De eerste act op het hoofdpodium werd aangeduid met ‘Audio Test 002.epl15’ en dat leek me in eerste instantie meer iets van een experimenteel ambient voorafje. Bonnacons of Doom is echter wel degelijk een band zo blijkt hier, maar ook aangeduid als ‘project’ door de organisatie. Een resultaat van de samenwerking met het festival in Liverpool. Het is gelijk een wat heftig begin van de dag, als je nog bezig bent met de slaap uit de ogen te wrijven, want gisteren was het natuurlijk laat geworden en het hoofd wil nog maar niet helemaal wakker worden.
Het is de jammende psych van het type ‘we pakken een ritme, gooien daar een baslijntje tegenaan, en gaan dan daaromheen lopen te jammen’. Zwaardere noise als donderwolken, al wil de gitarist ook wel herhalende rinkelende gitaarklanken spelen in plaats van dik psychende effecten te gebruiken. Het is wel groovy of funky maar net wat overstuurt. Het woord vloeien komt weer in me op, en dat doet dit niet helemaal. Het pakt je niet volledig in en sleept je niet echt mee, terwijl dat in deze vorm wel de bedoeling is. De band loopt ook plots en nors af zonder boe noch bah, en dat vind ik altijd wat onsympathiek overkomen. Misschien baalden ze zelf ook van de uitvoering of de mager gevulde zaal.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=cfCQTbJjV_M&w=450]
Iets heel anders met Pretty Lightning, dat meer richting swamp blues gaat in mijn beleving. Het duo produceert een verrassend vol geluid met een flink dreunende basdrum en een volle gitaarsound. Zo af en toe worden de meer psychende effecten er in gegooid door de gitarist, maar de basis blijft heavy blues met een fijn modderig geluid. Jammer van die paar rustigere nummers, die de energie uit de set halen, net zoals die paar langere rustmomenten tussen de nummers. Het is nog vroeg, maar we worden al hongerig naar meer.
Inmiddels is duidelijk geworden dat Nederlands nieuwste telg en hoop in het psychpopgenre PAUW heeft moeten afzeggen vanwege een zieke in de gelederen. Maar goed, de band breekt toch al wel door en staan op elke straathoek in het land dit jaar. Het was uiteraard wel de uitgelezen kans om zich te presenteren voor de genreliefhebbers hier op het festival. Volgend jaar de herkansing wellicht, net zoals Teeth of the Sea dit jaar alsnog mocht aantreden. Echt heel treurig word ik er ook niet van, want ik had de band toch al twee keer gezien, en bovendien mag mijn favoriete Electric Eye gewoon opnieuw komen optreden op de plek van PAUW op het hoofdpodium. Naar verluidt ging het optreden die avond in Hengelo ook niet omdat er te weinig kaarten waren verkocht. Nu mag de band een dagje blijven in Eindhoven (we zien ze veel gedurende de dag bij andere optredens) en mogen ze voor een goed gevulde zaal staan. De set is vergelijkbaar met gisteren, al speelde de Noorse band toen niet het ietwat zeurende “Electric Eye”, hoewel het dat wel weer een aardig rustpunt vormt tussen de andere nummers. Na lange ambient synthklanken ben ik toch weer blij nog een keer “6 am” te mogen horen, ook al staat de bas hier ineens veels te hard en drukt dat met name de gitaar en toetsen weg in de mix. Toch draait de mix bij gedurende het optreden zodat het wederom afsluitende en tien minuten durende “Tangerine” nu nog vetter ontspoort in een fantastisch slot.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=dItSbol7WKA&w=450]
Wat direct opvalt bij het Italiaanse trio In Zaire is dat de drummer helemaal los gaat in het begin. Samen met het getrommel op de staande drums zweept dat de boel wel op, al lijkt die tomeloze energie later in de set wat op te zijn. Vandaag wat minder ‘liedjes-bands’ met een duidelijke kop en staart, en dus kunnen we aardig genieten van het meer uitgesponnen freakwerk op de gitaar. De sporadische zang is niet geweldig, beetje klagend, en je kunt zeggen dat het trio ook nog wat strakker op elkaar ingespeeld kan raken, maar het is een band met potentie.
