Gezien: Lowlands 2019

DSC07139-small

Lowlands is na zoveel jaar bijna een routineklus geworden. De liefde op het eerste gezicht is onvermijdelijk afgenomen, maar ik hou nog steeds wel van het festival. En dat is moeilijk loslaten, ook al bevalt je het programma muzikaal misschien minder dan ooit, in die zin lijken de programmeurs steeds minder uitdagend of met een scherp randje te durven programmeren. Het meeste lijkt hapklaar voor een feestje, populair of mainstream te zijn geworden, met een overdaad aan acts die vooral jongeren zullen aanspreken. We groeien uit elkaar, zou je kunnen zeggen, maar toch blijft het aantrekkelijk.


Vooral de sfeer is nog ongehoord fijn en de aankleding en voorzieningen geweldig. Nergens wordt zo’n groot dorp uit de klei getrokken met zoveel aanbod, met naast muziek zoveel ander vermaak als theater, cabaret, lezingen en films. Of een sauna. Of tafeltennis, straatschaken en tafelvoetbal. Of real-life Pacman. En straattheater, al heb ik daar weer niks van gezien (?) en is het rijdende feesttentje ook wat achterhaald. Ook dit jaar is er genoeg aandacht voor de aankleding zelf en zijn er de nodige verborgen hoekjes en gaatjes, vol met leuke eettentjes en fijne overdekte zitplekken of hangmatten. Ondanks de drukte was er meestal wel plek om te zitten en hebben we niet echt in de rij moeten staan om wat eten te scoren. Het aanbod aan vreettentjes was weer enorm en culinair divers. De speciaalbierbar was ook dit jaar weer behoorlijk druk en ook die (slechts) ene speciaalbiertent bij de India/X-Ray (met prima biertjes) was vaak onderbezet. Dat mag best meer. De hoeveelheid barren leek me verder redelijk. Het aanbod aan wc’s leek me dit jaar ook wel voldoende, zodat je alles ook weer goed kwijt kon. En ook dit jaar werd het terrein uitstekend onderhouden. De regen zorgde voor wat modder op het terrein, maar dat werd netjes opgeruimd en opgevuld met houtsnippers. De frisse geur van dennennaalden kwam je tegemoet een dag later. Het was dit jaar ook wel de meest gestelde vraag. ‘Oh, het gaat regenen hè’, alsof thuisblijvers er bijna genoegen in scheppen dat je met je poten in de blubber moet gaan lopen en kamperen. Het valt reuze mee, zeg ik altijd. Alles is overdekt. Alle podia. Dus wat maakt een buitje uit. We zijn niet van suiker. Het is echt zelden dat het wat langer regent op een dag en ook dit jaar niet echt (behalve zondag tot het begin van de middag). Op de donderdag hebben we te maken met een bui voor de ingang, waar het drukker is dan vorig jaar rond dit tijdstip (rond kwart voor zes geloof ik), al wordt de rij snel korter achter ons. Dan maar even een poncho aan. Het kost ons 35 minuten daar, maar dat is vast nog sneller dan aan het begin van de dag. Als eenmaal de tent staat volgt er nog een buitje, maar daarna blijft het droog en volgt ook een behoorlijk zonnige vrijdag. Korte-broeken-weer zelfs. Later op die avond begint het dan wat te miezeren tot een uurtje of twee. Daarna is de zaterdag wat grijs en krijgen ook overdag op het terrein te maken met iets van twee fikse buien die de boel aardig nat maken. Maar we staan binnen te schuilen. Verder is het droog. En ook zondag is het droog vanaf het begin van de middag, met af en toe een zonnetje. Alles bij elkaar stelt het niet zo veel voor. Dat veel mensen daardoor hun ticket zouden hebben verkocht via TicketSwap is een beetje overdreven denk ik, voorgaande jaren werden daar ook al duizenden tickets verkocht. Waarom dan wel is blijft een beetje gissen. Misschien dat veel mensen voor de zekerheid maar een kaartje kopen om niet achter het net te vissen en dan toch besluiten niet gaan. Misschien proberen mensen te profiteren van uitverkochte festivals door op wat winst te gokken. Ik kan me ook niet voorstellen dat duizenden mensen ineens vanwege onvoorziene omstandigheden niet zouden kunnen. Het maakt verder ook niet uit. TicketSwap verdient er weer goed aan in elk geval.

DSC07326

Wat maakt het uit. We zijn er nu toch. Camping 5 van vorig jaar is ingeruild voor parkeerplekken, waardoor camping 5 en 6 (6 en 7 vorig jaar) al aardig vol staan als we aankomen. Gek eigenlijk, waar laten ze al die mensen die nog moeten komen? Camping 0, horen we later iemand zeggen, daar zou nog plek moeten zijn. Ik weet het niet, ik ben nog nooit in die hoek geweest, maar daar zitten ook de camper-camping en glampings in de buurt dacht ik, samen met een aparte ingang naar het terrein naast de Heineken. Maar dat was vorig jaar ook al wel zo, wat dat betreft is er ook weinig nieuws wat betreft indeling van het terrein, of het moet zijn dat de Adonis groter is geworden en aan de andere kant staat van de grote weg en misschien is dat hoekje van de Kunstbende nieuw, waar ook af en toe spontane optredens waren. De indeling lijkt nu toch wel grotendeels uitgekristalliseerd, al hoop ik nog altijd dat dat blikken geval van de X-Ray een keertje wordt vervangen door iets anders. Goed geluid altijd daar, maar als het druk is, is het een heet en claustrofobisch blikje tonijn waar je je in moet wurmen.

