
De zaterdag begint eigenlijk nog relatief rustig met de loom voortslepende en uitgerekte zwartgallige (funeral) doom van Bell Witch in de Koepelhal. De hal is nog licht doordat de ramen op rechts niet zijn geblindeerd en dat is eigenlijk jammer, dit soort donkere en tergend depressieve muziek leent zich wel voor een donkere setting, en dan zouden de stokoude zwart-wit video’s op de achtergrond misschien ook wat mooier naar voren komen (al zie ik weinig verband in de verschillende beelden, en regelmatig komen dezelfde passages terug).
De band speelt in iets meer dan 85 minuten het hele Mirror Reaper-album van vorig jaar (met die fantastische hoes), maar dan hebben we het dus over een nummer. Een hele lange zit dus, maar dat maakt het ook wel weer bijzonder. Weinig tijd om je gitaar te stemmen tussendoor in elk geval. Dylan Desmonds speelt alles op zijn grote (bas)gitaar en doet dat technisch best knap. Ik hoor meer dan dat ik hem zie doen in elk geval. Hij wordt ondersteund door de drummer die met grote rake klappen de doom-riffs majestueus aanzet, al gebeurt dat uiteindelijk ook wel heel vaak, zodat een stuk herhaling in het optreden onvermijdelijk is. Toch kan ik aardig in deze sfeer meegaan, je moet het dan ook helemaal ondergaan vind ik voor het beste resultaat. Dat het geluid van de plaat zo live door een duo wordt geproduceerd vind ik verrassend, ik wist dat niet. In het eindstuk komt Erik Moggridge (Aerial Ruin) er nog wel bij voor een stukje zang en doet dat wat beter dan Desmonds, al hoor ik in dit stuk misschien liever alleen die fijn diep gruntende drummer. Enfin. Lang nummer zeg.

Even later in dezelfde Koepelhal belanden we bij Jacob Bannon himself, curator van het festival en frontman van Converge, maar hij treedt hier nu op met zijn andere project Wear Your Wounds, aangevuld met vier andere bandleden. De hal is niet heel best gevuld voor deze band en eigenlijk is dit ook niet het beste wat we voorgeschoteld krijgen dit weekend. Vorig jaar had ik het al bewust overslagen (toen stonden ze in Het Patronaat geloof ik), maar bij het voorluisteren leken me sommige post-rock en post-metal stukken heel aardig. Het is een optreden met meerdere gezichten. Bannon is geen goede zanger eigenlijk en die stukken zou ik het liefste direct uit de muziek knippen. Verder zitten er wat punk- of post-metal-achtige passages in die wat lelijk en luidruchtig zijn, terwijl dat hier en daar juist wel wordt afgewisseld met een prettigere sfeer of aangename melodie. Van goed naar slecht binnen dezelfde nummers. De Koepelhal loopt toch nog wat verder leeg.

Dan is een stukje ongecompliceerde seventies blues/psych van Arctic wel even lekker tussendoor, de band van gitarist (en pro skater) Justin “Figgy” Figueroa die we ook in Harsh Toke zagen spelen. Ik zie dit jaar verrassend veel gitaristen terugkomen op het podium zonder dat ik dat in eerste instantie wist, maar dat is ook niet zo gek met zo’n invasie van bands uit San Diego, die op vele manieren met elkaar samenwerken of aan elkaar gerelateerd zijn. Jammer is toch de stomend hete en benauwde Hall of Fame dat nauwelijks een verbetering is op deze manier van het kleine Extase. Ook dit zaaltje heeft een laag plafond en laag podium, waardoor er weinig te zien is, tenzij je bijna vooraan staat. Ik kan nog wel wat zien van (vooral) het basspel van Don ‘Nuge’ Nguyen, maar daar blijft het ook aardig bij. Ik hang bijna in de rechterspeaker en uiteindelijk klots het zweet me uit de oksels. Oftewel na een tijdje geef ik maar even de pijp aan maarten en ga ik weer op zoek naar lucht en andere avonturen.

