In de hele rits nieuwe festivals in Nederland was het nieuwe tweedaagse Eindhoven Psych Lab er eentje om op voorhand van te watertanden. Twee dagen lang (6-7 juni) stond er een fijne selectie bands gericht op psychedelische muziek in de Effenaar. Het concept van dit festival komt origineel van het Austin Psych Fest en de vele spin-offs die daaruit volgden. Het festival in Eindhoven kwam er na een samenwerking van de Effenaar (geestelijk vaders zijn Robert Schaeffer en Bob Dieleman, zo lezen we hier) met het Liverpool International Festival Of Psychedelica. Vanaf vrijdagmiddag 17:00 stonden er veertien bands geprogrammeerd tot diep in de nacht, op zaterdag was het helemaal een mooie marathon van achttien bands in twaalf uur; van 14:30 tot 02:30 in de nacht. Het heeft even geduurd, maar hier dan toch nog een verslagje.
Psychedelische muziek kenmerkt zich in mijn beleving vooral door een bak effecten te hangen aan de gitaren en versterkers, met het doel je tot hogere sferen te laten komen. Zonder een wietpas nodig te hebben of funky paddenstoelen in te nemen dus. Of juist wel natuurlijk. Psych is de hippievariant van de metal, of de rauwere kant van de indiepop. Het is maar wat je er in ziet. De insteek van de bands is op dit festival gelukkig nog behoorlijk verschillend, waardoor we genoeg variatie kunnen vinden in het aangeboden menu. Van popliedjes met een psychedelisch randje, tot hard beukende technopsych, zoiets als psychjazz of oneindig lange jams op groovende beats. Doorgaans zijn de bands van hoog niveau, maar bovenal is het voor mij persoonlijk een riante snoepwinkel. Net zoals het enigszins vergelijkbare Roadburn (Walter loopt hier ook rond en hangt hier lekker de DJ uit) is het genre zelf domweg aantrekkelijk voor mij. De afgelopen jaren steeds meer eigenlijk. Bij Roadburn is er dan meer aandacht voor lomper werk als doom, stoner en sludge, maar de opzet is vergelijkbaar (met mogelijk elk ‘binnenfestival’, maar die ervaring heb ik verder niet zo) en veel bands van het Psych Lab zouden ook niet misstaan op Roadburn. Of ze hebben er al wel eens gestaan zelfs. Een aantal bands kom je ook tegen op het Best Kept Secret festival volgende week trouwens. Geen ‘Fest’ in Eindhoven dus maar een ‘Lab’. Het hoofdpodium is omgedoopt tot ‘Main Lab’ en de kleine zaal van de Effenaar is de ‘Observatory’. De organisatie heeft goed nagedacht over de beleving van het festival en daarmee ook de aankleding. In de grote zaal zijn er niet alleen de (geweldige) visuals op het doek geprojecteerd achterop het hoofdpodium, maar ook in de zaal zelf hangen twee doeken waarop de projecties zijn te zien. Achterin de zaal is er een kleine platenbeurs met bakken vinyl en aan de zijkant kun je speciaalbiertjes van de Eindhovense brouwer Van Moll laten tappen. Aan de zijkant kun je ouderwetse cassettes kopen (niet geheel toevallig, want uitgevonden in het Natlab in Eindhoven), live opgenomen tijdens de optredens door mannen in witte pakken. Achterin op de verhoging staan kleurige plastic stoelen, waardoor je ook daadwerkelijk eens onderuit kunt gaan zitten om het concert in volledig relaxte houding te ondergaan. Jammer dat ze meestal bezet waren trouwens.
In de ‘Observatory’ bestaat de voornaamste aankleding uit prachtige projecties van (analoge) vloeistofprojectors. In de gang ernaast bevinden zich nog meer hippe apparaatjes en de merchandise van de bands, inclusief een tafel vol gitaarpedaaltjes. Daarachter kun je naar buiten waar in een zeecontainer films en documentaires worden gedraaid die door Natlab / Plaza Futura zijn verzorgd. Hier kun je op vrijdag werk van ODDSAC zien, een audio/video-collaboratie van Animal Collective en video-artiest Danny Perez. Op zaterdag ‘New Psychedelica in Music Videos’ en compilatie van Submarine Channel.
Verder is er ook een Expo in Onomatopee, op 5 minuten loopafstand van de Effenaar, waar we op zaterdag even binnenlopen. De Expo is niet groot, maar wel even leuk om te bezoeken. In de entreehal zijn een aantal gitaren plat tegen het plafond geplakt, elk met een snoer naar een versterker op de grond. En die staan ook aan, die versterkers. Volgens mij is het dan de bedoeling dat ze met elkaar gaan resoneren of zoiets, maar kunst begrijp ik toch niet altijd. Verder hangen er schilderijen, wordt er van alles geprojecteerd en liggen er ergens ballonnen op de grond. ‘Ja, we zijn nog niet helemaal klaar’, horen we daar zeggen.
