Gezien: Rock Werchter (donderdag)

Het bekendste festival in België is Rock Werchter, al hebben ze daar ook meer fijne festivals met goede bands, zoals Pukkelpop, Dour, Graspop Metal Meeting en de Lokerse Feesten. En nog veel meer eigenlijk. Doen ze goed daar. Werchter was vroeger het dubbelfestival Torhout-Werchter waarbij de bands op beide festivals stonden. In 1999 werd het festival alleen nog maar in Werchter georganiseerd, maar groeide daarna wel door van twee naar drie dagen. Sinds 2003 is Rock Werchter zelfs vier dagen lang, een dag langer dan festivals als Lowlands en Pinkpop. Rock Werchter is ook in 2012 uitverkocht. 67.000 combitickets gingen over de toonbank plus 4×18.000 dagkaarten.

Voor mijn festivalmaat en mezelf is dit de vierde keer dat we naar België afreizen, eigenlijk in plaats van Pinkpop. Rock Werchter heeft dan ook gewoon de betere en grotere bands, het duurt een dag langer en het gaat langer door ’s avonds. Precies de argumenten die de heer Jan Smeets – organisator van Pinkpop – tegenspreekt, hij zou liever een avondklok willen. Onzin natuurlijk, geef dan toe dat je de mogelijkheden niet hebt op die locatie en dat je de laatste jaren wel heel veilig programmeert. Want kijk maar eens naar het programma van Rock Werchter. Altijd goed. En dat 20% van het publiek hier uit ‘Ollanders’ bestaat zegt genoeg. De grootste misser van de laatste jaren is eigenlijk alleen het feit dat Faith No More niet een keertje is geboekt (ze waren in de buurt) al stond die band wel een keer op Pukkelpop. Voor de rest staan alle grote bands – die touren dan – gewoon op het festival. Dit jaar is er zelfs een extra tent ‘The Barn’ waardoor het programma gelukkig wat afwisselender wordt, al was er voorgaande jaren weinig te klagen. Zo’n extra podium levert wel meer werk op voor de muziekliefhebber, er speelt gemiddeld wel vaak een band die je wel wilt zien en daardoor loop je nog wel eens van podium naar podium. Er is dan ook wat minder ruimte om op tijd bij je favoriete band te gaan staan, waardoor we dit jaar vaker dan ooit een overvolle tent tegenkomen, of een vol hoofdveld. Dan kun je minder fatsoenlijke foto’s maken dus, maar daar is het me niet direct om te doen. Muziek en relaxen, het kan elk jaar weer prima op Rock Werchter. Met volle pinten overtreft het festival elk festival in Nederland. Geen festivalpils ook – zo lijkt het, maar gewoon echt bier. Al vraag ik me nog steeds af wat ze moeten met dat rosé bier. En ze hebben nog steeds geen kroketten, maar wel veel andere snacks. En smakelijke braadworsten. Enfin. Je begrijpt het, dit is een sfeerverslag dus verwacht geen journalistieke hoogstandjes. Dat is ook niet echt mijn bedoeling.

Het is donderdagochtend, het is onwijs vroeg, en we togen richting het zuiden. Zo rond 8.45 draaien we al richting de parkeerplaats. Onze route door allerlei vage Belgische dorpjes werpt weer zijn vruchten af. We komen ergens uit een zijstraat zetten – compleet uit de richting – en de parkeerwacht denkt dan ook dat we de andere kant op gaan. “Oh jullie moeten naar de parkeerplaats?”. Ja natuurlijk, wat dacht je dan. En zo ontlopen we vast een file. Eenmaal aangekomen bij camping B1 staan er al veel meer tentjes dan andere jaren. Blijkbaar is die eerder open gegaan, of zitten b.v. de A-campings al eerder vol (die is een dag eerder open gegaan) en loopt men eerder naar de B-campings. Gelukkig weten we weer een mooi plekje in het bos te vinden, altijd fijn wat schaduw zodat we niet ’s morgens de tent worden uitgebrand bij mooi weer. Over het weer gesproken… Het is warm en benauwd, later op het terrein neemt dat behoorlijk zwetende vormen aan en het verkoelend buitje (eh… dikke onweer) blijft uit. Gelukkig maar. Werchter ontkomt ook dit weekend wel vaker aan fikse buien. Blijkbaar ligt het geografisch gezien in een gunstig gebied want dit hebben we nu al vaker meegemaakt hier. Met uitzondering van een bui op vrijdagochtend en een buitje op zondagmiddag is het droog, meestal niet te warm, soms wat fris, en vaak een lekker briesje. Al levert de wind ook weer af en toe wat van die stoffige paden op bij het hoofdpodium. Goed, tot zover Gerrit Hiemstra.

