Het is te danken aan Doornroosje dat ik Anna von Hausswolff in mijn vizier kreeg, een aantal maanden terug gok ik. Het poppodium zette deze Zweedse zangeres/pianist/songwriter op het affiche en een draaibeurt later op Spotify was ik al aardig verkocht. Geen standaard ‘meisje met piano’ maar veel meer dan dat. Die donkere orkestrale (kerk)orgelklanken bijvoorbeeld. Of die frisse, hoge en mooie zang van de zangeres zelf, waarbij je bij sommige hoge uithalen ineens aan Kate Bush moet denken, ook al is haar bereik groter en dynamischer. En het is niet alleen een kleine dame met groteske zang en orgelgeluid. Naast de overdonderende en bombastische geluidsmuren schakelt ze net zo makkelijk om naar een ingetogen en lieflijk geluid, soms zelfs binnen een nummer. Maandagavond stond Anna von Hausswolff met volledige band in Merleyn in Nijmegen nadat ze de week ervoor al het Incubate-publiek in Tilburg had overtuigd.
Het concert begint om 21:00 uur zie ik als ik binnen kom lopen in Merleyn. Mooi. Weer voor niets gehaast, want op de site stond gewoon 20:30. Dat is me al drie keer eerder overkomen bij Doornroosje. Misschien komt het omdat er geen voorprogramma is, maar om mensen zo te dwingen een extra biertje te nuttigen en een half uur duimen te gaan draaien. Tja, die keuze maak ik liever zelf. Zet het dan gewoon op de site in plaats van alleen een affiche op de plek zelf. Maar goed, er zijn grotere problemen in de wereld.
Het is dus even wachten tot de bandleden het podium opkomen, maar iets na negen is het dan toch zover. Het is donker en de projectie van de maan op de achtergrond zorgt voor de juiste donkere sfeer. Goh, ze is niet groot, denk ik nog, die Anna Michaela Ebba Electra von Hausswolff, 27 jaar, dochter van geluidskunstenaar Carl Michael von Hausswolff. En wat heeft ze een flinke band meegenomen. Twee gitaristen op links die de hele avond vrijwel in het donker staan, een drummer op de achtergrond, en een toetsenist (en producer van het laatste album – zo leren we vanavond) op rechts, geplaatst achter de frêle dame op haar elektronische orgel.
Waar ik eigenlijk (het monumentale en instrumentale) “Epitaph of Theodor” in combinatie met “Deathbed” verwacht (de eerste twee nummers van het prachtige Ceremony-album) wordt begonnen met “Red Sun” (ook van dat album trouwens). Prachtig nummer. Waar het op op de plaat nog vooral ‘orgel plus zang’ is, lijkt het vanavond toch bijzonder mooi aangevuld te worden door de band. Met name de drums knallen er hard en strak in, zonder te overheersen. Met het eerste nummer rekent ze voor mijn gevoel ook direct af met het Kate Bush-imago. Natuurlijk heeft ze af en toe van die indrukwekkende uithalen, maar dit is gewoon echt bijzonder mooi gezongen, zonder ook maar een moment het gevoel te krijgen dat het overheerst. Bij die Bush dame heb ik dat wel dus. Na een opmerking tussendoor van de zangeres over wat galm op de microfoon wordt dan alsnog het fantastische tweeluik (althans, ik vind dat het mooi bij elkaar past) “Epitaph of Theodor” en “Deathbed” ingezet. Wat een magistraal stuk orgelgeweld hier, en wat een geweldige ervaring om dit zo live in vol ornaat te kunnen horen (en ik ben m’n oordoppen vergeten, maar dat kan me vanavond bijzonder weinig schelen). Na het bombastische, donkere, beklemmende, indrukwekkende gedeelte knalt de zangeres er dan goed en hoog in met haar zang. Dat moment voelt als een prettige bevrijding, enorm mooi geplaatst. Deze band speelt overigens de hele avond subliem met spelspanning en timing. De instrumentale gedeeltes worden uitgerekt waar het kan, zonder dat het een moment gaat vervelen. De meer melodieuze stukken met zang worden juist in goed behapbare brokken geserveerd. En dat alles in diverse vormen en formaten.