Terug bij de Effenaar loop je bijna als vanzelf het terras aan de achterkant in (of de tuin zo u wilt) dat naast het café ligt aan een watertje. In de twee dagen die we doorbrengen rondom de Effenaar is het daar goed toeven op het terras, waar we ook vaak bands zien rondlopen, die bovendien ook gebruik maken van de uitstekende catering. Geen standaard vette hap (die halen we iets verderop in de binnenstad wel), maar de keuze uit verantwoord, lekker en gezond voedsel. En niet al te duur. Een soort keuzebuffet. En je kunt er ook al goed ontbijten als je wilt. Het eten, de speciale biertjes, het terras, de aankleding, de vriendelijke bediening, het fijne publiek, en het lekkere weer (op zaterdag was het overdag wel heel warm en klam) vormen uiteraard een ideale combinatie met goede muziek. En dan ook nog logeren in een hotel op loopafstand is helemaal lekker luxe. En het was gezellig druk. Niet té druk. Goed, de kleine zaal was soms een beetje vol, maar er was genoeg bewegingsruimte. Zeker in de grote zaal was er ruimte zat en waren een aantal optredens zelfs matig gevuld. Ik kan er niet echt mee zitten, een beetje bewegingsruimte heb ik altijd al wel kunnen waarderen.
VRIJDAG
Maar het is nog wel erg rustig als Peter J Taylor het festival mag openen in de grote zaal, eh Main Lab. Ik gok dat er niet meer dan 75 man staan te kijken. Peter J Taylor bespeelt helemaal niets vandaag, hij geeft leiding. De componist had volgens mij al ergens een oproep gedaan om zoveel mogelijk gitaristen bij elkaar te zoeken en vandaag staan er twaalf opgesteld op een rij (bij een eerder optreden waren het er tweeëndertig). In het midden een drummer die het juiste ritme aangeeft, met daarvoor een bassist. De muzikanten op het podium worden gedirigeerd door Taylor, en welke partijen ze moeten spelen kunnen ze op het blaadje volgen. Zo te horen zijn er iets van drie verschillende partijen die parallel lopen. Het optreden bestaat uit twee vergelijkbare stukken. Het langzaam opgebouwde ritme en de drone-achtige klanken uit de gitaren klinken dreigend in de herhaling, langzaam toewerkend naar wat fijne erupties. Eigenlijk wil ik de ogen dicht doen, zodat ik ook niet hoef te kijken naar de gitaristen die wat onwennig op (sorry voor) het podium staan en er weinig lol in lijken te hebben. Het zal de concentratie zijn. Leuke opening, maar met meer gitaristen en drummers (zoals twee jaar geleden in de Effenaar) zal het vast nog wat spectaculairder zijn geweest.
Crows staat vervolgens behoorlijk in het donker te spelen, zoals wel (veel) meer bands tijdens het festival. Het is vast onderdeel van de beleving, alleen foto’s maken is bijzonder lastig. Wel mooi die visuals weer op de achtergrond. De frontman oogt wat nerveus, cool en energiek tegelijkertijd. Hij ijsbeert zich een ongeluk op het podium. Zijn zang klinkt net iets minder onvast dan op de plaat, maar de hoeveelheid echo verbloemt altijd veel met dit soort bands. De Britten spelen bij vlagen fel en gedreven, punkig en soms donker. De geluidsmuur die af en toe wordt opgetrokken is fijn, maar zeker als de drummer losgaat is er sprake van enige opwinding. Nummers worden vaak uptempo hakkend en stotend afgerond met de nodige scherpe gitaardistortion. Wat een beetje ontbreekt is dan de variatie of meer echt pakkende nummers. De band mag later op de avond gewoon nog een keer terugkomen als vervanging van Teeth of the Sea, die door autopech het niet kon redden om op het festival op te treden. Een fikse aderlating voor ondergetekende, want naar deze Engelse band keek ik enorm uit. Op voorhand een van de grootste krenten in de welbekende pap. Bummer!