DSC07375

Ook dit jaar bevalt het goed om op donderdag aan te komen, al beginnen de live-bands pas op vrijdag. Het zal voor de meesten tegenwoordig een zorg zijn. De grootste silent disco die je je kunt bedenken is genoeg party-voer voor iedereen om op donderdag al los te kunnen gaan. Er waren 10.000 extra koptelefoons, begreep ik ergens, en nog zijn ze allemaal al op als we het terrein komen oplopen. Ja, we hadden zelf gekookt bij de tent, want vorig jaar was het nogal druk bij de eettentjes die eerste avond. Even een goede bodem leggen en dus niet al te vroeg richting het festivalterrein. En weer geen koptelefoons over dus. Volgend jaar nog eens 10.000 extra dan maar? Och, we vermaken ons wel weer die eerste avond, het is even rustig opwarmen en sfeer proeven, lekker rondlopen, en wat van die heerlijke hangmatten in de buurt van de entree uitproberen. Iedereen is in een goede vakantiestemming. En er is bier. Goed bier.

Vrijdag

Op vrijdag aan het begin van de middag komen we (met een goed blik bier in de hand, dat mag hier dus) het terrein oplopen en dan is het toch even wennen dat nu echt alles tegelijk begint. De jeugd van tegenwoordig loopt ongetwijfeld even makkelijk de Bravo in voor rapper Donnie, wij lopen even door richting de India voor Girl in Red, dat we vooraf nu niet direct hadden aangekruist. De twintigjarige Marie Ulven uit Noorwegen heeft haar nummers (omschreven als indiedreampop) zelf geschreven en geproduceerd. Een stukje huiskamervlijt dat ze hier met band mag brengen. Dat doet ze wel enthousiast, maar het klinkt wel als vrij standaard gitaarpop, dus we lopen toch ook maar weer door. Er is genoeg te doen.

Het Nederlandse YĪN YĪN maakt zoiets als psychedelische Thaise funk. Het Nederlandse antwoord op Khruangbin en Connan Mockasin, aldus het Valkhof Festival dit jaar, waar ik ze op de zaterdagavond had gemist. Het klinkt als een lekker fout discofeestje, dansbaar en exotisch – dat doet ook wel wat denken aan een band als Altin Gün. Jammer dat de bas daarbij een tikkeltje te hard staat hier in de Lima, maar dat mag de vrolijkheid niet drukken.

DSC07144-yinyin
YĪN YĪN

Van disco naar wat ferme rock, het kan gelukkig nog wel op Lowlands. We krijgen nog een stuk van de finale van Slaves mee in de India, waarbij de twee heren het bovenlijf inmiddels hebben ontbloot. Het duo op staande drums en gitaar krijgen goed gevulde India vrij makkelijk mee met hun punkerige en wat schreeuwerige rock, maar de energie spat er vanaf. Het Lowlands-publiek laat duidelijk merken dat gitaarherrie nog wel degelijk kan hier, al is de programmering dit jaar wel wat eenzijdig met vooral punkrock en wat post-punk.

DSC07157-Slaves
Slaves

Even later is het druk in de X-Ray voor de punkrock van The Chats en (punk)rockliefhebbers komen daar ook ruim aan hun trekken. Het klinkt wat Brits (maar ze komen uit Australië) en het is vrij simpel, het rammelt en het rommelt, maar de X-Ray puilt uit en crowdsurfers komen achter uit de tent drijven. Aanstekelijk hitje ook natuurlijk dat “Smoko”. Leuk feestje voor de partyrockers onder ons.

Two Feet is dan van een hele andere energie later in de India, al is de gitaar ook het grootste wapen van Zachary William “Bill” Dess, a.k.a. Two Feet. Anders dan bij Slaves kan het als tweemansband in zo’n tent niet helemaal overtuigen. Het prima uitgevoerde maar wat iele (blues)gitaargeluid steekt wat schel af tegen het diepe basgeluid van zijn compagnon en daarbij mis ik wat harmonie. Bovendien wordt op een gegeven moment alles aangegrepen om een gitaarsolo te spelen, dus doseren moet ie ook nog maar eens leren. Cover van Bill Withers “Ain’t No Sunshine” is vrij zaaddodend en de tent zie je dan ook gelijk een stuk leger lopen. Hier en daar pakt ie wel wat emotie en de combinatie met elektronica is best apart, maar het is over het algemeen echt te loom en kaal.

Iets meer tempo mag wel, en we hebben na YĪN YĪN nog zo’n discofeestje op de planning staan met het Britse Jungle, vorig jaar nog overgeslagen op Down The Rabbit Hole en in 2014 ook al eens op dezelfde plek in de Bravo. Misschien had ik mijn eigen notities van toen nog even moeten lezen, maar op de plaat leek het me nog wel aardig en lekker fout, maar vandaag komt het te loom op me over. Natuurlijk leuk, zo’n frisse Bee Gees-achtige samenzang en dat heeft de gunfactor, maar het ontbreekt aan tempo. Met alleen synths, bas en drums is het ook wat saai en je mist wat funky gitaren (Nile Rodgers) of prettige percussie. Eenmaal buiten komt er later wel wat meer schwung in de set en staat het geluid ook wat dikker, maar dat volg ik dan maar even op een klein afstandje. Even de voeten rust gunnen. Moet ook gebeuren soms.

