Ik heb hier al veel vaker een uitgebreide bloemlezing gegeven over Nils Frahm en hoe geweldig hij wel niet is om eens live mee te maken, dus dat hoef ik niet allemaal te herhalen. Dat Frahm regelmatig optreedt in Nederland is dus alles behalve vervelend. En natuurlijk is het ook weer bijzonder goed in TivoliVredenburg, wat had je anders verwacht?
Uiteraard is de zaal strak uitverkocht in Utrecht. Grappig genoeg verwijst Frahm (die een paar keer de microfoon pakt) naar Amsterdam, en dat hij het ook wel weer eens leuk vindt om eens ergens anders te spelen. Hij vergeet dan maar even dat hij al vaker in Nijmegen stond (o.a. twee keer in Doornroosje, zie hier bijvoorbeeld) en langer geleden twee keer in Lux, zie hier en hier), maar dat vergeven we hem dan maar even. Eerder dit jaar stond ie nog wel in (het inderdaad Amsterdamse) AFAS Live, maar dat leek me niet de meest geschikte plek voor zoiets, dus dat had ik toch maar even overgeslagen. Nee, dan liever in deze mooie oude grote Vredenburg-zaal, waar we op tijd arriveren en zodoende nog een mooi zitplekje weten te bemachtigen. Als TivoliVredenburg nu eens wat vaker op stoelnummers zou verkopen (zoals met Ólafur Arnalds) dan hoeven we ook niet ver van tevoren in de rij te gaan staan natuurlijk, maar zodra we eenmaal zitten is dat voor de rest van het concert wel lekker relaxed.
Vergeleken met de twee festivals vorig jaar (Lowlands en Down the Rabbit Hole) is zo’n concert in een zaal toch wat fijner. Op zo’n avond is er gewoon meer ruimte voor subtiel spel, wat ten goede komt aan de afwisseling en balans in zo’n setlist en dat maakt de avond dan ook helemaal compleet. Frahm kan dan ook mooi laten zien dat hij echt een goed geschoolde pianist is met prachtig minimaal (neo)klassiek spel op de piano. Bijzonder mooi hoe hij mij toch weer weet te raken met een paar goedgeplaatste toetsaanslagen. Dat zou op een festival ook helemaal niet werken, denk ik. Natuurlijk is een zaal dan ook veel stiller dan op een festival. Er zijn nog steeds wel wat licht storende factoren zoals vallende bekers, hoestende mensen, of digibeten die niet weten dat (of hoe) ze hun flitslicht moeten uitzetten, maar over het algemeen is de zaal respectvol stil en kan ik dus goed genieten van de rustige stukken. Bij het eerste verstilde stuk (“My Friend the Forest”, gevolgd door “The Dane”) lijkt overigens iemand flauwgevallen te zijn vooraan, die daarna snel wordt weggedragen. Vrij gek als dat gebeurt aan het begin van een heel rustig stukje. Hopen maar dat het verder goed gaat met deze persoon natuurlijk.
Frahm had zijn setlist bij die festivals ook wel aangepast met de hardere elektronica meer op de voorgrond. Neoklassiek techno, of hoe je het ook wilt noemen, zo hou je festivalpubliek ook wel meer bij de les. Natuurlijk is dat er vanavond ook. Frahm bouwt zijn setlist toch ook weer grotendeels op rond het laatste reguliere album All Melody, aangevuld met (met name) wat met tracks van Spaces. Als je het bijvoorbeeld vergelijkt met vorig jaar in Eindhoven, moet je wat meer zoeken naar de verschillen, maar dan moet ik gewoon ook niet zo vaak gaan. De opstelling van twee eilandjes aan instrumenten (piano’s, harmonium, synthesizers, orgel, noem het maar op) is dan ook vergelijkbaar met de afgelopen jaren. Toch verveelt het nooit. Ik laat me gemakkelijk meeslepen in uitbundigheid en subtiele pracht. Prachtig is die balans tussen klassiek pianowerk en dat pulserende herhalende techno-achtige werk met dikke bassen. Wellicht staan de bassen en beats een beetje te hard waardoor we gratis massages in de stoelen krijgen en oordoppen daar ook echt hard nodig zijn (hoe moet dat vooraan zijn geweest?). Ik vind het op het randje en ergens is het ook niet helemaal nodig, maar je hoort mij niet klagen verder.
Het is iets van dik twee uur genieten van een meester die verstild pianospel en elektronica/samples/synths als geen ander aan elkaar weet te knopen tot een organisch en logisch geheel. Hier en daar lijkt het alsof hij zelf wat songs vrijer interpreteert door een beetje te improviseren. Bij de meer elektronische nummers blijft toch ook weer fascinerend hoe hij in zijn eentje alle loops opstart en al zijn geluiden samen een heerlijk ruimtelijke (stereo)mix vormen. Bij “Hammers” zit ik vanaf een afstandje toch ook weer bewonderend te kijken hoe behendig en snel hij zijn vingers over de pianotoetsen beweegt. En ook de toiletborstels worden in de toegift weer tevoorschijn gehaald. Ja, wat enorm knap blijft het toch dat hij dat allemaal in zijn eentje doet, terwijl anderen daar een heel blik aan extra muzikanten voor nodig hebben. Frahm werkt zoals altijd keihard om alles maar op tijd in te starten en komt bijna handen en voeten te kort om meerdere apparaten tegelijk te bedienen. En wat is het dan knap als hij je daarna ook met een enkele toetsaanslag op de piano kan ontroeren. Frahm is vanavond een meester in het doseren. Wat hij toch elke keer weer laat zien is fenomenaal en ongeëvenaard. Een van die artiesten die je dus niet vaak genoeg aan het werk kan en wil zien.
Pingback: De 50 beste concerten van 2019 | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Nils Frahm, TivoliVredenburg, Utrecht – t-beest