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=Tg9BoWq50HY&w=450]
De overgang naar het Amerikaanse Weird Owl is dan ook wel weer fijn. Poppy en spacy. Warm met de toevoeging van synthesizers. Loom ook. Mooie zwarte hoed heeft die gitarist ook. De band serveert zowel poppy songs zoals je ook die kunt horen op het album “Build Your Beast A Fire”, als meer psychedelische fratsen. Best aangenaam voor een tijdje, en een aardige opmaat naar een prima maaltijdje in de tuin van Effenaar. De inwendige mens mag immers ook wel eens verwend worden.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=xayWlztifYw&w=450]
Cosmonauts (uit Californië) is een mooie naam voor space-muziek, maar het is meer lome garagepsych met een sixties vibe, dat me ter plekke soms ook wel wat aan Temples doet denken. De bas klinkt warm en de gitaren rinkelen fris of fuzzen lekker. Met nummers als “What me Worry” hebben ze van die meezingers in huis, al is niet alles goud wat er blinkt. Hoewel het nogal loom is en, zoals in dit vak wel vaker, er ook aardig wat herhaling langskomt, laat de band ons ook gewoon dansen op de rollende gitaren en hypnobeats. De drummer is vooral ondersteunend en speelt nogal eenvormig en simpel, maar hier past het. De zanger, ook op facebook met petje en streepjesshirt, lijkt wat onder invloed en niet heel standvastig, maar laat dat verder niet blijken in de muziek. Het bevalt me wel, zonder nu direct uit m’n dak te gaan. De band is ook te zien en te horen (op 20 juni) op Best Kept Secret.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=ogRPrCUhbMk&w=450]
Vervolgens checken we nog even de kleine zaal. ‘Nu we er toch zijn….’, is dan vaak de voorafgaande zin. Want ach, op papier is Terminal Cheesecake interessant, muzikaal leek het me van tevoren niet direct iets om echt wild van te worden. Ja, het optreden zelf zou wel eens wild zou kunnen worden. Het interessante gegeven is vooral dat de band al twintig jaar niet meer samen had gespeeld. Opgericht in 1988 in Londen en gestopt in 1995, keerde de band vorig jaar weer terug aan het front met als zanger Neil Francis (ook van Gnod, dat de kleine zaal vanavond afsluit), die daarmee de originele zanger Gary Boniface vervangt. De kleine zaal is voor het eerst behoorlijk vol en de band laat er geen gras over groeien. Stoempende drums en felle gitaren vullen de zaal met opwinding. De band geeft alles en het publiek ontvangt dat met gejoel. Soms is de hoeveelheid noise meer een doel dan een middel en dan vind ik het wat lelijk worden, maar de voortdurende drive van de band en de voortdurende groove onder het geheel maakt het toch een sterk optreden.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=mP9ppQCL_J4&w=450]
The Oscillation uit Engeland is op voorhand zo’n band die het vooral moet hebben van – tsja – oscillerend gitaarwerk in het genre psychedelische rock & space/kraut met een rand punk. Toch klinkt het live uitstekend en hangt de leadgitaar hier niet alleen de ster uit. Het begint allemaal weer lekker loom, maar gedurende het optreden wordt je meegenomen in de suspense met een dreigende bas en het fantastische hakwerk van drumster Valentina Magaletti (sinds 2011 onderdeel van de band), die soms zelfverzekerd haar drumstokken laat draaien om haar vingers. Het geheel wordt uiteraard afgetopt door zanger/gitarist Demian Castellanos waarbij de nodige echo- of onderwatereffecten zijn aangebracht op de zang, en de gitaar inderdaad geweldig heen en weer jengelt. Het dwingende geheel beukt aardig door en zorgt daarmee voor een van de lekkerste verrassingen van de dag.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=K0dMh6AfkiM&w=450]
Even heen en weer hoppen naar de kleine zaal. Lay Llamas komt uit Italië en dit is hun eerste optreden buiten de deur begreep ik. De band is onderdeel van de ‘The counterblast experiment presented by Rocket Recordings’ waaronder ook Teeth of The Sea (die het dus uiteindelijk niet zouden halen), Gnod, Terminal Cheesecake en Anthroprophh. Het zelfbenoemde ‘afro-space-psych’-genre klinkt mij hier als speelse hippiespych in de oren met wat wereldse invloeden en dat wil maar niet echt heel erg van de grond komen. Wat psych-effectjes, licht dansbaar, maar toch wat ongevaarlijk. En dat terwijl ze met z’n vijven zijn. De drummer is hip, maar speelt niet heel strak en de echo-zang klinkt wat verveeld. Het glijdt allemaal wat langs mij heen, hoewel ik nadien wat positievere verhalen lees. Kwestie van smaak misschien, zoals wel vaker.