Zoveel hippe rockbands staan er dus niet op Lowlands dit jaar, maar we laten toch even het gehypte Fontaines D.C. (Ierse post-punk) aan ons voorbij gaan, want die hadden we al op het Valkhof Festival. De band was op het laatste moment nog toegevoegd aan het programma, wat wel opvallend is, want ze zouden in juli toch een reeks concerten hebben afgezegd wegens oververmoeidheid. We kiezen voor een andere opvallende boeking in het programma, het Koreaanse HYUKOH, dat hier met twee mannen in regenjassen staat te spelen (het is droog buiten). Indierock uit Korea, hoe vaak zie je het? Het is vreemd en fout. Maar is dat erg? De kerels gaan er vol voor. Fijn, die paar tempoversnellingen door het gedreven (simpele, maar prima) drumwerk. Het neigt zelfs naar meezingpop, al is het niet te verstaan natuurlijk, en we krijgen in een nummer zelfs twee keer een modulatie voorgeschoteld (“Love Ya!”?), maar de band is dan wel leuk fout en sympathiek gelikt. Het laatste lang uitgesponnen nummer is vrij gaaf ook, met een dikke bas-break en tempowisselingen en een psychedelisch gitaartje. Een beetje vreemd dus, maar het past bij onze stemming.

DSC07183-HYUKOH
HYUKOH

Tijd om even richting de Alpha te lopen, zo vaak komen we daar nu ook weer niet. Net als Slaves is het Britse Royal Blood uit de categorie duo met drums en gitaar, en ook hier is het allemaal wat simpele blues/stoner/hardrock dat het niet moet hebben van de enorme diepgang. Zo in de Alpha klinkt dat best dik. Mike Kerr heeft ook eigenlijk gewoon een basgitaar om natuurlijk. De verdieping moeten ze dan niet met twee achtergrondzangeressen gaan zoeken, want dat voegt weinig toe naar mijn bescheiden mening. Ze lijken ergens het geluidssysteem aan flarden te spelen als het geluid even ophoudt, maar het gevoel overheerst ook wel dat hard beton een beetje grijs kan zijn.

DSC07184-Royal Blood
Royal Blood

Dan biedt een band als The Good, The Bad & The Queen meer diepgang, zou je denken, maar dat ontpopt zich na een tijdje ook wel een beetje als belegen act met ouderwetse deuntjes, hoe goed uit uitgevoerd en de show ziet er aardig uit. Wat dan ook wel aantrekkelijk lijkt is dat het een soort supergroep is met naast Damon Albarn (Blur, Gorillaz), Paul Simonon (voormalig bassist van The Clash), Simon Tong (The Verve) en Tony Allen (Fela Kuti). Tja, op de plaat gedijt dit nog wel als aardig ontspannen achtergrondmuziek, maar ik laat het op een gegeven moment maar even varen.

Weval leek me als uitzondering nog wel aardig als elektronische act, die hadden we in 2016 nog in de Bravo gezien als duo. De twee Amsterdammers hebben nu een hele band meegenomen, maar het is erg ingetogen deze set, met uiteraard materiaal van hun recente album The Weight, waar ook op gezongen wordt. Op die plaat kabbelt het nog prettig voort op de achtergrond, maar zo live in de grote Heineken-tent wil het op een of andere manier niet goed ontvlammen. Misschien hadden we op een wat dansbaardere en dwingende set gerekend. Misschien moeten we het een keer een herkansing geven, in februari volgend jaar komen ze in diverse zalen, waaronder Doornroosje.

Bij het Russische Neuromonakh Feofan in de Lima is het daarna echt te druk om het nog leuk te vinden. We krijgen nog het laatste stukje mee van Club Guy and Roni in de India, volgens het boekje een ongepolijste dansvoorstelling dat je naar de rave-feesten van weleer in de legendarische club RoXY brengt. Nou nee, dat feestje komt niet helemaal binnen als je er zo plompverloren in valt, het podium staat vol springende mensen en de rave-muziek knalt hard door de India, maar dit feestje slaan we verder maar over. Oh, het is ook afgelopen.

Hadden we toch even naar De Staat moeten gaan in de Alpha, die daar als vervanger van The Prodigy een knallende afsluitende show neerzet volgens de verhalen, wat al knap is als Nederlandse band. Maar goed, ik heb de band vaker gezien en zie ze nog wel in de zaal in het najaar. Micha Wertheim had ik ook al eerder in het theater gezien, maar omdat het kan pakken we zijn voorstelling in de Juliet mee. Het is een stuk uit zijn theatervoorstelling dat zich wel leent voor stand-up comedy (zijn eerdere twee voorstellingen hadden hier denk ik ook veel minder gewerkt). Net als Lebbis vorig jaar vind ik Wertheim hier wat hard moeten werken alsof hij te veel zijn best doet om zijn publiek voor zich te winnen. Misschien voelt ook hij zich niet zo comfortabel in zo’n enorme tent, met andersoortig publiek en rumoer op de achtergrond. In het theater komt dat wat beter uit de verf, maar hij vult het hier wel aan met wat scherpe humor over Lowlands-zaken. Sowieso leuk om even wat niet-muzikaals te doen.

