Gezien: Lowlands 2013 (zondag)

DSC02297-small

Zondag alweer. Er is regen voorspeld maar het zou de mooiste dag worden van Lowlands. Het blijft een moeilijk vak blijkbaar om goed te voorspellen hoeveel water er over je heengestort gaat worden. Hadden we vrijdag geen enkele poncho of regenjas bij ons, vandaag nemen we toch maar weer alles mee en blijkt er uiteindelijk geen vuiltje aan de lucht. Nee, er staat ons nog een mooi dagje te wachten. Ook onvoorspelbaar is de afzegging van London Grammar (want: stem kwijt), daarvoor wilden we nog wel op tijd de tent uit komen, we lezen het pas in het Lowlands-krantje op de zondagochtend. Vervanger S O H N ontpopt zich als een hele aardige vervanger zo op de vroege zondagochtend/middag. De band rondom de in Wenen residerende Londense producer stond ook op Pukkelpop, dus de heren waren toch in de buurt. Een beetje chillwave-achtige muziek is ook niet verkeerd om de slaap uit je ogen te wrijven, al is de zang een beetje dweperig, soms doet het aan James Blake denken. Nou ja goed, we kunnen het hebben. We dromen nog even verder en laten ons gewillig meevoeren op die stemmige synths, licht pulserende ritmes, bonkige bas en wat er verder allemaal uit de laptop wordt getoverd. Grappig is toch ook hoe ze zich vergissen in de tijd: ‘nog acht minuten’ wordt er geroepen dat verbazing oproept bij de frontman. En dat terwijl de band nog zeker twintig minuten door mag gaan. Gelukkig wordt dat gecorrigeerd, al houden ze er toch nog wat vroeg mee op. Lekker ontbijtje dit.
(YouTube DIY: Oscillate)

S O H N
S O H N

Even rondzwerven op het terrein en daar komen we nog een geinige straattheateract tegen: poppenkast voor volwassen…

Straattheater
Straattheater

Wat verder rondlopen brengt ons bij het Zweedse Kate Boy in de X-Ray. Zoals gebruikelijk in deze keet zit het in de elektronische hoek en ook gebruikelijk voor die band is de zwarte kleding (nee geen metal) plus zwart petjes. Kijk, dat heeft altijd wel wat zo’n mooie aankleding. De Australische Kate Akhurst zingt haar teksten licht bezwerend op een swingend tapijt van lichte beukbeats en krijgt zowaar de eerste bezoekers dansen. Het is dan wel een beetje in hetzelfde stramien en dat gaat na een tijdje wel wat vervelen, maar ik heb denk ik ook niet direct de juiste genen om dit tot diep in de tenen te voelen. Leuk voor eventjes, dat wel.

Kate Boy
Kate Boy

Terug naar de India dan waar de Nederlandse Jacco Gardner (steevast ‘Jack de Tuinman’ genoemd door ons dit weekend) staat te spelen in een propvolle India. Doet ie goed. Gardner – speelde eerder bij Lola Kite overigens – is met zijn band op bijna elk festival te vinden deze zomer en heeft inmiddels al vele clubs van binnen gezien. Aan zijn veldtocht lijkt voorlopig nog geen einde te komen, zeker gezien de belangstelling van vanmiddag. Cabinet of Curiosities werd dan ook goed ontvangen begin dit jaar en live wordt het dan ook netjes gespeeld. Zelf heb ik hem laatst nog op het Valkhof Festival gezien, dus ik weet wel wat voor soort sfeervolle psychedelische pyschpop of neo-baroque-pop (of zoiets) hij maakt. Gouden melodietjes in volle harmonie. Misschien is het live allemaal net wat te netjes en te keurig, maar de mensen in de India zullen vast een aangenaam optreden hebben aanschouwd. Ik luister buiten in de zon nog een stukje mee.
(YouTube: A House On The Moon, Lullaby, Clear The Air

