Tja. Wat moet ik dan nog over Steven Wilson vertellen? Vorig jaar zag ik ‘m nog in de grote zaal van TivoliVredenburg in Utrecht, in 2013 deed hij mijn eigen Nijmegen aan in concertgebouw De Vereeniging en daarvoor zag ik ‘m ook al eens in 013. En daar zag ik ‘m ook met Porcupine Tree trouwens (in 2008 dacht ik) waarvan opnames werden gemaakt die later op DVD/blu-Ray verschenen. Briljant. Mijn adoratie voor Wilson (en destijds Porcupine Tree dus) ontstond vooral rond Fear of a Blank Planet uit 2007, maar er is weinig meer vernomen van de groep na het album The Incident uit 2009 (grotendeels ook niet het meest spannende album van Wilson en co. vind ik) plus aanvullende tour. Is dat erg? Dat is inmiddels de vraag ja. Wilson is terug in 013 in Tilburg vanavond (nou ja, vorige week woensdag dan, ik ben niet meer de snelste) als soloartiest. Maar wel weer, zoals altijd, met fantastische muzikanten om zich heen.
013 is groter geworden na de verbouwing vorig jaar en het is de eerste keer dat ik in de nieuwe grote zaal sta. Het podium is – pak ‘m beet – 30 meter naar achteren geschoven waardoor het nu veel meer aanvoelt als een grote hal. Ik vind het minder knus geworden, maar heeft wel weer meer sfeer dan een HMH. De zaal is verder niet heel anders, de balkons zijn wat uitgerekt langs de zijkant, maar de trappen achterin zijn gebleven. Nu sta je dus wel ineens een stuk verder weg van het podium als je daar wilt staan – normaal was dat een prima plek en kon je alles prima zien – en dat is jammer eigenlijk. 013 is net iets te groot geworden naar mijn smaak, maar voor 013 is het vast een bewuste keuze geweest om grotere artiesten te kunnen herbergen (en eh… meer publiek dus) en een groter (vlak) oppervlak te hebben voor dansavonden. Neem ik aan. Ik werk er niet, dus ik weet het niet precies. De ingang van 013 ligt nu een heel stuk naar links, tot onder de parkeergarage en de gang naar de grote zaal is dan wat langer en wat smal, zeker na afloop als je met z’n allen naar buiten wilt wurmen is dat wat onhandig, zeker als je dan ook nog te maken hebt met een hoop volk die in de rij staat voor de merchandise in diezelfde gang. Mja, die aanlooproute is niet heel ruim dus. Minpuntje, maar goed. De bars aan de zijkanten in de zaal zelf zijn groter geworden, maar veel zal ik er niet gebruik van maken. Ben ook met de auto. En ik sta rond 19:15 strak in het midden voor het podium. Rijtje 8 ongeveer. En daar moet ik nog wel even blijven staan. Mooie plek. Vet geluid. Heel vet geluid zelf. Helder, scherp, uitgelanceerd. Perfect.
En jawel, niet veel later dan 20:15, verschijnen op het scherm achter de band – nou ja de band is er nog niet – twee duiven achter een tralie, en beelden uit een typische achterstandswijk zou je zeggen, althans een wijk met van die bijzonder oninteressante grijze grote flats. Uiteindelijk blijft het hangen op een frontaanzicht van een van die massastapelblokkenflats. De lichten in de kamers gaan aan en uit. Het gaat schemeren, het wordt donker, en de flat krijgt grappig genoeg meer meer warmte. “First Regret” klinkt van het Hand. Cannot. Erase.–album van vorig jaar. Niet geheel verwonderlijk ook, want het album wordt helemaal gespeeld, zoveel was al wel bekend. En dan echt helemaal dus, in Utrecht vorig jaar werd er hier en daar nog wat weggelaten en werd er nog het e.e.a. tussendoor gespeeld. Nu wordt het hele album integraal gespeeld. Hoewel ik dat Wilson nog niet eerder heb zien doen zo, is het wel logisch, want hij giet zijn albums graag in een bepaald concept (waarom zou je het dan ook niet als geheel brengen dus). Hij vertelt daarover ook later in de eerste (lange) toegift, waarin hij ook het e.e.a. van 4½ speelt, een album (officieel een EP) met (vooral) nummers die niet op dat vorige album verschenen. Omdat ze niet in dat concept pasten. Niet dat ze slecht waren dus, nee het waren geen ‘left-overs’, aldus Wilson. Het zijn goede nummers. En als de meester het zegt…
Maar goed, even terug in de avond naar Hand. Cannot. Erase. dus, het beste album van vorig jaar vond ik, al staan er ook hier weer een aantal te softe of weeïge passages op vind ik, maar driekwart is toch echt wel subliem, en in 013 gewoon briljant uitgevoerd live en dat is bijna geen verrassing (meer). Toch is het ook niet vanzelfsprekend dat je met een integrale uitvoering van je nieuwe album je publiek zo kunt blijven boeien, normaal willen ze graag oudjes horen (Wilson refereert er vanavond ook nog eens aan), des te knapper dat je met alleen nieuw materiaal kunt imponeren.
