Gezien: Lowlands 2013 (vrijdag)

LL-icon-DSC01988Het is inmiddels alweer meer dan een week geleden: Lowlands. Nog steeds drie dagen ‘campingflight’ zonder dagkaarten (en dat moeten ze vooral zo houden) en gewoon weer een fijn gezellig feestje. Goede sfeer. Vriendelijke mensen. Fijne muziek. Nog steeds? Jawel nog steeds. Zo’n week later voelt het opschrijven van wat herinneringen wel beetje aan als mosterd na de maaltijd. Of toch beter laat dan nooit? Inmiddels is het Internet allang volgeschreven met recensies, meningen, indrukken en kekke foto’s, zoals je kunt teruglezen op mijn verzamelpagina op scoop.it. Je vraagt je af hoe sommigen dat zo snel online krijgen. Is het nu echt zo dat na de laatste (live)band sommige schrijvers hun laptopje opzoeken in het persdorp, of ’s nachts met met hun iPad in de tent hun beleving beschrijven? Of staan ze ultravroeg op om hun verhaal in te tikken terwijl de laatste nachtbrakers pas hun tent binnenrollen? Ik weet het niet precies, ik vind het knap. Dat ’tussendoorgetik’ tijdens een festival doe ik nog wel eens tijdens bijvoorbeeld het Valkhof Festival, maar dan heb je overdag meestal de rust om het e.e.a. rustig uit te werken. Knap dus hoe sommige sites dat allemaal zo snel online krijgen. Dit jaar was ik er niet zo mee bezig. Nee, dit jaar stond Lowlands voor mij meer in het teken van het allemaal goed te beleven, in plaats van het allemaal in je hersenen ‘op te nemen’ en/of goede aantekeningen maken, met het doel een strak verslag te schrijven. Niet zo’n zin in. Maar dan toch nog een kleine compilatie hieronder, dat inmiddels aanvoelt als het maken een soort reconstructie.

De tent staat weer mooi op camping vijf, aardig achterin tegen de bosrand, dezelfde plek als vorig jaar. Een beetje de ‘ouwe lullen’-camping, maar we arriveren dan ook graag pas op de vroege vrijdagochtend. Lekker rustig ook, een eindje van de ingang, maar dat boeit verder niet zoveel. Hoe vaak loop je dan ook heen en weer naar de camping. Wij in elk geval maar twee keer op een dag. Heen en terug. Circa 1,38 km van de tent naar de ingang volgens de GPS-log en je kunt er een minuut of twintig over doen, maar dat hangt er ook vanaf welke pauzes je onderweg neemt. Steevast doen we dat dan met een halve liter blik bier in de hand, zodat je de eerste slokken goudgeel vocht al binnen hebt voordat je überhaupt het terrein op bent. Scheelt weer twee muntjes. Op vrijdag staat er een aardige rij bij de ingang als we aan komen lopen, maar het loopt gelukkig vlot door. Muntjes halen doe je dan op het terrein, want daar is het ook rustig. Deze kosten 2,60 Euro per stuk, maar eigenlijk moet je daar maar niet te veel over nadenken. Zo is een (overigens prima) hamburger van 2,5 muntjes best veel als  je het gaat omrekenen, maar dat moet je dus niet doen. Alhoewel, een bord lauwe Bami-compleet met van alles en nog wat smaakt me niet echt (te lauw dus) en kost 4,5 muntjes. Nee, niet bij nadenken. Toch voelt een heerlijk vol bord ‘uitsmijter deluxe’ van drie muntjes bij La Place wél als een goede investering en dat is dan ook de winnaar van het weekend.

