Het is toch een beetje een luxe-probleem, zo’n fijne popzaal als Doornroosje dichtbij. Er staan wel vaker fijne bands bedoel ik, en die komen dan ook wel eens terug. Natuurlijk. Prima bands nodig je vaker uit, en zeker Doornroosje is bewust bezig om kleine bands rustig door te laten groeien van het podium in Merleyn of op het Valkhof Festival naar de paarse zaal in Doornroosje zelf, en als de band het heel goed doet kunnen ze mooi verder groeien naar de grote rode zaal of zelfs De Vereeniging. Waar het me om gaat is dat er ook fijne bands zijn die ik niet elke keer hoef te zien blijkbaar. Dat zelfs Doornroosje dan moeite heeft mij over de streep te trekken. Even uit mijn hoofd heb je dus bands als Katzenjammer, Gojira, Kadavar, Graveyard en Balthazar die er dit jaar staan of stonden. Had ik die nog nooit eerder gezien dan was dat een no-brainer, maar je kunt niet alles steeds weer blijven aflopen, en die behoefte heb ik ook niet altijd (meer). Dat vindt mijn portemonnee en agenda ook trouwens. Het Canadese trio METZ had ik ook twee keer eerder gezien, maar toch. Ja, toch ga ik weer. Als je d’r dan toch zin in hebt moet je het doen. Een last minute beslissing…
Maar het was dan ook best wel goed en stevig, dat korte optreden begin 2013 in Merleyn. Volgens mij een van de kortste optredens die ik ooit heb gezien in het clubcircuit, maar wel een erg vette dus. Het debuutalbum was net uit, en meer materiaal om te spelen hadden ze blijkbaar ook nog niet. Merleyn stond niet afgeladen vol in mijn herinnering, maar nu staan ze wel mooi in de wat grotere rode zaal van Doornroosje zelf, waar het gezellig vol is. METZ werkt zich een behoorlijke slag in de rondte met iets van 400 optredens gedurende 2 jaar, aldus de beschrijving. En dat is er wel aan af te zien. Inmiddels ligt er een tweede worp van een album, simpel genaamd II. En dat smaakte eigenlijk ook wel weer naar meer. Zoiets wil je best wel eens op niveau horen. Live, hard, en ruig raggend. Zo vlak voor je. En dus ging ik…
In het voorprogramma een oude bekende. Het Engelse Crows had ik al een keer zien optreden vorig jaar tijdens de eerste editie van het Eindhoven Psych Lab. Of twee keer eigenlijk. Die tweede keer was als vervanging van Teeth of the Sea, die toen panne had met hun busje. Toevallig mocht de band afgelopen weekend ook weer invallen, dit keer als vervanging van Girl Band op Let’s Get Lost in Zwolle. Ach ja, daar stond METZ officieel op het affiche, dus Crows was toch vast in de buurt. Toen in Eindhoven was het de eerste keer buiten de UK als ik het goed hebt, maar dat maakt verder weinig uit. Crows maakt zoiets als donkere garagepsych met een licht post-punk randje, zeker als zanger James Cox af en toe met z’n stem wat lager gaat en dan een beetje klinkt als Ian Curtis. Zijn lichte ADHD gedrag kun je ook zien als iemand die zich voor de volle 100% inzet. Hij komt ook nog even twee keer de zaal in, in tegenstelling tot METZ waar je dat ook nog ergens zou verwachten (maar ja, die spelen graag in het donker, dus treden misschien niet zo graag op de voorgrond). Mooie poses ook bij de microfoon van de zanger. Muzikaal bevalt het me wat beter dan op het Eindhoven Psych Lab, maar daar val je ook minder snel op tussen al die goede bands. Het blijft binnen een nummer wel wat vaak hangen in hetzelfde tempo en ritme, ook al is dat ook weer niet heel gek als je ergens refereert naar psychedelische muziek, daar zit wel vaker herhaling in. Uiteraard buzzt en fuzz de gitaar lekker in het rond met een hoop delay, reverb, of hoe je het ook wilt noemen. Crows zoekt wel naar wat interessante melodielijnen, het is meer song gericht dan Metz – zeker in de zang, maar het blijft wat hangen in dezelfde structuren.
METZ compenseert dat met felheid en gejaagdheid, met veel strakkere en catchy riffs. Het is knoeperthard (oordopjes alert) en smakt recht in je gezicht. Het ragt nog wel wat eenvormig door en daar ligt ook wel hun achilleshiel. Die dynamiek is er wel, en ook de geniale breaks, maar lucht om te ademen krijg je niet. Toch voelt het kleine uurtje net niet te lang. Een precisiebombardement aan geluid, niet lullen maar spelen, zo hard en opgefokt mogelijk. METZ speelt zich het snot voor de ogen, puntig en messcherp. Het trio is dus fantastisch op elkaar ingespeeld en mist geen enkele noot. De drummer legt het drumstel op de pijnbank op een flamboyante manier, en de bassist zie je geen fout maken. Stoer ventje ook. Zanger Alex Edkins heeft wat langere haren sinds de laatste keren dat ik de band zag (naast Merleyn later dat jaar ook nog op het Zomerparkfeest in Venlo), en er zitten ook een paar extra kilootjes aan zo te zien, maar dat weerhoudt hem er niet van om weer intensief te spelen en te zweten, en in z’n kenmerkende ‘rock ’n roll’-pose hard in zijn microfoon te blaffen. Dat komt goed aan, mede ook dankzij de uitstekende mix. Waar ik in Merleyn juist te veel bas om de oren kreeg is het hier veel meer in balans. En dan kneiterhard. M’n doppen houden met moeite een aantal decibellen tegen, maar zo klinkt het fijn. Dat METZ dan weinig interactie heeft met het publiek doet er weinig toe. Meer dan een ‘hallo, hoe is het’ kan er bijna niet vanaf. En de zanger vraagt of het licht wat minder kan op het podium, maar de lichtman (of -vrouw) hoort het blijkbaar niet want er verandert niet veel. Dus vanavond geen simpele lichtshow van twee bouwlampen achter op het podium zoals in Merleyn, maar een gewone lichtshow. Wat geeft het. Van de twee albums komen een zooi goed raggende nummers voorbij, terwijl het nieuwe “Eraser” (van album III?) er ook goed in hakt. Dat Bleach van Nirvana een van de genoemde invloeden is, is bij vlagen goed te horen, al is dit natuurlijk veel ruiger dan de grunge van weleer. Je hebt een doekje nodig om het bloeden uit je oren te stelpen. Tegen het einde kolkt het in de zaal ook meer, zeker met een fijn opruiend “Wasted”, “I.O.U” en “Wet Blanket” op het einde, al mag ik ook het stoempende “Acetate” uit het begin niet vergeten met een hoofdrol voor die vet zoemende bas. En ook vanavond geen toegift van de drie heren. Maar dat hoeft ook niet. We liggen al zalig murw gebeukt in een hoekje. Lekker, maar voorlopig hebben we ook wel weer even voldoende slaag gehad.