Peter Kember a.k.a. ‘Sonic Boom’ is een van de oprichters van Spacemen 3, een cultband in dit soort genres, maar volledig over het hoofd gezien door ongetekende. Zo’n niche-festival als dit natuurlijk ook goed om je kennis over bepaalde genres bij te spijkeren, al is het wat lastig als je van veel verschillende dingen houdt zoals ik. Maar goed, die band bestaat al niet meer sinds 1991. Kember, 48 jaar inmiddels, werkte samen met bands als Stereolab, Yo La Tengo en MGMT en treedt tegenwoordig op onder de naam Spectrum. Uit Engeland, voor de goede orde. De band begint aangenaam met mooie en emotievolle akkoorden die wat loom worden ingezet. Maar op een gegeven moment begint het toch lichtjes te dreinen. Voor een genre-bepalende icoon die hier op het podium staat vind ik de podiumpresentatie en muziek wel wat futloos. En waarom zit die gitarist daar maar? Ondanks het machtige instrumentale sluitstuk maakt de band vanavond geen onuitwisbare indruk.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=2ZJaGl8_0r8&w=450]
Wooden Shjips, zo ongeveer de headliner van vandaag, klinkt vandaag een stuk flamboyanter dan in februari in Doornroosje. Toen leek het wat plichtmatig, hier in Eindhoven lijken de heren er veel meer plezier in te hebben. De nadruk bij deze psychedelische rock/pop-band uit San Francisco ligt natuurlijk bij Ripley Johnson, die met al zijn effecten de gitaar weer heerlijk laat janken, schurken, schuren en bijten, maar ook het orgeltje van de iets frisser uit zijn ogen kijkende toetsenist is vandaag beter te horen (mag nog steeds iets harder) en zorgt voor de frisse tegensmaak. Misschien is het ook wel dat ik nu weet wat ik kan verwachten. Veel van hetzelfde en veel herhaling met een niet al te moeilijke ritmesectie, maar ik wordt er vandaag een heel stuk vrolijker van. De volle zaal is aan het dansen en vindt het al helemaal best. En ik ook.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=LdwZWcYlsXA&w=450]
Het is zo’n beetje het eerste optreden in Nederland van Hookworms, een van die bands die ik op voorhand tipte. Genre: (neo-)psychedelische noiserock. Woonplaats: Leeds/Halifax, Engeland. De band bracht in 2013 debuutplaat Pearl Mystic uit (na een reeks EP’s/singles geloof ik) en die werd goed ontvangen, maar in dit specifieke genre zal het nog niet zomaar de Heineken Music Hall laten uitverkopen. Ze zijn wel geboekt voor Roskilde, dat dan weer wel. Het massieve space-geluid van de vijf heren (genaamd JN, JW, MB, MJ en SS) vanavond smaakt me goed. Met een enorme drive speelt de band, waarbij zanger (MJ naar ik aanneem) als een bezetene in zijn microfoon zingt en aan zijn effectenknopjes draait. Zo, die gaat er helemaal in op. Langzaam werkt de band naar een heerlijke apotheose. Opwindend. Het concert stopt echter abrupt een kwartier te vroeg, tot verbazing van het publiek. De zanger/toetsenist begint al op te ruimen en geeft aan niet verder te gaan. Wist hij niet dat de band meer tijd had gekregen?
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=tlV3_aIr7vM&w=450]
Nou goed dan, dan kunnen we nog snel naar de kleine zaal, uiteindelijk overlapt het meeste wel gedeeltelijk waardoor je soms maar halve sets meekrijgt. We zitten inmiddels in de kleine uurtjes en de kleine zaal is nog behoorlijk goed gevuld voor een donker en mistig optreden van het Britse Gnod, dat ook al eens op Roadburn en Incubate stond in 2012. Het is de goede band op het goede tijdstip om je nog even in een flinke psychedelische roes te dompelen, waarbij je na afloop nog steeds niet helemaal door hebt wat je nu weer hebt meegemaakt. Veel herhaling, en een trage, sinistere, donkere opbouw, om uiteindelijk toch ook ritme te horen als de drummer invalt en een schurende sax (soms niet horen, al is het soms zoeken in de geluidsmuur naar de individuele instrumenten) in een lange kolkende eruptie. Na zijn optreden met Terminal Cheesecake zien we zanger Neil Francis dus ook hier bij Gnod in een uitbundige staat. Gnod levert met dit soort kraut/drone/space/dance-weetikveel op dit late tijdstip nog even een uitstekende trip als uitsmijter.
ZATERDAG
De zaterdag begint dan wat rustiger met de melodieuze psychpop van het Canadese Elephant Stone. De band stond vorig jaar al in diverse zalen in Nederland (als voorprogramma van Allah-Las in Doornroosje bijvoorbeeld) en Into the Great Wide Open. ‘Goodmorning’, roept de zanger/sitarist/bassist Rishi Dhir, geboren in India, die het blijkbaar ook wel erg vroeg vindt. Het is pas half drie in de middag en we hebben maar liefst twaalf uur live-muziek voor de boeg, althans, als je alle bands langs wilt gaan. De warme melodieën komen fantastisch helder de zaal in, waardoor we langzaam in een roes worden getrokken. De psychedelische hindie-poprock of garagerock met sixties-sound (beetje die Temples-achtige sound weer) klinkt behoorlijk relaxed. Het geheel heeft een Indische gloed, zeker wanneer ze een keer Bollywood-achtige zang door de mangel halen of wanneer Dhir – op blote voeten trouwens – op zijn verhoginkje in kleermakerszit een paar keer de sitar bespeelt. Hoewel het tegen het einde wel wat meer van hetzelfde wordt en het lichtjes weeïg begint te worden, is het als geheel een hele aardige opening van de dag. Staat ook op Best Kept Secret 2014.
