Het was een mooi en druk jaartje met veel concerten. Maar zoals je ook op kerstavond of in de kroeg kunt zeggen: er kan nog altijd meer bij. Op de valreep nog een mooie double-bill, zoals dat zo mooi heet, van eigen bodem. Twee bands die er ook mee gaan stoppen helaas. Net zoals 2018 gaat alles een keer voorbij, dus is het nog voor een laatste keer genieten van Death Alley en Birth of Joy in de ‘Birth of Death’ tour. Althans voorlopig dan. Je weet het nooit.
Je weet nooit of je nog een keer terugkomt. En in welke hoedanigheid. Luxor Live in Arnhem heb ik in een vorig leven ook nog wel eens van binnen gezien. Meer recentere ervaringen komen van optredens in het bovenzaaltje en dat is ook zeker niet verkeerd. Maar de grote zaal is toch ook een mooie authentieke knusse concerthal met klassieke elementen. Gaaf plafond ook. Er is een balkonnetje, maar die zit dicht vanavond, maar in de zaal is het gezellig druk. Het is dan ook wel een ideale periode voor een concert, zo hoor ik me nog voor aanvang zeggen. Zo tussen kerst en oud en nieuw, als veel mensen toch vrij zijn.
Death Alley opent de avond, de band die in 2016 op Roadburn zo ongeveer hun triomftocht begon dacht ik, later dat jaar stonden ze ook op mijn geliefde Valkhof Festival. Dit jaar moesten ze afzeggen voor Appelpop. Vanavond zijn ze er wel, al beginnen ze een minuutje of twintig later dan verwacht, maar er is bier. Alhoewel, de Leffe Blond-fust is aardig snel leeg. Mensen hebben dorst vanavond. Willen het luie zweet van zich afdansen. De kilo’s er af bewegen. De Amsterdamse band begint energiek met “Headlights in the Dark” van het Supurbia-album van dit jaar. De zanger is ook vanavond weer onverminderd enthousiast. Gaaf ook om te zien hoe hij in de wat langere instrumentale tussenstukken energiek mee blijft doen. Gitarist Oeds Beydals (ooit dus in The Devil’s Blood) is dan ook wel een klasbak op de gitaar, al staat die in het begin nog wat zacht in de geluidsmix, die in het begin sowieso wat iel en hol staat, maar later komt er meer punch en trekt alles goed bij. Het volume gaat dan ook bijna ongemerkt een stuk omhoog. Handig nog even om te benoemen is dat Death Alley zoiets speelt als proto-punk, 70’s rock en psychedelica in de traditie van MC5, Blue Oyster Cult of Motörhead, zo lees ik nog ergens. En dat doen ze bij vlagen indrukwekkend, al ben ik met name onder de indruk van de uitgesponnen instrumentale stukken met de dikke gitaarsolo’s, en het uptempo vuur en souplesse van de drummer en bassist (Dennis Duijnhouwer werd vervangen in 2017). De gewone songs en de gezongen stukken boeien me dan niet altijd, maar daar staan dus bijzonder gave nummers als (met name) “The Sewage” en het toch altijd lekkere lange majestueuze sluitstuk “Supernatural Predator”.
Toch gaat het publiek sneller los bij Birth of Joy, al kan dat ook aan het bier liggen of een hogere dichtheid aan specifieke fans. Misschien is het nog een tandje toegankelijker. Ter plekke moet ik even aan seventies dansrock denken al wordt het ergens beter omschreven met psychedelische ‘sixties on steroids’. Met Hammond-orgel uiteraard, dat helemaal zorgt voor de letterlijke vrolijke noot. Vanaf het eerste “Join the Game” is het een gebroederlijk feest waarbij de zaal steeds meer kolkt en bruist, maar dat was eigenlijk op Down the Rabbit Hole 2015 ook wel zo. Knap toch hoe ze dat als trio doen, en ook hier vraag ik me even af waar de bas vandaan komt, ik neem toch aan dat toetsenist Gert-Jan Gutman dat er gratis bij doet of zo. En wat een fijne drummer is het toch, hij mag ergens nog een lekkere solo doen. En waarom niet, als gitaristen dat mogen, mogen drummers dat ook. Het is wederom een dampende set en als je dit al zo lang met zoveel energie kunt doen, kan ik me ergens ook wel voorstellen dat een pauze een keer welkom is. Je kunt als kritische noot dan hooguit zeggen dat er ergens wat routine lijkt te zijn geslopen in het spel, maar toch geven ze zich helemaal. Het publiek in Luxor heeft een goede (feest)avond in elk geval.
Je zou zeggen dat beide bands zich inmiddels hebben opgewerkt tot een aardige vaste waarde in het Nederlandse clubcircuit en op festivals. Maar af en toe doet een pauze goed. Misschien is het inderdaad een pauze voor onbepaalde tijd of komen de bands echt niet meer in deze vorm terug. Maar ze waren in elk geval in vorm vanavond en in deze vorm zou een comeback over een tijdje niet misstaan, maar ik kan me voorstellen dat de batterij ook even opgeladen moet worden. Verandering van spijs doet sowieso eten. Dat past weer mooi bij de feestdagen. Fijne jaarwisseling!
Pingback: Gezien: Atlanta, Doornroosje, Nijmegen – t-beest