Zaterdagochtend. Tja, gaan we dan op tijd naar het terrein? Daughter (uit Londen) maakte indruk op SXSW in Amerika en mag hier als eerste band vandaag aantreden. Het tijdstip van 11:30 in de India-tent is voor Lowlands begrippen natuurlijk retevroeg. De twijfel slaat dan wat toe bij mij, want was het op de plaat misschien niet te lief of slapjes? Maar ach, we zijn nu toch wakker. Een deel van onze groep blijft hangen bij de tent, maar ik ga alvast mee naar het terrein. Je kunt nooit weten. En gelukkig blijkt die moeite niet voor niets. Integendeel. Zangeres Elena Tonra is wat verlegen en de muziek is doorgaans ingetogen, maar wel mooi. Het is de ideale opener op de dag. En om ons lekker wakker te schudden worden de gitaren zo af en toe opvallend goed en hard in de post-rock stand gegooid, wat tegen het einde van het optreden op een groot euforisch gejuich van het publiek kan rekenen. Daughter is zo’n band die wél wat toevoegt als live-band ten opzichte van de plaat en naast die ingetogen ‘folky’ pracht ook verrassend pittig voor de dag kan komen.

Ook het Canadese Half Moon Run kan overtuigen. Meer dan dat zelfs, maar dat zag ik van tevoren nog wel aankomen. Tijdens het beluisteren van de Lowlands Spotify-playlist op de shuffle-stand pikte ik er een paar keer deze band uit. ‘Hey wat is dat? Klinkt leuk.’ (Check het album “Dark Eyes” maar eens, vol hits). ‘Leuk’ ja. Dat is zoiets als toegankelijk of radiovriendelijk, maar gelukkig wordt het allemaal niet al te flauw of dramatisch (hooguit is de zang soms een beetje glijerig). Half Moon Run is fris en fruitig en heeft een aanstekelijke blije en spontane uitstraling op het podium dat het hele publiek meetrekt in de loop van het optreden. Ook een van de weinige bands waarbij ik dus echt niemand heb zien weglopen tijdens het concert (integendeel, het werd steeds voller) en waar je voelt dat hier iets bijzonders aan de hand is. De band is dus speels, maar wel enorm strak. Het heeft van die enorme catchy nummers met van die gloeiende melodieën die heerlijk rond je hoofd zoemen, daarbij zingen de heren prachtig in koortjes en het geluid is vandaag in de India fantastisch in balans. Leuk feitje: op het drumstel staat een keyboard en de drummer kan dus tegelijk drummen als keyboard spelen, indrukwekkend. Muzikale kerels dit, die het ongetwijfeld ver gaan schoppen, zo niet een wereldband in spe zijn. Mijn zegen hebben ze.
(Setlist)

En dan heb je het van tevoren over de ‘flauwe zaterdag van Lowlands’, de dag dat er niet veel bijzonders te zien zou zijn, dat het vandaag wel erg zoeken wordt naar de krenten in de pap. Maar nee, het belooft zo wel een aardig dagje te worden. Zo kom ik uit bij Seeed in de Grolsch-tent. Die band heb ik ooit nog op Pinkpop gezien en het enige wat ik daarvan heb onthouden is dat het zo’n beetje de leukste reggeaband was die ik ooit had gezien. Reggae lust ik normaal gesproken niet echt, nou ja, als je het sneller draait dan heb je vrolijke ska. Veel leuker ook. Toch is Seeed een feestband van formaat en weet de slome flauwe reggea-ritmes en liedjes ook gewoon te vermijden met snellere feestnummers en een geweldige show die de hele Grolsch-tent uit haar voegen laat barsten. De Duitsers in strakke pakken zijn dan misschien niet bijzonder origineel en weten vooral met wat gelikte covers te scoren. Zo is er de cover van Baauer (“Harlem Shake” uiteraard), waarbij de bandleden het publiek uitdagen om het shirt uit te doen en op hun teken rond te zwaaien boven het hoofd. Natuurlijk geeft dat een dik effect. Of “Sexy Back” van Justin Timberlake. Het is makkelijk scoren met dit ‘waar is het feestje’-publiek op Lowlands, maar Seeed is dan ook echt wel vermakelijk.
(YouTube: You and I, DIY: Harlem Shake)
Dan blijven we in de buurt hangen om wat te eten en horen we alsnog Imagine Dragons in de Grolsch tent. Gelukkig op een afstandje. Ik had het nog zo aangekruist in mijn programmaboekje: niet doen, nee echt niet. En zo op een afstandje hoor ik inderdaad dat de Amerikaanse rockband aardig over de top klinkt en vooral kindervoer lijkt te zijn voor een festival als Pinkpop. Boek ze maar vast dan. Mij te gelikt. Mij niet gezien. Maar goed, ik heb het vast mis, de tent staat behoorlijk vol en is volgens dit bericht de best verkopende band (albumverkoop) geweest op Lowlands. Hoe vol een tent staat blijkt geen goede indicatie voor de juiste muzikale smaak, zoveel is dit weekend ook wel duidelijk. Maar dat is uiteraard persoonlijk.
(Setlist)
Dan toch nog ook een echte tegenvaller vandaag, een band die wel op mijn lijstjes stond: Torche in de Charlie-tent. Helemaal speciaal voor naar toegelopen. Gewoon omdat er al zo weinig metal op Lowlands staat en we dit daarom niet kunnen missen. Maar niet alle metal is fantastisch. Misschien komt het omdat deze band ook uit Amerika komt. Zou het? De band uit Miami zou toch iets van stonerpop spelen, maar zo live wordt het aardig ruig op ons afgevuurd in een onvervalste stoner/sludgemetal-brei. En dat is het punt. Het is een brei die hier over ons wordt uitgekotst waarbij de vraag echt bij me opdringt wat voor samenhang de band er van probeert te maken, het grijpt niet lekker op elkaar in en lijkt alleen als effect te hebben om eens hard van je af te meppen/slaan/zingen. Daarbij komt de melodie niet lekker over of is het gewoon niet echt sterk. Misschien ligt het aan de geluidsmix, maar het is mij te lomp en te eentonig allemaal. Sorry. Next!