Dan effe iets heel anders. Later op de dag gaan we nog naar snoeiharde metal luisteren (Gojira), maar muzikaal gezien is Lowlands naturlijk ook zo leuk vanwege alle uitersten. Zo is het NJO Reich Ensemble in de Bravo een bijzondere belevenis. De klassiek geschoolde jongeren van het NJO Symfonieorkest staan vandaag onder leiding van de beroemde componist Steve Reich (76 jaar) die stiekem achterin zit bij het mengpaneel. Goede keuze van de sluwe oude vos. Als je wilt horen hoe het publiek het hoort en je wilt het nog wat aanpassen kun je het maar beter daar doen, kan ik me zo voorstellen. Grappig genoeg knip ik geheel toevallig een foto met hem op de achtergrond (hij komt zo heel af en toe in beeld), zie de foto hieronder. Het orkest speelt het stuk “Music For 18 Musicians” van Reich, dat ergens rond 1976-1978 is geschreven. Bijzonder om de phase shifting techniek te horen van dit oude stuk, waarmee Reich dus faam heeft gemaakt. Subtiele verschuivingen in een welhaast psychedelisch portret van klanken en ritmes. Minimale muziek zoals een Philip Glass dat ook wel gemaakt heeft. Het lijkt verrekte eentonig maar kruipt subtiel onder je huid, zeker als je je laat meevoeren. Gelukkig is dat goed te doen in de Bravo. Redelijk vooraan is alles goed te zien en te horen en het publiek laat zich stil meevoeren. Erg bijzonder allemaal en uniek in het programma.
(YouTube: concert)

NJO Reich Ensemble
NJO Reich Ensemble

Dan pakken we nog een stuk mee van ‘feestband’ Los Chinches, want we zijn inmiddels (althans ik) nog niet in de Lima geweest. Over uitersten gesproken. Waar is het feestje? Nou hier even.  Het Engels-Peruaanse Los Chinches krijgt de handen de lucht in en de polonaise op gang met een aanstekelijke mix van cumbia, ska en punk. Gezellig!

Los Chinches
Los Chinches

Goed, dan missen we wel HAIM (toch al gezien op Werchter) en Jake Bugg (ach ja, ook al geen echte ‘must-see’) en lopen we zelfs nog even door naar Frightened Rabbit dat al op een eerder editie van het festival in de Charlie stond en daar dit jaar dus weer staat. Dat heet consolidatie, geen doorbraak. De schotten maken van die heerlijk standaard folkrock waarmee niets, maar dan ook niets mee aan de hand is, maar daardoor ook niet heel veel met mij doet. Vorige keer gingen we er maar bij liggen zo aan Lake Lowlands, ook vandaag spettert het niet zodanig van het podium om er uitgebreid en lang bij stil te blijven staan. De volle enthousiaste Charlie is het vast niet met me eens.
(Setlist. YouTube DIY: Backyard Skulls)

Dan horen we nog een paar nummers in de immer propvolle X-Ray (ja ik haat dat ding) van Deap Vally. Jammer dat we zo niet echt iets zien van deze stoere rockdames uit L.A. en hun White Stripes-achtige bluespunk/rock. Zo te horen klinkt dat inderdaad lekker energiek, maar na een paar nummers hebben we het ook wel weer gehad. Veel van hetzelfde, veel van hetzelfde geschreeuw. Iets meer variatie en zoiets als spanningsopbouw zou de band goed doen.

Vervolgens gaan we weer met z’n allen in de relaxstand, inmiddels aanbeland bij bij het afspreekpunt (de beugelbar) naast de India en vlakbij bij Noah And The Whale. Niet dat ik dat direct wilde horen, maar het is zo ergens op de achtergrond prima. Leuk begin trouwens, met een instrumentale versie van Queen’s Bohemian Rhapsody, altijd goed voor een klassiek Wayne’s World headbang momentje.

Maar dan toch even de overtocht wagen van de India naar de Charlie. En dat is zo ongeveer een metertje of 850 volgens de GPS-log, maar hoe lang dat nu precies lopen is weet ik niet, door de nodige onderbrekingen onderweg heb ik nog geen goede netto tijd kunnen klokken. Ik gok een minuutje of 10 tot 15, geheel afhankelijk natuurlijk van je looptempo, hoe moe je voeten/benen ondertussen wel niet zijn, en of je onverhoopt geen massa’s tegenverkeer tegenkomt die van of naar de Alpha lopen.