“I fucked up the setlist“, roept ze. Blijkbaar hield ze zich niet aan de volgorde die ze zelf had opgeschreven voor het optreden. “Maar dat komt vanzelf wel weer goed“. Ze pakt de akoestische gitaar en “Liturgy Of Light” wordt na een lange duistere aanloop ingezet. Het frisse akoestische gitaarspel is ‘het zoet na het zuur’ en zo schakelt de band wel vaker van bombast naar ingetogen, van hard naar subtiel, van donker naar licht, van spanning naar ontspanning. En andersom. En weer terug. Het zwierige “Harmonica” wordt ingeluid met prettige percussie (een soort handjeklap) waarbij de drummer zich helemaal inleeft. Sowieso beleeft hij een deel van de avond met de ogen dicht. Elke klap van hem is raak met een perfect gevoel voor timing en met de juiste dosering. Met “Epitaph of Daniel” keren we dan weer terug naar het kerkorgel. Subtiel op de plaat, in de live-uitvoering wordt het als een warme deken over ons heen gegooid.
“What a beautiful little little city you have here“, zegt ze, waarna ze vertelt dat ze naar Waaghals is geweest (een platenzaak in Nijmegen dus) en dat ze zoveel interessante platen daar zag staan en dat ze maar eens terug moet komen om de hele winkel op te kopen. Daar zag ze ook een plaat van Klaus Schulze (ik weet niet zeker of ik dat goed heb), een componist die haar had geïnspireerd tot het maken van het volgende nummer “Sova”. Het past wel mooi in de set. De orgel wordt – zoals ook op een aantal andere nummers – op een Philip Glass-achtige manier ingezet: repeterend en hypnotiserend. Nice.
Met nog twee nummers te gaan – aldus de zangeres – lijkt het vanavond op tijd afgelopen, maar het nieuwe nummer is naar haar zeggen “quite long“. En inderdaad. Het begint nog subtiel met wat orgelklanken, maar het ontwikkelt zich tot een heftig nummer dat bijna metal-achtige proporties aanneemt met lome, headbang-achtige ritmes en smakelijk gitaarwerk. Lang en onwijs lekker. Een volle mep in het gezicht. Met “Funeral for my Future Children” wordt de reguliere set mooi afgesloten, met wederom een fijne hoofdrol voor de percussie (al moet ik zeggen dat de gitaristen vandaag dus ook voor een flinke klodder slagroom op de taart zorgden).
In de toegift mogen we kiezen. “Sun Rise”, “Mountains Crave” of “a new song”. “Mountains Crave” dus? Of een nieuw nummer? Beide? Ja kan ook! Het nieuwe nummer “is a really new song, we rehearsed it on stage yesterday, and – ehm – it was an interesting journey“. “But let’s start with the ‘hit’ “. “Mountains Crave” dus, een aardig nummer, maar ook al wat te vaak gehoord. De houdbaarheid is blijkbaar wat laag voor dat nummer, dat heb je wel eens met die zogenaamde hits. Mooi gezongen ook, maar als geheel niet zo bijzonder als het andere werk zoals we vanavond voorgeschoteld krijgen. Daarna dat nieuwe nummer en dat begint donker en dreigend, en ontwikkelt zich hier tot een imposant doom-achtig majestueus stuk met stemmige country-achtige gitaarlicks. Man o man, wat zou het bijzonder zijn als ze de energie van zo’n live optreden nog wat meer op de plaat weet te krijgen. Met dit soort nieuwe nummers moet het dan helemaal waanzinnig worden. Het nummer glijdt na dit instrumentale gedeelte (minuutje of acht of negen) tegen het einde onder begeleiding van de drummer nog over naar een ander nummer – zo lijkt het – en dan is het afgelopen. Wow.
Anderhalf uur later, maar ik heb me geen moment hoeven te vervelen. Anna von Hausswolff is live – met band – een bijzondere én magistrale belevenis. Mooi en raak. Episch en bombastisch op een goede manier. Uniek. Het maakte op mij nog veel meer impact dan dat ik basis van de – toch al niet zo’n misselijke – plaat kon verwachten. Hopelijk blijft ze zo lekker eigenwijs en blijft ze haar eigen weg kiezen, dan wandel ik graag met haar mee. Op weg naar nog meer sprookjes, nachtmerries en horrorverhalen…
Pingback: Gezien: Anna von Hausswolff, Doornroosje, Nijmegen | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Roadburn 2019 – vrijdag | t-beest's blog
Pingback: Beestvideos (5) | t-beest's blog
Pingback: Weekplaat 22-3: Anna von Hausswolff – Live at Montreux Jazz Festival – t-beest