Roadburn is van origine een webzine over stonerrock en gerelateerde muziek, tegenwoordig vooral bekend van het Roadburn-festival, dat sinds 1995 wordt gehouden. Het festival vond vroeger een aantal keer plaats in de Effenaar in Eindhoven, maar heeft sinds 2005 013 in Tilburg als vaste uitvalsbasis. Kwamen er in 2005 nog meer dan 1000 mensen op de 10e editie van het festival, in 2010 was dat aantal al gegroeid tot 1600. Dit jaar zouden er 3000 bezoekers zijn geweest, aldus Walter ‘Roadburn’ Hoeijmakers (Editor in Chief, Artistic director / Promoter) in een interview met 3voor12.
Uiteraard was deze editie, net als voorgaande jaren, ook ram uitverkocht, maar dat ging dit keer niet zo snel als andere jaren (zoals in 2012, toen het in zeven minuten was gedaan). Dit jaar liet dat zich langer op zich wachten (start 11 oktober, uitverkocht rond 13 december). Waarom laat zich een beetje raden. Natuurlijk wordt ook dit festival er niet goedkoper op (maar goed, waar vind je anders nog zoveel obscure bands bij elkaar), misschien zijn er meer kaartjes dan anders, maar het zou er ook mee te maken kunnen hebben dat dit jaar Opeth-frontman Mikael Åkerfeldt het festival cureert. Zoals elk jaar zoekt de organisatie een band/artiest die zijn eigen dag mag samenstellen, het is een traditie van het festival. Tijdens voorgaande edities cureerden Jus Oborn (Electric Wizard) (2013), Voivod (2012), Sunn 0))) (2011), Tom Gabriel Warrior (Celtic Frost/Triptykon) (2010), Neurosis (2009) en David Tibet (Current 93) (2008). Voor de één is Åkerfeldt juist een extra reden om het festival te bezoeken (neem mezelf als voorbeeld, ik heb nog nét niet zijn poster boven m’n bed hangen), maar voor de doorgewinterde Roadburn-ganger is het misschien toch een vreemde eend in de bijt. Åkerfeldt, zelf afkomstig uit de deathmetalscène houdt ook bijzonder veel van jaren zeventig prog-rock (dat kwam vooral tot uiting op het laatste album Heritage). De bands op de vrijdag die zijn uitgekozen door Åkerfeldt hebben dan ook niet echt veel te maken met – pak ‘m beet – doom of stoner, maar wat extra verdieping in genres doet het festival ook geen kwaad. Uiteindelijk zijn er nog genoeg andere zalen en bands (en twee andere dagen) om iedereen op zijn of haar wenken te bedienen.
Zelf vind ik het wel prettig. Alleen maar lompe doom en stonerrock of -metal zou ook wat veel van het goede zijn geweest, maar er komt op het festival sowieso genoeg aan bod, zoals ook psychedelische rock, zwaardere jaren zeventig rock, post-rock en -metal, sludge en avant-garde in het algemeen. ‘Or any other variation of leftfield sonic pleasures that push the boundaries of music’, aldus de organisatie. Dit is toch wel het festival van de doorgaans lome, lompe, laaggestemde, brullende gitaren, moddervette riffs of lange hallucinerende en/of psychedelische uitgesponnen jams – uitzonderingen daargelaten uiteraard. Op dit festival is het tevens een zeldzaamheid als een nummer minder dan tien minuten klokt. Muziek die ik doorgaans niet op mijn werk kan draaien ook (helaas), maar wel mijn groeiende belangstelling heeft gekregen de afgelopen jaren. Goed om mijn kennis eens wat bij te spijkeren dus.
En na afloop van drie dagen als volstrekt groentje te zijn ondergedompeld in de fijne sfeer van dit festival, wilde ik eigenlijk ook wel een extra dagje doen. Roadburn duurt formeel drie dagen (donderdag tot en met zaterdag) in de vijf zalen in en rondom 013, maar de diehard-liefhebber kan er dus een extra dagje aanplakken. De inmiddels traditionele ‘Afterburner’ op de zondag vindt plaats in de drie zalen van 013 en was een paar weken voor aanvang uitverkocht. Het is dan ook allemaal wel heel relaxed op dit festival zeg. Ga maar na; de beste bands in dit soort genres kun je hier in een goed opeengepakt programma zien op podia zijn dicht bij elkaar gesitueerd. Bovendien: hoe harder en lomper de bands, hoe vriendelijker de bezoekers, zo lijkt het. Een deel van het buitenlandse publiek (maar liefst 85% komt uit het buitenland) zal ook wel de gelegenheid hebben aangegrepen om eens een bezoekje te brengen aan de coffeeshop, waardoor ze toch al vanzelf in een relaxte staat verkeren gok ik zo. Mooi gezicht toch, een straat gevuld met zwart geklede bezoekers met haardrachten van lang of funky haar en dito baarden. Met een normaal kapsel val je hier zelfs op. Niet dat dat uitmaakt, volgens mij kom je nergens anders zo’n tolerant en vriendelijk volkje tegen als hier op Roadburn.