De volgende band in de Main Lab doet denken aan Bo Ningen; japanners met lang zwart haar die een degelijk portie herrie kunnen maken. Kikagaku Moyo tapt wel uit een iets ander vaatje. Zo wordt de sitar veelvuldig gebruikt die we als eerste horen in de (lange) intro, waarna langzaam een voor een de andere Japanners op het podium verschijnen. In het eerste nummer wordt gebouwd aan een zeer vol en rijk klinkende compositie en dat klinkt live gewoon magistraal, ook al omdat ze enorm goed op elkaar zijn ingespeeld. Het zwelt aan tot majesteuze proporties zonder te overdrijven, en de band zoekt daarmee wel vaker het randje op. Steeds als je denkt dat je het ongeveer wel weet gooien ze er iets verrassends in. Dat geeft het optreden de nodige variatie, al moet je er soms even geduld voor hebben. Zo staat de sitar best helder in de mix, maar net als je denkt dat het wat vervelend wordt, komt er een nummer zonder dat ding. Na een bijtend psychedelisch stuk met opzwepende drums wordt makkelijk overgeschakeld naar een meer poppy liedje, om even daarna naar een licht cheesy jaren zeventig disco-achtig nummer te starten. Wat een vrolijke psychfunk! Ik heb er weer een favoriete Japanse band bij.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=aunA3F2uDBo&w=450]
Op zich was ik wel benieuwd naar The Cult Of Dom Keller met hun reutelende space/psych, gemist op Roadburn 2014 en dus nu in de herkansing bij ondergetekende. Toch valt het me niet mee en ze houden de zaal ook niet vol. Het is de wat klassiekere psychrock met synths, waarbij de gitaareffecten soms lekker vuil en scherp jankend uit de hoek komen. Maar het mist wat energie. Als het tempo omhoog gaat wil het nog wel, maar een handvol aardige songs redden het optreden niet helemaal. De wat laffe zang, onvermijdelijk weer verstopt in een hoop echo, helpt dan ook niet echt mee. Nee, dit is geen hoogvlieger vandaag, hier had ik meer van verwacht en gehoopt.
Desert Mountain Tribe is dan ineens de wat meer toegankelijke pyschrock met een poppy inslag en fatsoenlijke zanger, dat dan wat meer kan aanspreken. Denk Black Angels. Of Pearl jam, maar misschien ben ik de enige die dat er op een gegeven moment in hoort. Het voelt wat makkelijk wat de Engelse band doet hier, zeker na de vorige band, maar wat geeft het. De zanger heeft alvast de looks, en de aanstekelijke nummers voor de grotere festivalweides zijn er ook wel. Het is allemaal wel wat meer van hetzelfde psychbritcountryrock of zoiets, waardoor het in de loop van het optreden wat eenvormig gaat aanvoelen, maar echt storen doet dat ook weer niet.
De gitarist van Mdou Moctar herken ik direct als ik kom aanlopen, al komt dat ook door het witte gewaad en dreadlocks. Ik kom er ter plekke achter dat ik de desertblues van de Nigerianen blijkbaar al eerder had gezien vorig jaar op het Valkhof Festival. De Touareg-muziek in de lijn van bands als Tamikrest en Tinariwen moet je wel liggen. Ik ben er simpelweg niet zo’n fan van, dus heel lang blijven we niet staan kijken, al wagen anderen zich op de dansvloer wel degelijk aan een zwoel woestijndansje.
Het Britse Toy klinkt me in eerste instantie feller dan op de plaat, meer psych dan pop, met meer fuzz, electronica en noise dan ik me kon herinneren. Dat kan ook liggen aan de geluidsmix en de live-beleving, maar de nummers zijn aardig goed uitgedacht. De mooie volle baslijntjes ondersteunen het bandgeluid goed, net als de synths die een warme gloed aan de nummers afgeven resulterend een mooi vol stereobeeld. Toch is niet alles overal even sterk, daarvoor missen een aantal songs kracht en is de uitvoering niet altijd even behendig. Zo helpt een enigszins valse gitaar op een gegeven moment ook niet, of de wat kwakkelende zang, maar de eerste aanzet is er wel.
Dat je bij The Lucid Dream met een Engelse band te maken hebt zie je direct. Met name het bobkapsel van de gitarist valt gelijk op, met zijn zonnebril nog op zijn kruin, en een volledig dichtgeknoopt bloesje. Enthousiaste kerel. Het is ook het moment dat ik me echt sta te bedenken dat dit wel op veel andere dingen lijkt. Natuurlijk is dat onvermijdelijk als je een festival in hetzelfde genre hebt, en heel erg is dat ook weer niet. Het is meer klassieke psychrock zullen we maar zeggen, soms met het gitaarspel van Electric Eye, het opzwepende van Teeth of the Sea, het herhalende van Moon Duo, soms dansbaar en hier en daar zit er een lichte punk bite in. U zegt het maar. Hooguit hangt het soms nog te veel in een herhalend akkoord, en dat is uitermate lastig om spannend te houden. Ook als er bij een loom nummer net wat te veel gefreakt wordt (ondanks een aardig basloopje) zakt de energie wat weg, samen met het tempo. The Lucid Dream overtuigt dan vooral met de meer opzwepende nummers en kan toch wel op de lijst met bands om in de gaten te houden.
