op de weg en grote rijen voor de ingang, op dit tijdstip is het nog erg rustig bij de ingang en kunnen we eigenlijk direct doorlopen – al zou het vrij snel iets drukker worden daar. Aangezien de meeste campings al vol zijn, lopen we direct maar naar het achterterrein van camping 5. Daar staan we al jaren en dat is wat verder lopen van de ingang, maar die afstand overbruggen we toch maar twee keer op een dag. Het is nog rustig op de camping en dik een uur later staan onze tenten in een zee van rust. Niets herinnert ons aan het drama op Pukkelpop en we schakelen dan toch ook maar langzaam over tot een gezellige Lowlands stemming. Een eerste blik bier plopt vriendelijk open waarna er nog een aantal festivalvrienden arriveren. We vertrekken redelijk op tijd naar het festivalterrein en ondanks een rij bij de ingang weten we op tijd te arriveren bij de eerste act.
En dat is er gelijk een die niet op mijn lijstje stond. Foster The People stond eerst op mijn routeschema, maar die heeft een deel van de Europese tournee afgezegd. Waarom is onduidelijk, maar ik lig er ook niet direct wakker van. Vervanger Fucked Up is best aardig (de zanger liep weer meer op het veld dan op het podium begreep ik), maar ik had deze punkband al een keer eerder gezien op de-Affaire, dus ik loop even mee met mijn mede festivalgangers naar het Lima podium waar C.W. Stoneking mag aftrappen. De Australische zanger heeft een behoorlijk knauwende stem (vooral ook als hij spreekt) en trekt de hele tijd een behoorlijk strakke snuit. De keurige kledij en en de muziek doen sterk aan de jaren 20 of 30 denken. De band speelt best grappige countryblues, hillbilly en/of jazz, en dat is best vermakelijk voor een paar nummertjes maar dan lopen we toch maar door. Er is immers genoeg te zien in het eerste uur van Lowlands.
Een paar nummertjes van Joan As Police Woman dan in de Bravo. De tent is niet heel erg gevuld, terwijl de Bravo toch ook wel kleiner lijkt dan andere jaren. Joan Wasser (1970) is een singer/songwriter en serveert haar muziek als pop met een flinke vleug soul, blues en een likje jazz. Het komt een beetje gewoontjes en te kalm op me over vandaag. De muziek is mooi ingekleurd, maar het raakt me net niet genoeg. De zang is aardig, maar niet speciaal genoeg om met open mond te blijven kijken, hoe charmant de muziek zelf ook is. Het houdt de aandacht niet echt vast. Als Lowlands dit jaar dan toch een festival wordt van het zappen tussen bandjes, dan begint het al goed. Ik loop snel weer verder naar de Charlie, een heel eind verderop.
Daar speelt de Britse band Dry The River, de eerste van een reeks indiefolk bandjes. Niet direct mijn geliefde genre, tenzij geserveerd met een diepliggende schoonheid, of voor mijn part met een lichte snik afgewisseld met een goede scheut hoop en vrolijkheid. De band slaagt hier behoorlijk aardig in. De vleug britrock of de wat meer rammelende gitaren die je ook kan horen maken de boel nog wat aangenamer en levendiger dan alleen de lichtere songs (luister bijvoorbeeld naar “Lion’s Den“). Combineer dat met een viool en een aardige samenzang en je hebt een heel aardig optreden te pakken, ook al is het hier en daar wat zoetjes en net een vleugje te dramatisch aangezet. Je ziet een grotere zaal al zo meezingen, net zoals bij bands als Snow Patrol of Elbow. Dat moet toch een leuk debuutalbum worden. Zolang ze die scherpe randjes ook maar blijven houden dan, anders blijft het zo zoet. (setlist)
Terug naar de Lima naar een van die artiesten die dit jaar wel een aardige plaat heeft gemaakt. Althans dat idee had ik. Destroyer dus. Ik zag op veel andere sites de tip om deze man te gaan bekijken op Lowlands. Nou vooruit dan maar. Met een man of acht op het podium weet de band dat volle geluid van het album aardig goed te benaderen. Behoorlijk zuiver ook allemaal. De muziek heeft iets weg van sfeervolle softpop uit de jaren 80 met een twist. En dan met die lekkere sax of dwarsfluit. Het geeft zowel een vrolijk als een licht mysterieus sfeertje. Dan Bejar, het brein van de deze band, oogt zelf echter behoorlijk afwezig en in zichzelf gekeerd en lurkt regelmatig aan zijn fles wijn en een flesje water. Heeft hij er geen zin in? Weet hij zich geen houding te geven? Is het geen performer? Of is hij gewoon onder invloed? Het maakt verder niet zoveel uit. De muziek is heel aardig, al had ik het liever nog iets eigenwijzer gezien en gehoord. Het is goed en mooi, maar net iets te keurig naar mijn smaak.
