Vervolg van het verslag van Down The Rabbit Hole 2015: de zaterdag.
De zaterdag begint vrolijk met een stuk van Happyness in de kleinere Fuzzy Lop-tent. Het Britse slackertrio is een stel blije gasten bij elkaar die leuke pakkende songs maken, toegankelijk genoeg voor de grotere zalen zou je zeggen, met referenties naar bands als Sparklehorse, Pavement en Yo La Tengo. Het wordt het ook hier alvast beloond met een goed gevulde tent op dit nog vroege tijdstip. En terecht. Niet origineel, wel goed gedaan. Dit soort jeugd heeft de toekomst. Toch zijn we ook wel even benieuwd naar het Amerikaanse Rhye op de main stage. Meest opvallende van het duo is natuurlijk Mike Milosh, die de lome en licht zwoele zomerse soulpop aanvuld met die bijna zwijmelende hoge zang. Zijn stemgeluid is al vaker verward met een R&B zangeres. Live wordt hij en Robert Hannibal aangevuld met extra strijkwerk, een drummer en bassist. Na een heel rustig en orkestraal aanzwellend begin worden de elektronische beats er in gegooid, maar dan op een lome manier. Samen met de stem doet dat ergens ook wel aan James Blake denken. Bij momenten levert dat een tergend langzame beproeving op voor luisteraars zoals ik, maar die sfeervolle triphoppende tussenstukjes zijn niet te versmaden, net zoals het sporadische gefreak op de violen. Vooral dat soort volle zwierigheid smaakt goed, al is het wegzwijmelen en loom dansen net wat te traag allemaal. Het is niet eens zo’n hele grote stap naar Glass Animals waarbij de zanger ook al een wat hogere stem heeft, muziek met een lichte triphop bite, al is dit meer electronische indiepop zoals Alt-J dat ook wel maakt, inclusief de koortjes. Als de bas er bij momenten in knalt als kleine ontploffende granaatjes, doet me dat ook wel wat aan het Belgische Balthazar denken. Heel hip dit soort lome elektronische pop (zeker in thuisland Engeland zijn ze al een stukje bekender), net zoals voornoemde bands en Oscar and the Wolf van gisteren. Ik kan daar soms wel in meegaan. Best aardig dit. De Amerikaanse singer/songwriter Benjamin Booker haalt de mosterd wat meer uit het verleden met z’n punkige rock-‘n-roll maar goede muziek kan tijdloos zijn. Maar doorstaat dit wel de beproeving? Hoewel het behoorlijk ingeleefd is gezongen, mag zijn zang juist wat vuiger of gewoon wat meer vulgair worden gebracht zoals Death From Above 1979 dat gisteren deed. Het is wel oké, maar wat standaard, met de nodige uitspattingen, maar uiteindelijk toch wat te eenvormig. Uiteindelijk mis ik hier de geniale riffs en ophitsende breaks, of gevatte melodieën. Ook Damian Marley – of noem hem Damian Robert Nesta “Jr. Gong” Marley – is niet heel opvallend met z’n reggae-show met een hoop nummers van z’n vader (hij was de jongste zoon, hij was twee jaar oud toen vader Bob overleed). Voor liefhebbers van het genre vast niet te versmaden, voor ons aanleiding om uitgebreid het gras buiten de tent te gaan inspecteren. Niks mis met zo’n muziekje op de achtergrond, maar eigenlijk wil je meer. Zo zijn er gelukkig ook echte verrassingen op het festival. The Gaslamp Killer Experience brengt een opvallend geniale show, terwijl hij in mijn gedachte toch vooral een standaard DJ is (ja ’s avonds zou hij gaan DJ-en met Jameszoo, al heb ik dat verder niet gezien). Nee, hij heeft hier iets van tien exotische bandleden meegenomen, het Londens muzikanten collectief The Heliocentrics, die eigenlijk de hele show dragen met blazers, beats en violen, terwijl William Bensussen zelf in Oosterse kledij achter zijn tafel met knoppen en draaitafels vooral scratcht en samples toevoegt. Bensussen vuurt als een dirigent zijn bandleden aan, zoals Kyteman dat ook wel doet. Het is een fijne mix van elektronica en orkestrale jazz of Westcoast, soms met een Afrikaans of Oosters tintje, maar het voelt soms ook echt proggy. Het doet me dan soms denken aan Jaga Jazzist, maar het heeft soms ook dat eigenwijze van die rare progressieve Franse band