Het Portugese Sinistro was voor mij een van de hoogtepunten van het Roadburn-festival, dus die wilde ik graag nog een keer zien. Ze hebben dit jaar ook wel een geweldige plaat uitgebracht (Semente). Het is te danken aan de fijne boekingen van FortaRock i.s.m. Doornroosje dat die gelegenheid zich al wel heel snel voordeed. Op fietsafstand notabene. Een no-brainer dus. De band support in Merleyn de Amerikaanse band SubRosa, die een jaar eerder op Roadburn stond en nu voor het eerst uitgebreid op tour gaat in Europa. Op Roadburn vond ik het ook wel een aardige band, dus – voor mij – een heel aardig naprogramma op deze (fijne) zaterdagavond.
Het is wat minder druk in Merleyn dan bij Holy Holy dik een week eerder, maar dat was dan ook uitverkocht, en daar vond ik het voor aanvang echt te druk. Ook nu begint de band wat later dan aangekondigd, maar het is nu wel relaxt in het café en uiteindelijk ook in de zaal. De sfeer is gemoedelijk en fijn, maar dat is wel vaker zo met dit soort publiek. Ik sta achteraf wel wat te veel linksvoor, leuk voor de foto’s, maar het geluid knalt wat over me heen en de bassen knallen wat hard van het podium, maar ik weet dus niet of dat in de zaal beter is. Bij SubRosa ga ik toch maar iets meer in het midden staan met iets minder zicht maar toch wel beter geluid. Zangeres Patrícia Andrade van Sinistro, sinds 2013 bij de band, is in het begin niet heel duidelijk te horen, maar gelukkig draait alles wel wat bij gedurende het optreden van – pak ‘m beet – drie kwartier en iets van vijf lange nummers. Andrade is toch echt de blikvangster van de band, en ook wel de oorzaak dat deze band extra bijzonder is. Toch is er ook weinig aan de hand met de doom- en postmetal van de rest van de band. Doom kan in mijn beleving nogal saai worden als de lompe riffs wel heel lang op de herhaling gaan, maar hier zit veel meer finesse in, er wordt smakelijk geschakeld tussen ingetogen/subtiel en lomp, en naast de lompe riffs weten de gitaren ook smakelijk te shredden op prostrock/metal-stand. Maar het is dus de zangeres die er een nog een extra interessante laag overheen gooit. Haar Portugese zang geeft het geheel een fado-tintje, zeker ook met de emotie en expressie die ze hier tentoonspreid. Heerlijke tegenstellingen en afwisseling, zowel in de gesproken teksten of uitbundige zang, maar vooral ook de staccato bewegingen, op de maat van de muziek. Opvallend genoeg doet ze dat dan niet in alle majestueuze doom-uitspattingen, maar staat ze ook wel eens stokstijf op het podium, terwijl de rest van de bandleden hun hoofden eraf headbangen. Bijzonder contrast. Andrade doseert het en geef zich bij momenten helemaal. Samen met de fantastische visuals op de achtergrond (ook te zien bij de videoclips, check “Partida” en “Reliquia“) geeft het geheel een bijzondere kunstzinnige uitstraling. En dan wel met een donker – of eh – sinister randje, waarbij Andrade je zowel sensueel lokt met haar gefluister, of je juist uitbundig meetrekt in een vervreemdende donkere ruimte. Ook hier is haar zang op een enkel moment net niet precies op de juiste toon, maar grotendeels wel, dus dat stoort nauwelijks. Samen met de uitstekende band wordt hier een fantastische sfeer neergezet waar ik sinds Roadburn van onder de indruk ben. Doom met ongenadig veel emotie. Zo kan het dus ook. Dat het publiek het voor mijn gevoel wat gelaten ondergaat zegt misschien niet direct iets over hoe het echt valt. Dit soort publiek wil ook nog wel eens gewoon intens genieten zonder dat luidruchtig kenbaar te maken. Ik was weer onder de indruk in elk geval, en hoop Sinistro nog gauw weer eens tegen te komen, desnoods met een eigen grote show. Dan mogen ze van mij ook wel weer “Fragmento” spelen (wel op Roadburn, net als “Estrada”), maar je kunt niet altijd alles hebben.
Daarna komt SubRosa (Salt Lake City) iets lastiger op gang voor mijn gevoel, het valt me ook op hoe de zangeres en violiste op rechts (voor de kijkers) er wat gespannen bij staan, maar het kan ook opperste concentratie zijn. De bassist, de drummer en violiste op links lijken het allemaal wat relaxter te ondergaan. Rebecca Vernon zingt aardig, zeker in dit genre (en de koortjes met de andere dames zijn ook fijn) maar haar zang wringt hier en daar ook soms wat, maar dat past ergens ook wel weer bij deze muziek. Haar gitaarspel excelleert vooral in de hardere stukken, net als de hele band eigenlijk. De wat rustigere stukken zijn niet zo interessant als van het voorprogramma bijvoorbeeld. De massieve doom-structuren – soms ook meer uptempo trouwens – komen daarentegen lekker uit de verf, zeker gedurende de laatst helft van het optreden, wanneer het publiek zich ook iets meer gaat roeren en er toch nog een toegift komt op verzoek van de drummer, die de dames weer terug op het podium haalt. Het lijkt een spontane actie en het publiek kan dat waarderen. De laatste nummers zijn ook de lekkerste in mijn beleving. Met name de violen geven de bijzondere twist aan deze band, die zowel onheilspellend of zalvend kunnen klinken, maar ook het baswerk is prima verzorgd. SubRosa sleept me dan toch ook goed mee in hun groteske doom met een portie folk.
Jazeker. De donkere wolken waren uitermate fijn vanavond.
Alle foto’s hier.
Pingback: Gezien: Roadburn 2017 – donderdag | t-beest's blog
Pingback: Roadburn 2017 - Napret | File Under: New Music
Pingback: Album van de week (2, 2018): Sinistro – Sangue Cássia | t-beest's blog