Met het Amerikaanse Earth heeft het Eindhoven een band in huis gehaald waarvan gezegd wordt dat het pionier is van de drone-metal (of doom). De band van gitarist Dylan Carlson werd opgericht in 1989 en maakte in het begin van die minimalistische muziek, maar er zijn later ook invloeden te vinden van country, jazz en folk. Ze gaven een historisch intense show op Roadburn 2011, zo lezen we in het boekje, en dat belooft wat. Zoals wel vaker ken ik ook weer niet alle klassiekers, dus het is wel eens interessant om de band aan het werk te zien. Nou, met name Carlson dan, vandaag aangevuld met drumster Adrienne Davies en bassist Bill Herzog. Carlson is de relaxte meester van de band, zo veel is wel duidelijk. Zijn aanzetjes op gitaar zijn best aardig en telkens steekt hij dan zijn gitaar triomfantelijk in de lucht. De lompe drums en lome bas kennen we van het doom-genre en het repeterende aspect in principe ook. Maar wat mij toch wel tegenvalt is het minimalistische in de set. Het saaie van de herhaling verliest het hier voor mij van het hallucinerende of indrukwekkende. De stukjes die worden herhaald zijn me te simpel, ze trekken je niet mee. Ik kan dat ook hebben met doom. Dan sta ik soms zo te kijken van: ‘joh, leuk dat je een vette toon honderd keer kan aanslaan op je laag gestemde gitaar, maar maak het eens echt spannend.’ Het moet je meesleuren, zoals Bongripper dat wél deed op Roadburn dit jaar. Earth is vandaag gewoon vervelend saai, zonder echte interessante ontwikkeling of verschuivingen. Zonder het indrukwekkende geluid. Zonder magie. Ik zal het wel niet snappen, maar ook een groot deel van het publiek verdwijnt stilletjes uit de grote zaal. Misschien is het net een stapje te ver voor dit festival om Earth te boeken en past het beter bij Roadburn, aan de andere kant is het te prijzen dat het Psych Lab z’n grenzen verkent. Roadburn zelf is in de loop der jaren ook meer genres gaan omarmen dan alleen maar stoner en doom. Hier wil Earth niet aarden.
Enige tijd later staan we lang te wachten op The Soft Moon, het eenmansproject van Luis Vasquez uit San Fransisco. Als ze eenmaal beginnen met “Black” blijkt ook wel dat de drummer en bassist verder prima zijn, maar de puike neo-post-punk (denk Bauhaus, Suicide, Joy Division) komt verder uiteraard uit de koker van Vasquez, die ondanks de lange soundcheck relaxed blijft en gedurende het optreden zelfverzekerd en gedreven overkomt. De geluidschecks resulteren in elk geval in een uitstekende geluidsmix. De band klinkt hier fel en bijtend, en de synths snijden scherp. De meer industriële elementen van de laatste plaat passen goed, al voelt de set als geheel niet zo donker en bevreemdend, eerder dansbaar en euforisch. Het is zeker niet zo hapklaar geserveerd als toch een hoop andere bands op het festival, maar blijkbaar wel voedzaam genoeg voor een enthousiast publiek. Klassieke psych kun je het ook niet noemen, maar als we toch de grenzen van het genre opzoeken dan (be)valt dit een stuk beter.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=w15yY0Jtcrc&w=450]
Toch mis ik een paar nummers op het einde omdat ik ook Black Bombaim hoog op mijn lijstje had staan. Eenmaal terug in de Observatory is de band al bezig met hun epische psychjams. Uiteraard is het langdradig, met een funky ritmesectie en de uiterst smaakvolle (licht vervormde) saxofoonklanken als extra ingrediënt. Typisch iets wat je ook op Roadburn tegenkomt (denk aan Pyramidal, Domo en Papir de laatste twee jaar) en hopelijk zien we deze Portugezen dan ook nog een keer ergens terug.