Zaterdag

Altijd een prima idee om de dag wat rustiger te beginnen, desnoods met wat klassiek of neoklassiek werk. Joep Beving staat voor het eerst op Lowlands en ergens (DWDD?) begreep ik dat daarmee een droom voor hem uitkomt. De setting en ook de set lijkt op die van zijn optreden in de Vereeniging eerder dit jaar, waarbij Beving dus niet alleen op piano speelt, maar veel meer brengt met elektronica, cello’s en violen en een koor (voor een enkel nummer). Jammer dat het toch nog wel wat rumoerig is in de Bravo, ik heb het hier wel eens stiller gehoord op dit tijdstip en Beving verdient dat ook wel met z’n prachtige spel, maar bij de stillere stukken is het geklets in mijn omgeving, midden in de Bravo, toch wat storend. Toch kan ik er wel aardig in meegaan, de elektronische stukken en de passages met violen en cello’s zijn mooi en dik aangezet. Wat ook wel erg goed werkt zijn de visuals, die bij een tweetal nummers (als ik het goed herinner) worden geprojecteerd op de achtergrond. Dat zouden Nils Frahm en Ólafur Arnalds misschien ook eens moeten doen. Muziek en beeld versterken elkaar zo mooi, zeker met dit soort sfeervolle neoklassiek en ambient-achtige klanken. Mooi is ook de zonsverduistering tegen het einde, een vrij simpel effect doordat er een grote schijf voor een grote lamp schuift, maar het zijn dit soort effecten die de magie verhogen van zo’n optreden. Missie geslaagd. En ook weer onbegrijpelijk (net als Nils Frahm vorig jaar) niet in de top 30 van 3voor12, wat al genoeg zegt over dit soort lijstjes misschien.

DSC07211-Joep Beving
Joep Beving

Volgens mij lopen we dan nog heel even langs de India om te checken wat het Engelse The Howl & The Hum daar staat te doen, maar dat vind ik net iets te pathetische en inwisselbare pop/rock, beetje richting Editors misschien, maar dan in de gelikte vorm voor de massa. Niet bijzonder origineel.

Een stukje van de Ierse singer-songwriter Dermot Kennedy dan in de grote Alpha tent, waar we ook even kunnen schuilen voor een drupje regen. Met zijn licht raspende stem en timbre doet hij me ook even denken aan Rag’n’Bone Man, maar dan – eh – anders. Zijn nummers zijn aardig en toegankelijk, met name het bekende “Power Over Me” is op zich prima, maar de rest is ook wat inwisselbaar en voelt als te lome folkachtige poprock.

Tijd om ook eens een band wat dichter bij het podium te gaan bekijken. Het kan ook af en toe wat druk zijn in de Lima, maar dat is lastig te voorspellen. De Amerikaan Durand Jones stond vorig jaar al samen met The Indications op het Valkhof in de categorie ‘ouderwetsche soul’ en dat vond ik toen best aardig, ook al is ook dit niet direct een genre om me ’s nachts voor uit bed te halen. Vorig jaar hadden ze nog blazers bij zich (in elk geval een sax), staat me bij, vandaag doen we het zonder, maar de soul is er niet minder om en Jones brengt het onverminderd enthousiast.

DSC07228-Durand Jones
Durand Jones

Vandaag opvallend veel acts die al eerder op het Valkhof Festival stonden overigens, met naast Durand Jones, Sharon Van Etten en IDLES ook Bodega, dat vorig jaar daar nog een leuke show gaf op hoofdpodium. De band moet concurreren met Billie Eilish in de Alpha, maar omdat het regent vult de X-Ray zich toch wel en ergens vind ik dat ook wel terecht. De nummers blijven gek genoeg nooit zo heel erg hangen bij mij, maar de hoeveelheid energie op het podium werkt aanstekelijk. Even hebben ze nog wat ruzie met de monitoren op het podium, maar uiteindelijk gaan ze los; met name de dame op staande trommels achter op het podium springt en kijkt vervaarlijk, de vrouw vooraan blijft haar leuke theatrale poses volhouden terwijl ze zingt en op dingen slaat en gitarist Madison Velding-VanDam beweegt ook weer zo leuk guitig op rechts (voor de kijkers). Zanger Ben Hozie is dan nog de kalmste van het stel en valt daarom minder op. Het blijft wel een aardige band met funk/(post)punk/indierock, garage en wat psychedelica, en wat getrommel op beats dat fijn doordramt en daarbij soms doet denken aan LCD Soundsystem. Niet alle songs zijn dus sterk, maar met de meer dwingende nummers, gedreven door een flink portie energie op het podium, maken ze wel weer een goede indruk.