Want in de green room staat de volgende psychband, maar dan eentje van het meer exotische soort. Volcano lijkt ook een samenraapsel van bandleden die we al eerder hebben gezien, maar ondanks dat dit het tweede optreden is van de band (naar eigen zeggen) voelt het alsof deze heren al jaren samenspelen. Want ontzettend strak en funky klinkt deze op afrofunk geschoolde psychedelische muziek. Hoe zonnig en toch ook venijnig kan zoiets klinken. Met een bongo. Een bongo! Gitarist Zachary Oakley (Joy, Space Nature) speelt verschrikkelijk smaakvol hier, overigens grotendeels met zijn ogen gericht naar het balkon zo ongeveer, hij kijkt zijn eigen gitaar nauwelijks aan. Een aardig portie machtsvertoon. Wie er nu op de bongo speelt kan ik even niet thuisbrengen, al heb ik het idee dat ik hem nog ergens anders ook op drums zag spelen. Earthless? Ik denk het. Gabe Messer (Harsh Toke) is in elk geval uiterst vrolijk en speelt hier de vrolijke tunes op de synths. Grappig ook die gast met die snor die het hele optreden alleen wat stokjes op elkaar slaat (dat herhaalt hij een dag later bij Iron Chin geloof ik). Verder ook nog bassist Billy Ellsworth in de gelederen die ook een tijdje bij Radio Moscow zat (2012-2013) en op drums dan Ake Arndt (California 666). De band speelt vurig (als een vulkaan, ha!), maar net zo goed zie je in de verbeelding tropische kokosnoten, witte stranden, hangmatten en foute overhemden. Doet niets af aan het feit dat het funkt en grooved als malle. Het optreden mag de boeken is als het meest dansbare optreden van Roadburn 2018. Even wat anders dit, maar super lekker en strak gespeeld.

Het is een behoorlijk overgang van het soepele-heup-werk van Volcano naar de lompe drones en noise van Boris & Stephen O’ Malley in de grote zaal, die hier het werkje Absolutego brengen van Boris. Het trio uit Japan heeft hun band naar een nummer van Melvins vernoemd blijkbaar en Absolutego is hun debuut uit 1996. Naast Melvins zou hun inspiratie vooral ook komen van Earth. Naar ik begreep wisselen ze nog wel eens van stijl per album, maar daar ken ik de band niet goed genoeg voor. Niet voor het eerst hebben we te maken met een lang nummer in elk geval, net zoals bij Bell Witch bestaat dit album dus uit een nummer. Een vol uur dit keer. We zien het originele trio van destijds met drummer Atsuo Mizuno, gitarist (inclusief dubbelloops gitaar, bassist Takeshi Ohtani en gitariste/toetseniste Wata op links (voor de kijkers). Ze worden hier dus ondersteund door Stephen O’Malley (uit Seattle) die op rechts staat. O’Malley is ook wel bekend van Sunn O)))), waar dit werk ook sterk aan doet denken uiteraard. Muzikaal is het vooral een doomy drone/noisewolk met heavy fuzz en lompe bassen. Sommige stukken zijn echt knoepertje hard dus, waardoor heel 013 trilt en ik op de balkons hoognodig mijn oordoppen in moet doen. Uiteraard is het een onheilspellend en donker luguber sfeertje zo, met ook de spaarzame verlichting op het podium en een theatrale drummer die ook een tijdje voor op het podium acteert met zijn kleine cymbals en over het podium kruipt en krijst. Fijn sfeertje, helemaal Roadburn. Het doet me weer eens verlangen naar een optreden van Sunn O)))) of zoiets als Bong, dat hier ook al vaker stond.