Ik dwaal af. Mijn tent staat later dan gedacht want dat ding is nogal onhandig in het opzetten. Of ik ben onhandig. Dat zal het zijn. We trekken op tijd naar het terrein, al is het alleen al om op tijd een weekendkluisje te scoren. Altijd handig om wat overbodige spullen (een trui alleen al!) te dumpen zodat je daar niet de hele dag mee rond hoeft te lopen. Vervolgens lopen we achter een soort fanfare aan richting ‘The Barn’, de nieuwe tent op Rock Werchter die blijkbaar ook nog even officieel geopend zal worden. Het hoempabandje heet ‘Schoon Vertier’ als ik dat goed heb gehoord en ze brengen een soort dweilorkestmuziekrock uit de jarentwintig of dertig, inclusief een aantal schone dames die al zwetend (‘It’s always warm in The Barn’ is de spreuk van het weekend) hun dansjes doen met van die tuttige parasolletjes. Gelukkig is er ook een elektrische gitaar om de boel lekker op te fokken. Zo’n optreden midden in het publiek trekt wel de aandacht, maar de tent staat nog lang niet afgeladen vol.

Daarna is op het podium de officiële opening van deze schuur, want natuurlijk heet hij niet zomaar ‘The Barn’. Nee, het is een verwijzing naar festivalorganisator Herman Schueremans. Scheur – Schuur – The Barn. Heeft u ‘m? Die naam was bedacht in een wedstrijd waarbij iedereen namen kon insturen. De winnaar (Jelle heet ie geloof ik, maar dat doet er verder weinig toe) mocht officieel het lint doorknippen in gezelschap van Schueremans, de presentatoren en de wulpse dames van Schoon Vertier. Nou mooi. En nu wegwezen. Muziek willen we horen.

De tent is overigens wel wat vergelijkbaar met de Grolsch tent op Lowlands, qua grootte en inrichting. De eer om als eerste band – ooit – in deze nieuwe schuur op te mogen treden is het Canadese Metric. Zangeres/toetsenist Emily Haines (samen met gitarist/toetsenist James Shaw ook lid van Broken Social Scene overigens) heeft een grote zonnebril opgezet en danst als een wulps jong veulentje (ze is 38 trouwens) van de ene naar de andere kant op het podium. Dat het vies warm is blijkt wel uit haar bezwete benen, maar dat past prima bij de act en dan valt er ook wat leuks te zien. Ik plak het maar in het hoekje van lichtelijk sensuele dancepoprock met een belangrijke rol voor de dragende synthesizer, al kun je dat dan ook als new wave of elektropop bestempelen. Veel werk dan ook van het recente album Synthetica. Slimme melodieën worden afgewisseld met vergankelijke deuntjes en zo houdt de band niet altijd de aandacht vast. Het heeft het wel in zich om buiten de lijntjes te kleuren, maar doet dat nog wat weinig. Als de gitaren dik worden ingezet trekt dat het publiek zichtbaar over de streep. Een wat wisselvallig, maar toch wel onderhoudend optreden. (setlist)

Metric

We blijven wat in de buurt hangen en geven weer acte de présence voor Bombay Bicycle Club in dezelfde tent. Toch wel weer een typisch indierockbandje uit Engeland hoor ik mezelf nog denken. Dan mis ik vaak een scherp randje, maar slecht is het niet. De zomerse muziek beurt je op en laat je zachtjes heupwiegen met laat zich bij vlagen vergelijken met een band als Vampire Weekend of een willekeurig ander poppy folkbandje. Zanger Jack Steadman laat zijn haren wapperen in de verkoelende ventilatoren op het podium (waarom hebben zij dat wél) en zingt met een lichtjes knauwende stem. Waar ik dat op vind lijken – tja, daar kom ik even niet achter. Ondanks de vieze hitte wordt er toch nog wel aardig gedanst in de volle tent, maar de band houdt de aandacht niet helemaal vast. Ik zou op een gegeven moment het woord gezapig uit de kast gaan halen, ware het niet dat de band een lekker uptempo slot eruit perst met “Shuffle” (en een aardig – lekker fout- drum intermezzo voorafgaand aan dit nummer als ik het goed heb onthouden) en het wat meer dwingende “What If”. Toch nog een voldoende derhalve. (setlist)