Lowlands
Lowlands

De X-Ray staat dit jaar aan de andere kant van het veld en de oranje bouwkeet is nog net zo onhandig en lelijk als altijd. Een aantal meter buiten de keet hoor je niet veel van wat er binnen gebeurt, eenmaal binnen sta je vaak opgepropt in een equivalent van een sauna. Het valt gelukkig nog redelijk mee als de eerste band traumahelikopter het festival aftrapt in deze rotkeet, die normaal gesproken vooral het podium biedt aan elektronische acts, denk aan synthpop/electropop/dance of experimentele bliepjes. Zo af en toe is er de regel die de uitzondering doet bevestigen dus of – eh – zoiets, zoals traumahelikopter (zonder hoofdletter) uit het hoge noorden van ons land, dat hier gewoon een pot onvervalste rechttoe rechtaan rock ’n roll / garagepunk laat horen. Drie jonge kerels: twee gitaren en wat drums die staand worden bediend. De heren braken de boel af op Noorderslag dit jaar, maar ik zag ze al eerder op de-Affaire (dit jaar Valkhof Festival) in 2011. Heel veel lijkt er niet te zijn veranderd sindsdien: nog steeds lekker catchy en een übervrolijke en energieke podiumuitstraling. Niet echt origineel, maar wel strakker dan ooit. Leuke show, maar we lopen toch weer snel terug naar de ingang voor de volgende band, want je weet ook dat de rest van het optreden meer van hetzelfde zal zijn.

Op de maandag na het festival in de auto draaien we nog een stuk van Deep Sea Arcade en ik kan er op dat moment serieus weinig meer van herinneren. ‘Hebben we dat echt gezien? Wanneer was dat dan, vrijdagmiddag of zo?’ Dat geeft al gelijk aan dat dit geen heel memorabel optreden was, hoewel de band toch echt wel een aantal fijne nummers in huis heeft. Zo starten de vijf kerels uit Australië de India-tent heel aardig met het uptempo “Seen No Right”, een van die leukere nummers van het Outlands-album. Zanger Nic Mckenzie, die er op afstand qua verschijning (haardracht) een beetje uitziet als Tom Chaplin van Keane, zingt het niet helemaal lekker zuiver op de graat, maar echt stoort dat ook weer niet. Het daarop volgende “Granite City” is dan ook zo’n aardig riedeltje, en zo liggen de sixties-achtige popliedjes met een vleug britpop bij vlagen lekker in het gehoor. De bas knalt lekker door de tent en de psychedelische gitaar ratelt regelmatig lekker rond met een vleugje Tame Impala-effect. Sowieso zijn de psychedelische effecten op de gitaar dit weekend aardig vertegenwoordigd en daar hoor je mij dus niet over klagen. Jammer dat de plaat eigenlijk niet over de hele linie even sterk is, net zoals dit optreden, maar de live-uitvoering is verder goed en geroutineerd.
(Kijk terug: 3voor12 luisterpaal)

Deap Sea Arcade
Deap Sea Arcade

En hop, snel weer door naar The Joy Formidable, inmiddels al begonnen in de Grolsch-tent, want er is genoeg te doen zo aan het begin van het festival. Het trio komt oorspronkelijk uit Wales maar opereert tegenwoordig vanuit London. Rhiannon ‘Ritzy’ Bryan is de opvallende blonde frontvrouw, vandaag met zwart baseballpetje, die haar gitaar hard laat gillen in een wat galmende halfvolle Grolsch-tent. The Joy Formidable heeft een aantal fijne singles op haar conto, maar de prettige melodielijnen lijken hier dus wat onder te sneeuwen in een dikke galmende shoegaze-soep in de grote tent. Niks mis met bulderende gitaren, een pompende bas of fanatieke drumslagen, maar het klinkt niet helemaal als een perfecte symbiose. De band ‘werkt’ meer dan dat het vanzelf gaat, zo lijkt het. Beter zou de band ook wat meer dynamiek in de set kunnen brengen door niet alles vol te willen plamuren.
(Kijk terug: 3voor12 luisterpaal of YouTube: The Greatest Light Is The Greatest ShadeAustere, Cradle, Maw Maw Song, Whirring).

The Joy Formidable
The Joy Formidable

En…. weer terug naar de India voor The 1975 dat ik om een of andere reden ook had aangekruist in het schema. De twijfel was er toen ook al, en daarin stellen de Britten eigenlijk niet teleur: het is allemaal net te veel over-the-top met melodietjes die soms boyband-achtige proporties aannemen. Het gitaarwerk lijkt op veel andere indiebandjes en klinkt nergens origineel. Niet dat dat moet, maar wat voegt de band toe aan het al rondreizende circus van standaard rockbandjes: bijzonder weinig. Nou ja, als je van (te) gladde pop/rock houdt… En dan wordt nog niet eens alles live gespeeld. Het hitje “Chocolate” is aardig, maar veel meer chocolade zit er niet in dit koekje. We gaan liggen in het gras naast de India en vallen pardoes in slaap…
(Youtube: Chocolate, Sex, The City)

Zo is James McCartney in de Charlie ook al niet de act die je doet verrassen met spetterende songs of onverwachtse bewegingen, daarvoor blijft de setting ‘man met gitaar’ toch ook wat te karig allemaal. Aardige nummertjes, maar zo vreselijk inwisselbaar. Maar toch leuk om eens te zien, want lijkt ie nou een beetje op zijn beroemde vader? Ja een beetje. Dus. Ehm. Biertje?