Magma. Tegen het einde wordt er nog even lekker doorgejamd in een flink dansende tent en daarmee is dat uurtje snel voorbij. Altijd een goed teken vind ik. Alabama Shakes was ook een zekerheidje op voorhand dacht ik, met die geweldige soulstem van zangeres Brittany Howard, maar de band heeft moeite om hier de tent te vullen met goed geluid. Het is wat schel, wat schreeuwerig, en niet vol en warm genoeg zoals ik dat een paar jaar geleden wel ondervond in de kleinere tent op Rock Werchter. Misschien is het een stapje te hoog vandaag, misschien ligt het aan de geluidsmix, maar het komt niet helemaal uit de verf vandaag, hoe hard Howard het ook probeert. Ze doet er alles aan, is theatraler dan ooit lijkt het wel (met haar blond geverfde hanekam ook), en het is best wel weer goed, maar het plaatje is niet compleet vandaag. De goede nummers op de plaat voelen hier juist opvallend alledaags. Terug in de Teddy Widder-tent blijkt het Australische The Cat Empire ook een aardige feestband te hebben meegenomen, net zoals The Gaslamp Killer eerder. Hitje “Brighter Than Gold” knalt er gelijk goed en en daarna is het een gewonnen zaak voor de band met hun Spaanse rumba- / salsa-achtige dans- en funkmuziek, met fijne trompetten- en percussiebattles, en veel ruimte voor andere instrumentale onderbrekingen met zelfs (net als bij The Gaslamp Killer) een ouderwets potje scratchen. De band heeft het hier in voor elkaar, de tent feest en danst, enthousiast tot en met. Dan is Róisín Murphy (ooit een deel van het dancepopduo Moloko) natuurlijk veel meer verantwoord, zeker voor de hipsters van – pak ‘m beet – Vogue. De modeliefhebbers kunnen in elk geval hun hart ophalen met de vele leuke verkleedpartijtjes van de zangeres op het podium. Ook zien we nu het LED-scherm achter het podium gebruikt worden, waardoor er dus visueel genoeg te zien is. Toch vind ik het optreden wat mat, de tent is ook matig gevuld, het glijdt allemaal een beetje langs me heen. De elektronische dance is zwoel en wellicht sensueel, maar het spettert eigenlijk niet echt. Weinig opzienbarend dus, al vond 3voor12 dit het hoogtepunt van het festival. Joost mag weten waarom. Zoals ik al schreef: voor ieder wat wils blijkbaar. Zo was het Zweedse Goat al een hoogtepuntje op voorhand na dat geweldige optreden op Lowlands, en ook hier gaat het dak er af in de kleine tent. De psychedelische bezwerende muziek met tribale basis is opzwepend als een malle. Dat komt zeker ook door de twee trommelaars die gedurende het hele optreden de boel extra opzwepen, maar ook de bassist weet verslavende funky baslijntjes spelen. Zoals altijd zijn ze verkleed met exotische kleren en maskers, en dat levert een mooi visueel beeld op. De twee zangeressen (zijn ze nu echt beter gaan zingen in de loop van de tijd?), zwepen de boel mooi op en maken veel gebruik van dat extra stukje punt-podium in het midden, zodat ze bijna in het publiek lijken te staan. Voodoo-dance om je vingers bij af te likken. Om je in een trance te krijgen. En dat lukt ze wederom, want dat uurtje leek zomaar ineens in tien minuten voorbij. Gelukkig kunnen we dan nog op tijd naar Iggy Pop, die – voor de verandering – gewoon alle oude hits aan het begin van de set op een enthousiaste en goed gevulde Hotot-tent afvuurt. Klassiekers als “No Fun” en “I Wanna Be Your Dog” (origineel nummers met The Stooges), “The Passenger” en “Lust For Life” komen als eerste langs, hoewel de rest van de set ook prima overeind blijft inclusief wat mindere knallers. De Amerikaan, echte naam James Newell Osterberg overigens, blijft intrigeren, is inmiddels 68, maar gaat in deze vorm nog rustig twintig jaar door zo lijkt het. Niet te stoppen.
Alle foto’s: dag 2
Pingback: Gezien: Down The Rabbit Hole 2015 – vrijdag | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Down The Rabbit Hole 2015 – zondag | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Eindhoven Psych Lab 2016 – zaterdag | t-beest's blog