Bombay Bicycle Club

Op Lowlands afgelopen jaar had ik al een stuk gemist van audio/visueel kunstenaar Amon Tobin. Daar stond hij in de Bravo en dat podium is wat groter dan de Pyramid Marquee vanmiddag op Rock Werchter getuige de wat kleinere witte blokken op het podium. Maar goed, nu sta ik er op tijd én bovendien op een mooie plek in het midden en behoorlijk vooraan, dus kan ik mooi genieten van deze intense show. Waarom deze show in de middag wordt gegeven is me een raadsel, natuurlijk zou zo’n show in het donker moeten plaatsvinden, maar misschien willen ze die plekjes vooral bewaren voor het echte danceprogramma. Zo hangen er nu zwarte doeken bij de ingang om het daglicht wat tegen te houden. Amon Tobin zelf is af en toe te zien als er een lichtpeertje gaat branden in het grotere vierkant in het midden, zodat je hem door de projectie heen kunt zien. Wat hij daar dan precies staat te doen weet ik niet, het lijkt me sowieso allemaal vantevoren bepaald want licht en geluid passen natuurlijk prima bij elkaar. En wát voor beeld en geluid zeg. Indrukwekkend. Het licht is afgestemd op de individuele blokken zoals we dat ook wel kennen van “The Wall” (Roger Waters (Pink Floyd) nog een tijd terug in het Gelredome) en is vooral erg ruimtelijk in de letterlijke en figuurlijke zin des woords. Rumteschepen worden afgewisseld met minder duidelijke voorstellingen, maar je blijft gefascineerd kijken, zeker met dit soort belachelijk vette geluidseffecten eronder. Enorme stereo-effecten, alsof je in een gigantische bioscoopzaal zit. Ja met die subwoofers zit het wel goed in deze tent, zoals we het hele weekend ervaren. Het enige minpuntje is misschien dat Amon Tobin wat meer dancebeats er in mag gooien, nu blijft het wat hangen in geluidscollages en -effecten terwijl het publiek ook wel zin heeft in dikke dancebeats. Maar uiteindelijk is het een imposante ervaring en zeker een van de apartere dingen op het festival.

Amon Tobin

Tja, dan is het wel een hele omschakeling naar de Engelse band The Maccabees waar we wat later invallen tijdens “Feel to Follow”, met dat mooie tweede bombastische gedeelte. Heerlijk vind ik dat. Typisch ook een nummer van het laatste album Given To The Wild waarmee ze volgens sommigen wel wat meer richtig de Coldplays van deze wereld gaan (in plaats van te lijken op bands als Futureheads, Bloc Party of Franz Ferdinand bijvoorbeeld), maar dat nieuwe geluid geeft de band wel wat meer sjeu. De band stond al eens op Lowlands in 2009 (blijkbaar bewust gemist toen), stonden ook al eens op Pinkpop in 2010, en zijn ook op Lowlands 2012 te vinden. Vandaag is het geluid wat scherp (ligt er ook echt wel aan waar je staat in deze tent is onze ervaring) en het is warm. Heel warm. De band weet de juiste teneur soms te vinden met een goed geplaatst mineurakkoord of lekker uitwaaierende gitaren, en pakken soms de folk a la Arcade Fire aardig beet. De langzamere stukken beklijven echter duidelijk minder en een aantal nummers zijn wat te veel van het hetzelfde stramien toch. Desondanks hebben deze vrolijke jongens er wel zin in en vooraan wordt nog aardig gedanst ondanks de hitte (bij een vrolijk nummer als “Pelican” kan dat prima). Hoewel niet altijd even spannend is The Maccabees een redelijk veilige keus voor een festival, zo lijkt me. (setlist)

The Maccabees

Inmiddels slaan we, net zoals de meeste andere dagen, aan het begin van de dag de bands op het hoofdpodium over. The All American Rejects, Within Temptation, Rise Against en Blink 182 zijn allemaal niet zo aan ons besteed. Op het achterterrein met de twee tenten is dat dit jaar ook wat duidelijker te merken. Soms is het terrein vol en puilen de tenten werkelijk uit, soms is het een stuk rustiger en kun je op je gemak in de tent een plek zoeken.