DSC07278-Boedga
Bodega

Het is dan makkelijk schakelen naar de naastgelegen India, maar we hebben nu echt te maken met een flinke plensbui. Even een oversteek wagen dan maar naar Sharon Van Etten, die in 2012 al eens op het Valkhof Festival stond. Daarna werd het ook wat stil rond de Amerikaanse (o.a. vanwege een rol in Netflix-serie The OA), maar met een nieuw album Remind Me Tomorrow is ze weer terug. Met meer synthesizers op dit album, zoals we direct horen met het als eerste gespeelde “Jupiter 4”, dat ook wel wat eigenwijzer en donkerder klinkt. Misschien dat ze net zoals St. Vincent beweegt richting de echt alternatievere pop/rock, denk ik even. Eigenlijk is “No One’s Easy to Love” ook wel een prima nummer, maar zo langzamerhand sluipen er in de set ook wat te veel hap-slik-weg songs zonder bijzonder randje, ook al is de band goed en de geluidmix vol. Richting het einde van de set komt de aardige single “Seventeen” nog even langs, maar we zijn even buiten onder een afdakje gaan zitten.

DSC07299-Sharon Van Etten
Sharon Van Etten

In dezelfde tent een stukje later is het de beurt aan IDLES, dat de wind ook wel een beetje mee heeft, gezien de aandacht voor ongecompliceerde maar leuke aanstekelijke punk-rock. Het lijkt wel of de jeugd vooral hard gaat op dat soort bandjes tegenwoordig. De band stond dus al eens op het Valkhof Festival en ook Down The Rabbit Hole moest er vorig jaar aan geloven. Het beeld is hetzelfde. Best eenvoudig, maar gedreven en uiterst vermakelijk. Vanwege de regen hebben twee heren poncho’s aangetrokken. Buiten is het droog, maar binnen wordt vanaf het eerste moment dik met bier gesmeten door het publiek, dat verder de hele set al pogoënd en crowdsurfend doorkomt. Beetje simpel allemaal, maar wel een vermakelijke show.

DSC07307-IDLES
IDLES

Ik heb altijd wel een zwak gehad voor Jon Hopkins als elektronische act, maar ik moet zeggen dat ik hem ook weer niet heel nauwgezet volg. De set in de grote Heineken-tent is me wel veel te veel van het boenke-boenke-stoempwerk dat ik niet direct van hem had verwacht, daarvoor is het me te veel dance-sloopwerk en bovendien staan de bassen wel enorm op oorlogssterkte waardoor een groot deel aan nuance verloren gaat. Veel is er ook niet te zien, afgezien van Hopkins zelf op een hoog plateau en twee danseresjes met geinige pasjes en ronddraaiende staafjes met led-lampjes.

Lowlands kan nog wel verrassen met onbekende acts, al ligt de focus dit jaar wel heel erg op plat vermaak dus, maar het Noorse Boy Pablo heeft dan ook wel heel erg de gunfactor in een overigens half gevulde India (de rest zal wel bij Anderson Paak staan of The National). Het is dan ook wel exotische en vrolijke meespringpoprock (denk ook een beetje aan Parcels, maar dan nog veel blijer), maar het is vooral zo dat ik nog nooit een band heb gezien met zoveel lol op het podium. Het werkt aanstekelijk en je wordt er vanzelf ook vrolijk van.

DSC07324-Boy Pablo
Boy Pablo

Vervolgens proberen we nog een stukje mee te pikken van de oude rot (jaartje of 79) in het vak Giorgio Moroder, die in de Heineken een all greatest hits-show aan het opvoeren is. Het voelt mij even veel te druk aan de zijkant en dat maakt mij even wat te claustrofobisch en ontneemt mij de zin om daar voller in te duiken. We lopen even wat in de buurt rond en horen een hoop bekende hits, waarvan je niet wist dat hij er iets mee te maken heeft gehad, een beetje vergelijkbaar met Nile Rodgers vorig jaar. De Italiaans-Duitse producer en componist, hij zit zelf hoog achter op het podium achter de synthesizers geloof ik, zou ook grondlegger zijn geweest van de disco en elektronische dance. “Take my Breath away” van Berlin is wel een hele cheesy song , geschreven door Moroder voor de film Top Gun, maar hier netjes uitgevoerd. En ook ook een hoop hits van Donna Summer komen langs, die ook van de hand van deze oude heer blijken te komen. Eigenlijk is “Chase” nog wel de leukste in dat rijtje als oude elektronische, instrumentale en onvervalste dance-hit. Och ja, weer zo’n fout feestje dus. Lowlands lijkt daar tegenwoordig speciaal voor te zijn gemaakt.

Uiteindelijk vind ik iets meer van mijn gading bij Johnny Marr, die de India op slot mag doen vanavond. Wat betreft live-muziek dan. Marr is stiekem nog wel een held natuurlijk, als oud-gitarist van The Smiths. Een beetje weggestopt in het programma en dat levert een redelijk gevulde, maar niet al te volle India op. De jeugd van tegenwoordig gaat vast harder op het simplistische Twenty One Pilots een heel eind verderop in de Alpha. Johnny Marr laat hier de tijden van The Smiths herleven en hij is met zijn band in een hele goede vorm. Uitstekend geluid ook. Eigenlijk mis je hier de originele zanger niet eens en zoals door 3voor12 ook al opgemerkte past het solo-materiaal van Marr prima tussen de oudere Smiths klassiekers. Goede en degelijke gitaarshow tussen al dat platte feestgeweld.

