Okay, dit wordt een slecht stukje denk ik, want zo goed ken ik Moonspell helemaal niet. Laat staan Septicflesh of Saille. Maar goed, een avondje metal is zo op zijn tijd altijd wel goed voor een injectie adrenaline, laat dat maar aan FortaRock i.s.m. Doornroosje over. En er gingen toch wat concertmaten heen. Dus hops. Haren losgooien, zwarte kleren aan, kistjes onderbinden en een lelijke smoel opzetten en op weg naar het nieuwe Doornroosje daar vlakbij station Nijmegen. Goed, dan is mijn kennis beperkt vooraf, maar dan kan ik er natuurlijk altijd nog wat feitjes tegenaan gooien (die je zelf ook wel bij elkaar kunt googelen), wat indrukken van de avond er bij pennen, en ik heb weer een kek stukje af. Blijft toch een rare tegenstelling; wel een stukje geschiedenis willen hebben voor de napret, maar het schrijven zelf vaak een te lastige bevalling vinden. Kan jou het schelen…
Maar goed. Laat ik het dan een keer extra losjes doen, zonder de pretentie dat het allemaal perfect moet zijn. Moonspell komt uit Portugal (kijk, dat wist ik al niet eens), bestaat al weer meer dan twintig jaar en dat feitje wordt vanavond ook nog opgemerkt door zanger Fernando Ribeiro. Waar is de tijd toch gebleven, merkt hij ook op. En eigenlijk bestaat de band al wat langer, als je voorloper Morbid God ook nog mee zou rekenen. Officieel is de band opgericht op 22 augustus 1992 volgens hun eigen Facebook-pagina. Het is al weer 19 jaar geleden sinds doorbraakplaat Irreligious. Doornroosje heeft vandaag de eer om de plek te zijn van het eerste optreden in hun ‘Road to Extinction 2015’-tour, die ze uiteraard ook doen om hun nieuwe album Extinct te promoten/vieren/spelen/verkopen (doorhalen welke niet kloppen). Hierna volgt nog Patronaat (Haarlem), België, Duitsland en de rest van Europa.
Dat het concert in de grote zaal plaatsvindt verbaast mij enigszins (het balkon is wel dicht), maar aan de andere kant hebben we het ook weer niet over een of ander obscuur metalbandje – de band heeft z’n sporen dan ook wel verdiend. Dacht ik. Toch is het nog niet heel druk als de Belgische (en Nederlandse, zo wordt er uit het publiek geroepen) band Saille begint. Maar het is dan ook nog vroeg. De zaal staat dan wat matjes toe te kijken bij deze ‘zeer toegankelijke kruising van black- en dark metal’ (aldus de beschrijving), op wat opgefokte relnichten op rechts na dan. Kan liggen aan het tijdstip. Maar echt opgewonden word ik er ook weer niet van, hoewel het allemaal technisch lijkt te kloppen. Misschien is dat het probleem ook wel. Technisch is de uitvoering volgens het boekje, maar het pakt me niet echt beet. Misschien mist het een eigen ziel. Snelle ratelende drums, duivelse zang, logge bombastische episodes, soft pianootje hier en daar, aangevuld soms wat drama uit een doosje. Tja. Het is wel okay in het genre denk ik, maar zo langzamerhand ben ik dit genre een beetje aan het ontgroeien misschien. Maar goed. We hebben bier. En leuke rookkanonnen.

Septicflesh is daarna gewoon een stukje aantrekkelijker en de zaal is inmiddels ook wat voller gelopen. Leuke pakjes ook (ja zoals ze op hun site staan afgebeeld dus), metalbands zijn sowieso altijd wel een beetje een gimmick. Ik bedoel, dit is toch eigenlijk ook net zo verantwoord als een verkleedpartij tijdens carnaval? Nou goed, stoer is het wel, nog een paar vette poses en dat maakt het helemaal af. (Daarover gesproken, toen de gitarist op rechts van Saille een keer zijn voet stoer op een monitor plaatste, trok dat gelijk een legertje fotografen…. Dus.) De Griekse band kent ook een aardige historie, die teruggaat tot 1990. In 2003 stopten ze een tijd, maar in 2007 waren ze weer terug. Van die feitjes. Vanavond is ook het live-debuut van nieuwe drummer Kerim “Krimh” Lechner als ik dat goed heb. Wat me direct opvalt in vergelijking met Saille is de diepere donkere zang (of gerochel, zo u wilt) van zanger/bassist Spiros “Seth” Antoniou. Klinkt beter. Ook gek is hoe hij de bas bedient, eigenlijk gebruikt hij alleen de laagst gestemde snaar. Bij de soundcheck vond ik die bas al niet zo zwaar en diep, en ik kan het dan ook niet goed in de geluidsmix ontdekken. Nu komen de synths en dergelijke van een bandje (of laptop of zo), maar ergens krijg ik de indruk dat het nodige baswerk ook wel eens daar vandaan kan komen. Nou goed, wat maakt het uit. De gitaristen, vooral die op links (voor de kijkers) is wat mij betreft de smaakmaker, naast een prima nieuwe drummer. Wat vooral aantrekkelijk is zijn de marcherende riffs. Als je van catchy kunt spreken in dit genre van symphonic death metal, dan is dit het wel. En dan is de bombast wel passend bij die laatste albumtitel natuurlijk (Titan), waarvan uiteraard het e.e.a. voorbijkomt. Septicflesh speelt iets van een uur en dan kun je spreken van een ‘double bill’ (da’s ook nog eens een kwartier langer dan Meatbodies als hoofdact in Doornroosje laatst). En als ik me in zo’n uur niet echt verveel… Dan doe je het goed.