James McCartney
James McCartney

Wat doen we daar dan? Tja. Uiteindelijk is McCartney voor ons vooral een voorprogramma voor Tame Impala in de grote tent tegenover de Charlie. In 2010 stond de band nog een ongehoord goede show te verzorgen in de Charlie (bewijs hier), vandaag maken ze de sprong naar de grote Alpha-tent. Kan dat? Lukt dat? Ja. Ook al staat die niet helemaal vol. De psychedelische poprockers uit Australië tillen de Alpha een flink stukje op in een zalige spacy trip to heaven. De galm, de effecten, het wordt alleen maar versterkt door de grote Alpha-tent en het valt op zijn plaats. I love the smell of flanger on the guitar. Nee echt! Nu staan we wel aardig vooraan, dus dan krijg je de klappen van de zweep ook direct op je afgevuurd, maar mijn hemel wat klinkt het geweldig. Dan is het inmiddels traditie dat de eerste nummers nog niet helemaal 100% jofel staan afgesteld, maar het valt me mee dit keer. Bovendien: ik had je gewaarschuwd: Tame Impala is een diesel die even op gang moet komen. Vanaf het derde nummer “Solitude is Bliss” gaat het dan echt los en dit (poppy) nummer klinkt ook beter dan ik ooit hoorde van de band. Lekker uptempo dit keer en fris gespeeld. Maar het is vooral prijsnummer “Half Full Glass Of Wine” dat het concert naar een magistraal topniveau brengt en ik mezelf op een flink hoger niveautje van extase voel begeven, vergelijkbaar met hun optreden op Rock Werchter dit jaar trouwens. Daarna het magistrale “Elephant” van het laatste Lonerism-album dat fantastisch lomp maar funky door de Alpha dendert. “Be Above It”en “Feels Like We Only Go Backwards” zijn ook van het nieuw album en kunnen de magie vasthouden, terwijl het niet eens de beste nummers zijn op die plaat, i.m.h.o. Al wel eens eerder gezegd: Tame Impala speelt niet eens veel van mijn favoriete nummers en zou van mij nog veel meer en langer mogen jammen, maar ze weten me toch keer op keer te imponeren. De prachtige effectenstorm houdt je in de greep met “Desire Be, Desire Go” en als laatste het achterlijk mooi uitgevoerde “Apocalypse Dreams” als kers, slagroom en chocoladesnippers op de taart. Fantastisch gewoon.
(Setlist. YouTube DIY: Half Full Glass of WineDesire Be Desire Go)

Tame Impala
Tame Impala

Terug naar de Charlie, die dus op een steenworp afstand van de grote Alpha staat. Dit jaar is die tent overdekt en dat is een goede keuze. Beter een fatsoenlijke tent dan een halve strandtent waar je in het mulle zand wegzakt en waar het geluid een aantal meters van het podium kan verwaaien in de open lucht. Nee, dan liever echt ‘compact’ geluid en zo komt de Belgische Sir Yes Sir ook prima uit de verf en neemt zo het stokje van de goede vrijdag van Lowlands mooi over van Tame Impala. Er komt veel goeds uit België en Sir Yes Sir bewijst dat maar weer eens, net zo smaakvol als Belgische chocolade. Frontman en multi-instrumentalist Tijs Delbeke speelde o.a. in Dez Mona en in de band van Roosbeef, en heeft ook nog wel eens gitaar gespeeld bij dEUS. Met zijn band is hij inmiddels ook goed bezig. Na een aardig optreden op de-Affaire (tegenwoordig Valkhof Festival) in 2011 zag ik de band dit jaar op Oranjepop en toen waren ze al gegroeid naar een hechtere band met een strakkere speelstijl. Geroutineerd maar enthousiast worden nummers van het dit jaar verschenen (prima plaat trouwens) “We Should Talk” gespeeld, en als je de nummers een beetje kent is dat een extra fijne (hernieuwde) kennismaking zo live. Fijne popliedjes, mooie melodietjes, scherpe randjes en rockend waar nodig, fijne saxpartijen. Like! Sir Yes Sir doet eigenlijk steeds minder onder voor grote broer dEUS en wat mij betreft kan en mag de band wel doorbreken naar groter publiek, hebben ze verdiend.
(YouTube DIY: Longing = Good Taste)