Vervolgens lopen we nog maar weer eens even langs de X-Ray. Opnieuw is het daar aardig vol, dus we gunnen onze voeten even wat rust aan de buitenkant van de loods. Factory Floor is daar inmiddels bezig met pompende beats die we opvangen met onze rug, want we zitten tegen de oranje golfplaten aan. Het trio speelde blijkbaar al eens eerder op Lowlands (2009) en zegde in 2011 af, maar blijkbaar is het nog steeds een belofte, getuige de verschillende tips die ik van tevoren las. En een debuutalbum moet nog volgen in September. Duistere (live) minimal techno of post-industrial, met een oneindige beat omgeven door synthesizers en grillige gitaarklanken en hallucinerende zang. Zoiets. En dat drie kwartier lang. Nu is dat buiten moeilijk te volgen, maar dit is dan ook wel zo minimaal en kaal dat we ons niet aangespoord voelen om het echt van binnen mee te gaan maken of ons tussen het zwetende publiek te begeven. Voor liefhebbers dus.
Verder naar Finn Andrews met zijn zwarte hoed en zijn band, oftewel The Veils, nog steeds wel een gewaardeerde een indie- en alternative-rockband uit London, ook al is de band nooit helemaal doorgebroken naar het grote publiek. Recent verscheen het album Time Stays, We Go, opvolger van het alweer vier jaar oude Sun Gangs. Een aardig plaatje, maar misschien wat minder geschikt (nog?) om live te imponeren, een deel van de set voelt wat flauwtjes aan, terwijl Andrews zelf niet verzaakt. Toch zijn het de oudere nummers die meer indruk maken en/of als het tempo omhoog gaat en de bombast (blazers) er smaakvol in wordt gesmeten. Dan pas tilt The Veil het publiek op naar grotere hoogten. Met “Through The Deep, Dark Wood” (van de nieuwe plaat) en een magistrale versie van “Nux Vomica” (van die oude plaat) sluit de band uitstekend af (Andrews zelf beleeft het zelf uitermate intens) en ik had daarom dus gewoon even terug moeten lopen de tent in, in plaats van met m’n kont buiten op het gras te zitten.
(Setlist. YouTube: concert)