Dat prima bands niet van ver hoeven te komen bewijst Dans Dans uit België vervolgens in de kleine zaal. Op basis van het voorbeluisteren was dit ook wel een band om naar uit te kijken. De band stond al eens op Pukkelpop (2013) en Eurosonic (2014). Je kunt de muziek van de band kort omschrijven met zoiets als psychjazz, maar de verschillende nuances die de band vandaag aanbrengt in de set bewijzen dat de band van meerdere markten thuis is. Fijne cross-over dit tussen diverse stijlen met een deel improvisatie. De jazzy inslag komt vooral ook van drummer Steven Cassiers (ook in Dez Mona), terwijl gitarist Bert Dockx (ook frontman in Flying Horseman, ook al zo’n verborgen parel van onze zuiderburen die ik nog eens graag aan het werk zou willen zien) naast subtiel gitaarspel ook bij momenten flink uit de psychedelische slof kan schieten en heerlijk soleert. Dockx is vandaag enorm druk in de weer met alle effectapparaten en gebruikt stemsamples uit een apparaatje die hij tegen de gitaar aandrukt om het versterkt het publiek in de slingeren. Wat vooral opvalt is de geweldige dynamiek in de set, waarbij de band soms bewust het gas terugneemt tot bijna stilte. Het publiek is zeker aan het begin van het concert geconcentreerd en stil, waardoor dit deel subtiliteit goed overkomt. Dan lijkt het optreden afgelopen, maar Dockx neemt zijn tijd om even een snaar te vervangen op zijn gitaar, waarna de band nog even doorgaat. Fantastische band dit. Ook geboekt voor Valkhof Festival in Nijmegen dit jaar en Into The Great Wide Open, al is het even afwachten of die ingehouden passages hun effect sorteren in de open lucht, en anders doen de meer uitgelaten stukken dat wel.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=W4nYcmTtfn8&w=450]
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=VKiuQLvTTGE&w=450]
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=Bvrw-aV652s&w=450]
Dan missen we een stuk van het optreden van de Japanse dames van Nisennenmondai (zeg dat maar eens tien keer achter elkaar) dat in de grote zaal bezig is aan een hypnotiserende hard beukende set technopsych. Ik had niet gedacht ze nog een keer live te kunnen zien na het optreden op de-Affaire in 2009, maar dit is een prettig weerzien. De drumster mept ook weer hier ongenadig hard en monotoon, terwijl de frêle bassiste op links onverstoorbaar herhalende ritmes uit haar bas pompt. De enige nuance komt van de gitariste/toetseniste op rechts, die met haar snerpende en echo-ende gitaar- en/of synthklanken langzaam wat verschuivingen aanbrengt in de overdonderende melodieloze wolk aan beukbeats. Het is nog wat vroeg op de dag voor de band, maar ze zouden met zo’n mager verlichte zaal met die prikkelende projecties ook prima kunnen dienen als een opwindende nachtelijke dansafsluiter.
The Woken Trees dan even in de kleine zaal, uit Kopenhagen, Denemarken. De donkere zang van Kim Heyst doet onherroepelijk denken aan Ian Curtis van Joy Division en het geheel klinkt dan ook als donkere postpunk/new-wave uit die tijd, al willen ze niet als een bandje uit de jaren tachtig klinken. Opvallend is toch dat hier de zaal nog donkerder is gemaakt en we het vrijwel alleen moeten doen met de blauwe LED lampjes op de achtergrond. Het geheel pompt lekker door met een goed hard dreunende bas in die kleine zaal, maar uiteindelijk blijft het niet enorm boeien.
En ik heb ook wat moeite met Disappears uit Chicago, die ook al spelen in een enorme donkere zaal. Leuk voor het effect, maar nauwelijks vast te leggen op foto. Voor het dagboek: ook deze band heb ik eerder gezien, op Oddstream in 2011, toen nog wel met Steve Shelley van Sonic Youth op drums, inmiddels vervangen door Noah Leger (Electric Hawk, Anatomy of Habit). De bandleden lijken wat onder invloed, met name de gitaren klinken ook wat verveeld vandaag. Zo zoekt de band wel de suspense op, maar echt ontvlammen wil het uiteindelijk niet en dreigt de vele herhaling in de nummers niet hypnotiserend maar vermoeiend te werken. De scherpe en venijnige onderdelen vergoeden dan wel wat, maar ik kan me niet helemaal vinden in het noiserock-achtige totaalplaatje van de band. Niet helemaal mijn ding.
