Waarschijnlijk is het voor mij het laatste concert in een lekker vol jaar 2019. Het is gelijk ook een band die al langer op mijn bucketlist stond, maar tot nu toe altijd had gemist op de een of andere manier. Om de schade maar eens in te halen zie ik ze dit jaar drie keer. De Japanners stonden wel vaker op de Nederlandse planken, maar blijkbaar had ik eerder de moeite nog niet genomen om er een eindje voor te reizen. De post-rock veteranen, ze bestaan dit jaar 20 jaar, zitten een beetje in de hoek van bands als Mogwai, Explosions in the Sky en Godspeed You! Black Emperor. Nu heeft MONO wel de neiging om het soms wat dik aan te zetten met violen en bloemetjes tot een wat overdreven emotie met dikke tranentrekkerij (zoals ik hier schreef) en dat hield me misschien wat tegen om er eens een eindje voor te reizen. Maar uiteraard kunnen ze wel een flink potje harde sonische uitspattingen creëren en dat klinkt live best vet. Die eerste keer MONO live kwam er uiteindelijk op Roadburn dit jaar. Ik was er toch, dat scheelt ook. Dat was toch wel mooi en soms indrukwekkend bij elkaar. Daar speelden ze integraal Hymn To The Immortal Wind (10 jaar oud album), mooi aangevuld op het grote 013-podium door het Jo Quail Quartet (op violen en cello). Bonus vanavond in ‘mijn eigen’ Doornroosje is diezelfde Jo Quail als voorprogramma. Zo zie je ze nooit, zo spelen ze om de spreekwoordelijke hoek. Kaartje snel in de pocket dus.
Uiteindelijk zal de (kleine paarse) zaal van Doornroosje uitverkopen en dat is wel terecht voor deze iconen. De zaal is al aardig gevuld voor Jo Quail die op haar elektrische cello prachtige fratsen uit kan halen. Ze gooit haar klanken door effect-apparatuur en loopmachines waardoor er een imposante opbouw van geluiden klinkt, als ware het een heel orkest. Soms klinkt het niet eens meer als een cello, meer als een donkere of onheilspellende gitaar of synthesizer. Door op de snaren of cello zelf te tikken gooit ze ook nog eens aardig stukje percussie in de blender, ergens mondt dat nog uit tot een fijn stukje techno. Nummers zijn slim opgebouwd, al is het deels improvisatie en kan het live toch altijd weer anders uitpakken, aldus een goedlachse Quail die er duidelijk veel zin in heeft en veel praat met het publiek. Daarmee maakt ze ons goed deelgenoot van het optreden, veel meer dan de hoofdact eigenlijk. Knap staaltje live knip- en plakwerk, erg bijzonder om te zien hoe ze dat doet, muzikaal ook zeer onderhoudend.
MONO is vandaag ongeveer in dezelfde setting als tijdens het tweede ‘verrassings’optreden op Roadburn in de Patronaat, de kerk tegenover 013 die dit jaar voor het laatst onderdeel was van het festival. Zonder het Jo Quail Quartet dus, al doet Jo Quail nog wel ergens mee (met “Halcyon (Beautiful Days)”), want ze is er toch. De eerste nummers komen van het laatste album Nowhere Now Here. Het eerste “God Bless” komt nog van een bandje, maar dat is ook niet zo gek, het nummer lijkt ook meer op een dissonante synthesizer en/of strijkwartetje. Het leek me al lastig dat echt live te spelen. Met “After You Comes the Flood” hakken ze er wel gelijk goed in, met strakke drums, stevige bassen en gitaren die uiteindelijk crescendo doorbulderen tot standje krijsende zandstorm. Lekker, maar ik ben voor het eerst in jaren mijn goede oordoppen vergeten. Slecht moment om dat te doen dus, want er komt een knoepertje hard geluid hier uit de boxen in de kleine zaal. Ik kan dan ook niet anders dan me er aan over te geven en hopen dat de piep wel weer uit mijn oren zal verdwijnen. Het is ook wel weer eens een andere belevenis, zo kaal en hard. Snerpender dan met oordoppen, dat wel. Maar het overweldigt dan toch wel weer. Gitaristen Takaakira “Taka” Goto en Hideki “Yoda” Suematsu blijven weer grotendeels zitten op een stoeltje, wat altijd wel een koddig gezicht oplevert als je de meest woeste gitaarstormen aan het creëren bent. Hier en daar staan ze wel op, of duiken naar de grond voor hun effectpedaaltjes. Pas bij het laatste “Com(?)” in de toegift gaan de heren allebei staan, als ik het me goed herinner. Het oude nummer uit 2003 klinkt wel even lekker, iets meer ritmisch pompend en net iets anders dan de rest. Het nummer staat ook, zie ik pas achteraf, op het recent verschenen Before The Past • Live From Electrical Audio, opgenomen met en gemixed door Steve Albini. Eerder in de set gespeeld is “Breathe” is ook wel een welkome afwisseling, waarop bassiste Tamaki Kunishi zingt, al is de kwaliteit van haar zang niet helemaal top. Verder draait Mono ook vanavond wel weer voornamelijk om het bekende trucje van rustig, mooi en sfeervol opbouwen (soms een tikkeltje zoet) en uitbouwen tot verschroeiende noise. Post-rock uit het boekje dus misschien, maar wel goed uitgevoerd tot een indrukwekkend portie hard tegen zacht. Laat dat maar aan de Japanners over.
Andere getuigenverklaringen:
3voor12 / Metalfan / Rockportaal
Pingback: Beestvideos (7) | t-beest's blog