White Denim is deel drie van een reeks van zes concerten in negen dagen. Da’s best veel, ook voor mijn doen, maar de tweede week van November is bijzonder goed gevuld met hele fijne acts. In de grote zaal van Doornroosje staat vanavond ook nog Nada Surf, misschien zijn die iets meer ‘popular’, maar ik ga graag naar White Denim in de kleine (half tot driekwart gok ik gevulde) zaal. Ze komen vaker langs hier en dat is eigenlijk altijd fijn. De band uit Austin Texas verveelt nooit, daarvoor zijn het gewoon te goede muzikanten.
Voorprogramma BC Camplight (voorheen B.C. Camplight, okay) is een zeskoppige band rondom de Amerikaan Brian Christinzio, die in 2012 verhuisde naar Manchester. Naar eigen zeggen vanavond is hij uit zijn land verbannen, wat weer mooi refereert naar zijn nieuwe album Deportation Blues dat in augustus dit jaar uitkwam. Hij voelde zich ‘dead or in jail if I stayed‘ over die verhuizing naar Engeland, dat hij op aanraden van een vriend zou hebben gedaan. Lees ook hier. Hij dronk wel eens te veel, en ook vanavond gaan er op het podium twee blikjes Jupiler doorheen. Christinzio oogt prettig aangeschoten, althans hij komt wat baldadig over. Muzikaal schiet het meerdere kanten op (net zoals zijn stem overigens) en dat houdt het op zich wel interessant, al kan ik niet met alles wat. Beetje west-coast misschien of Americana, maar ook echt wel eens doorspekt met elektronica tot een soort seventies/eighties synth-pop, en singer-songwriter-songs. Ergens moet ik ook even aan John Grant denken. “I’m In a Weird Place Now” komt voorbij van dat nieuwe album, zoals grappig genoeg ook op zijn shirt staat (een van de andere leden heeft overigens een Hüsker Dü-shirt aan, maar dat terzijde). En Hoe je Nijmegen uitspreekt? Hij probeert het maar niet eens. “Fire in England” is een aanklacht tegen Theresa May en “When I think of My Dog” is een nummer over zijn hond die hij had moeten achterlaten na zijn verbanning (solo op piano gespeeld en afgesloten met hondengejank). Hij maakt van zijn hart geen moordkuil, met ook nummers als “Am I Dead Yet?” en “I’m Desperate” (als laatste gespeeld?) op het album. Muzikaal speelt het zestal netjes met een prima bandgeluid. De dame op links (voor de kijkers) kan wel beter zingen dan de beste man zelf, maar goed. Aardige opener, maar niet legendarisch.
Oprichters en de vaste kern van White Denim zijn zanger en gitarist James Petrelli en bassist Steven Terebecki. Sinds die eerste keer op Lowlands 2011 ben ik lichtelijk verslingerd aan de band. Toen hadden ze nog een extra gitarist (Austin Jenkins meen ik toch), tegenwoordig doen ze het met alleen een extra toetsenist, al lijkt dit me weer een andere (?) dan de vorige keer (de jonge talentvolle Michael Hunter begreep ik ergens). Conrad Choucroun (van NRBQ) heeft op het nieuwe album gedrumd (want al een aantal jaar bevriend met Terebecki) en heeft ook een aantal shows meegespeeld recentelijk (ref), maar we zien vanavond toch weer Greg Clifford, die dat uitstekend doet. En het is ook weer een andere drummer dan toen in 2016 (Jordan Richardson). Dat is meer iets voor de statistieken, maar daar hou ik wel van. Na die eerste kennismaking op Lowlands volgde voor mij overigens Doornroosje in 2012, Valkhof Festival 2013 en Doornroosje 2016. Ik kan veel herhalen van die concerten en verslagen, maar dat heeft ook zo weinig zin. Ja, Petrelli heeft nu extra lange haren en een veel langere baard. Terebecki heeft nu ook wat langer haar en lijkt wat slanker dan anders, maar voor de rest is het beeld ongeveer hetzelfde. Petrelli is wel enorm op dreef vanavond en stort zich er vol in met als gevolg zweetdruppels op de glazen van zijn bril. Grappig om te zien. Terebecki moet zijn brilbandjes ook een keer goed doen. Waarom heb je niet van die oorhaakjes zoals ik, merkt Petrelli droogjes op. Oh. Gevoelige oren. Okay. Terebecki doet zijn coole groovy bas-loopjes weer keurig netjes en beweegt ook wat meer dan anders voor mijn gevoel. En die toetsenist speelt ook best fijn (doet relaxed z’n ding) en de drummer kan toch ook nog best een behoorlijk potje raken. Muzikaal komt er veel langs van alle albums (meer dan 25 nummers) en veel songs worden direct achter elkaar gespeeld. Dat levert een flink tempo op, al moet het toch af en toe worden onderbroken om de gitaar te stemmen. Dat levert wat ongein onderling op waarbij de drummer wat langs een cymbal krast met zijn drumstok. Zo van: ‘duurt lang’. Beetje pesterij. Petrelli vindt het allemaal best, al vind ie het stiekem niet grappig, zo merkt hij op. Oh wisten jullie dat niet. Oh. Maar hij is in een hele goede bui en gooit er tegen het einde nog “Street Joy” in dat ze al vier jaar niet zouden hebben gespeeld, naar eigen zeggen. Hij wilde het spelen voor twee mensen in de zaal, maar die blijken toch weg te zijn. ‘Ja, als ze er niet zijn speel ik het niet. Nou goed, vooruit dan toch maar‘. Een bijzonderheid blijkbaar, dat ze dit wat weeïge nummer van het D-album spelen hier. Ik hoor ze liever in volle sneltrein-vaart. White Denim klinkt als een hechte band in elk geval, met weer die smakelijke mix van stijlen, meestal dus wel fijn uptempo, met van die verslavende smakelijke progrock/jazz-ritmes met een dosis funk, blues en psychedelica. Die heerlijk vurige gitaarsolo’s van Petrelli zijn erg fijn vanavond. Als ik achteraf nog het e.e.a. terugluister op de plaat lijken die solo’s zo live gespeeld veel meer body en impact te hebben. De instrumentale stukken vind ik vaak nog het lekkerste, al hebben de heren ook zeker wat fijne poppy-deuntjes en refreintjes gemaakt die goed blijven hangen, al gaan een aantal refreintjes soms wat aan me voorbij. Althans, sommige nummers zou ik moeten kennen van de plaat, maar die blijven blijkbaar niet altijd hangen. Het nieuwe album is ergens meer van hetzelfde zou je kritisch kunnen zeggen en ook het optreden zelf is vergelijkbaar met eerdere optredens, maar wat geeft het als het grotendeels enorm goed smaakt. Een uur een drie kwartier is best lang, maar op een dipje na (na dik een uur geloof ik) blijft het behoorlijk boeien dus. Zoals altijd eigenlijk. White Denim blijft een heerlijke band om live te zien, zeker in deze uitstekende en enthousiaste vorm.
Pingback: De 50 beste concerten van 2018 | t-beest's blog