Alsof je in een droom zit. Een geweldig avontuur met fascinerende beelden. Sprankelend, bevrijdend, boeiend en spannend, maar soms ook zuigend en donker als een verontrustende nachtmerrie waar donderwolken zich samenpakken en af en toe uitbarsten in indrukwekkend geweld, om daarna weer terug te keren naar de zoete geruststellende romantiek. Beeld en geluid komen op zo’n perfecte manier bij elkaar dat je helemaal de wereld van Steven Wilson wordt ingetrokken, woensdagavond in 013 in Tilburg. Alles is van tevoren tot in de puntjes voorbereid zonder dat het geheel als te bedacht overkomt. Laat dat maar aan de meester over. Wilson is een perfectionist, een muzikaal genie, een topproducer. Alles klopt gewoon. Het geluid klinkt zeldzaam goed en gedetailleerd, de lichtshow is uitmuntend, en Wilson heeft een uitstekende band om zich heen verzameld. Ondanks dat perfectionisme gaat hij spontaan om met het publiek en de bandleden. Dat hij wat verkouden is vanavond deert niet. De BH die op het podium wordt gegooid wordt grappend naar de bassist gegooid. ‘Daar weet hij wel raad mee…’
De avond staat uiteraard grotendeels in het teken van het tweede solo-album Grace for Drowning, een van de beste platen van het afgelopen jaar en samen met het prachtige album Insurgentes een duidelijke reden om Steven Wilson eens met zijn ‘solo band’ te gaan bekijken. Bovendien heb ik Porcupine Tree ook hoog zitten, de band waar Wilson vooral bekend van zal zijn. Een druk mannetje deze Wilson, hij is ook actief met een hoop andere projecten / bands zoals Blackfield, No-Man, Bass Communion, IEM (Incredible Expanding Mindfuck) en rond deze tijd komt het album uit van Storm Corrosion, een samenwerkingsverband van Wilson met Opeth frontman Mikael Åkerfeldt. De liefde voor progrock uit de jaren zeventig moet ergens ook wel diep zitten, zo heeft hij al veel tijd besteed aan het remasteren van de platen van King Crimson en Jethro Tull, en ik kan me niet anders voorstellen dat Steven Wilson als solo-artiest juist diezelfde toon wil raken, nog meer dan met Porcupine Tree, alhoewel ik dezelfde dynamiek proef vanavond in 013.
Typerend voor de totaalbeleving die Wilson hier neer wil zetten is de opbouw van de sfeer in de zaal. Daar hoor je voor aanvang al ambient klanken met donkere slagen in combinatie met de prachtige en licht bewegende beelden op het grote half doorschijnende doek. ‘Vervreemding’ komt in me op. Een prachtige stijl, die voornamelijk afkomstig is van Lasse Hoile, die ook al van die intrigerende video’s voor Porcupine Tree maakte. De bandleden komen een voor een op tijdens “No Twilight Within the Courts of the Sun” (en zo gaan ze in omgekeerde volgorde ook weer af aan het einde) en de band zal een aantal nummers achter het doek spelen. De knappe belichting op de bandleden en de video’s op het scherm geven een indrukwekkend schouwspel. Als het doek valt voel je ineens een stukje intimiteit, ze lijken dan ook een stuk dichterbij ook.
Het groepsgevoel is dan ook goed. De zaal is niet uitverkocht en vooraan het podium staat iedereen opvallend relaxed. Een fijn publiek, dat zich laat horen na elk nummer, maar ook respectvol stil is als het moet, zeker ook als Wilson daarom vraagt rondom het lange “Raider II” dat het ook moet hebben van een deel subtiliteit. Wilson zelf is goed op dreef, loopt regelmatig naar de andere bandleden om ze aan te moedigen, en heeft het net zoals de rest van de band uitermate naar zijn zin, al ziet Theo Travis er uit als de wat saaie en kalme buurman die stiekem wel de meest indrukwekkende solo’s tovert uit zijn dwarsfluit, sax en klarinet. Marco Minnemann op drums doet het ook niet eens zo slecht. Op de plaat miste ik eigenlijk een beetje het geweldige drumwerk van Gavin Harrison van Porcupine Tree, maar zo live weet deze drummer toch te overtuigen. Adam Holzman is een beetje die oude liefhebber van vintage keyboard spul, ooit gespeeld met Miles Davis, en zorgt vanavond voor prettige solo’s die nergens uitmonden in moeilijkdoenerij. Niko Tsonev op gitaar valt me nog het minste op, maar Nick Beggs (Kajagoogoo) is de stoerste van het stel met zijn zonnebril en spierwitte haar in twee paardenstaartjes. Wat loopt hij ook achteloos goed te bassen en wat gooit hij er met gemak van die lange hoge zangtonen uit. Ik heb er een nieuwe held bij.
Naast nummers van de twee solo-albums komt er vanavond ook een nieuw nummer langs, “Luminol”, een aardig progwerkje dat zal verschijnen op een nieuw album aan het begin van volgend jaar en dat – zoals Wilson uitlegt vanavond – vooral geschreven is met de band van vanavond in gedachten. De bandleden hebben specifieke kwaliteiten en raken inmiddels goed ingespeeld met elkaar. ‘We vormen ondertussen een echte band’, aldus Wilson. Ik kan het niet anders beamen. Alles klopte vanavond. De nummers kwamen uitstekend tot zijn recht in deze geweldige setting met een adembenemend goed geluid en visuals, en de nodige afwisseling tussen rust en onrust. Een bijzondere trip langs de creativiteit van Steven Wilson, die ons meenam in een droomvlucht in een andere soort realiteit, zonder geestverruimende middelen te hoeven gebruiken. Onwaarschijnlijk goed dus.
Trailer:
[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=UbRolXL9yPA]
______________________________________________________________
Andere review: Progwereld.
Pingback: De 40 beste concerten van 2012 « Tbeest's Blog
Pingback: Geluisterd: Steven Wilson – The Raven That Refused To Sing (and other stories) | Tbeest's Blog
Pingback: Gezien: Tomahawk, Paradiso, Amsterdam | Tbeest's Blog
Pingback: Gezien: Steven Wilson, De Vereeniging, Nijmegen | Tbeest's Blog
Pingback: Gezien: Steven Wilson + Thomas Köner (Bass Communion) @ Doornroosje, Nijmegen | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Steven Wilson, TivoliVredenburg, Utrecht | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Steven Wilson, 013, Tilburg | t-beest's blog