Op de zondagochtend is er ruimte voor bezinning en iets meer mainstream geluid met Lucy in Blue, ik dacht ergens ook een verwijzing te hebben gezien naar “Lucy In The Sky With Diamonds”, maar misschien zit dat fout in mijn hoofd.
We staan voor de verandering eens vooraan op het balkon en hebben daar niet alleen goed zicht maar ook het geluid klinkt daar bijzonder goed, sowieso is het erg goed verzorgd in (met name) 013, maar die hebben die goede naam ook hoog te houden. Lucy in Blue speelt hier haar nieuwe album In Flight die op dat moment – dacht ik – nog niet uit was. Denk psych, prog, blues, Pink Floyd. Met Hammond en andere synthesizers, en iets minder fijne zang (naar mijn smaak). Van melodieuze pop tot wat meer heavy psychblues/stoner. Prima. Als opwarmer vandaag best geschikt, vooral door het uitstekend vloeiende geluid. En ik ben wel even toe aan wat minder moeilijke muziek blijkbaar.
En dat is wat lastiger met Fear Falls Burning met wat meer minimalistische ambient/drone-aanpak, al kon je dat ergens ook wel verwachten met een naam als Dirk Serries en saxofonist Colin Webster, aangevuld met Tim Bertilsson en oude held van Opeth (en Spiritual Beggars): toetsenist Per Wiberg. Het valt wat zwaar op dit moment en ook jammer is eigenlijk dat het wat licht is in de kerk (Het Patronaat). In het genre ongetwijfeld een niet te missen act op Roadburn.
We verkassen naar de andere kant van het spoor naar de spoorzone en de Hall of Fame, waar een rij staat voor Wrong en we dan maar de naastgelegen hal bezoeken voor het (last minute toevoegde) verrassingsoptreden van Supersonic Blues, een drietal frisse jongens uit Den Haag. Die staan helemaal nergens op het programma, maar waren volgens de geruchten wel aanwezig op het festival en werden door festivaldirecteur Walter Hoeijmakers gevraagd een setje te spelen in het skatepark. Normaal ben ik niet zo heel enthousiast over bluesrock, maar op de een of andere manier is ook dit wel even ongecompliceerd lekker, net alsof we na drie dagen moeilijke of zware muziek ook wel even toe zijn aan een wat toegankelijker geluid. Misschien wat simpel, zeker op dit festival, maar wel effe lekker. Een portie psychbluesrockfunk als fuzzy snack.
Het stuk Daughters in de grote zaal valt me dan ineens wat te rauw op mijn dak, ondanks dat ik echt wel wat herrie kan verdragen, maar het is me gewoon wat te schreeuwerig en lelijk, dit soort industriële punk-noise, math-core of art-metal. Zanger Alexis S.F. Marshall trekt natuurlijk wel aandacht door op de bar te klimmen in de zaal, te crowdsurfen, en zijn voorhoofd tot bloedens toe te beschadigen door de klappen van zijn microfoon, maar ik kan niet helemaal meekomen met deze vertoning, ook al omdat de grote zaal uitpuilt aan alle kanten en ik het allemaal niet heel fatsoenlijk kan volgen zo.
Op zoek naar meer melodie misschien, en daar leent zich de zondag wel voor. Neem (het wederom Zweedse) Stuck in Motion, dat meer richting seventies pyschblues gaat. Met orgeltje. En een beetje hippie-uitstraling. De band had ik in eerste instantie niet echt aangekruist, maar soms ga je ook met de flow mee, vandaag is daar ook wel ruimte voor. Ook hier mag de zang wel helemaal weggelaten worden vind ik. Instrumentaal is het goed genoeg, met een aangename flow en wederom uitstekende geluidsmix. Grappig ook hoe de bandleden makkelijk van instrument wisselen. Stuck in Motion zou ook prima werken op al uw mainstream-festivals, zou je zeggen, maar verder is het ook niet bijzonder uitzonderlijk. Gewoon nog zo’n makkelijke snack tussendoor.