Relaxed dus dit festival. Had ik dat al gezegd? In plaats van op een camping logeerde mijn festivalmaat en ik in een Bed en Breakfast op een klein half uurtje lopen van 013 in Tilburg. In plaats van een heel eind met je spullen te moeten sjouwen naar de camping van een drukbezocht festival en daarna je tent te moeten opzetten met duizenden anderen in een ongezellig weiland, is het nu dus je spullen droppen en direct genieten. Voor ons een nieuwe ervaring. Bovendien begint het festival pas om drie uur ’s middags, dus dan hoef je ook niks te missen als je eens wat langer uit wilt brakken. Er is overigens wel een Roadburn-camping bij de Beekse Bergen en die heb je wel nodig wil je wat goedkoper overnachten. De hotelkamers in Tilburg voor dit weekend waren al een half jaar uitverkocht…
We komen rond een uur of een aan op donderdag en hebben dus eigenlijk nog alle tijd. Zo’n drie kwartier voor het begin van het festival komen we aanlopen en dan is het rondom 013 nog gemoedelijk. En zo zou dat eigenlijk blijven. Gelukkig zijn er geen hectische toestanden of dikke rijen voor de ingang. We kunnen buiten rustig ons kaartje omwisselen voor een bandje en gaan maar eerst eens kijken wat er allemaal te doen is buiten. De Veemarktstraat voor 013 is volgebouwd met aan de ene kant de vele standjes waarin de (interessante) merchandise van de bands en labels liggen uitgestald, en aan de andere kant bankjes zijn geplaatst zodat we ook lekker buiten in het zonnetje kunnen zitten. Daartussen zit de ingang van 013 met daar tegenover een bar en een eetstandje. Maar je kunt ook prima even om de hoek richting de binnenstad gaan zitten op een van de vele terrasjes. De restaurants aldaar hebben ook speciale Roadburn-menu’s op het programma staan. Maar ook aan de andere kant van 013 op de begane grond van het voormalige Patronaatsgebouw St. Jozef kun je wat luxer eten (en drinken) in Café Brasserie Dudok. Het Patronaat-podium van Roadburn bevindt zich op de eerste verdieping van deze kerk.
Het is iets na half drie als 013 zelf dan eindelijk open gaat. We zijn op zoek naar een locker waar we onze jassen kwijt willen raken. Het weer is echter zo lekker dat we de dagen er na voldoende hadden aan onze nieuw aangeschafte Roadburn 2014-truien.
Donderdag
Oh ja, wat staat er op het programma. Gelukkig had ik een gedegen vooronderzoek gedaan (alleen de zaterdag was er wat bij ingeschoten), waardoor ik wist dat ik zeker een goed plekje wilde hebben in het Patronaat voor de eerste Europese show van het uit Chicago afkomstige Locrian. Met Return to Annihilation kwamen ze vorig jaar op mijn radar, al zijn ze al sinds 2005 actief. Het duo André Foisy en Terence Hannum wordt sinds 2010 vergezeld door drummer Steven Hess en ze laten er vandaag geen gras over groeien. De eerste lompe bastonen vormen een hard en massief drone-achtig geluid waardoor de kerk al direct aan alle kanten meevibreert, zo lijkt het. Toch bijzonder dat dit kan in een kerk met prachtige glas-in-loodramen, zonder dat er wat beschadigt. De hypnotiserende, pulserende ritmes gehuld in donderwolken van noise klinken loeihard maar zuiver door de kerk. De oordoppen kunnen het geweld nauwelijks stoppen. Het kenmerkende geschreeuw is dan in het begin niet goed te horen, maar als dat later wordt bijgesteld klinken de oerkreten ongemakkelijk scherp met een duivelse ondertoon. Blackmetal drone en noise met een (post)industrieel tintje, met gelukkig hier en daar wat melodie of een break als afwisseling of een enkele goedgeplaatste riff. Een zwaar, donker en sinister begin van Roadburn, en dus een hele fijne. Al was het met drie kwartier wel een kwartiertje te vroeg afgelopen.

