Gezien: Level 42, Doornroosje, Nijmegen

dsc07232Natuurlijk is het een gimmick om na een jaartje of 25 nog eens een keer naar Level 42 te gaan. Een guilty pleasure. Jawel, in die tijd was ik een puber met top 40-smaak en was bassist Mark King een van mijn helden. Sterker nog, was het niet in 1988 of zo dat ik mijn eerste serieuze concert zag van Level 42 in de Rijnhal in Arnhem? Of was dat (och jee) Michael Jackson in de Kuip, met Kim Wilde in het voorprogramma? Het maakt niet uit. We hebben allemaal onze jeugdzonden, en ach, als die helden van vroeger op vijf minuten fietsafstand spelen… Waarom niet? Eens kijken wat ze nog kunnen.

Cultureel verantwoord zal het niet meer zijn, maar wel geinig om de band na zoveel jaar nog eens te zien dus. ‘Bestaan ze nog?’, krijg je nog wel eens te horen. Jazeker. En ze spelen best nog wel regelmatig in Nederland. In 1994 stopte de band trouwens, maar sinds 2001 zijn ze gewoon weer actief, al teren (en touren) ze nog wel behoorlijk op hun oude successen. Veel nieuw materiaal hebben ze recent ook niet uitgebracht. Laatste wapenfeiten waren Retroglide (2006) en de EP Sirens (2013), waarvan hier nog een aardige review van Written in Music (grappig onder soul/hiphop geplaatst overigens). Van Sirens komt “Build Myself a Rocket” langs vanavond, en van Retroglide helemaal niks geloof ik. Nee, Level 42 weet ook wel dat het publiek voor die oude kneiters komt, en dus spelen ze vooral spul dat gemiddeld al 20-30 jaar oud is. Wat geeft het. Vanavond ontdek ik maar weer eens dat juist die hele oude albums de lekkerste nummers opleveren, terwijl de grootste hits “Running in the Family” en “Lessons in Love” (Mike Lindup lijkt het hier een octaafje lager te zingen) na een enthousiast onthaal (natuurlijk) een beetje doodslaan als bierschuim in vettig glas. Daar zit weinig achter. Die nummers zijn toch wel wat te glad ook, te grijs gedraaid, vergane glorie, en de band heeft die nummers ook wel een beetje te vaak gespeeld, zo lijkt het. Naast deze fletse versies van die oude hits klinken veel andere nummers wel degelijk prima, met hele goede funky instrumentale tussenstukken, extra opgeleukt met een trio blazers op de achtergrond, die zo af en toe ook op het podium rondmarcheren. Mark King is goedlachs vanavond (heeft net zoals vroeger lichtjes in de hals van zijn basgitaar, maar vliegt niet meer rond boven het podium zoals vroeger in de toegift). Volgens mij meent hij het ook echt, spreekt een paar woorden Nederlands (hij was ook twee keer getrouwd met een Nederlandse), en is nog steeds fenomenaal op bas met zijn wereldberoemde ‘slap’-techniek. Natuurlijk is hij ook ouder, zijn gezicht is wat meer getekend, zijn buikje een paar pondjes groter, maar zijn Engelse maatpak staat hem goed. Hij doet gedistingeerd maar vrolijk zijn werk. Mike Lindup, toetsenist met die hoge stem, kijkt de eerste driekwart van het concert gewoon een beetje moeilijk. Hij lijkt het vooral als wat vermoeiend werk te zien. Waar is zijn guitige blik en lach toch gebleven? Het komt er uiteindelijk wel een beetje, nadat hij ook wat meer in schijnwerpers wordt gezet en hij zijn vrolijke danspasjes op het podium mag laten zien, al dan niet met de blazers of samen met gitarist Nathan King. Die gitarist is de jongere broer van Mark King zie ik achteraf, sinds 2001 bij de band, doet redelijk stoïcijns zijn ding vanavond, maar maakt ook wel lol met de blazers op de achtergrond. Beste deel van de avond zit eigenlijk toch achterin de set, als de band los gaat, en de versies langer en feestelijker worden, met extra funk. Het wat nieuwere “Build Myself a Rocket” klinkt hier erg vet, er lopen wat extra bastonen (hadden we aan King niet genoeg?) mee die werkelijk op standje oorlog staan qua volume. Alle veertigers/vijftigers zonder oordoppen krijgen hier gratis een piep in de oren mee. Uitsmijter is dan een vette versie van “Hot Water” (1984) en in de toegift een heerlijke bas-solo waarna direct het eveneens dik swingende “Love Games” (1981) volgt. Hoe ouder, hoe beter, lijkt het vanavond. Van het (vond ik destijds al) matige Staring at the Sun (1988) komt helemaal niks voorbij dacht ik. En zo is de opbouw van de setlist (anderhalf uur, geen voorprogramma) prima, vallen de echte grote megahits wat tegen, maar haalt de band nog het meeste uit die nummers uit de oertijd. Hoewel de zang van King en Lindup niet altijd de juiste hoogte haalt, is het allemaal erg acceptabel, maar vooral als (live-)band klinkt het gewoon nog goed. Met name King steelt de show natuurlijk, samen met die uitstekende en enthousiaste jongere drummer Pete Ray Biggin, geboren in 1980 trouwens, een jaar voor eerste single “Love Games”. Daarmee valt het optreden uiteindelijk totaal niet tegen en dat is best verrassend, maar ik verwachtte dan ook bijzonder weinig van dit concert. Een guilty pleasure blijkt dan uiteindelijk een prima pleasure. Zo verantwoord hoeft het ook allemaal niet te zijn natuurlijk. The King is still alive, haha.

dsc07211

dsc07202

dsc07204

dsc07249

dsc07252

dsc07239

dsc07256

dsc07250

dsc07270

Alle foto’s hier.

Level 42 Setlist Doornroosje, Nijmegen, Netherlands 2016, Sirens II Tour

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s