The Wands (bevriend met The Woken Trees dat hier eerder in de kleine zaal – eh sorry – observatorium stond) is juist wat minder gevaarlijk en doet me denken aan een bluesrockband met een psychedelische bite. ‘Highlight the more happy trippy side of sixties psychedelic’, lees ik op een Incubate tips pagina. Een van de voornaamste bands in de bloeiende punk- en psychscene van Kopenhagen, lezen we in de beschrijving van Eurosonic. Nou, als dit soort bands de vertegenwoordigers zijn van de neo-psych, dan zijn het niet direct het meest opzienbarende. Voor mij dan. Leuk voor een paar nummertjes, maar daarna lonkt de tuin van de Effenaar.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=5cr3uixufnU&w=450]
De lichtman moet ondertussen in slaap gevallen zijn in de ‘Main Lab’. Ook Föllakzoid speelt in het aardedonker in een flauw blauw-achtig schijnsel. De band uit Chili speelt psychedelische krautrock, al snap ik in dit verband niet altijd de term ‘kraut’, maar dat is een hele andere discussie. Net zoals The Oscillation en dag eerder draait het ook hier om een herhalende ritmesectie (drums, bas) met een hoofdrol voor de knetterende en rondzingende gitaren. De aanvullende zang is wat lafjes, maar hier past dat juist wel. Vorig jaar stond de band ook al in de Effenaar (en in Vera, Groningen) en op Le Guess Who? en dit optreden in het ‘Lab’ is voor de band de laatste van een reeks. Blijkbaar hebben ze nog wel zin in een eindsprint, want de band speelt gedreven. Vanaf de eerste dreigende grooves klinkt een ritme dat je in beweging brengt en je vastgrijpt. Goed, dan blijft het wel weer veel hangen in dezelfde akkoordjes, maar de fratsen op de gitaren blijven onverminderd boeien en jaagt het geheel naar een hoogtepuntje van de dag.
Maar het kan nog gekker en dat ligt ook aan de smaak van ondergetekende. Ik hou wel van lange jams met langzaam opgebouwde hoogtepunten. Pal vooraan het podium ben ik getuige van een monsteroptreden van The Cosmic Dead uit Glasgow, Schotland. Vlak voor het optreden zijn ze druk in de weer met soundchecken, waarbij duidelijk wordt dat ze veel, heel veel delay op de microfoon willen hebben. Dat ze dat uiteindelijk niet veel krijgen (de linker gitarist blijft ook maar maar roepen dat zijn microfoon harder moet) is eigenlijk maar een voetnoot in dit optreden. Terwijl je denkt dat ze nog aan het soundchecken zijn – de twee giteristen en de knoppendraaier roepen/zingen iets in koor in de microfoons – zijn de heren stiekem al begonnen aan het eerste lange nummer dat zich ontwikkelt tot een spetterende en ongehoord opwindende space/stoner-trip met fantastisch jamwerk van de twee gitaristen die staan te springen voor mijn neus, gek genoeg meestal met hun neus naar de drummer. Hoewel ze te laat zijn begonnen, hebben ze het na het eerste nummer al weer over het laatste nummer. Juist ja, weer zo’n heerlijk lange eruptie van lekker uitbundige krachtpatserij, vastgelegd op camera hieronder. Na afloop hangen de twee behaarde oermannen hun gitaren op aan de boxen, nog strak van de adrenaline. Kwajongens. Veel te kort dit optreden, maar wel eentje die het meeste indruk maakte met m’n neus zo op het podium.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=lP2MrEySgJ8&w=450]
Dan is het gelijk schakelen naar de wat meer gewone popsongs van Pink Mountaintops, de Canadese band rondom Stephen McBean, die je ook kunt kennen van Black Mountain. Het voelt wat Brits aan dit soort psychpop, maar waarom ik hier af en toe wat flarden Blur or Oasis in hoor, kan ik ook niet helemaal verklaren. Met name als er tussendoor wat exta fuzz in wordt gegooid klinkt het nog wel aardig, maar op basis van de laatste plaat Get Back had ik er toch iets meer van verwacht. Bij vlagen is het gewoon lome rock die wat doorzeurt, zonder dat we nu een echt een bevlogen band aan het werk zien. Op de plaat is er meer diepgang. Dat de – toch al niet zo volle – zaal langzaam leegloopt spreekt ook boekdelen. Zeker op dit festival hoop je op wat meer smerige gitaren of felle jams. Op 21 juni is de herkansing op Best Kept Secret en ik ben wel benieuwd wat de criticasters van dat optreden gaan vinden.