DSC07338-Johnny Marr
Johnny Marr

Over plat vermaak gesproken. Het is inmiddels al middernacht geweest en uiteindelijk maken we ons op voor The Dead Don’t Die, een nieuwe zombiefilm die in de Echo draait voor opvallende weinig publiek eigenlijk. Maar het is wel een ideaal moment om even wat anders te doen, een beetje dom vermaak dus in de zaterdagnacht. Het is dan ook wel een sterrencast met o.a. Bill Murray, Steve Buscemi, Tom Waits en Selena Gomez. En Iggy Pop als zombie. Met zo’n cast had ik er wel wat meer van verwacht overigens, ook de reacties uit de zaal zijn niet zo uitbundig, dat heb ik bij andere films wel eens anders gehoord. Het verhaaltje is ook wel zo dun als een spindraadje en sommige dingen blijven nogal vaag, dan had ik het liever nog veel absurder gezien. Beetje oninteressant einde ook. En verrassend mager acteerwerk. Maar toch heel aardig weer om even iets heel anders te doen.

Zondag

De zondag is de dag waarop we wat meer acts hebben aangekruist in het programma. Sterker nog, het is de enige dag met een aantal “must-see”-acts. Maar de dag begint wel heel vroeg om Matteo Myderwyk in de X-Ray te kunnen zien om 10:50, dus die pianist slaan we toch maar even over. Toch slepen we onszelf nog een laatst keer naar het terrein en zien we nog een stukje van multi-instrumentalist Louis Cole, die een blazerssectie heeft meegenomen en twee dames in ‘skeletpakje’, die daarbij leuke dansjes mogen doen. Even denken we dat het niet iets voor ons is, totdat Cole achter de drums kruipt en er een uptempo funkfeest volgt. Er is alleen geen pijl op te trekken en Cole verschiet kruid tussen uitersten. Er een lang stuk opgedragen tekst en er volgt een stoffig en suf liedje, waardoor alle vaart er weer vakkundig wordt uitgehaald. Het was leuker geweest als er echte een duidelijke lijn in dit fragmentarische optreden zou zitten.

DSC07342-Louis Cole
Louis Cole

De Belgische singer-songwriter Tamino in de Heineken-tent is een zekerheidje vooraf, gezien eerdere optredens. Eind 2016 zag ik hem zonder enige voorkennis als support van Tjing Tjing, als ik me niet vergis was dat toen nog zonder band. De potentie straalde er toen al wel vanaf, maar met band was het in 2017 al raak op het Valkhof Festival en op Lowlands vormt hij de ook de ideale act op de vroege zondagmiddag. Dan mag het tempo wat omlaag en is er ruimte voor wat meer pracht. Tamino krijgt de (heel) goed gevulde Heineken-tent aardig stil (dat is wel een uitzondering dit weekend), zeker als hij het lef heeft zijn band weg te sturen en alleen met gitaar een gevoelig liedje te vertolken. Het doet een beetje denken aan Spinvis op dezelfde dag en plek vorig jaar, dat was toen ook zalvend voor je – inmiddels – brakke hoofd. Tamino is wat gladjes en glijerig denk ik altijd, maar zo live kan ik dat uitstekend hebben Zelfs zijn hoge uithaaltjes, soms voorzien van Oosters timbre, zijn niet al te veel over de top en ik kan daar gewoon in meegaan. Hier en daar zit dan nog steeds wel een wat kabbelend nummertje, dat wel, maar het afsluitende “Habibi” is van zulke schone pracht en zo waanzinnig helder gezongen en zo perfect uitgevoerd, nog mooier dan op de plaat, dat ik voor het eerst dit weekend echt even geraakt wordt.

DSC07347
Tamino

Groot contrast met het Britse Sea Girls in de Lima even later, waar we heel even staan te kijken achterin. Poppy postpunk met lichte funkinvloeden met een sound ergens tussen The Wombats en Franz Ferdinand, aldus het programmaboekje. De band haalde de Sound of 2019-lijst van de BBC, maar waarom is me een raadsel. Er is niks vernieuwends aan en tapt uit bekende vaatjes. Een beetje standaard wegwerprock. Het zal wel heel groot worden dan…

Met Whitney is het een beetje schouderophalend ’tja, ik witnie’ als grapje vooraf. Ook dit is een band die je net moet liggen denk ik, een beetje lijzige countrysoul met kenmerkende hoge zang. Je moet er maar van houden, maar het voldoet wel even als achtergrondbehangetje vlakbij de India.

Maar toch weer op pad dan richting Jungle by Night, dat het gat van vanmiddag maar even moet opvullen. In mijn herinnering nog vooral een jeugdige feestblazersbrassband met percussie, maar hier staat een wat meer volwassen band ondertussen met ook echt wel elektronica naast gitaren en drums. Alleen maar feestelijk is het ook niet, er wordt dus ook wel met elektronische componenten gespeeld en hier en daar zijn wat rustmomenten ingebouwd. Dat levert een aardige show op. De jongens zijn ook wel volwassen genoeg geworden om wat wereldse boodschappen of zorgen te uiten, maar we zijn nu hier bij elkaar. Als er wordt gevraagd om de handen in de lucht te doen en daarna de handen van je buren te pakken dan doet iedereen dat ook gewoon in een lekkere volle Heineken-tent.