Bij Cypress Hill puilt de Pyramid Marquee tent uit, maar de groep begint meer dan twintig minuten te laat. Echt veel heeft zo’n optreden nu ook weer niet om het lijf. Waar ben ik dan ook met mijn gedachte. “Insane In The Brain” vond ik vroeger ook geweldig – en nog steeds wel – maar het wordt natuurlijk wel gebracht door een DJ met MC’s in de bekende hiphop opstelling – weinig bijzonder dus – met hooguit de percussie als interessante live toevoeging. Zo’n groep op deze manier zien refereert dus nog net iets meer aan mijn afkeer van hiphop (gewoon niet mijn ding – sorry) dan aan dat gevoel van vroeger toen dit volgens mij gewoon hip was in de alternatieve scene. Meer gitaar! Desalniettemin is het leuk om de groep eens live te zien, met name B-Real zelf natuurlijk met dat nasale hoge stemmetje. Met nummers als “I Wanna Get High” en de vele toespelingen op wiet en joints is er sinds de oprichting van de groep in 1986 nog weinig veranderd, maar wie had dat ook verwacht. Met Garbage en The Cure werpen we een blik in het verleden vandaag en gezien de hoeveelheid jeugd die dit soort optredens weet te vinden én te waarderen zit het met die jeugd van tegenwoordig ook wel goed. Ken je klassiekers!

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=ScJGQ3p03cM&w=400]

Zo behoren “Only Happy When It Rains” en “I Think I’m Paranoid” of “Stupid Girls” ook wel tot de bekendere deuntjes uit de jaren negentig. Garbage had ik ook nog niet eerder gezien en ze staan aan het begin van de avond in ‘The Barn’ die maar langzaam afkoelt en niet helemaal propje vol zit, gelukkig. Het zal niet liggen aan de band, die speelt gewoon uitstekend en de bekendere nummers komen natuurlijk langs in een onderhoudende set. Zangeres Shirley Manson heeft haar spannendste pakje aangetrokken en samen met die sensuele bewegingen kan ze dat misschien niet helemaal meer hebben (45 jaar), of past dat nu juist wel? Nou ja, een beetje rockchick kan dat wel hebben. Ze kijkt daarbij een beetje moeilijk, maar soms kan er een klein lachje vanaf. Gelukkig maar. Garbage houdt zich wonderwel goed staande in deze tijd en komt eigenlijk nauwelijks belegen over.

Garbage

Vervolgens lopen we voor de eerste keer richting het hoofdpodium, want die schijnt er ook nog ergens te staan. Afgemeten aan de hoeveelheid mensen vooraan en in het voorvak kun je zeggen dat het vrij rustig is bij Elbow, ik kan zelfs even in- en uitlopen in het voorvak om wat foto’s te nemen. Bij de grote bands kun je dat helemaal vergeten. Maar goed, Elbow heb ik de laatste jaren vaker gemist en ik geloof dat ik de band voor het laatste in de Grolsch tent zag op Lowlands. Een relatief intiem optreden (dat past deze band beter dan zo’n heel groot podium vind ik) maar daar werd toen wel ellenlang meegezongen en geklapt, vooral met “One Day Like This”. Gelukkig rekt hij dat lied niet al te lang vandaag, dat moet je ook met mate doen wat mij betreft. Zanger en anti-held Guy Garvey ziet er vandaag nog vermoeider uit dan anders, maar krijgt wat kleur op de wangen gedurende het optreden. Het is ook een zware sport natuurlijk, al dat optreden. Zo aan de rechterkant van het podium is het geluid eigenlijk prima vanwege de extra boxen die daar hangen, dus kunnen we lekker zitten en genieten van het volle geluid. Hoewel wat zoetjes allemaal is het natuurlijk wel een prima band en kan ik er wel van genieten vandaag. Of zoals in het programmaboekje staat: ‘Elbow is de knuffelgroep van alle melomanen’. Mooi optreden. (setlist)