Maar wat hebben we er wel voor over. Bo Ningen. Wat een band is dát zeg. Psychedelische noise/metal uit Japan (of acid punk), door vier verklede dunne Japannertjes in lange jurken en heel, heel lang zwart haar. Het gezicht van de gitarist (of gitariste, soms moeilijk te zeggen eigenlijk) op rechts hebben we helemaal niet gezien. Ik zit soms echt te turen hoe die vent nou eigenlijk zijn gitaar kan zien, maar goed. Fantastische verschijning dus dat Bo Ningen hier in de Charlie, dat bovendien ongenadig hard speelt. Fan-tas-tisch! Wat een helden. Je verstaat er geen klap van, en op de plaat vond ik zo de zang niet echt geweldig, maar in deze wervelstorm van geweld laat ik me graag heen en weer stuiteren. Stilstaan is onmogelijk, je hoofd vliegt van opwinding vanzelf van voor en naar achter en je blijft kijken naar deze vreemde kereltjes. Niet echt goed op beeld te vatten met je smartphone, maar hier en hier heeft iemand het geprobeerd. Deze van een ander optreden geeft een wat beter beeld, al moet je er gewoon bij zijn geweest natuurlijk. Ze spelen in geloof ik in een minuut of 40 de hele Charlie tent aan flarden. Figuurlijk dan hè. Nummertje van 20 minuten met fantastisch uitgerekte psychedelische solo’s en ultravette gitaarriffs? Geen probleem. Bo Ningen, ik stuiter een kwartier later nog steeds in het rond. Bo Ningen, misschien wel het beste van deze editie van Lowlands en zeker de meest verrassende (onbekende) act. Bo Ningen. Gratis tip voor de organisatie van het Roadburn festival ook. Snoeihard de lekkerste.

Bo Ningen
Bo Ningen
Bo Ningen
Bo Ningen

Vervolgens een hangen we wat rond op het terrein, nog even liggend in het gras (vandaag relaxen we ook genoeg) bij de Lima waarbij folkzanger Sam Amidon in de verte nog wat flauwige liedjes produceert, maar zo op de achtergrond vinden we het wel even best.

Van Foals in de Grolsch kan ik me gek genoeg ook al niet zo heel veel meer herinneren, alles na Bo Ningen klinkt uitermate gezapig natuurlijk, misschien ligt het daaraan. De band stond in 2010 ook al eens op Lowlands en heb ik toen gemist, en ik kan me niet meer herinneren of ik het ook niet op een ander festival heb overgeslagen. Met een aantal prima catchy hits en een prima live-reputatie zou het toch wat moeten zijn, zeker met hun prettige math-rock-achtige songs van vroeger. Maar ja, dan blijkt live het nieuwe materiaal niet echt opwindend te zijn. Niet slecht, maar ook geen aanleiding om euforisch in de Grolsch te blijven staan. Misschien was het erg vol ook, want echt fatsoenlijke foto’s heb ik ook niet kunnen maken. Achteraf blijkt dan dat ik nog een grande finale heb gemist met meer oud werk en een stuk puntiger, maar ja, dan ben ik al weer onderweg naar ander avontuur op het terrein. Misschien een vergissing, en misschien moet ik de band eens een nieuwe kans geven.
(YouTube: Electric Bloom, Inhaler, My Number

Gojira dan in de India. Stuiterende boze-mannen-metal van het massieve soort. Een van die weinige bands ook die in het genre de laatste jaren echt potten weten te breken. Goed, de Franse band had ik ook al eerder gezien (dat ik dat hier opschrijf heeft meer met mijn geheugen te maken dan dat het feitelijk echt wat toevoegt aan het verslag) op een klein podium op het Valkhof Festival (toen de-Affaire) in 2009 en eerder dit jaar op Paaspop in Schijndel. De bulderende deathmetal klettert onversneden en bruut de India in, die op dit tijdstip maar half is gevuld. Maar goed, ze hebben dan ook concurrentie met Franz Ferdinand die ik achteraf misschien ook wel had willen zien. Maar ja, soms roei ik liever tegen de stroom in. Toch heb ik er niet echt spijt van. Als er dan toch eens wat metal te vinden is op Lowlands pak ik die met beide handen aan. Was het goed? Jawel, maar op Paaspop vond ik de band nog wat gedrevener. Maar zo’n shot metaal gaat er altijd wel in op zo’n veelzijdig festival. Volgend. Jaar. Meer. Graag. Van. Dit. Spul. Kan ik een verlanglijstje inleveren?

Gojira
Gojira

Zo tegen het einde van het festival staan er dan weer een aantal dingen strak tegen elkaar geprogrammeerd, terwijl je op andere momenten loopt te zoeken naar een lichtpuntje. Zo kan ik een stuk zien van het danspektakel van The Knife, de Penney de Jager van de moderne tijd. De Shaking The Habitual-show was al veelbesproken op Internet naar aanleiding van de show in Paradiso. Het Zweedse electronica- en synthpop-duo Karin Elisabeth Dreijer Andersson en broer Olof Dreijer houden blijkbaar niet zo van die standaard conventies en brengen de muziek vooral vanaf een bandje. Wat geeft het? De meeste dans-acts toveren het sowieso uit een doosje dus wat gaan we hier ineens lopen klagen. Ik hou er wel van en vind het nog verrassend interessant. The Knife maakt hier een aparte kunstzinnige uiting die helemaal past in de stijl van Lowlands. Visueel klopt het gewoon met de muziek, de danspasjes van het collectief op het podium zijn keurig uitgevoerd, de verkleedpartijen zijn boeiender dan een dj die aan wat knopjes draait, en muzikaal gezien klinkt het gewoon prima zo. Misschien moet je het dan ook niet eens willen reproduceren met een stel statische muzikanten. De act van The Knife is gewaagd en kan mij in elk geval wel boeien, ook al kon ik het allemaal niet van dichtbij bewonderen.