Even heen en weer lopen dan. De X-Ray puilt weer eens aardig uit en we voelen ons niet echt genoodzaakt ons in die drukte te wurmen, bijna niet te doen ook. Gelukkig is het achterin, net buiten de opening, nog aardig te volgen. John Coffey met zijn band, gewoon hartstikke uit Utrecht, kolkt binnen als een bezetene en maakt er een memorabele punkrockshow van. En er is dan toch nog wat te zien zo net buiten de X-Ray als Coffey op een rubberbootje over het publiek heen onze kant op peddelt. Hoewel de band al actief blijkt te zijn sinds 2005 lijkt het het afgelopen jaar pas echt snel te gaan met de band, en zo te horen terecht. Met dit soort stomende rock zweep je elk publiek op, en op Lowlands is dat dus niet anders. Slechte grap aan de kant: ‘heb je energie nodig: neem een bak Coffey’.
De zaterdag blijft maar strooien met positieve verrassingen. Zo ook de Amerikaanse (en Nieuw-Zeelandse) band Unknown Mortal Orchestra, die op de plaat nog wat behoudend klinkt: kleine eigenwijze lo-fi psychedelische pop/rock-nummers. Met een aantal van die fijne nummers van de laatste platen in gedachte wilde ik dit toch ook wel eens een keer zien, maar live ontsporen de heren onverwachts veel en hard. En goed! Bijna vooraan het podium heb ik een uitmuntende plek waar ik een prima zicht heb op gitarist/zanger Ruban Nielson, die onverwachts veel nummers uit laat monden in een waanzinnig psychedelisch gitaargefreak. Man, man, wat lekker. Man, man, wat weet hij de snaren razendknap te geselen. Het overhemd van Nielson vult zich dan ook gedurende het optreden met liters vocht. Wát een gedreven mannetje. Zo komen de nummers van de plaat heel wat bruter over in deze live-setting, maar dat mag ik wel. Drummer Greg Rogrov stuwt de hele boel dan ook nog eens waanzinnig op en mag – terecht – ook eens een dikke drumsolo plaatsen. Als een gitarist dat mag, waarom de drummer dan niet. Gelukkig is het geen standaard solootje, maar past het uitstekend in deze opzwepende set. Wat een klasbak. Bassist Jacob Portrait is dan de meest coole gast van het stel, die bijna stoïcijns staat de bassen. Verrassend is het dan ook als de andere twee zonder iets te zeggen na afloop het podium afsnellen, en Portrait de enige is die al lachend en zwaaiend naar het publiek het podium verlaat. Zo vooraan het podium heerste een uitgelaten joel-stemming, zeker door al dat fantastisch soleerwerk, maar ik kan me voorstellen dat een deel van het publiek het allemaal wat subtieler had verwacht. Ik vond de live-uitvoering van Unknown Mortal Orchestra in elk geval fantastisch, en zet het met gemak bij het lijstje van beste optredens van Lowlands dit jaar.
(YouTube: So Good At Being In Trouble, Swim And Sleep (Like A Shark), Ffunny Ffrends)


Dan nog even kijken bij dat oscure bandje in de X-Ray. Je moet wat op dit tijdstip, en het is lekker dichtbij. Inmiddels is het bizar rustig aan het worden op het voorterrein van Lowlands (India, X-Ray), ongetwijfeld is het kuddevolk naar Empire of the Sun en Chase And Status aan de andere kant van het terrein. Bij Forest Swords staan volgens mij niet meer dan een mannetje of 30-40 te kijken, maar toch is het wel bijzonder. ‘Forest Swords is wat je je voorstelt van de nummer één in het duistere heksenbos. Verwrongen stemmen schuren langs huilende gitaarscapes en naakte beats, diep gedrenkt in dub, hiphop en Ennio Morricone.” aldus de Lowlands beschrijving en dat raakt ‘m goed. Vervreemdende experimentele soundscapes, aparte ritmes uit een doosje en spaarzame galmzang door de Engelse producer Matthew Barnes op links (gok ik) aangevuld door een live-bassist op rechts. Voor de kijkers dan. Zo in een halflege X-Ray is dat nog eens extra bijzonder, zeker met die aparte visuals op de achtergrond.

Chvrches in de India dan, extra in de picture gekomen door de uitverkiezing als BBC Sound of 2013. Het trio speelde al eens op Eurosonic en Pitch, en mocht al eens openen voor Depeche Mode. De schotse elektropopband bestaat uit ex-Aerogramme-lid Ian Cook en Martin Doherty, met Lauren Mayberry op zang. De eighties- en wave-achtige synthpop klinkt toch wat flauwtjes vandaag en laat het publiek hooguit rustig heupwiegen. De (hit)singeltjes doen het dan misschien aardig op Internet (en later op de avond bij 3FM lees ik ergens), zo is “Lies” als opener vanavond best prima, maar een heel optreden blijft de band nog echt niet boeien. Lauren Mayberry zingt heel aardig, maar de mooie jongedame trekt het optreden daarmee nog niet echt uit de vergetelheid. Wie weet, als het geluid wat uitgebalanceerder klinkt, de podiumpresentatie nog wat flitsender wordt, en er nog wat meer goede nummers worden gemaakt, dat het in de toekomst wat meer kan afdwingen.

Dan is Poliça, afsluiter vandaag in de India, eigenlijk veel warmer en boeiender, maar dat kan ook smaak zijn. Post-R&B, droompop en elektronica, oftewel het nieuwe hippe indie-R&B, aldus de diverse beschrijvingen, Bon Iver schijnt alvast fan te zijn. De India is lekker rustig (de rest staat bij Editors of Moderat te feesten) en we nemen het dus lekker gemoedelijk tot ons. Channy Leaneagh zingt helder, warm en melodieus, terwijl de percussie aangevoerd wordt door twee drummers. Hoewel ik nog steeds twijfel aan de toegevoegde waarde daarvan werkt het hier opzwepend, terwijl de serene sfeervolle klanken en de stem van de vriendelijke Leaneagh daar als een prettige laag overheen liggen. Misschien niet de meest spectaculaire afsluiter, maar wel sympathiek en gloedvol, om je rustig de nacht in te begeleiden.

Pingback: Valkhof Festival 2015: nieuwe namen | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Lowlands 2017 | t-beest's blog
Pingback: Gezien: The Veils, Doornroosje, Nijmegen – t-beest