Niet aangestreept in het programma. Maar we zijn er nu toch. Underground Youth lijkt op een slechte Joy Division impersonatie en leunt net als The Woken Trees aan tegen postpunk/new wave. Die vorige band had iets meer impact vind ik, dit is wat te netjes. Wel leuk die vrouw op de staande drums, en ook wel aardige effecten op de gitaar (helaas worden we daarmee overspoeld op dit festival, dus daar kun je hier moeilijk onderscheid mee maken), maar toch is het geheel wat statisch. Depri ook. Dat kan wel in dit genre, maar het komt op mij wat vermoeiend over. Niet om over naar huis te schrijven. Dus. Stop.
Sommige bands ken je al en dan weet je dat er wel direct gescoord gaat worden. Radar Men From The Moon komt ‘gewoon’ uit Eindhoven, maar heeft daarom niet minder een verdiend plekje op het festival. Ik zag de band al in april in Doornroosje (als voorprogramma Sleepy Sun) dus ik wist wat ik kon verwachten, en vandaag wordt ik niet teleurgesteld. Integendeel. Ik sta aardig vooraan en daar klinkt de gitaar vanaf het begin loeihard, dus ik haast me mijn oordoppen in te doen (oeps, vergeten), om gelijk ondergedompeld te worden in een fantastische en helder klinkende muur van (instrumentale) space/psychrock. Wat een geweldige drive en groove heeft deze band toch. Naast een strakke ritmesectie van drums en bas, is het kenmerkende schurende geluid van de gitarist indrukwekkend. Ook dankzij de knoppendraaier op rechts (voor de kijker) is het stereobeeld in de zaal geweldig. Hier wordt je echt heen en weer geslingerd. Naar de maan en terug. Dat een lokale band hier op het festival een van de hoogtepunten vormt van het festival is toch opvallend. Ze koppen de bal hier knap binnen.
Weer even heel wat anders met The Growlers op het hoofdpodium, waar vandaag wel meer poppy acts staan geprogrammeerd. De band brengt een soort relaxte garage/surf/psychpop. Hippies zijn het. Zanger Brooks Nielsen – met kenmerkende snor – zit in een rolstoel na een snoekduik vanaf het podium van Black Lips op Primavera: gebroken hiel. Auw. Hij valt wel vaker. Hoewel de muziek relaxed is, worden de nummers wel snel achter elkaar gespeeld zodat er vaart in de set blijft zitten. Op een gegeven moment doet het me allemaal aan een soort Tarantino-film denken, of überhaupt aan vage B-films uit de jaren zestig of zeventig. Of de soundtrack bij vergeelde foto’s. The Growlers is een aardig tussendoortje hier dat een rustpunt (al kun je ook lichtjes heupwiegen natuurlijk) en een aardige afwisseling vormt ten opzichte van bands die meer op gitaareffecten zijn gericht op dit festival.
Bij een bandnaam als Wall of Death verwacht je eerder een deathmetal- of heavy metal-act, maar hier vormt de muur van geluid zich vooral doordat de bas en vooral de basdrum hard in de mix staan. Daar is in dit geval niet veel mis mee. De Fransen maken aardige psychedelische rocknummers, met een flinke scheut orgelwerk. Bij vlagen bevalt het, zeker als het wat de majestueuze kant op gaat, maar de zang is niet geweldig, weeïg zelfs. Op zo’n festival als dit, heb je zang ook niet echt nodig. Niemand zal er hier van opkijken als je dat weglaat. Nee, dit blijft niet lang hangen.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=C5Ba3Xy9TrA&w=450]
Na een wat langere rustpauze in de tuin van de Effenaar – de temperatuur is inmiddels aangenaam en de stoelen zitten heerlijk – lopen we wat laat de zaal in voor Suuns, toch een van de headliners van dit festival. De Canadese band hebben we vaker kunnen zien in Nederland en met name in Doornroosje vorig jaar kon ik ze eens een keer goed aanschouwen. Het blijft een wat vreemde band, die iets wrangs maar aantrekkelijks heeft. Het bittertje in je bier of koffie. Maar uiteindelijk werkt het wel verslavend. Ik heb er zeker even moeite om er goed in te komen, als de band (nieuw?) werk laat horen dat ik niet herken (net zoals bier en koffie moet je de nummers soms echt wat vaker gehoord hebben in mijn beleving). Zo langzamerhand word ik gelukkig wel de set in getrokken, waarna “2020” de boel eens lekker uptempo opzweept. Wat een heerlijk nummer is dat toch. Daarna klinkt “Arena” wel als een lome anticlimax, maar Suuns zoekt niet naar de platte beleving. Ergens is dat knap, maar daarmee verzandt de band soms ook in lastig te vatten moeilijkdoenerij. Zoals wel vaker laat Suuns je dan achter in wat vertwijfeling, maar in zo’n afwisselende set is er voor elk wel wat wils te vinden.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=sTlFGsU5484&w=450]