We beginnen met “First Regret” dus (hier nog een opname eind vorig jaar van dit beginstuk) ondersteund door toetsenist Adam Holzman in z’n eentje in het begin. Geen Guthrie Govan op gitaar en Marco Minnemann op drums vanavond in 013, vast nog actief met hun eigen band The Aristocrats. Maar Wilson neemt nooit halfbakken koekenbakkers mee, laat dat maar aan hem over. Gitarist David Kilminster (geen zoon van Lemmy trouwens zoals ik ergens las, dat schijf je ook als Kilmister) ontvouwt zich als een zeer degelijke gitarist, die zijn partijen ogenschijnlijk met gemak speelt en technisch duidelijk zeer capabel is. Kilminster speelde eerder met Roger Waters, o.a. ook tijdens The Wall-tour waar hij “Comfortably Numb” op de muur speelde (zie hier bijvoorbeeld). Govan leek moeilijk te vervangen, maar Kilminster maakt gewoon ook indruk vanavond. Craig Blundell vervangt Minnemann op drums, en dat doet hij aardig. Het is iets meer een ‘fighter than a lover’ denk ik ergens vanavond, hij ‘vecht’ wat meer met de drums, meer een hakker dan een subtiele streler. Zoiets. Al speelt hij zijn technische stukken goed en degelijk, maar met minder gevoel dan een Minnemann of – vooral – Gavin Harrison, mijn drumheld van Porcupine Tree. Maar goed, die is vooral bezig op dit moment met het touren met King Crimson.
We zitten dus nog aan het begin van Hand. Cannot. Erase. en zien een vrouw in beeld die door de buurt loopt. Uiteraard is het een trieste buurt. Maar door de stijl van filmen lijkt het nog heel wat. De muziek er bij geeft het altijd een bepaald sfeertje. De dame heeft een “Love Will Tear Us Apart”-shirtje aan en veel verder in het concert zien we de dame terug, maar dan ook met een – wederom Joy Division – shirt van Unknown Pleasures. ‘Wat heeft Wilson met Joy Division?’, vraag ik me ineens af. Geen idee.
Wilson draagt zelf vanavond een zwart ‘( open – your state of mind’-shirt en loopt blootsvoets over het podium, zoals altijd. Basheld Nick Beggs speelt vandaag zonder zonnebril of haar in twee staartjes. Wilson noemt vandaag ook tijdens het voorstelrondje hoeveel instrumenten hij wel niet beheerst. Naast de bas en de Chapman Stick, speelt hij vanavond ook op toetsen, zingt hij, en hij speelt ergens ook een stuk op een gitaar. Wat een klasbak. Wilson grapt verder dat Beggs voor zijn oude band Kajagoogoo nog een andere band had, die zoiets speelde als postpunknewwave (als ik dat goed heb onthouden). Geen idee waar Wilson hier naar refereert, Kajagoogoo ontstond ooit uit de band Art Nouveau en hij had in die tijd ook nog een band genaamd The Handstands. Goed spul aldus Wilson, Beggs moest maar eens wat gaan doen met dat materiaal. ‘Nee, ik ga er geen surround mix van maken’, roept hij lachend.
Wilson heeft sowieso een goed humeur. Hij noemt ook nog even dat het fijn is dat er voor de verandering op de eerste rij geen ouwe gasten staan met King Crimson-shirts, nee, hij heeft ook liever vrouwen met zijn eigen shirts aan staan daar. Later in het optreden heeft hij het weer over die vrouwen daar. ‘Ja, ook die vrouw op de tweede rij. Wat? Is dat je dochter? Niet te geloven. Is je partner er ook? Oh, is hij dat? Och, ik had gedacht dat het een soort Brad Pitt zou zijn. No offense.’, waarna iemand een BH of onderbroek op het podium gooit. Grappig, dat heb ik eerder gezien bij een concert van Wilson. Kilminster en Beggs stuiven er op af en Beggs stopt het in z’n achterzak, waar het de rest van het optreden blijft zitten.