Elbow

Dan blijven we wat hangen voor The Cure. Voor aanvang loopt er trouwens nog een Robert Smith look-alike rond waar we hartelijk om kunnen lachen en lopen op tijd het voorvak in. Nou ja, het tweede voorvak dan, en dan sta je nog niet echt vooraan hoor. The Cure stond ook nog wel op mijn lijstje om eens een keer gezien. Deze iconen uit mijn jeugd (en van die van vele anderen) hebben een hele reeks klassiekers om hun naam staan en het is dan ook bijzonder om deze nummers zoveel jaar na dato nog eens live te kunnen horen. Een beetje alternatief was je wel als je deze muziek in die tijd goed vond. Beetje donkere, depri muziek met van die gekke swing er soms toch in. Dansen deed je in die tijd zonder je voeten te bewegen. Haar in de war en make-up, nog steeds het kenmerk van zanger Robert Smith, al zitten er tegenwoordig wat extra kilootjes achter. Hoewel de band aardig op dreef is en die klassiekers het ook vandaag nog prima doen merk ik toch ook dat ik het concert wel erg lang vind, een uur en vijftig minuten. Het optreden is wat statisch, mist wat vuur bij momenten en er is maar weinig interactie met het publiek. Bovendien mis ik de videoclips van weleer, die de muziek (en tekst zo u wilt) zo mooi konden versterken. Maar dan toch. De hits komen langs en die bekende sound ook. Gelukkig spelen ze m’n favoriet “Lullaby” prima, wordt “A Forest” wat plichtmatig gespeeld maar blijft ook fijn om eens live te horen en dan is er helemaal aan het einde nog een paar minuutjes over. Uiteraard: “Boys Don’t Cry”, dat u het niet vergeet. Aardig concert, gedegen gespeeld, maar niet zo legendarisch als ik me het had voorgesteld. (setlist)

The Cure
Raden maar: fan van?

Vervolgens is de dag nog niet voorbij. Even bij Skrillex kijken dan, die buiten de tent vooral voor wat verkoeling zorgt door middel van die wapperende subwoofers die tot ver in de omtrek te horen moeten zijn. Niet dat we graag binnen in de zwetende massa staan, want zoveel is er nu ook weer niet te zien. Een mannetje achter een mengpaneel dus, die blijkbaar koning is in de dubstep (of de vercommercialisering daarvan) en een aantal bekende remixes op zijn conto heeft. Interessant weetje: Sonny John Moore komt uit Los Angeles en begint zijn loopbaan met de post-hardcore-band From First To Last, maar ruilt later de metal in voor de dance. Ik wist het niet, maar ik ben sowieso geen grote kenner van dubstep of alles dat op dit soort dance lijkt. Het publiek staat nu ook weer volgepakt tot een flink stuk buiten de tent op het schavot – die lichttoren vlak voor de Pyramid Marquee – en het is leuk om te kijken naar die dansende mieren en hoe ze mooi in de de maat meebewegen. Maar goed, het pakt ons toch minder, maar dat zal ook komen omdat buiten het geluid niet helemaal helder te horen is. Weggeblazen door te veel bastonen. Toch maar weer terug naar het hoofdveld voor een oudere elektronische favoriet.

Het Franse Justice is daar al begonnen op het grote podium. Als je het hebt over dance of een elektronische act met pompende beats dan kan ik dit wel zeer waarderen. Zo kan ik me een indrukwekkende show herinneren op Pinkpop in 2008 in de tent, magistraal was dat. Het Cross album was in die tijd dan ook wel een enorm lekker ranzig vet plaatje. Zo dik had ik het eigenlijk niet verwacht op dit grote openluchtpodium, zeker met het recente en relatief rustige Audio, Video, Disco in de broekzak. Maar zie, de heren maken er toch een klein spektakel van, al ligt het dan wel aan waar je staat, zo vermoeden we op het veld. Na eventjes zoeken, iets meer achter op het veld, vinden we een goede spot om alles zuiver te horen met de nodige bas en stereo op een perfect niveau. En ja, dat maakt dan daar ook gewoon indruk. Hulde aan die boxen achterin, al moet je dus een beetje zoeken naar het perfecte geluid (tip: achterop het veld dus, vlak voor het pad midden tussen een linker- of rechterbox en de middenboxen). Zo staan we op dat enorme veld op flinke afstand van het podium terwijl Justice ons toch nog aardig omver weet te blazen. De band trakteert ons vandaag op een onverwacht lekkere mega-mix van hun eigen nummers, waardoor ze de set behoorlijk interessant houden. Vette afsluiter.

Justice

2 gedachten over “Gezien: Rock Werchter (donderdag)”

  1. Pingback: De 40 beste concerten van 2012 « Tbeest's Blog

  2. Pingback: Gezien: Lowlands 2017 | t-beest's blog

Reacties zijn gesloten.

Scroll naar boven