Video door dasplan:
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=_GXzLSTcIGw&w=400]
We lopen maar naar de grote zaal, waar Sourvein al een tijdje bezig is, een van de betere Amerikaanse doom-achtige sludge bands van de laatste 20 jaar, aldus de organisatie. De band speelt hier de drie EP’s Emerald Vulture, Ghetto Angel en Imperial Bastard. Trage, lompe, zompige, smerige rock dus. Niet direct spectaculair in mijn beleving (zou er ook zoiets bestaan als mainstream doom/sludge?), maar we worden ook wel heel erg verwend op dit festival met de meer excentriekere hoogstandjes. Toch zijn ze wel even aangenaam, die ratelende gitaren met die lekkere volvette riffs. Het flinke basgedreun vult de grote zaal van 013, maar waar het bij Locrian in de kerk een aanslag op je oren was, is het hier zonder oordoppen ook nog wel prima te doen, al wil het nog wel vaak een beetje wollig klinken op het balkon. Mooie zaal blijft dit toch, waar bij je niet alleen op het balkon maar door de schuin aflopende delen van de rest van de zaal eigenlijk overal prima uitzicht hebt op het podium.

[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=LMgY3dBPPII&w=400]
Vervolgens lopen we naar dat andere podium buiten 013, rockcafé Cul du Sac maakt dit jaar ook onderdeel uit van het Roadburn-festival. In dit nogal kleine zaaltje achterin een bruine kroeg is Seirom (oftewel Mories, bekend van onder andere Gnaw Their Tongues, Aderlating en De Magia Veterum) al begonnen aan zijn set. Een eenling dus, die alleen met zijn gitaar en iets van een laptop of tablet zijn post-rock/black-achtige sfeerbeelden uit de boxen tovert, aangevuld door oude natuurbeelden op het scherm. Zijn gitaarspel is als scherpe mosterd op een plakje kaas. Het klinkt bombastisch, maar ook atmosferisch en bijna zelfs romantisch. De raggende gitaar geeft het ook een verontrustende of duistere ondertoon. Bij momenten hoor ik er zelfs wat Sigur Rós doorheen sijpelen, maar verklaart u me dan vooral voor gek. Naast me hoor ik m’n festivalmaat zeggen dat de batterij het van de laptop het nu toch niet lang meer vol zal houden (de Windows taakbalk is ook te zien), waardoor in het midden van het optreden ineens het beeld wegvalt. Jammer, maar niet de reden dat we, net zoals meer andere bezoekers, ook weer op tijd weggaan. Een dik half uur was ook wel weer even voldoende. Goed bier op de tap hier trouwens…

[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=f3EMBRQU6DE&w=400]
Na van die lange duistere sfeerschetsen heb je dan eigenlijk ook wel weer eens behoefte aan nummers met een kop en een staart. Het Finse Beastmilk, met Hexvessel’s Mat McNerney als frontman, maakt ongepolijste post-punk. Een soort rauwe Joy Division, met invloeden van Bauhaus, The Sisters Of Mercy, Misfits, Echo & The Bunnymen en Killing Joke. Zelf noemt Beastmilk het overigens ‘Apocalyptic death-rock’. Vorig jaar behaalde het album Climax al wat hoogtepunten in diverse muzieksites en -bladen, waardoor ik er ook wel benieuwd naar was. De post-punk / new-wave met een stevige bite wordt overtuigend gebracht en er zitten een handvol prima nummers in de set. Ook wel weer eens lekker op zo’n festival, al is dit toch ook een genre wat niet iedereen hier zal bekoren. Niet alles wil echt blijven hangen ook, waardoor het verder niet legendarisch wordt, maar de band heeft zeker potentie, al is het dan maar op andere festivals.