Sir Yes Sir
Sir Yes Sir

Band Of Horses zouden die sporen allang moeten hebben verdiend, maar het lijkt wel of de band uit Seattle het kruid aan het verschieten is. Ik heb de band al een paar keer misgelopen (of ontlopen?) op eerdere festivals, maar nu paste het wel aardig in het schema. Maar echt overtuigen wil de band vandaag niet; het onttrekt zich maar slecht aan de algehele middelmatigheid. Teveel rock uit het boekje, teveel countryrock van het stoffige soort. Nee. De band moet heb nog hebben van de wat oudere hits (“The Funeral”, “The Great Salt Lake”, “Is There A Ghost”), maar verder is het toch allemaal niet zo heel bijzonder. De Grolsch-tent naast de India trekt ons meer, en we trekken daar een beugel open met een mooi zijwaarts uitzicht op de India. Kunnen ze in die Grolsch-bar niet gewoon het live-geluid doorpluggen vanuit de India trouwens? Of gewoon uitzetten? Nu stoorde de muziek in die Grolsch-bar soms echt als je aan de linkerkant van de India in het gras wilde liggen.

Band of Horses
Band of Horses

Ty Segall-bassist Mikal Cronin maakt zelf ook muziek in het genre fuzzy powerpop of westcoastpopgarage of whatever. Album MCII van dit jaar staat in elk geval vol leuke vlotte nummers met geinige melodietjes onder een dikke klodder gitaarfuzz. Live worden de liedjes er wel heel rap doorheen geragd overgoten met een – toch wel – overdreven dikke laag distortion waardoor het fijne poppy karakter mij wat teveel ondersneeuwt en tot een rechtlijnige brei transformeert. Ik weet niet of dat nu echt de bedoeling is. Mikal Cronin raffelt zijn set wat af en er mist wat echte bezieling. Althans de magie voel ik niet echt. Fijne plaat, maar een mindere uitvoering zo live.
(Youtube DIY: Am I Wrong, Shout It Out)

Mikal Cronin
Mikal Cronin

We kijken het niet helemaal af en lopen naar de thrashmetalhelden van Slayer. Want. Ja. SLAYERRRRRR! Joh. Metal. Op Lowlands. Waarom er zo weinig fatsoenlijke metal is te vinden op Lowlands vraag ik me al jaren af (vergelijk maar eens met Paaspop) en ook dit jaar is er weinig echt snoeihard metaal te vinden op het terrein, maar de organisatie heeft dan toch een van de vaandeldragers van het metalen genre weten te strikken. Slayer behoort tot de “big four” van thrashmetalbands (naast Metallica, Megadeth en Anthrax) en heeft met nummers als “Angel of Death” en “Raining Blood” natuurlijk een paar enorme klassiekers in het repertoire zitten (in dit genre). De Grolsch-tent staat behoorlijk vol en dat lijkt te rechtvaardigen dat het publiek van Lowlands ook echt wel wat snoeiharde muziek aandurft, als is het natuurlijk ook wel lekker schuilen voor de regen, die inmiddels onverwachts in bakken uit de hemel komt zetten. Tom Araya kijkt tevreden het publiek in en schreeuwt zich weer een ongeluk, zonder te headbangen overigens sinds hij ooit aan zijn nekhernia is geopereerd. Gitarist Jeff Hanneman overleed begin mei dit jaar aan levercirrose, gerelateerd aan alcoholgebruik, maar hij speelde al sinds begin 2011 niet meer mee met de band in verband met necrotiserende fasciitis, een ernstige infectie van een vleesetende bacterie die spier- en huisweefsel vernietigt, vermoedelijk opgelopen door een spinnenbeet. Lange zin. Gary Holt (gitarist van Exodus) vervangt hem sindsdien en dat doet hij eigenlijk uitstekend. Het is wel de vraag hoe de band nu zonder Hanneman verder moet, want de gitarist schreef toch de meeste klassiekers. Maar goed. Andere domper – voor mij zeker – was dat meesterdrummer Dave Lombardo (door onenigheid over vergoedingen, what else) werd vervangen door Paul Bostaph, die dit ook al eens deed tussen 1992 en 1996. Ook dit doet hij niet slecht, maar met alleen gitarist King en zanger Araya is het vandaag dus wel een halve Slayer. Desalniettemin speelt de band hier gewoon alsnog met gemak de regen van het dak en kunnen we weer eens lekker de vuisten de lucht in gooien. SLAYERRRRRR!
(Setlist, YouTube DIY: South of Heaven / Angel of Death, Raining Blood)

