Gezien: Rock Werchter (zaterdag)

We zitten op de helft en we starten vandaag in de Pyramid Marquee voor het hippe Alabama Shakes. Nou ja hip. De groep (uit Alabama, duh) wordt op handen gedragen door alle serieuze en minder serieuze media en kenners van nieuwe alternatieve muziek, maar zangeres/gitariste Brittany Howard ziet natuurlijk verre van hip uit eigenlijk. Simpel jurkje, standaard brilletje, een beetje gezet, simpel afro-kapseltje. Maar mijn hemel wat komt er een geluid uit haar mond. De soul/blues/gospel wordt vanuit het diepste van haar ziel gezongen. Eigenlijk hoor je meer dan dat je ziet. De voormalig (neem ik aan) postbode speelt bijna nonchalant op haar gitaar en de uitdrukking op haar gezicht lijkt wel gelaten. Maar man-oh-man wat een geluid komt er uit. Prachtig ook om te zien hoe haar lippen parmantig tuiten tijdens een heerlijke uitvoering van “Hold On”. Het doet overigens verder niks af aan de rest van de band, want die speelt ook uitstekend en het publiek lijkt het allemaal fantastisch te vinden. En ondanks dat ik niet direct warm loop voor een genre als dit, wordt ik ook wel meegetrokken in de opwinding die deze band bij momenten veroorzaakt, al kan het ook geen heel uur boeien. Maar dan toch. Lekker zo vroeg in de middag. (setlist)

Alabama Shakes

Vervolgens blijven we maar weer lui hangen op het achterveld en gaan we eens uitgebreid het gras bestuderen vlakbij ‘The Barn’ waar Noah And The Whale inmiddels bezig is. De band uit London bestaat sinds 2006 en heeft inmiddels een aantal albums uitgebracht, maar is bij mij nooit echt helemaal blijven hangen. Typisch zo’n indiebandje in mijn beleving en het zegt genoeg dat ik er achteraf weer weinig van kan herinneren. Beetje standaard dus. De wat lome indiefolk wordt soms wel gloedvol gebracht en ook de strijkers zijn een mooie aanvulling, maar het nodigt niet direct uit om in de volle tent in te lopen. (setlist)

Tijd om even terug naar het grote veld te gaan. Hoe zou het toch zijn met Wolfmother? Wat had die band toch een flitsende start destijds met hun aanstekelijk lekkere riffs uit de jaren zeventig met referenties naar bands als Led Zeppelin, Deep Purple, Black Sabbath en Kyuss. Natuurlijk, dan mag het niet heel origineel zijn allemaal (mijn held Mike Patton sprak zijn ongenoegen al eens uit over de band), maar met dat lekkere (gelijknamige) album uit 2006 wist de Australische band snel furore te maken in die tijd op de verschillende podia. Ik kan me ook een furieuze set herinneren van de heren op Lowlands in 2006, toen ze mochten openen op het grote podium in de Alpha-tent. In de jaren daarna waren er regelmatig wisselingen in de bezetting, maar frontman Andrew Stockdale ging met horten en stoten door. Alleen keyboardspeler/bassist Ian Peres schijnt over te zijn. Van de tweede bezetting dan. Enfin. In al die tijd had ik de groep – of eh Stockdale  – niet meer zien optreden dus hoog tijd om te kijken hoe de band anno nu presteert. Met “Woman” als opener op het grote podium lijkt het in eerste instantie alsof de band nooit is weggeweest, maar echt sprankelen als destijds wil de band vandaag ook niet. Het helpt dan ook niet dat er veel pauze zit tussen de nummers en dat sommige nummers wel heel erg uitgerekt worden met lange, maar op den duur wat saaie jams. Wolfmother is in al die jaren van jonge naar belegen kaas gegaan en dat smaakt wel, maar valt ook ergens wat tegen. (setlist)

‘The Barn’ is dan echt propvol en de mensen staan rijendik buiten de tent voor Simple Minds, de bekende Schotse groep die in mijn jeugd groot was met hun newwavepop. In de jaren tachtig was het ongetwijfeld een grote headliner geweest (de band stond hier voor het laatst 26 jaar geleden), nu mogen ze het doen in een tent rond etenstijd. Noodgedwongen dan maar de show van buiten bekijken. Dat kan nog het beste rechtsachter in de schaduw van wat bomen, terwijl het geluid daar nog redelijk onder de tent door komt wapperen en ik óók nog wat van zanger Jim Kerr kan zien. Strak in het pak en zweten als een otter. Kijk, zo hoort dat. Natuurlijk ontploft het publiek bij “Don’t You (Forget About Me)” dat luidkeels wordt meegezongen. Ook door de jongere generatie dus. De band klinkt geheel niet uitgeblust, ook al zijn de heren wat jaartjes ouder. Met het afsluitende “Alive and Kicking” maakt de band zelf gewoon het juiste statement. Leuk om ze een keer te zien, nou ja, vooral horen dan. (setlist)

