Het Noorse Shining (niet te verwarren met de Zweedse) volg ik met ruime interesse sinds dat overdonderende optreden op de Voerweg op de-Affaire (tegenwoordig Valkhof festival) in 2010. De heren spelen zoiets als industrial noise/math/jazz-metal, en het woord dat daarbij altijd in mij opkomt is ‘schuimbekkend’. Complex indrukkwekkend in elk geval. Na het baanbrekende ‘Blackjazz’-album uit 2010 zijn we inmiddels al weer bijna toe aan het derde album daarna, en de kleine zaal van Doornroosje staat zaterdagavond gezellig gevuld (zeker niet heel vol) af te wachten wat het voor nieuw spul is. Je weet het met de heren maar nooit. Het wat oudere werk zal toch wel weer aanvoelen als een fijne mokerslag.
Shining zag ik later nog eens in 013 (wat kan jou het schelen, maar dit is mijn geheugensteuntje ook), maar de laatste keer in het oude Doornroosje was in 2011 waarover zanger/gitarist/saxofonist Jørgen Munkeby nog zoiets zegt dat het inderdaad op een andere locatie is, maar hij nog steeds enthousiast over het podium is. Of zoiets. Je weet nooit of ze het echt menen, maar in dit geval geloof ik het wel. De echt laatste keer Shining was in 2014 in TivoliVredenburg als voorprogramma van Devin Townsend. Shining blies Townsend daar toen wel een beetje weg eigenlijk. Dat moet toen al geweest zijn met nieuwelingen Eirik Tovsrud Knutsen op toetsen en Tobias Ørnes Andersen op drums, in plaats van respectievelijk Bernt Moen en Torstein Lofthus (zit of zat ook in Elephant9). Shining wisselt veel van personeel, zo is bassist Tor Egil Kreken sinds 2015 blijkbaar weer vervangen door Ole Vistnes, en zo is alleen gitarist Håkon Sagen nog over van de 2010 bezetting, samen met uiteraard (mede)oprichter Jørgen Munkeby (1999).
Die laatste keer Shining in Doornroosje was met Dead Neanderthals in het voorprogramma, ook al zo’n noise/jazz-achtige act met saxofoon, dus beide bands hebben wel raakvlakken. Saxofonist Otto Kokke van dat duo zien we vanavond weer in het voorprogramma, maar dan in MNMH (voorheen Mannheim). Grappig genoeg zie ik dat Kokke, als ik het goed heb, toen op dezelfde dag (en podium) als Shining optrad in 2010 op de-Affaire, maar toen met Do Not Run We Are Your Friends. Maar dat is inmiddels historie, al is MNMH misschien wel ergens een soort doorstart van die band, al weet ik dat niet helemaal zeker. In vergelijking met de hoofdact van vanavond weet MNHM ook wel die complexe ritmes te creëren en zet het ook de sax in als prominent middel, net als – pak ‘m beet – bands als Zu en Spidergawd overigens. Ik hou er wel van. Bij MNMH vloeit dat ook zo mooi in de geluidsmix; de sax klinkt het ene moment als een extra brommende gitaar, een ander moment lijkt het een sfeervolle synthesizer, of we horen de puffende kreunen van een soort leeglopende superballon. Ik zag het viertal eind vorig jaar nog in Deventer, en toen moest ik nog echt even wennen aan dat nieuwe materiaal. Inmiddels is het wel geland, maar ook de geluidsmix staat hier beter lijkt het, en/of de band speelt het gewoon wat vlotter en vrijer of zo. Het bevalt dus wat beter, ook al ben ik denk ik nog steeds iets meer fan van het Super-Empowered-album, waar ook nog wat van voorbij komt. Ik hou wat meer van de complexe ritmes en puntige overgangen en het fijne riff- en ragwerk. Het nieuwere werk lijkt iets meer op sfeerschetsen en zorgvuldig gelaagde composities, het e.e.a. wordt meer aan elkaar geblazen door Kokke in langgerekte tonen. Wat meer uitgesmeerde suizende post-rock/metal dus misschien dan de dynamische mathematische mokerslagen, maar eigenlijk niet minder lekker. Dat album moet ik toch nog eens vaker opzetten dus.
Shining zet z’n eigen spullen op het podium, en daar hou ik altijd van. Geen sterallures. Sterker nog, ik krijg van Håkon Sagen en Jørgen Munkeby nog een flink stevige klaphand na afloop (dat doet nog een paar minuutjes pijn zelfs) als ze richting de merchandise lopen om daar te signeren en voor de nodige selfies.