Slayer
Slayer

Helaas moeten we het einde van Slayer missen om een goed plekje te zoeken bij de afsluiter vandaag in de Alpha tent. Hard rennen door de regen dus, en lekker nat het voorvak induiken. Eh ja, geen poncho’s of regenjassen bij ons want er zou maar 0,2 mm regen vallen vandaag. In plaats daarvan worden we getrakteerd op minimaal het tienvoudige, zo lijkt het. De Alpha-tent is niet uitverkocht, maar ja, een groot deel van het publiek Lowlands lijkt het dit jaar dan ook vooral te willen doen met feestbands en hap-slik-weg hiphop, polka of rechtlijnig bassende beukbeats. Dan is de Amerikaanse band Nine Inch Nails vast te moeilijk voor een hoop mensen: te donker, te guur, te scherp, te ondoorgrondelijk. Maar daar wij houden wel weer van natuurlijk. Trent Reznor is dit jaar weer terug met zijn band na een rustpauze van een paar jaar, hij loopt inmiddels richting de vijftig maar is nog aardig in vorm, althans het is een soort Jerommeke zo met zijn enorm opgepompte bovenarmen. Het past wel bij de industriële spierballenrock die de band laat horen vanavond. Het nieuwe “Copy Of A” is een prettig gejaagde openingssong waarbij de vijf heren naast elkaar op het podium staan (denk Kraftwerk). Wat volgt is een visueel spektakel, doorgaans ondersteund door een spervuur aan pompende beats en gruizige synths en gitaren. De grote LED-panelen worden door mannetjes heen en weer gereden en zorgen zo voor snelle wisselingen van het decor. Ziet er grappig (en onbedoeld knullig) uit al die mannetjes die zo rondhuppelen om het licht te bedienen, goed te zien zo vooraan, maar de epileptische lichtshow is dus wel degelijk uitermate sterk. Vooral de oude hits komen dan goed over, wellicht ook vanwege de herkenbaarheid van die nummers (het nieuwe album moet nog uitkomen), maar bij sommige nummers voel ik vooral mijn zere voeten (te lang gestaan) en zakt mijn aandacht wat weg. Het industriële karakter van de muziek is soms ook wat rechtlijnig bedenk ik me nog, en dan helpt het ook niet dat drums en bas lijken te overheersen. Maar toch mooi man, die pompende drums bijvoorbeeld, die als een goocheltruc ineens mooi achter een van de panelen tevoorschijn komt net als je denkt: ‘ze zullen toch ook wel een normaal drumstel bij zich hebben, waarom is dat podium zo leeg’. Prima set verder, strak gespeeld ook, en een aardige – maar niet meer dan dat – versie van “Hurt” op het einde. Onbegrijpelijk om dan nog een scherpe lange toon aan te slaan op je gitaar aan het einde van dat nummer. Past niet. En ook raar dat het tien minuten eerder is afgelopen dan gepland. Moeten we weer terug de regen in…
(Setlist. Youtube: concert)

Nine Inch Nails
Nine Inch Nails
Nine Inch Nails
Nine Inch Nails

2 gedachten over “Gezien: Lowlands 2013 (vrijdag)”

  1. Pingback: Gezien: Slayer, Doornroosje, Nijmegen | t-beest's blog

  2. Pingback: Gezien: Lowlands 2017 | t-beest's blog

Reacties zijn gesloten.

Scroll naar boven