Video door KoenG:
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=bUXOlGnBVMM&w=400]
Lord Dying en The Shrine had ik dan al eens gezien als (overigens prima) voorprogramma van Red Fang in Doornroosje laatst, waardoor we bij Samothrace in Het Patronaat terecht komen. De massieve, lome, sludgy grooves en lompe riffs tippen aan doom-achtige proporties, samen met het diepe geschreeuw uit donkere krochten en de knoertharde slagen van de drummer goed voor een slordige 110 decibel volgens een app op de telefoon. Toch zijn er ook wat rustpunten en wordt er ook gewoon prima soleerwerk gebracht door de gitarist, waardoor het zeker niet alleen maar lomp is. Ik ken de band verder niet goed genoeg, maar ze spelen blijkbaar hun Reverence to Stone-album volledig live hier in de kerk en dat is een bijzonderheid. Meer bands doen zoiets speciaals overigens op dit festival. Toch is het uiteindelijk wat meer van hetzelfde, en er staat nog zo’n ander bekend bandje te spelen in de grote zaal…


Video door Scott Heller:
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=H9YG4HYk3Zg&w=400]
Tja, dit festival nodigt enorm uit om veel te gaan kijken bij de bands in de diverse zalen, er spelen dan ook vaak goede bands tegelijkertijd. En als het je niet echt bevalt dan sta je zo weer bij een andere goede band. Zo was ik ook wel benieuwd naar Napalm Death, simpelweg omdat ik die nog nooit had gezien en er vroeger erg om moest lachen. Ze hadden dan ook van die ultrakorte nummers als kleine metalexplosies zoals “You Suffer” of “The Kill” (van het album Scum uit 1987). Napalm Death werd in 1981 opgericht in Birmingham en wordt gezien als (een van de) voorlopers van het grindcore-genre. Oftewel graftakkeherrie eerste klas. Natuurlijk zijn we nu al vele jaren verder en de band heeft zich ontwikkeld, maar zelf was ik de band op plaat al lang geleden uit het oog – eh – oor verloren. Toch bijzonder om ze een keer te kunnen zien en op Roadburn spelen ze een bijzondere set met minder opgefokte tempo’s en dito blastbeats. Een ode aan Swans noemt zanger Mark ‘Barney’ Greenway het na een aantal nummers. Het raspt en het schuurt, het is donker en dreigend, het lijkt op zoiets als industriële rock/metal, maar het grijpt me nog niet helemaal bij de strot, ondanks de geweldige visuals op de achtergrond. Een primeur krijgen we wel te zien, het nieuwe nummer “Dear Slum Landlord” dat een dag later al groot nieuws is op de diverse sites. Tja, dan is Napalm Death natuurlijk een legendarische band die vele andere bands heeft beïnvloed, maar ondanks enkele lichte tempoverhogingen wil het mijn hart maar niet laten versnellen vanavond.

[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=uD_kkQSjzzE&w=400]
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=38HM5j1jHQU&w=400]
Het Amerikaanse Nothing is dan ook wel een bijzonderheid op het festival. Het is (ook) het debuutoptreden van de band in Europa. Nothing brengt shoegaze zoals My Bloody Valentine, met misschien nog meer aandacht voor de melodie. Liefdesliedjes verpakt in een donkere wolk van gitaarnoise dus. Denk ook Sonic Youth, Jesu, Slowdive. Feitje: bassist Nick Bassett heeft ook in Deafheaven gezeten. Debuut Guilty of Everything is net uit (even de EP Downward Years To Come niet meegerekend). Opvallend is dat Nothing live allesbehalve aan schoenstaren doet, de jonge kerels bewegen energiek over het podium van Het Patronaat. De zang vind ik dan wel wat ondermaats (een beetje laf) en het geluid is misschien nog niet helemaal uitgebalanceerd (de riffs komen wat lomper over dan op de plaat), maar die prima songs hebben ze wel degelijk. En dat de bassen weer op oorlogssterkte staan in de kerk is ook niet vervelend. Veel materiaal om te spelen hebben ze blijkbaar niet want ook Nothing stopt ruim op tijd, net als wat andere bands vandaag.