Als afsluiter van het festival in de grote zaal is K-X-P een mooie verschijning. Uiteraard weer in halfdonker zie je het trio met monnikenkappen op (of grote hoodies), en er zijn maar liefst twee drummers. Niet gek dat de set dus uiterst opzwepend is, al komt de finesse dan van de derde Fin, naar ik aanneem de ‘K’ uit de bandnaam, Timo Kaukolampi. De ‘X’ staat dan voor de drummer. Volgens hun facebook-pagina is een optreden met beide drummers zeldzaam, dus waarschijnlijk zijn we hier getuige van een uniek optreden met – naar ik aanneem – zowel Anssi Nykänen and Tomi Leppänen op drums. Die laatste zou altijd spelen en ook lid zijn van Circle, dat vorig jaar op Roadburn stond. Beide drummers drummen in elk geval strak in elkaars ritme, en dat is knap. Waar overigens Tuomo Puranen op bas dan is gebleven weet ik niet precies (de ‘P’). Op dit tijdstip staat de zaal in elk geval te dansen op de dikke beats van de drummers en de electronica uit diverse doosjes. Dat de technopsych of neoprog (of psych house zoals YouTube grappig genoeg voorstelde) dan soms ook een tikje te lang doorgaat in het zelfde stramien is ze dan maar vergeven, als het zo vet wordt gebracht – daar gaan we weer – mag het best wat langer duren in die herhaling.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=yBUU92TDl4M&w=450]
Het Nederlandse duo zZz is bezig aan een behoorlijke indrukwekkende revival met veel aandacht (zoals voor het laatste album Juggernaut) en veel optredens in het land. Natuurlijk is de beukende orgelrock van zZz nog goed voor een dampende show hier in het holst van de nacht in de kleine zaal, maar we horen ook de variatie die de band inmiddels heeft aangebracht, met ook aandacht voor disco, kraut, postpunk/wave en andere elektronica/synths dan alleen de orgel. Björn Ottenheim en Daan Schinkel geven hun laatste zweetdruppels af aan het festival, terwijl er nog een (spaarzame) crowdsurfer door de lucht zweeft. Dat het duo dan ook wat langer doorgaat dan in het boekje staat aangegeven, daar heeft niemand een probleem mee.
En daarmee is de tweede dag een succes, nog meer dan de eerste dag door een wat meer aansprekende programmering, maar over de hele linie mag het festival weer tevreden zijn met goede bands in het genre en – naar ik aanneem – een aardige kaartverkoop. Het festival staat inmiddels op mijn vaste lijst festivals die ik graag bezoek. Deze editie kon het gevoel bevestigen dat het een relaxt festival is met goede muziek voor en door liefhebbers van het genre, met een smaakvolle aankleding en goede voorzieningen. Ik ben benieuwd hoe goed het lukt om elk jaar weer aansprekende bands te kunnen boeken, zonder dat je jezelf bijvoorbeeld herhaalt. Een festival als Roadburn bewijst ook keer op keer dat het kan. Dat je ook juist de beste nieuwe bands in het genre kunt boeken voor zo’n festival. Het is dus de kunst voor de organisatie om dat soort nieuwe bands te blijven vinden en dat te combineren met wat oudere bekenden om in elk geval wat publiek te trekken. Ik hoop dat het de organisatie lukt, en wens ze een voorspoedige toekomst. Dan ben ik er volgende keer ook gewoon weer bij.
Dit verslag is ook verschenen op File Under.
Het e.e.a. verder nakijken en herbeleven kan bijvoorbeeld met een lijstje van mijn video’s, een setje foto’s van mijn brakke compact camera (wat was het weer donker hè), en de voorpret Spotify lijst.
Andere getuigenverklaringen: 3voor12 (dag 1 / dag 2) // 3voor12 Eindhoven (dag 1 / dag 2) // mud magazine // KindaMuzik (dag 1 / dag 2) // Gonzo (circus)
Pingback: Gezien: Eindhoven Psych Lab 2015 – vrijdag | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Le Guess Who? 2015 (zaterdag) | t-beest's blog
Pingback: Play: album van de week (8, 2016): Electric Eye – Different Sun | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Eindhoven Psych Lab Presents: Föllakzoid + 4 | t-beest's blog
Pingback: Play: album van de week (44, 2017): Kikagaku Moyo – Stone Garden | t-beest's blog
Pingback: Gezien: The Soft Moon, Doornroosje, Nijmegen | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Kikagaku Moyo, Doornroosje, Nijmegen | t-beest's blog