Terug naar Kasabian op het grote veld en we zoeken weer een mooi plekje achter op het veld tussen de extra geluidsboxen aldaar. De Engelse band is wel vaker te zien op festivals en zo heb ik ze ook al een paar keer gemist. Blijkbaar was het optreden vorig jaar bevallen, want ook dit jaar staat mocht de band weer op Rock Werchter aantreden. Eigenlijk is de groep een goede en begrijpelijke keus voor veel festivals, want de britrock wordt altijd wel gedegen gebracht door de band en trekt ook altijd wel publiek (in hun thuisland nog meer zelfs). Vandaag is de band gewoon in vorm en zanger Tom Meighan ment het publiek op zelfverzekerde wijze, zonder dat het vervelend wordt. Nee, de band kan het grote veld makkelijk aan en de oude hits worden net zo goed ontvangen als nieuwere nummers. Maar goed, het eerste album vind ik nog wel het lekkerste en daarvan worden “I.D.”, “Club Feet” (met een stukje “I Wanna Be Your Dog” van The Stooges erin verwerkt), en “L.S.F.” gespeeld. Lekker. Al had ik ook nog graag het instrumentale “Ovary Stripe” gehoord. Lekker bombastisch joh! Na “Fire” volgt dan op het einde nog een het overbodige a capella gezongen “She Loves You” van the Beatles. Maar goed, ik vond het wel een leuke show. De band staat overigens ook (weer) op Lowlands 2012, dus als er niks anders te doen is… (setlist)

Kasabian – daar ergens in de verte

Vervolgens is het een beetje pingpongen tussen de verschillende podia. Geen echte favoriet dus even. We kijken nog even kort bij Ben Howard in de Pyramid tent, maar de Britse singer-songwriter kan ons even niet bekoren met die kenmerkende maar ook wel lichtelijk penetrante stem van hem. Soms leuk op de radio, maar zo live hoeft het nu even niet zo. Misschien een ander keertje dan (setlist hier). Dan maar richting Mumford and Sons op het hoofdpodium dat de laatste jaren een snelle opmars maakte op de populariteitsladder met hun vrolijke folk. In mijn beleving kwamen ze vanuit het niets met stip op één toen ze de Alpha-tent plat kregen op Lowlands in 2010 en ook op Pukkelpop maakte de band indruk dat jaar. En ach, dat wilde ik toch ook wel even zien al ben ik niet zo’n folk-freak. Frontman Marcus Mumford heeft zijn hand in het gips maar kan natuurlijk wel gewoon zingen vandaag. Songs als “Little Lion Man” zorgen voor het nodige enthousiasme op het veld en dat is best gezellig, al hebben we dat nummer al wel vaak gehoord natuurlijk. Nieuwe nummers worden netjes afgewisseld met de oude hits van het Sigh No More album en zo te horen heeft de band geen dramatische koerswijziging genomen. In mijn oren klinkt het allemaal wat meer van hetzelfde, maar het is leuk voor eventjes. (setlist)

Mumford and Sons

We vertrekken op tijd voor M83, een Franse band genoemd naar een spiraalvormig sterrenstelsel Messier 83. Het is weer eens poepie druk in de Pyramid tent dus we staan maar weer vlak aan de rand naar binnen te loeren. De band leunt op dikke synthesizers en een bijna overdreven eighties lawaaimuur, waar overigens nog goed op te dansen is op verschillende momenten. De band van Anthony Gonzales wordt wel getypeerd als het Franse Air en speelt dan ook wel dromerige synthpop, maar vandaag met liveband wordt vooral de danshoek opgezocht. Dat lijkt een goede keuze, want bij de langzamere stukken klinkt het ook allemaal wat loom. M83 klinkt als een foute band uit je jeugd maar het wordt strak gespeeld. Het hoogtepunt is wel die geweldige sax en die fantastische solo tijdens de hit “Midnight City”. Doordat er af en toe ook wat venijnig gitaargeluid te horen is kun je spreken van een wat ongrijpbare band die meerdere gezichten toont tijdens het optreden. En afwisseling is nooit verkeerd. Een beetje gek optreden maar bij vlagen erg leuk.