Prima show, maar muzikaal mag het nog wel wat uitdagender en dat kan goed met de dwarse psychpop van het Australische Pond, dat weer wat eigenwijzer en spannender klinkt vandaag dan grote broer Tame Impala, maar dat constateerde ik voorzichtig al op Lowlands 2015 toen de band in de (inmiddels opgedoekte) Charlie stond. Nou goed, vandaag is het geluid niet zo heel lekker, met name de zang Nick Allbrook is hard en wat scherp, met in het begin te veel echo. Maar hij maakt er weer een lekkere gekke show van. Songtechnisch is ook niet alles goud wat er blinkt, maar wat vooral fijn is, is een portie onvoorspelbaarheid en dynamiek in de set. Zoals wel eerder opgemerkt is het laatste nummer en mijn favoriet van mij “Man It Feels Like Space Again” weer geniaal, opgebouwd in diverse stukken, briljant aan elkaar geplakt en bijzonder helder en machtig en prachtig geserveerd. Omdat ik zo van dat nummer hou, zeker live, levert dat het grootste kippenvelstukje op van heel Lowlands. Daar kan Tame Impala nooit meer overheen, ook niet met een miljoen lasers en nog meer confetti.

DSC07361
Pond

Even uitrusten dan bij LLake Lowlands om in de verte nog een beetje te zien en genoeg te horen van Franz Ferdinand, die toch een beetje op z’n retour was, dacht ik, maar hier het publiek in de Alpha bedient alsof ze hier nooit zijn weggeweest. Vorig jaar zagen we in Doornroosje dat het ook nog wel goed zat met de Schotten, maar ze hebben dan ook nog steeds een hoop hits met een gunstige meespringfactor. Dat er niet zo hard meer gesprongen word op “Take me Out” geeft hooguit aan dat er wat sleet op zit, maar alles bij elkaar is het hooguit ietsjes valer geworden. Anno 2019 werkt de Franz nog steeds op de main stage en dat is toch wel weer knap. Volgend jaar zeker weer de Kaiser Chiefs?

Een korte tussenstop dan bij Moonlight Benjamin die oorspronkelijk uit Haïti komt en zoiets als voodoo/bluesrock zou maken. Met haar band welteverstaan. Het leukste stukje is denk ik als wel aan komen lopen (het is al een tijdje begonnen) met een wat vuiger rockende band, afvragende of we wel de goede act te pakken hebben, maar even later verschijnt Benjamin zelf om nog wat nummers te zingen, maar dat is allemaal wat meer beheerst. Jammer eigenlijk.

Parcels zagen we voor het eerst gezien op Lowlands 2017 in een kolkend leuk fout discofeestje in de Lima, en sindsdien groeien ze door. Na twee jaar Down the Rabbit Hole, mochten ze ook op Lowlands het feestje doorzetten in de grote Heineken-tent. Dat is toch andere koek. Het is leuk, maar een tikkeltje voorspelbaar geworden en een spontaan feestje in een kleine tent is toch anders dan dat je zo’n hele grote tent in beweging moet spelen. Natuurlijk zitten de funky disco-achtige kneiters à la Nile Rodgers er weer in plus een paar geinige ingestuurde dansjes, dus dat is wel leuk, maar ik kan er dit keer wat minder makkelijk in meegaan.

Alle feestjes op een stokje. Het mag allemaal wel wat scherper. Na lang twijfelen, want New Order begint ook aan de overkant, kies ik toch weer voor de meer complexere (math-achtige) stuiterrock van black midi, dat dit jaar op het Valkhof Festival ook al een aardig visitekaartje afgaf. De nog jonge Engelse band heeft een fris geluid in mijn oren, maar het lijkt wat te moeilijk voor het Lowlands publiek. De X-Ray is maar voor een kwart gevuld, misschien ook wel omdat er heel veel andere dingen te doen zijn op dat moment. Het is ook wel geduld hebben, moet ik ook bekennen, voordat de band en haar bedoeling duidelijk worden. Ze beginnen met het geweldige “953”, maar dat komt er jammer genoeg rommelig en gehaast uit. De geluidsmix is niet goed, er wordt druk naar de kant gebaard en alles klinkt rafelig. Zijn ze wel scherp ook? Ze lijken wat afwezig. Toch is de drummer een klasbak op zich, een genot alleen al om die aan het werk te zien. Een paar keer gooit ie zijn handdoek over zijn hoofd en hij drumt blind verder. Gek is dus dat het geluid, zeker in het eerste stuk, niet zo geweldig staat, misschien moeten ze die geluidsman (of -vrouw) ontslaan. Maar uiteindelijk wordt het wel duidelijk wat voor (te) gekke band dit is. De soms tergend lang uitgerekte nummers vergen geduld, maar brengen wel de nodig dynamiek in een set. Ik vind dat mooier dan simpele doorbeukende punkrock in elk geval. Hier is nauwelijks grip op te krijgen en dat maakt het spannend. Veel lange instrumentale en soms dus onnavolgbare stukken worden afgewisseld met kleine stukjes zang, waarbij alle gitaristen wel een keer een beurt krijgen. Ik had een ontploffende X-Ray verwacht en dat gebeurt niet, exemplarisch voor het Lowlands anno nu zou je zeggen. Gelukkig ontstaat er nog wel een grote dikke pit op het eind zodat we met z’n allen euforisch eindigen. Dat de bandleden dan zonder boe of bah het podium aflopen vergeven we ze dan maar even.