Hierna is wat ruimte voor experiment, misschien toch eens een lompe band opzoeken, zoveel doom hebben we nog niet gehoord natuurlijk dit weekend, en soms valt dat bij ondergetekende goed. Wederom in het skatepark staat een extra optreden gepland van Bismuth uit Nottingham, dat op donderdag ook in de hal er naast (Hall of Fame) stond geprogrammeerd. De band van Tanya Byrne (bas, zang) en Joe Rawlings (drums) maakt inderdaad van dat hele lompe soort doom/sludge met een flinke bak vettige fuzz en blackmetal-achtig geschreeuw. Dat is voor eventjes wel even lekker. Wat extra mayo op je toch al vette friet.
De overgang kan dan niet groter naar de laatste twee nummers of zo van de Amerikaanse Marissa Nadler in Het Patronaat, gewoon omdat het kan en omdat zangeressen toch al zo goed zijn vertegenwoordigd op het festival, al moet ik zeggen dat ik daar verder niet zo op let. Het is bovendien het laatste (stukje) optreden dat ik op die markante locatie zal zien in het kader van Roadburn. Het (kleine stukje) is zeker heel aardig en Nadler kan prima zingen. Muzikaal is het een beetje folky met fingerpicking gitaarspel op een akoestisch gitaar. Het zou passen in het rijtje Alela Diane, Aldous Harding, Angel Olsen en Sharon Van Etten. Sobere, akoestische liefdesliedjes die rustig voortkabbelen en schatplichtig zijn aan het werk van Leonard Cohen, aldus hier. Hoef ik dat niet zelf te verzinnen.
Een stuk steviger gaat het er uiteraard aan toe met de sludge/post-metal van het Amerikaanse Old Man Gloom (afgekort tot – eh – OMG), waarvan we een stukje zien in de grote zaal van 013. De band stond hier ook al eerder in 2014 en is een soort supergroep met o.a. Aaron Turner (Isis, Mammifer), Nate Newton (Converge, Doomriders) en Santos Montano (Zozobra). In 2014 speelden ze nog met de – inmiddels overleden – bassist Caleb Scofield (ook in Cave In), hier overgenomen door Stephen Brodsky (o.a. Cave In, Mutoid Man, New Idea Society). In de grote zaal klinkt het massief en gedreven. Dat bevalt me net wat beter dan destijds, al is het nog steeds wat meer van hetzelfde ‘dik hout zaagt men planken’.
Het is wel een handige opmaat naar het (door mij) wat hoger ingeschatte Bossk (naar mijn smaak dan) dat ook nog wel stevige post-sludge-psych maakt met fijne sfeervolle of atmosferische (doorhalen wat niet van toepassing is) post-rock achtige passages. Verandering van spijs doet goed eten. Komt blijkbaar goed uit, niet alles hoeft altijd kapot gebeukt te worden, al donderen de gitaren soms nog stevig door en wordt het hier ook af en toe afgetopt met oerschreeuwzang, dat ook hier veel beter weggelaten zou kunnen worden in mijn optiek. Het beetje finesse tussendoor is wel erg lekker voor de afwisseling. De Engelse band (uit Ashford, Kent) speelt hier haar album Audio Noir uit 2016 integraal en dat is wel een aanrader, in elk geval uit de middenmoot kansrijke bands, dat hier uiteraard goed vertegenwoordigd is.
Natuurlijk pakken we dan nog een stukje Sleep mee, daar ben je wel wat schatplichtig aan, zeker als ze vlakbij in de grote zaal spelen. De band bestaat inmiddels zevenentwintig jaar (met een pauze tussen 1998-2009) en hebben ongetwijfeld een hoop bands in het genre beïnvloed. Gitarist Matt Pike is tevens frontman van High on Fire en heeft recent toch een hoop optredens moeten afzeggen vanwege een gedeeltelijk geamputeerde teen, een complicatie door diabetes. Toch bijzonder dat hij er dus gewoon weer bij is, zou je zeggen. Gisteren was het album Holy Mountain uit 1992 (en een deel van Dopesmoker) aan de beurt, vandaag wordt het recente The Sciences gespeeld, het vierde album van de band uit 2018. Natuurlijk herkennen we de massieve riffs van de doom/stonermetal-band en natuurlijk is dat vet ruig, zeker in zo’n grote zaal met een dikke geluidsinstallatie. Toch verhult het niet dat het wat log en loom is, en de fuzzy riffs wat eentonig worden op den duur. Ik wil niet schoppen in de kerk. Naar mijn smaak wat veel van hetzelfde dus, maar Sleep is vast een revelatie voor de die-hard fans van vroeger.