“3 Years Older” klinkt retevet in de zaal. Ik hou vooral van die scherp aangezette riffs en de meer ingewikkelde maatsoorten, of noem het proggy stukken, en je voelt de opwinding in de zaal. Dit is goed, en veel minder gaat het niet worden. Denk je. Titelnummer “Hand Cannot Erase” vind ik dan juist wat minder opvallend en ook “Perfect Life” vind ik zo’n voorbeeld van een wat weeïge melodie, maar het is ook maar net waar je van houdt. Het is maar wat je (in)pakt.
‘Veel songs zijn eigenlijk melancholisch’, aldus Wilson tijdens de introductie voor het volgende nummer, ’terwijl wij toch best wel happy guys zijn. Having a good time.’ Het bewijs dat Wilson met zijn rustige melodieuze nummers soms wel de juiste snaar weet te raken volgt met het prachtige “Routine”, overigens gespeeld zonder de Israëlische zangeres Ninet Tayeb, omdat die verplichtingen elders heeft. Jammer eigenlijk, ze was er wel bij op sommige andere plaatsen tijdens deze tour in Europa, waarbij ze o.a. ook meezong op “Ancestral”, en “Don’t Hate Me”. Nee, ze komt van een bandje, zo vertelt Wilson. ‘Ik geef het tenminste toe.’ Da’s ook niet raar zeg, bedenk ik me. Dacht je dat het niet op zou vallen. Duh. Ook bij het vorige nummer werd volgens mij een bandje gebruikt, of noem het een laptop. Je zou zeggen dat Wilson dat helemaal niet nodig heeft, maar als het daarmee de juiste verdieping geeft, of als het anders niet in de juiste vorm te spelen is live, waarom dan niet? “Routine” zorgt in elk geval voor een flinke brok in keel, en het helpt dan ook dat de (poppen)animatie op de achtergrond zo fantastisch mooi en indrukwekkend is. ‘Father and two sons killed’, lees ik ineens in een krantenartikel in deze animatie. Dat was me eerder niet eens opgevallen. Ik realiseer me dan pas waar het nummer echt over gaat, terwijl ik het toch vaker heb gezien (ik luister sowieso heel slecht naar teksten). Heb ik dat nu altijd gemist? De routine die de vrouw zoekt in het huishouden. Als houvast. Terwijl de wereld ingestort is. Bloed op de afwas. Een indrukwekkende kreet van wanhoop golft mee op de apotheose van de muziek. Wow. Hoogtepunt van de avond voor mij dit keer.
Tijdens “Home Invasion” en het spacy “Regret #9” worden alle registers opengetrokken, waarin met name Holzman en Kilminster fantastische solo’s spelen en je zo lekker in een achtbaan wordt gegooid van emoties. Geen kaal technisch gefreak, dit is echt in dienst van de muziek. Ook “Ancestral”, het langste nummer van de plaat, maakt weer indruk. Vanaf de eerste triphop-achtige beats klinkt het als een klok, via een redelijk standaard tussenstuk geweldig opgebouwd naar die goed geplaatste dikke progmetal-achtige gitaarriffs in het laatste stuk. Heel vet vind ik dat dus, die dynamiek in songs, soft naar hard. “Happy Returns” met “Ascendant Here On…” voelt dan als een lange outtro en dat is het natuurlijk ook, terug naar het begin en ook dezelfde beelden, waarbij Holzman weer alleen overblijft.
