Afgelopen dinsdag. Tijd voor Doornroosje. Het oude Doonroosje. Zolang het nog kan. Ergens rond september of oktober zal het nieuwe pand bij het station in gebruik worden genomen, tot die tijd genieten we nog maar even van de laatste concerten in het oude vertrouwde pand aan de Groenewoudseweg. Fijne agenda heeft het podium ook weer voor de komende tijd, en ik zal er dan maar goed afscheid van gaan nemen (er zijn al tickets binnen voor nog drie shows en er gaan er zeker nog meer volgen). Voor de show van Monomyth & Wooden Shjips hoef ik niet diep in de buidel te tasten, via Club OOR was er makkelijk aan een gratis kaartje te komen.
Doornroosje is dan wel goed vol op deze avond (bijna uitverkocht zou ik zeggen), de show van Wooden Shjips een dag later in Bitterzoet is strak uitverkocht. Interessant detail: Skrillex staat daar ook, maar die show is niet uitverkocht (en dat is wel apart aangezien die als headliner is geboekt op Lowlands dit jaar). Maar goed. Doornroosje dus. Lekker vol. Ook voor het voorprogramma dat ik eigenlijk als bonus in de schoot geworpen kreeg, ik had immers het kaartje al. De Haagse formatie van Monomyth leverde voor mij dé plaat van het jaar af, maar bovendien geven de heren ook heerlijke optredens. Ik kan daar veel van opnieuw opschrijven, maar ik kan je ook gewoon verwijzen naar de schrijfsels van die optredens hier (Burgerweeshuis) en hier (Merleyn). Ze werken zich in elk geval langzaam naar boven in het Nederlandse clubcircuit zou je zeggen. Het publiek is al massaal aanwezig (en terecht) voor deze band en ze hebben zeker een nieuwe lading fans gemaakt vanavond, getuige ook het applaus en enthousiasme in de zaal. Al was het applaus maar drie keer te horen, met zulke lange songs kun je ook niet veel nummers spelen (ik ben dol op lange nummers). Drie nummers in een minuutje of 42, waaronder “Vanderwaalskrachten” en “The Groom Lake Engine” van het titelloze debuutalbum van de vijf heren van vorig jaar. En een nummer dat wel wat weg heeft van het lange “Huygens”, maar volgens mij een nieuw nummer is met een vergelijkbare opbouw, maar met dezelfde apotheose na een minuutje of 15 om nog even de hele zaal aan te vegen met perfect organisch geluid. Hier klopt alles en het publiek trekt het goed. En een buiging op het einde van het vijftal. Goed gedaan jongens en volgende keer gewoon andersom, jullie als hoofdact en dan het hele debuut spelen plus wat nieuwe nummers graag.
Wooden Shjips is een psychedelische rock/pop-band uit San Francisco en worden wel vergeleken met bands als Suicide, Loop, The Velvet Underground, The Doors, Soft Machine and Guru Guru. Ripley Johnson is uiteraard de belangrijkste man in dit gezelschap op gitaar en zang, ook belangrijk onderdeel in Moon Duo samen met vriendin Sanae Yamada, die we afgelopen jaar op het Valkhof Festival zagen. Johnson, met zijn kenmerkende en grijzende baard, staat vanavond op rechts (voor de kijkers). Op links toetsenist (of noem het de orgel) Nash Whalen die er wat knullig of belabberd uitziet met rechts van ‘m bassist Dusty Jermier die een lekker fluorescerend flower-power shirtje heeft aangetrokken en tijdens het optreden veel naar de drummer en gitarist zit te loeren. Om de psychedelische en spacey show af te maken is er geen lichtplan maar een beamer die vage frutsels op de band schijnt. Lastig foto’s maken zo, maar het past goed bij de muziek.
De Shjips beginnen met “Black Smoke Rise” (van het West-album) waarna “Other Stars” volgt van het laatste album Back to Land, al ben ik geen echte kenner. Nu lijken veel nummers nogal op elkaar en dat maakt het niet echt makkelijker. De rest van de avond is ook aardig in hetzelfde stramien trouwens. Ritme opzetten, orgeltje er bij, holle zang er in gooien, gitaar in space-stand en trippen maar. Het doet denken aan een sample die je oneindig herhaalt en er zit dan ook per nummer weinig variatie in het aantal akkoorden. Is het voor de andere bandleden ook geen oneindige lange saaie herhaling van zetten eigenlijk? Drummer Omar Ahsanuddin mept gewoon onverstoorbaar door in hetzelfde tempo en doet dat wel verdienstelijk, al snak je soms naar een aparte goocheltruc. Maar dat moeten we maar niet echt verwachten van de andere bandleden. Het is het feestje van Johnson die op deze oneindige samplereeksen fijne effecten uit zijn gitaar tovert en daar af en toe met stevige holle echo overheen probeert te zingen. Soms lukt het om me mee te laten voeren in deze trance maar bij momenten haal ik in gedachte een beetje mijn schouders op. Het is dan wel aardig, maar het wil niet echt spetteren. Wel opvallend is hoe dansbaar het eigenlijk vaak is, zeker als het tempo omhoog gaat tot bijna rockabilly-achtige properties (“Ruins” bijvoorbeeld, dat als vijfde langskomt geloof ik), het publiek vooraan beweegt dan ook enthousiast mee. Dat orgeltje is ook best leuk ingevlecht in de muziek en zorgt voor een vrolijke noot in de dikke soep van echo’s en andere ruimtelijke effecten. In de toegift dan nog “These Shadows” en – ik dacht – “Ghouls” en dan is het na een uur en een kwartier dus afgelopen. Maar goed, dan vond ik het na een stuk of twaalf nummers ook wel prima zo.
Na afloop ben ik vooral geïnteresseerd in de merchandise van Monomyth, maak een praatje met de verkoper aldaar, en schaf eindelijk eens die prachtige plaat aan. Een limited edition dubbel-LP in het goud. Wel toepasselijk na al dat goud van de Nederlanders in Sotsji dacht ik zo. Al met al een mooie avond, al hoop ik toch ook een keer Monomyth in Nijmegen of omgeving te kunnen zien met een volledig avondvullend programma. Zo blijft er altijd wat te wensen over.
Andere getuigenverklaringen: Incubate
Pingback: Gezien: Eindhoven Psych Lab 2014 | Tbeest's Blog
Pingback: Gezien: Monomyth + Shaking Godspeed | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Monomyth, Burgerweeshuis, Deventer | t-beest's blog