
Ik was er al een beetje bang voor. Ik had speciaal voor Somali Yacht Club (psych/stoner/shoegaze) een kaartje gekocht, die stond nog ergens op mijn bands to watch-lijstje. De band komt uit Lviv in Oekraïne en om begrijpelijke redenen kon dat niet doorgaan, al was ik nog wat naïef om te denken dat ze misschien juist veilig zouden kunnen touren buiten hun eigen land. Ik kan me voorstellen dat dat niet zo makkelijk is en er veel meespeelt. Het Nederlandse Gomer Pyle vervangt Somali Yacht Club op de woensdagavond in Doornroosje en levert hun fee in voor Oekraïne. Somali Yacht Club krijgt ook gewoon hun gage en Doornroosje doneert twee euro per ticket aan giro 555. Top vind ik dat. In een bericht van Somali Yacht Club zeggen ze terug te komen als de oorlog over is en ik hoop voor ze dat dat zo snel mogelijk gebeurt.
De paarse zaal is voor iets van een derde gevuld of zo vanavond voor een avondje heavy muziek dat refereert aan stoner met melodieuze zang, althans dat lijkt me de voornaamste overlap tussen beide bands. Beide bands beginnen ook nog wat roestig voor mijn gevoel, waarbij de vingers op de gitaren hun weg nog een beetje zoeken. Het is ook al twee jaar geleden, zegt zanger Mark Brouwer van Gomer Pyle, die opvallend melodieus zingt, althans opvallend voor het genre vind ik. Bij het laatste nummer doet zijn stem ineens aan Eddie Vedder denken en ik verklaar mezelf een beetje voor gek, al lees ik achteraf dat deze band vroeger wel meer grunge-invloeden had. De band wisselt sowieso wel aardig af tussen verschillende stijlen en tempo’s, al blijft het hier en daar wat hangen in rustige sferen als je net zin in wat meer woeste riffs hebt. Die komen er wel sporadisch, maar ik had zin in meer. Geeft niet. Het is eigenlijk wel best zo en het geluid staat erg helder en goed in balans, met een fijn stevig bas-geluid (van basgitaar en bass-drums). Rode draad blijft toch wel stoner met space/psych-achtige elementen, het doet me ineens aan Monomyth denken en met name de drumstijl bij een van de nummers (met name de start). Misschien niet toevallig, want drummer Sander Evers verruilde in 2011 Gomer Pyle voor Monomyth, misschien heeft hij nog wat van zijn geest achtergelaten bij drummer Kees Haverkamp. Ongetwijfeld spelen ze (ik ben geen kenner) van het album Before I Die I…, dat in 2020 is uitgebracht, een eerbetoon aan Danny ‘Bidi’ van Drongelen die in 2017 onverwachts overleed. De titel vormt dan ook de letters BIDI. “Bestaan ze nog?”, aldus wat reacties op twitter, blijkbaar hebben de heren nog wel een goede bekendheid uit het verleden. Ik kende de band eigenlijk vooral nog van Roadburn 2016, al kon ik toen weinig van het podium zien zo achterin café Cul de Sac – en volgens mij was dat toen al een terugkeer op de podia. Nou ja, ook een goed weerzien hier in Doornroosje na al dat corona-gedoe. En ik noteer even een optreden van veertig minuten.
Het was ook een weerzien met het Franse Mars Red Sky, dat in 2015 nog op het Valkhof Festival stond, zonder blog onthou ik dat niet allemaal meer goed vrees ik. Toen stond het geluid ook al moddertje-vet. Vanavond is het vooral het basgeluid van Jimmy Kinast dat indruk maakt en af en toe een heerlijke dikke fuzzy doom-riff over ons uitstort. Gek genoeg staat het drumgeluid minder vet dan bij Gomer Pyle en overheerst de bas (met een Matamp Green versterker). Zanger/gitarist Julien Pras is wat introvert, maar wel vriendelijk en dankbaar. Grappig genoeg klinkt zijn gitaarspel ook iets ondergeschikt in het geheel en is zijn zang dus wat hoog. Wel iets minder vast of zelfverzekerd als Mark Brouwer van Gomer Pyle. Toch heeft het wel wat, dat luchtige gemengd met dat (soms) lompere en scherpere. Ook deze band smeert er een likje psych en sfeer tegenaan, al doen ze dat toch iets anders. Zelf omschrijven ze dat als “Hulking trippy brand of heavy and psychedelic rock that will take you on a total and extreme cosmic journey“, een mix van desertrock, psych, groove en sixties rock. Of zoiets. In een uur en twintig minuten speelt de band onderhoudend met de nodige headbangmomenten en prettige sfeer, maar hier en daar werd ook wel wat te lang doorgehaald in het zelfde, maar dat vergeef ik ze wel.
Beide bands zou ik niet super hoog op het lijstje zetten mochten ze weer eens op Roadburn komen, maar daar staan dan ook veel waanzinnig goede bands. Vanavond smaakte uiteindelijk wel lekker genoeg om mijn honger te stillen na alle corona-maatregelen. Fijn dat het weer kan en fijn dat Doornroosje dit soort bands programmeert. En hopelijk zien we ook weer snel genoeg bands uit Oekraïne.