En dan de klaperrrrrr van de avond. Terwijl een deel van onze groep bij Nick Cave en zijn Bad Seeds staat te kijken (grom grom, waarom overlapt dat nu, dat had ik toch ook wel eens goed willen zien, al heb ik ‘m op Werchter wel eens gezien, maar op de laatste editie van Werchter kon ik ook maar een klein stukje meepakken), sluiten wij dit festival af met een fantastische Goat in de India. Wat. Een. Band! Nou kon Bo Ningen al rekenen op mijn ongebreidelde enthousiasme, maar Goat presteert het om hier even heel hard te strijden om het beste plekje van Lowlands. In mijn eigen ziel en zaligheid dan, want van dit soort dingen lust ik wel pap. Goat komt net zoals the Knife uit Zweden en maken ook al zo’n kleurrijk festijn op het podium. Alle bandleden hebben puike maskers op en zijn gekleed in fleurige gewaden. Twee mysterieus geklede danseressen doen wilde dansjes alsof ze rondom de kookpot van Afrikaanse kannibalen dansen, terwijl ze af en toe hun lichtelijk irritante teksten gillen door de microfoon. Dat is misschien ook het enige minpuntje van deze band, die zang werkt op mijn zenuwen. Vooral op de plaat overigens, hier verdwijnt het gelukkig een beetje in de geluidsmix, maar het wordt vooral – en gelukkig – overstemd door de enorme muzikale kwaliteiten van de band. De lange uitgesponnen groovy en psychedelische jams in de oneindigheid met aanstekelijke percussie en treffend baswerk brengt mij tot hogere sferen. De band gooit live oneindig veel meer energie in hun muziek dan ik eigenlijk verwachtte naar aanleiding van hun – toch al niet misselijke – album World Music en laat mij keihard dansen op mijn laatste krachten. “Det som aldrig förändras / Diarabi” is het laatste nummer op die plaat en het een-na-laatste nummer in de set, en misschien wel het meest orgastische hoogtepunt van het hele festival, uiteraard uitgerekt tot hemelse lange proporties in deze live-uitvoering. Meer dan een kwartier? Ik was even ergens anders. Mindblowing allemaal. Daar heb je geen wiet voor nodig. Lukt zo ook wel. Goat kent de kunst om me in een andere staat van bewustzijn te brengen dus, en wat voelt dat geweldig zeg. Als de nummers nog drie keer zo lang waren uitgerekt had ik het waarschijnlijk nóg goed gevonden. Ik. Wil. Nog. Een. Keer. Wat een fantastische afsluiter van deze editie van Lowlands.

Goat
Goat
Goat
Goat

En met zo’n afsluiter kan ik met een gerust hart zeggen dat dit de beste editie was van de laatste jaren, waarbij het toch lastiger was om de echte hoogtepunten te ontdekken. Nee, dit jaar waren er een aantal enorme uitschieters die rechtvaardigen dat ik er – alweer – naar toe ben gegaan, ondanks dat er een hoop bezoekers tegenwoordig vooral lijken te gaan voor het ‘platte feestje met dito muziek’ of die eeuwige uitgesponnen dancebeats.
In willekeurige (nee echt!) volgorde:

  • Toppers: Half Moon Run, Bo Ningen, Goat, Tama Impala, Unknown Mortal Orchestra, Sir Yes Sir
  • Ook prima: S O H N, Slayer, Nine Inch Nails, Daughter, Gojira, NJO Reich Ensemble
  • Viel tegen: The 1975, Band of Horses, Chvrches, Torche
  • Helaas moeten missen: HAIM, Franz Ferdinand, Nick Cave & The Bad Seeds

Volgend jaar gewoon maar weer? Ja? Tuurlijk.
Later!

Check ook: al mijn foto’s.

856445_10200252869553669_592077567_o

[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=IcAAaqzIAKs&w=450]

DSC02111-small

Scroll naar boven