M83

Het is toch apart dat ook Rock Werchter de Deense Agnes Obel heeft geprogrammeerd, een van mijn favoriete artiesten. Maar het werkte op de afgelopen editie van Lowlands ook wonderwel, dus waarom hier ook niet? Het blijft toch afwachten of zoiets kan werken want met rumoerig publiek kan dit soort ingehouden schone pracht een beetje in het water vallen natuurlijk. De in Berlijn woonachtige zangeres/pianiste heeft me al vaker betoverd, dus ik zorg dat ik op tijd ben en behoorlijk vooraan kan staan. De tent is opmerkelijk volgestroomd voor dit soort – bijna klassieke – muziek, maar gelukkig blijkt het publiek op Werchter open-minded en niet alleen voor de volgende rock-sensatie te willen gaan. Wat een overgang na het optreden van M83 ook, fantastisch vind ik dat. Verandering van spijs doet ook eten natuurlijk. Het publiek is redelijk stil en ik geef me dan ook over aan deze verlegen en licht breekbare dame die me binnen een paar seconden aanvang direct vangt met haar prachtsongs. Goed, dan is het geluid dit keer niet gelijk perfect, maar dat is wel een uitzondering op het festival. De cello van Anne Ostsee is minder goed te horen, maar dat draait wel bij gedurende het concert. Het applaus en gejuich na elk nummer is erg groot, vaak voordat het nummer überhaupt echt is afgelopen, maar dat stoort niet. Agnes Obel wordt er zo lekker verlegen van. Na “Riverside” klinkt een minutenlang applaus en gejoel (en stampvoeten, echt waar!) waardoor ze niet eens verder kan en dat ontroert haar zichtbaar. Wat gebeurt hier, zie je haar denken en ze bedankt het publiek waarbij ze zegt dat ze dit nog nooit heeft meegemaakt. Ik geloof haar direct. Tjongejonge, wat een loepzuiver en godvergeten mooie stem heeft ze en hoe subtiel is dat pianospel toch weer, zo prachtig aangevuld door de cello of gitaar. Hoe mooi is het als Anna Ostsee ook af en toe meezingt. Het is de derde keer dat ik Agnes Obel zie en weer verkeer ik in een andere dimensie tijdens het optreden. Terugkeren naar aarde is dan wel onwennig maar dit reisje naar de hemel was prachtig. Als engelen muziek maken moet het zo klinken…. (setlist)

Agnes Obel

Goede zet dus, die extra tent op Werchter. Dat geeft toch echt meer variatie en keuze. Na Agnes Obel klinkt de Russisch-Amerikaanse Regina Spektor dan toch onvermijdelijk minder goed, terwijl ze helemaal niet slecht zingt. Leuke nummers op piano en leuke interactie met het publiek, maar het houdt niet de aandacht vast. We zitten dan vooral buiten de tent en kijken af en toe naar het videoscherm dat daar hangt. De zomerse muziek klinkt prima als achtergrondmuziek en we pakken even de broodnodige rust.

Incubus staat vervolgens in een driekwart gevulde tent waarbij de fans blijkbaar nog aardig opeengepakt staan maar buiten die ‘ring’ is nog veel ruimte. Kan er ook aan liggen dat iedereen verderop bij Editors staat natuurlijk. Nee, de band uit Californië is al jaren over haar hoogtepunt heen zo lijkt het, en het nieuwe album If Not Now, When? wil ook vast niet helpen want dat lijkt nauwelijks op die funky rocksound van weleer (vergelijk maar eens met S.C.I.E.N.C.E. bijvoorbeeld). In dat licht valt het optreden me helemaal niet tegen, want er komen nog best een hoop oude kleppers langs en de band speelt ongemeen strak vanavond. Brandon Boyd is goed bij stem, heeft extra lang haar en een snor met sikje en ziet er zo bijna uit als de nieuwe messias. Zo zingt hij ook wel een beetje natuurlijk en hij zal de dames ook vast een plezier doen als hij al vroeg zijn shirt uittrekt en de rest van het optreden met ontbloot bovenlichaam rondloopt. Heerlijk om de band weer eens te horen met een uitstekende geluidsmix, want volgens mij ontbrak het daar de laatste keer aan, jaren terug op Lowlands. Nee, ik was al bang dat ik ze definitief bij het vuil moest zetten, maar dit optreden was stiekem gewoon weer erg goed. Nu nog weer eens een album maken met echte ballen graag. (setlist)

Incubus

Vervolgens blijven we even hangen bij Paul Kalkbrenner die volgens de video niet veel meer doet dan af en toe aan een schuifje zitten en een knopje draaien, en eerlijk gezegd klinken de dancebeats navenant. Vrij weinig ontwikkeling dus en maar weer het bewijs dat ik niet voor dit soort acts geboren ben. Dat geldt ook voor Chase and  Status die een soort Black Eyed Peas-je doen door een nummer als “Killing in the Name” van Rage Against the Machine schaamteloos verkrachten. Puur effectbejag, maar geen goede. Nee, een deel van het veld vind het leuk, maar wij trekken richting camping. Succes er mee kiddo’s!

Scroll naar boven