Wie is toch die band met die zwarte kleren? We zien ze de hele dag rondlopen, net zoals veel andere bands, maar nu pas zien we dat de zwartgeklede heren horen bij Sonic Jesus, die we nog even tussendoor bekijken op het kleine podium. De Italiaanse band rondom Tiziano Veronese verwerkt in hun neo-psychedelische muziek invloeden uit de sixties, folk, shoegaze en kraut. Met vijf man sterk worden de gierende gitaren weer eens uit de kast gehaald. De drummer is stoïcijns met zijn zonnebril. De akkoordjes doen me ineens ergens denken aan The Doors. Of ligt dat aan de zang? Ter plekke bedenk ik me dat dit soort bands op reguliere festivals (neem Pinkpop, Lowlands) toch al gauw een hoogtepuntje moeten kunnen vormen, maar de lat ligt op dit festival natuurlijk een stukje hoger.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=XJRojHiSzuM&w=450]
We gaan op tijd terug naar de grote zaal waar het bizar rustig is bij het Engelse Mugstar. Blijkbaar is een groot deel vertrokken na Suuns, is in de kleine zaal blijven hangen, heeft de tuin nog eens opgezocht, of moest gewoon de trein halen. Het is onterecht. Hoe hard ik er ook over nadenk tijdens het concert, dit is toch echt wel goed. Misschien is dit soort kraut/psych/space/noise-rock ook wel iets wat we vaker hebben gehoord op het festival, maar ik vind het retelekker. Ondanks de vrij lege zaal gaat het er toch echt hard op. Zonder zang. Opzwepend. Uptempo. Hard. Strak. Lekker.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=LxYFFZjItcQ&w=450]
Night Beats (nog wel in een redelijk volle zaal) ontaard zich in een heuse afterparty. Het is allemaal minder dansbaar dan je zou verwachten op basis van de bandnaam, maar het is nog druk genoeg in de kleine zaal om nog even gezellig uit de plaat te gaan, zeker op en rond het podium. Blijkbaar heeft het late tijdstip en de nodige alcoholische versnaperingen in het publiek een prima match met de muziek en uitbundigheid van de bandleden. Zelfs Brooks Nielsen van The Growlers komt nog even met zijn rolstoel het podium opgerold. De liedjes zijn verder niet enorm sterk, maar de pyschedelische gitaarklanken zijn altijd welkom op zo’n festival. Het zal het publiek een worst zijn. Vooral vooraan het podium wordt nog een laatste keer uitbundig gefeest, waarna het toch echt is afgelopen. Night Beats staat ook op Best Kept Secret (21 juni) geprogrammeerd, tegelijk met Franz Ferdinand op het hoofdpodium. Dan weet je dat.
En dat was het dus. Volgend jaar weer? Dat zit er dik in. Dat ligt uiteraard wel een beetje aan de programmering, maar deze eerste editie beviel ons dus opperbest. Alvast in de agenda noteren: 5 en 6 juni. 2015. Nederland is in elk geval een mooi en relaxed festival rijker, en zeker voor liefhebbers van psychedelische muziek in diverse vormen en maten een niet te missen evenement.
Pingback: Valkhof Festival 2014: tien tips | Tbeest's Blog
Pingback: Valkhof Festival 2014 – Voorpret | Tbeest's Blog
Pingback: Valkhof Festival – Napret – maandag t/m woensdag | Tbeest's Blog
Pingback: Gezien: Lowlands 2014 (vrijdag) | Tbeest's Blog
Pingback: Gezien: Radar Men from the Moon + Camera, EKKO, Utrecht | t-beest's blog
Pingback: Play: album van de week (47, 2014): Dans Dans – 3 | t-beest's blog
Pingback: Eindhoven Psych Lab 2015: eerste namen | t-beest's blog
Pingback: Gezien: METZ, Doornroosje, Nijmegen | t-beest's blog
Pingback: Play: album van de week (10, 2016): Mugstar – Magnetic Seasons | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Roadburn 2016 – donderdag | t-beest's blog
Pingback: Roadburn 2016 – Napret
Pingback: Gezien: Dans Dans, Merleyn, Nijmegen | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Eindhoven Psych Lab Presents: Föllakzoid + 4 | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Elephant Stone, Merleyn, Nijmegen | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Dans Dans, Doornroosje, Nijmegen – t-beest