DSC07384-blackmidi
black midi

Tja, daarvoor geef ik dan wel een groot deel van het concert van New Order op, maar een bekend gegeven van ons inmiddels ook is dat als het je bevalt, dat je dan niet moet weglopen. Eenmaal achter de Bravo, waar het geluid net buiten de tent lekker vol een hard staat, blijkt dat ik goed heb gegokt dat mijn favoriet nog moet komen. Terwijl de tent al wat leeg lijkt te lopen ontploft de boel opeens bij de eerste tonen van “Blue Monday”. Een beetje voorspelbaar, maar het klinkt ook wel enorm dik deze versie live en wat ben ik blij dat toch nog even mee te kunnen pikken. Na “Temptation” lijkt het afgelopen, maar gezien eerdere setlists loop ik toch maar niet weg, om nog even de Joy Division-cover (New Order bestaat dus uit oud Joy Division-leden zonder bassist Peter Hook en – uiteraard -Ian Curtis) “Love Will Tear us Apart” te horen, maar het klinkt wat loom en Bernard Sumner zingt hier nogal futloos. In die zin was de versie van Peter Hook & The Light (in 2012) in Doornroosje een stuk frisser en frivoler.

Het is best aardig om die oude bands nog een keer te zien, al geloof ik ook niet dat vroeger alles beter was. Alhoewel. Vroeger was ik enorm fan van Tame Impala, eigenlijk sinds het eerste optreden voor een redelijk klein gezelschap in de Charlie, die toen nog achter in een hoek op het veld van de Alpha stond. Daar kon je nog eens wat ontdekken ook. Bijzonder dat Tame Impala doorgegroeid is tot de Alpha-status. Daar stonden ze al eens eerder, maar ze brengen blijkbaar vooral massa’s mensen op de been sinds hun album Currents uit 2015. Toen ben ik ook wat afgehaakt, maar ze trokken wel ineens de Heineken-tent loeivol met (ook) party-people. Meer lome glitterdisco dan me lief is, dat ging me echt wat over het randje. Nee ik was vroeger dik fan van die beatleske psychrock met flinke pschedelische gitaren en effecten, maar ook hier in de Alpha kan een dikke lasershow en confetti niet verhullen dat het muzikaal wat aan de magere kant is tegenwoordig. Discoballenpsych van het trage slepende soort. Ik zal het wel wat ontgroeid zijn. Het veld staat goed vol, al vinden we nog makkelijk een plekje achter de Alpha als we wat later aanlopen en daar geniet ik met vlagen geniet wel van de show en een paar prima songs, maar om A$AP Rocky op het podium te vragen voor twee nummers is toch een behoorlijke miskleun. Klinkt nergens naar. Alsof Metallica met Lou Reed een lekkere combi zou kunnen zijn. Zoiets. En daar dan ook nog eens oudje “Why Won’t You Make Up Your Mind?” abrupt voor onderbreken. Zijn ze gek geworden? Het mag allemaal wat vlotter, maar nee, de set wordt afgesloten met een enorm verveelde “New Person, Same Old Mistakes”. Dat is toch niet de grote afsluiter van Lowlands die je zou hopen of verwachten? Nou goed, die liefde is een beetje over dus. Jammer, maar soit.

Is de liefde ook over met Lowlands? Er stond geen enkele metalband dit jaar. Lowlands richt zich opzichtiger op party people en veilige keuzes. De organisatie lijkt daar ook bewuster voor te kiezen. Dat is in mijn ogen misschien ook een onderschatting voor wat het Lowlands publiek aan kan, maar het is inmiddels ook wel zo dat de echte muziekfijnproevers of liefhebbers voor alternatieve stromingen Lowlands meer links laten liggen. En dat kan ik me ook goed voorstellen met andere beschikbare niche-festivals, die dan wel in dat soort gaten duiken en wel degelijk publiek trekken. Lowlands was altijd een bijzonder breed georiënteerd festival en liep vaak voorop in alternatieve muziek in mijn beleving, maar beperkt zichzelf steeds meer tot de marge. En dat is jammer. Kijk naar het Valkhof Festival, dat nog wel in de volle breedte durft te programmeren. Een deel van de charme is er dus van af, hoe goed de sfeer en randvoorzieningen ook zijn. Oudere Lowlanders zijn er nog steeds wel te vinden overigens, vaak in de speciaalbierbar of in de kleinere tenten. En die vinden ook nog steeds wel hun plezier. Lowlands wordt nog steeds anders beleefd door verschillende groepen. Neem ook alleen al het verschil tussen dag en nacht. Neem ook de verschillende tenten en gebieden, iedereen loopt op zo’n groot terrein een totaal andere route en beleeft de dag heel anders. Alleen bij sommige hoofdacts komt de massa bij elkaar. Voor de rest beleeft iedereen zijn of haar eigen Lowlands. En dat is prima, maar de vraag blijft of je er nog genoeg uit kan halen. Het is niet zo gek dat er dingen veranderen. Er lopen nu jongeren rond die nog niet eens geboren waren toen ik de eerste keer ging. Het festival is veranderd, muzikaal minder spannend voor mij persoonlijk, maar nog steeds is er wel die spirit die het ook voor (de relatief) ouwe LLullen zoals ik interessant kan houden. Is dat voldoende? Volgend jaar weer? Het zou kunnen…

DSC07139

DSC07191

DSC07142

Scroll naar boven