Maar goed, dag vier staat dan ook vooral in het teken van wat meer melodie en finesse, je gemoedstoestand kan ook bepalen wat er wel of niet goed binnen komt op dat moment. Cave (of CAVE) uit Chicago was vooraf al wel aangekruist als een prima relaxte afsluiter van het festival in de Green Room, waar we dit jaar überhaupt veel te vinden zijn. De band klinkt zonnig, fris en funky. Licht fuzzy, jazzy, met pysch en kraut en met lekker losjes gespeelde jams. Het doet ergens een beetje denken aan Volcano, dat vorige jaar ook de zon liet schijnen. Hier doen we dat gewoon ook met een dwarsfluitje tussendoor. Zijn we nou helemaal gek geworden? Nee, we gaan er vol in mee. Een fris toetje als afsluiter van Roadburn.
Daarmee is ook deze editie van Roadburn weer uitermate geslaagd. Het leek lastig om de editie van vorig jaar te overtreffen, en dat is in mijn beleving (en wat ik heb gezien) ook niet helemaal gelukt, maar dit jaar heb ik in de breedte denk ik wel meer verschillende goede bands gezien, in allerlei soorten en maten. Roadburn durft nog steeds buiten de lijntjes te kleuren, waarmee ook wat minder voor de hand liggende acts kunnen floreren, al is het altijd wel in de geest van het festival. Qua opzet hoeft er dan ook weinig te veranderen. Ik ben wel benieuwd hoe ze het verlies van Het Patronaat (het Paradiso van het zuiden) als zaal gaan opvangen, hopelijk met een fatsoenlijke zaal ergens anders, logischerwijs zou dat ook goed passen in de spoorzone, waar nu ook al de Koepelhal (sorry, Tunnelhal) en de Hall of Fame ligt. Het toevoegen van een aantal verrassingsoptredens in het skatepark aldaar was een erg toffe aanvulling op het toch al goed bezette programma.
Want tja, zo’n fijn festival zit propvol goede bands. In volgorde van opkomst waren mijn hoogtepunten zo ongeveer Sherpa, MONO, Mythic Sunship, Anna von Hausswolf, Gösta Berlings Saga, GlerAkur, Bossk en Cave. Zeker ook fijn: Crippled Black Phoenix, Territoire, Crypt Trip, Seven That Spells, Fontän, Wolvennest, Uran GBG, Lucy in Blue, Supersonic Blues, Stuck in Motion, Bismuth, en vooruit, Sleep.
En dan mis je nog steeds een hoop. Zo had ik Molasses, A.A. Williams, Pharmakon, Emma Ruth Rundle, Grails, Pijn en Ostinato nog wel willen zien. In de achterhoede waren GORE, Morne en Treha Sektori misschien ook nog wel de moeite waard, maar dat zullen het niet weten. En de hele set van Crippled Black Phoenix, Wolvennest en GlerAkur, in plaats van een gedeelte. En meer van Seven That Spells. Er blijft nog steeds wat te wensen over dus, maar dat is normaal. Volgend jaar zijn er weer nieuwe kansen: 16-19 april. Roadburn 2020. Tilburg. Hopelijk tot dan.
Lees verder: donderdag | vrijdag | zaterdag
Gelukkig hebben we de foto’s nog.
Meer getuigenverklaringen:
Roadburn: A recap and a look forward
Roadburn Weirdo Canyon Dispacth Daily Fanzine 1 | 2 | 3 | 4
Zware Metalen: 1 | 2 | 3 | 4 | 5
NMTH: tag Roadburn
Gonzo: 1 | 2 | 3
Volkskrant: hier
NRC: hier
Noisey: hier
BD: hier
DownBeat: hier
Metal Storm: 1
Metal1.info: 1| 2
Stormbringer.at: 1 | 2
Pingback: Gezien: Roadburn 2019 – donderdag | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Roadburn 2019 – vrijdag | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Roadburn 2019 – zaterdag | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Soulcrusher 2022, Doornroosje, Nijmegen – t-beest