We hebben nog even tijd om naar die verdwaalde metalband te gaan kijken in de Grolsch. Zoveel metal staat er niet op Lowlands, dus dan moet je soms maar pakken wat je pakken kan. De Grolsch is niet heel erg gevuld maar dat lijkt Underoath nauwelijks te deren. Met volle energie beuken de heren er op los (vooral die toetsenist!). De band beweegt zich ergens in de hoek van de screamo, de emo, de pompeuze metal en de epische rock. Jammer genoeg ligt de hoeveelheid glijmiddel er wel iets te dik bovenop. We glibberen dan ook door een behoorlijk overdreven set heen. Nee, net te veel dramatiek dit allemaal.
Dan maar langs James Blake. De tent is veel te klein en we doen niet echt een poging om binnen te komen. Maar ja, dan krijg je de subtiliteit van het optreden ook niet echt mee zoals we dat wel wisten te ervaren op Rock Werchter eerder dit jaar. Laat maar even dan. Terwijl we wat verder lopen horen we nog “Limit To Your Love“, altijd goed voor een groot gejuich der herkenning.
En zo zijn we weer helemaal terug aan de andere kant van het terrein in een nog niet al te gevulde India. The Horrors vervangt daar Foster The People. Geen klein reservebandje trouwens, want de band heeft in Engeland al best een grote naam. Horror. Ja. Dat doet denken aan enge wezens. En dat zijn ze ook wel een beetje. Donkere muziek, donkere kleren en enge pruiken (ik bedoel: ontplofte kapsels), een likje make-up (gok ik) en – gek genoeg – ook een kleurig shirtje van de zanger onder zijn zwarte blazer. En een lelijke bloes van de basgitarist. En dan zijn het ook nog van die iele mannetjes waarvan de gitaristen eruitzien alsof ze liever vrouw hadden willen worden. De zanger hangt veel in die typische pose rondom zijn microfoon met veel haar voor zijn gezicht, maar dat hoort wel bij de act. Dramatiek alom. De nummers zijn bij vlagen heerlijk nostalgisch en donker, met soms lekker gitaarwerk, maar het optreden is over het geheel genomen ook wat veel in hetzelfde stramien. Moving Further Away is bijvoorbeeld dan best een lang (te lang?) nummer (ondanks een paar fijne rauwe momenten), maar I Can See Through is dan wel weer een leuk en hoopvol tussendoortje. (setlist)
Het is niet ver lopen van de India naar de Bravo waar het vrolijke en licht heupwiegende Friendly Fires staat te spelen. De band speelt een soort discofunk met dikke synths en een glad gepoetst geluid alsof je op een tropisch strand staat met vrolijke cocktail. Zanger Ed Macfarlane is een lekker energiek figuur op het podium. Het is nog net niet zo fout als Wham, maar wel net zo aanstekelijk. En de Bravo danst gezellig mee. Niet opzienbarend, een beetje fout, maar best leuk.