Inmiddels doe ik drie bands op een rij en dat is wat te veel voor mijn inmiddels zere voeten dus ik neem even een pauze, ondanks dat het Engelse The Heads ondertussen al is begonnen in de Green Room. Het is niet bij te houden allemaal, maar The Heads had ik gelukkig ook al op het festival gezien in 2015 (en ze stonden er ook in 2008 en 2006). Als er eenmaal weer wat energie in mijn lijf komt en het bloed weer in mijn tenen stroomt pak ik toch een stukje mee van dat optreden, al is de zaal erg vol. Dan maar op het balkon een stukje kijken, al is kijken hier nogal overdreven, want als je daar niet vooraan staat zie je sowieso niet zo veel. Dit soort balkonconstructies snap ik nooit helemaal, zelfs met mijn lengte zie je daar bijna niks van het podium. Toch zijn die 10 minuutjes wel weer erg fijn. Zanger/gitarist Simon Price, gitarist Paul Allen, bassist Hugo Morgan, en drummer Wayne Maskell zijn wel van een sterk staaltje psych/space-rock en het stukje wat ik hoor knettert en hypnotiseert zeker net zo lekker als toen in 2015 in Het Patronaat.
Toch moeten we ons weer op tijd opmaken voor de de hoofdmaaltijd vandaag in de grote zaal. Ze staan al vele jaren op mijn wensenlijstje en ze staan ook al iets van 10 jaar op het wensenlijstje van de organisatie van Roadburn zelf blijkbaar. En als het dan toch kan, waarom dan niet gewoon twee dagen achter elkaar in de grote zaal, net zoals we dat Neurosis zagen doen in 2016. Godspeed You! Black Emperor dus, de (post-rock) band uit Canada, die wel eens in Nederland optreedt (vaak in Paradiso), maar die ik dus altijd heb gemist. Het moest er maar eens van komen en ik nestel me iets links van het midden, bijna vooraan het podium. Een uitstekende keuze, zo blijkt achteraf, ook al moeten we hier 2 uur stil blijven staan (en mijn voeten deden al zo’n zeer). Ik heb er geen last meer van zodra de band begint eigenlijk. ‘Hope’ verschijnt op het doek aan de achterkant waar sowieso prachtige visuals op te zien zijn. Het podium zelf is beperkt belicht. Godspeed begint als een langzaam opgebouwde drone (het 9-tal komt een voor een op) en draait richting post-rock en majestueuze melancholie/pracht in orkaanvorm als we richting het laatste album Luciferian Towers van vorig jaar gaan met “Bosses Hang”. Wat klinkt dit fantastisch ruimtelijk vooraan. Wat een geluid. Er wordt zoveel emotie over je uitgestort, dat het moeilijk is om dit niet heel hard te laten binnenkomen. Via “Anthem for No State” en “Fam/Famine” gaan we naar een magistrale “Undoing a Luciferian Towers”, dat op de plaat nog even wennen leek te zijn met z’n Philip-Glass-achtige hypnotische herhaling en verschuivingen, maar het valt hier fantastisch. Die akkoordenwisselingen slaan in als een bom. De sax van Mette Rasmussen (de jongedame staat met de rug naar ons toe midden op het podium) klinkt hier prachtig en soms lekker overstuurd ook, maar het doet mij ook voor het eerst grijpen naar mijn oordopppen die nu echt heel hard nodig zijn, maar ik ben toch blij dat nummer eens in levenden lijve te mogen horen in vol ornaat. Misschien wel een van de gaafste dingen die ik ooit live heb gehoord. Zeker na die fantastische aanloop. Wat een prachtige grote en orkestraal perfecte golf van geluid is dit zeg. Daarna volgt nog in zijn geheel de EP of single Slow Riot for New Zero Kanada uit 1998 met “Moya” en “Blaise Bailey Finnegan III” en het publiek is prachtig stil op de rustige momenten, zoals het hoort. Gelukkig maar. Aan het einde nog “String Loop Manufactured During Downpour” waarop en kolkende repeterende wolk van geluid langzaam wordt ontmantelt door een voor een alle gitaren en versterkers langs te gaan en die langzaam uit de mix te draaien. Euforisch ben ik en overdonderd. Kon het nog beter? Je zou het wel bijna denken na dit concert. Fenomenaal, zoals mijn broer zei, een hartstochtelijk fan van Motorpsycho, maar dit vond hij zelfs beter dan het optreden van zijn favoriete band gisteren. En dat leek toch onmogelijk. En morgen mogen we weer…

We blijven wat beduusd achter in de grote zaal en zijn blij dat er wat ruimte is om gewoon te blijven zitten, zelfs als de East Meets West Jam met Earthless & Kikagaku Moyo al begint. Drie dagen intensief concerten kijken (en bier drinken) is ook fysiek een uitdaging en we zijn ook geen twintig meer. Het concept is natuurlijk prachtig, zet muzikanten van de andere kant van de wereld bij elkaar die muzikaal graag hetzelfde doen en je hebt de ultieme verbroedering. Het stuk bestaat zo ongeveer uit twee stukken van een klein half uurtje en er wordt uiteraard veel gejamd, maar toch is er genoeg afwisseling en dit psychedelische collectief (mannetje of 8 bij elkaar) klinkt opvallend coherent samen. Zo hoort wereldvrede er uit te zien natuurlijk en we kunnen met een gerust hart naar bed straks.

Pingback: De 50 beste concerten van 2018 | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Sunn O))), Doornroosje, Nijmegen | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Godspeed You! Black Emperor, Paradiso, Amsterdam – t-beest