Video door KoenG:
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=jezUzo_wI-w&w=400]
Op naar Corrections House dan in de grote zaal, want de hoeveelheid interessante bands is op dit festival enorm hoog. We hebben hier te maken met een soort superband uit Amerika, bestaande uit Mike IX Williams (Eyehategod), Scott Kelly (Neurosis), Bruce Lamont (Yakuza) en Sanford Parker (Buried at Sea, Minsk). Het geheel is niet direct de som der delen, maar een flink gestylde experimentele industrial rock/metalband, met diverse andere invloeden zoals sludge, drone en avant-garde. Of zoiets. Williams zingt, maar prevelt ook ‘spoken word’ van het blaadje. Verder komen de (soms echt marcherende) drums uit de laptop van Sanford Parker en vooral ook de flinke sax is soms opvallend aanwezig. Nogal een ‘noisy’ format dit, waar de echte goede songs lijken te ontbreken, maar dat vind ik wel vaker in dit genre. Even later in het optreden komt er nog wel een interessante omslag als er even wat minder gitaarnoise klinkt en er een donkerde melodie volgt. Toch wel een interessante band dus, waar ik thuis eens wat beter in moet gaan duiken om het misschien wat meer te gaan waarderen.

Video door mathiasnielsen66:
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=QXBjIqDTU0w&w=400]
Ondertussen mis ik dan Conan, maar die had al wel eens gezien, en als ik dat zo inschat is dat op dit tijdstip een flinke publiekstrekker in de kerk. Wij blijven wat hangen in 013 en zien nog een stukje Goatess. Zoals gezegd, vrijwel geen enkele band op dit festival is verkeerd, en ook Goatess is hier even een wat minder gecompliceerd tussendoortje in de behoorlijk kleine Stage01-zaal. De heavy rock / stoner met lome en bijna Sabbath-iaanse riffs, is simpel en to the point. De hoofdjes gaan gedwee heen en weer in het publiek op de aantrekkelijke grooves. Ook al is de zang niet overal even goed, ingeleefd is het wel en daar doen we het dan maar voor.

Video door iljahhh:
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=LLZ8BSZsBfo&w=400]
True Widow komt uit Dallas, Texas en grossiert in donkere, depressieve en lome liedjes, met een melancholische laag. Het is lekker downtempo allemaal en voor een gedeelte kan ik daar wel in meegaan. Het verdrinken in die langzame indierock of shoegaze-achtige doompop (of stonegaze zoals ze het zelf noemen) werkt vooral bij een handvol nummers. De zang stoort me echter ook een beetje, die niet helemaal lekker zuiver wil worden. Als dan ook de nummers blijven hangen in hetzelfde stramien, wordt het toch wel een beetje weeïg allemaal. Daardoor heeft True Widow moeite om de aandacht er bij te houden, maar ik kan me voorstellen dat dit in een ander setting of moment nog beter uit de verf kan komen. Echt ongeschikt voor de wat meer reguliere festivals is het zeker niet.


Video door mathiasnielsen66:
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=IH6NpvSVhpU&w=400]
In de grote zaal begint dan het Engelse Bong met hun heilige mis(t) met lang uitgesponnen en overdwars uitgerekte bezwerende landschappen. Bong stond al een keer of drie eerder op Roadburn, maar het is begrijpelijk dat ze er weer staan. De indrukwekkende dikke drones met hele lange en lome riffs in psychedelische doomstijl met rondtollende distortion-effecten worden minutenlang op ons afgevuurd, waarbij de variatie minimaal is maar de impact maximaal. Toch knap dat je deze straaljagersound met alleen wat gitaren, een zooi effecten en een drummer kan produceren, al is het allemaal lastig te zien. Zoals wel vaker in de grote zaal is het licht minimaal, en door de mist zien we het vrijwel alleen het logo van Bong op de achtergrond. Maar het is fijn. Een ultrasonische stofzuiger-experience in optima forma. Een hele lange trip naar andere dimensies waar tijd geen absoluut gegeven is. Eentonige herrie klonk nog nooit zo magistraal.

[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=_pg-WOWplc8&w=400]
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=AdJvJA6d7F8&w=400]
Dan zien we nog een stukje Freedom Hawk als afsluiter van de eerste dag in de Green Room. Beetje Kyuss-achtige stoner met pakkende Sabbath-achtige riffs als een voortdenderende goederentrein. En met een stem die lijkt op Ozzy, aldus de organisatie. Wel lekker, maar verder niet bijster origineel of echt heel afwisselend. Maar we zijn dan ook erg verwend geweest de eerste dag. Wát een relaxed festival is dit.

Video door KoenG:
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=gnUv7wHwpq4&w=400]
Dit bericht is ook verschenen op File Under.
Pingback: Play: album van de week (32, 2015): Locrian – Infinite Dissolution | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Roadburn 2016 – zondag | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Roadburn 2019 – donderdag | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Sunn O))), Doornroosje, Nijmegen | t-beest's blog