Wat ik hierna op het terrein heb lopen doen? Ik heb werkelijk geen idee meer. Waarschijnlijk wat eten, want dat moet toch ook af en toe gebeuren. En drinken natuurlijk. Je zult maar uitdrogen. We staan in elk geval op tijd klaar voor dEUS op een mooi plekje achterin het eerste vak. Het is daar ook voor het eerst vandaag dat ik een band iets hoor zeggen over het Pukkelpop drama. Tom Barman draagt de show op aan de slachtoffers: “Vrienden van Lowlands. Een klein voorwoordje. Dank jullie voor het komen, we gaan er een fantastische avond van maken. Gisteren. Gisteren op jullie zusterfestival in België, een afschuwelijke orkaan, een afschuwelijke windhoos, heeft vijf slachtoffers gemaakt. Met jullie permissie, met jullie toestemming, dragen we vanavond op aan de doden die gisteren zijn gevallen, aan hun familieleden, aan hun vrienden. Met jullie permissie. Met jullie permissie. Doen we dat ook voor alle festivalorganisatoren, die altijd het beste voor hebben het ons veilig te maken. Die het niet makkelijk hebben. En die zoiets prachtigs als festivallen kunnen doen laten gebeuren. En vanavond komen de ambulances niet voor een FUCKING storm, maar van een FUCKING viool.” Kippenvel. Om er aan toe te voegen: “Dit is jullie avond en jullie keuze. Number one of the list: Suds & Soda”. Het nummer was al begonnen en zet dan furieus door. Het is vanavond een aardige greatest hits show van de Belgen. Niet geheel onverwacht, want de gewenste nummers konden door de festivalgangers van tevoren worden gekozen. Mijn favoriet is eigenlijk altijd al “Fell Off the Floor, Man” geweest en dat wordt nu als tweede nummer gespeeld. Vreemd eigenlijk, want die stond niet eens in de top tien gekozen nummers. Het nummer wordt nogal slordig gespeeld voor mijn gevoel en/of het geluid staat nog niet kraakhelder. De gitaren zijn net niet woest genoeg en de overgangen niet super scherp. Het zorgt er in elk geval voor dat ik (nog) niet in die euforie kom die dat nummer me wel kan geven. Het valt me op dat “The Architect” vervolgens eigenlijk wel wat weg heeft van het geluid van “De Staat”. “Constant Now” is vervolgens een nieuw nummer dat wat meer warme melodieën en zwierig gitaarwerk heeft en dat bevalt me wel. Wat verder in de set gaat het mooie “Nothing Really Ends” prachtig over in het spannend opgebouwde “Bad Timing”. Erg lekker om je zo mee te kunnen laten voeren op de muziek, net zoals dat kan met afsluiter “Instant Street”. Heerlijk optreden dus van deze geschoolde muzikanten.
Hierna is het eigenlijk gek waarom niet veel meer mensen blijven hangen bij de Charlie. Maar goed, het is niet erg natuurlijk, dan is er ook wat meer ruimte voor dit kleine en wat onhandig geplaatste podiumpje zo schuin tegenover de grote Alpha, zo tegen Lake Lowlands aan. White Denim speelt een oprecht sprankelende set van heerlijk in het gehoor liggende psychedelische pop/rock uit de jaren zestig/zeventig met een jazzy ondertoon. Het lijkt ongecompliceerd maar het zit erg goed in elkaar. Verduiveld verslavend ook. Ik had dat vantevoren wel een klein beetje verwacht, maar als de heren dat live dan ook (veel) meer dan waarmaken, dan is dat natuurlijk extra verrassend. De band brengt het publiek dan ook langzamerhand tot euforische hoogte door al die aanstekelijke riffjes, lekkere loopjes, onverwachte sprongetjes, huppelende jazzy ritmes, slimme gitaarsolo’s en een zwierige zang. Het publiek schreeuwt om een toegift en dat komt er ook. White Denim is misschien wel de grootste verrassing van deze editie van Lowlands.
Vervolgens gaan we maar eens kijken bij die hippies van Edward Sharpe & The Magnetic Zeros . Misschien een gekke keuze, want we lopen langs de Arctic Monkeys die de set fel openen in de Alpha. Maar goed, ik had de Monkeys (al erg goed) zien optreden op Werchter eerder dit jaar, dus we kiezen ervoor om eens te gaan kijken bij het Lima podium. Ik verwachte toch een beetje meer hippiemuziek voorgeschoteld te krijgen of een band zoals de The Polyphonic Spree, maar dat valt eigenlijk nog best mee. Het is niet heel slecht en bij vlagen best vrolijk, maar misschien had ik nog wat meer euforie verwacht. Het kabbelt allemaal net iets te veel om uitgebreid voor het podium te gaan springen. Ik ga even lekker onder de Lima paal zitten uitrusten en hoor het optreden verder tevreden van een afstandje aan.
We maken ons op voor de nacht waarin we langs verschillende tenten zwerven en uiteindelijk kom ik terecht bij m’n eigen tent….
Pingback: Gezien: Lowlands 2011 – de zaterdag « Tbeest's Blog
Pingback: Gezien: Lowlands 2011 – de zondag « Tbeest's Blog
Pingback: De 50 beste concerten van 2010 « Tbeest's Blog
Pingback: De 50 beste concerten van 2011 « Tbeest's Blog
Pingback: Gezien: White Denim, Doornroosje, Nijmegen « Tbeest's Blog
Pingback: Gezien: White Denim, Doornroosje, Nijmegen | t-beest's blog