Na het lekker lullige intro “In The Year 2525” van Zager & Evans op een bandje, start Shining met twee nieuwe songs “Animal” en ‘Flow”, en dat valt nog niet helemaal mee. De geluidsmix is ronduit flets in het begin zonder stevige punch (de drums zijn wat minder te horen, de toetsen zijn de hele avond wat ondergeschoven en de bas komt ook pas na een aantal nummers op sterkte). De energie op het podium van de band zelf is uitstekend, maar het komt niet helemaal over dus, maar ook de nieuwe nummers zijn nog niet helemaal jofel. Het is niet slecht, maar Shining lijkt de drang om echte songs te maken te hebben doorgetrokken naar de nieuwe plaat. Dat gaat nog steeds wel met een dosis noise en strakheid zoals we van de band kennen, maar de jazz/math-metal is ver(der) te zoeken. Nieuwtje “Hole in the Sky’ (als ik het goed heb) is zelfs een ballad van bijna Eurovisie-songfestival-proporties. Je verwacht het niet, zo zegt Munkeby zelf ook nog ergens. Zo van ‘…en dan nu een wat meer herkenbaar materiaal’, om daarna weer over te schakelen naar ouder materiaal. Dat wordt nog wat dat nieuwe album, maar het is wel te prijzen dat een band op zoek gaat naar nieuwe wegen en zichzelf niet blijft herhalen. Opvallend hoe vaak Munkeby vanavond ook clean probeert te zingen in plaats van het intensere geschreeuw, misschien heeft ie een zangcursus gevolgd, denk ik nog ergens. Ook single “Everything Dies” is zo’n gooi naar een wat melodischer geluid, meer blues/stoner-rock zelfs, en dat is even wennen. Het nummer wordt overigens later in de setlist gespeeld dan de bedoeling was. Oeps, vergeten om het te spelen aldus de frontman, nou goed, dan gauw nog even de gitaar wisselen.
Het publiek gaat wat meer los met de oudere jazzmetal-kneiters, al blijft het nog eerst wat timide met “The Last Stand” en “Last Day” van het International Blackjazz Society-album, maar dat album is ook net iets minder vind ik dan One One One en met name Blackjazz dus, nog steeds een briljante worp van de heren. Die twee platen komen meer aan bod in de tweede helft van de set. “HEALTER SKELTER” is heerlijk, maar het publiek komt pas echt los rond “Fisheye” (Blackjazz) en “I Won’t Forget” (One One One), helemaal afgemaakt met een springend publiek rond “The One Inside” (One One One). Daar ergens vliegt Sagen nog het publiek in met gitaar om het wilde feestje vooraan te vieren, opgenomen met een camera bediend door Munkeby, maar even later ook het publiek in geworpen. Mooi apotheose aldaar, mooi afgerond door het fijne “The Madness and the Damage Done” van het Blackjazz-album en daarmee doorbreekt de band ook een oude traditie van het spelen van King Crimson-cover “21st Century Schizoid Man”, maar ik kan me voorstellen dat je op een gegeven moment ook liever eigen materiaal als uitsmijter kiest. Misschien jammer, maar je kunt niet altijd de perfecte setlist hebben. Zo missen we ook “Exit Sun” waarvan Munkeby aangeeft op het podium dat dat te complex is om te spelen, maar ze hebben dit toch echt tot in 2015 nog live gespeeld. Het maakt niet uit, de tweede helft van de reguliere set is ronduit briljant, hoeveel bands spelen zo bruut en strak. En schuimbekkend.
Toegift “My Church” komt als de zaallichten al weer bijna aan gaan, dus wellicht toch een echte toegift. En een nieuw nummer, dat wel weer heel aardig is, maar weer meer in de lijn ligt van de andere nieuwere nummers; minder schuimbekkende waanzin of complexiteit, meer songgerichte noise. Daarmee geeft Shining in een minuutje of 65-70 duidelijk ook een nieuwe koers aan, maar de combinatie met die oude tegendraadse stoempnummers vind ik toch ook wel essentieel voor het succes vanavond. Of dat nieuwe album dan een beetje gaat (be)vallen moeten we dus afwachten, maar een fijne dosis Shining zit er in elk geval weer in. Dat geeft weer energie voor de komende week.
Pingback: De 50 beste concerten van 2017 | t-beest's blog