Afgelopen vrijdagavond in Merleyn stond The Horse Company op het menu. Geen rund. Ja ja, ik weet het, flauwe grap, maar wel een lekker gerecht op voorhand dus. Ik vond dat nieuwe album “Calypso” toch ook wel een prettige toevoeging aan de Nederlandse muziekgeschiedenis, al vind ik het in dit genre niet altijd makkelijk te omschrijven waarom dat dan precies is. “Het Nederlandse antwoord op Wilco en My Morning Jacket”, lees ik ergens. Of schuif het onder indierock met shoegaze invloeden, roots/Americana, of folk? Nou ja, zelf omschrijven ze het als: “Aan ons geluid kun je horen dat we een brede smaak hebben. Country, rock, new wave, shoegaze, indie, pop, punk, Americana en classic rock. Het vloeit allemaal door elkaar. Over muziek moet je verder niet al te veel nadenken. Dat moet je laten gebeuren.”
Goed plan. Ik had er in mijn hoofd nog nauwelijks over nagedacht ook, maar vond hun derde album “Calypso” gewoon een fijn, gelaagd en warm rockplaatje, dat door muziekliefhebbers goed werd ontvangen en daardoor ook bij ondergetekende opviel. Ik kende het oude werk eigenlijk ook nog niet eens van deze Zwollenaren, maar liet het in Merleyn dan maar eens gebeuren. En ondergaan.
Tegen tien uur is de zaal nog behoorlijk leeg als de bebaarde mannen het podium betreden, met een hoofdrol voor de bassist met de grootste haardos op zijn gezicht. Dan stroomt het publiek alsnog binnen vanuit het café en is Merleyn uiteindelijk half gevuld. Nog wat weinig voor zo’n fijne band, maar goed. Vanaf het begin is de band op een prettige nonchalante manier met het concert bezig, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit. “Front Forming” van het laatste album zet direct de juiste toon en het publiek wordt overspoeld door warme klanken, rijke melodieën en sporadische uitspattingen. De band heeft een fijne balans en afwisseling tussen volume, tempo en melodie, en schakelt prettig tussen ingehouden pracht en wat meer uitgesproken dwingende rock. De broertjes Arjen en Vincent Hilberdink spelen beide gitaar en zingen ook allebei hun nummers, maar vullen elkaar ook regelmatig aan in prima koortjes. Opvallend vanavond vind ik het geweldige basspel van Arjan Pronk, die voor mijn gevoel een belangrijke stempel op het geluid van The Horse Company zet. Behendig plukt hij aan de snaren en stuwt hij menig nummer naar absoluut topniveau. Het valt me nu pas op, maar achteraf is het op de plaat ook wel te horen.
Een setlist hebben de heren niet voor zich liggen, de nummers worden worden geroepen door iemand achter op het podium (ook met baard) die ook voor (het stemmen en dergelijke) van de instrumenten zorgt. Dus weten ze zelf ook niet precies wat er komt. “Als we wat verdwaasd kijken, dan ligt het daar dus aan”, aldus Arjen, die na “Faultine” overigens nog een leuke gestoorde versie van “Suzanne” (VOF de Kunst) zingt/speelt om de tijd tussen de twee nummers te overbruggen. Het kenmerkt de ongedwongenheid van de band vanavond. Als Vincent dan vraagt om een microfoontje te corrigeren die wat te veel naar beneden hangt, roept Arjen ad rem “the story of his life”, dat uiteraard gelach uit het publiek oplevert. Goed, dan hadden de pauzes wat korter gekund tussen de nummers, maar er wordt een mooie set neergezet vanavond door de vier heren. Er wordt knap afgewisseld tussen de drie albums en met het licht zwevende “Aeons”, het wat stevigere “Hollow Line” en het prettig opgebouwde lange nummer “Calypso” wordt het concert mooi afgerond. Tijd voor een toegift is er helaas niet in verband met de dansavond die op de planning staat in Merleyn, maar een mooi uurtje was het zeker. Volbloedig als een prima stukje biefstuk of eh.. paardenhaas dus. Met rijke jus. Lekker.