Moonspell had ik overigens al wel eens eerder gezien, dus helemaal onwetend was ik stiekem ook weer niet, al had ik ook weer niet heel veel onthouden van dat optreden op het allereerste FortaRock festival in park Brakkenstein in Nijmegen in 2009 (als afsluiter, al volgde er toen als verrassingsoptreden nog een (erg fijn) optreden van The Devil’s Blood in de tent). Maar goed, daarom ben ik later dat jaar ook een blog begonnen gok ik, mijn lange termijn geheugen is nou eenmaal niet mijn sterkste eigenschap. Na Septicflesh moet ik dan wel even wennen aan de wat rustigere stijl van Moonspell. Zo heeft de muziek minder bombast en drijft het ook meer op melodie (in zang bijvoorbeeld), maar het ligt in het begin ook wel aan de wat slechte geluidsmix. Ik hoor vooral de drums, te weinig gitaar, en ook de synths hadden een tandje harder gemogen. Enfin. Dan starten ze met “Breathe (Until We Are No More)” (zo lees ik achteraf op de setlist), het eerste nummer ook van het nieuwe album, en dat is eigenlijk een heerlijk nummer op de plaat als ik dat achteraf hoor. Maar in de zaal was ik dus niet direct onder de indruk. Gelukkig wordt het geluid wel snel beter en trekt de band me langzaam mee, al had ik het net een tikkie meedogenlozer verwacht. Met de stem van Fernando Ribeiro als Ian Curtis moet ik zelfs even denken aan Joy Division, die ze overigens ook wel eens hebben gecoverd.
Ribeiro en kornuiten hebben het wel naar hun zin vanavond, wellicht hebben ze er sowieso veel zin in om op te treden en nieuw materiaal te spelen. Ribeiro verontschuldigt zich ergens nog een beetje dat ze zoveel nieuwe nummers spelen, maar als ze alleen maar oude dingen spelen worden ze zelf ook niet gelukkig. Maar de band speelt toch nog wel aardig wat oud spul, van Irreligious komt in het begin genoeg langs, terwijl op het einde vooral ook nummers van Wolfheart worden gespeeld. “Domina” gaat over de dominantie van vrouwen als ik dat goed heb onthouden, en dat zanglijntje doet me ineens enorm denken aan “Fjara” van Sólstafir, in dit geval niet echt een compliment trouwens. Ik voel een rechtzaakje aankomen, hehe. Ik heb toevallig ook een shirt van Sólstafir aan, maar ook dat terzijde. De show is verder prima. Ook grappig als er een sneeuwbui komt die alleen de zanger treft, en hij daar nog een opmerking over maakt. Levert ook wat mooie foto’s op trouwens. Als de (mooi met orgelpijpen aangeklede) synthesizer het even niet doet is er weinig reden voor paniek. Dat de zanger een goed humeur heeft blijkt wel als hij na het nummer nonchalant vraagt of die synthesizers het nou eigenlijk gedaan hadden. Hij had er niet echt op gelet. Nou goed. De show neemt aan kracht toe gedurende het optreden, hoewel de zaal wat leger wordt. Met “Mephisto” en “Vampiria” wordt het laatste stuk ingeluid van het optreden en keert de band terug naar de eerste succesvolle platen. Ik heb ook de neiging om te zeggen dat dat laatste gedeelte het beste van de avond was, maar het kan ook zijn dat de band sowieso die nummers strak met de ogen dichte ogen kan spelen. Of de biertjes doen hun werk natuurlijk.
Hoewel ik in het begin nog even twijfelde of Moonspell eigenlijk wel wat voor mij is, blijkt het uiteindelijk zo z’n charme te hebben. Wat Moonspell vooral ook goed maakt is dat ze zich niet beperken tot een genre, en daarmee een vorm van voorspelbaarheid voorkomen. Onder de noemer dark metal schakelen ze toch verrassend soepel tussen (sub)genres als gothic, black, doom, of melodic death metal, en dat is gewoon knap gedaan. Zo was “Ataegina” bijvoorbeeld een hilarisch vrolijk folkmetal intermezzootje tussen al dat donkere geweld, maar het paste gewoon. Na een wat stroef begin overtuigt Moonspell dus uiteindelijk in Doornroosje, zelfs voor zo’n buitenstaander als ik…