Na een pauze van een kwartier of zo volgt het tweede stuk van het lange optreden vanavond, waarbij “Dark Matter” wordt ingezet, een Porcupine Tree-nummer van Signify uit 1996. Aardig, maar niet briljant vind ik. In Groningen een dag later wordt daar opvallend genoeg “Drag Ropes” gespeeld van Storm Corrosion, zijn samenwerking met Opeth-frontman Mikael Åkerfeldt. Bijzonder overigens dat Wilson behendig vermijdt te noemen dat dit Porcupine Tree songs zijn, hij noemt de bandnaam de hele avond niet, maar speelt daar wel van. Geef ‘m eens ongelijk, het meeste materiaal heeft hij ook helemaal zelf geschreven en in die zin was het altijd al een beetje een solo-onderneming. Is hij er zelf een beetje klaar mee? Dan “Harmony Korine” (van Insurgentes uit 2008), waarvan hij zelf zegt dat die al een tijdje niet is gespeeld. Voor het laatst op 15 januari trouwens, dus een tikkeltje overdreven. Heel gaaf om het te horen in deze majestueuze uitvoering. “My Book of Regrets” is het eerste nummer van dat tussenalbum 4½. Echt heel aardig, maar is in dit geweld zelfs een beetje opvallend onopvallend. “Index” van Grace for Drowning uit 2011 knalt dan goed en valt ook goed bij het publiek dat zich steeds meer roert, maar dat kan ook aan het bier liggen. We staan er ook al een tijdje. “Lazarus” (ook als 5.1 audio bonus op de blu-ray van 4½ overigens) wordt door Wilson opgedragen aan David Bowie. Dit is een Porcupine Tree-song van Deadwing uit 2005, niet al te geweldig vind ik zelf (ik hou niet van die wat zoetige pop dus). Uiteraard had Bowie ook op zijn laatste album een (gaaf) nummer “Lazarus” en toevallig of niet gaat de versie van Wilson over David, zo vertelt hij in 013. Spooky. Jammer eigenlijk dat niet “Space Oddity” van Bowie wordt gespeeld want die staat wel vaker op de setlist (hier bijvoorbeeld een video), gezongen met Ninet Tayeb. Maar ja, die is er niet, en ik kan me voorstellen dat je ook niet elke avond exact hetzelfde wilt doen.
“Don’t Hate Me” van Porcupine Tree (Stupid Dream, 1999) staat ook op 4½ in een nieuwe uitvoering met Ninet Tayeb als ik me niet vergis. Hier gaat ergens in de show een doorschijnend doek omlaag voor de band, zodat daar ook wat video’s op kunnen worden vertoond en de band er achter te zien is. Het trucje kennen we nu wel ondertussen, en ik vind het eigenlijk te weinig toevoegen, zeker ook omdat ook achter de band het grote LED-scherm gewoon blijft uitzenden ook. Nou goed. “Vermillioncore” is dan een ander hoogtepunt van de avond, zeker als nieuw nummer, en zeker ook vanwege het zo lekker smerig funky bassende werk van Beggs, die hier echt de ruimte krijg om te excelleren. Het hele instrumentale stuk hier is zeer smaakvol en lekker proggy. “Sleep Together” is de lekkere meezinger als prima afsluiter van de set. En daar had het van mij ook nog best bij mogen blijven, maar de band komt nog een keer terug. “The Sound of Muzak” is weer een oudje van Porcupine Tree (In Absentia, 2002), toch weer geweldig ook. “The Raven That Refused to Sing” is de beste song die hij gemaakt heeft, al zegt ie het zelf vanavond, maar ik vind het weer net iets tegenvallen. Het trekt me niet helemaal mee, ondanks die gave animatie die er bij hoort. De live-uitvoering is ook wat kaal zonder het fluitwerk van Theo Travis. Hadden ze dat er ook niet bij kunnen stoppen vanaf een bandje? Maar wat zijn we dan ook verwend met bijna drie uur livemuziek. Ongekend is dat toch, alleen Opeth heb ik dat zien doen vorig jaar tijdens hun jubileumtour en – vooruit – een band als Motorpsycho schudt lange avonden ook altijd makkelijk uit de mouw.
Ondanks die paar onvermijdelijke weeïge nummers of zoete refreintjes is Wilson + band vanavond verder perfectie van de hoogste orde, met een fantastisch helder en uitgebalanceerd geluid in het nieuwe 013, met een geweldige synergie tussen de bandleden, en bovendien zeer strak gespeeld. Concert van het jaar? Zou kunnen. Het zal in elk geval moeilijk worden om hier nog overheen te komen. En wie heeft het nog over Porcupine Tree na vanavond trouwens?
Meer compact camera pics: hier.
Andere getuigenverklaringen: Counter Culture / Pinguin
Pingback: Play: album van de week (6, 2016): Steven Wilson – 4½ | t-beest's blog
Pingback: De 40 beste concerten van 2016 | t-beest's blog