Gezien: Down the Rabbit Hole 2022

Ook Down the Rabbit Hole gaat weer eens een keer door. Mooi. Het festival in Ewijk (gemeente Beuningen) vlakbij Nijmegen is er altijd wel eentje om van de sfeer en aankleding te genieten. Een leuke zoektocht op het fijne terrein (half in het bos en aan het water) om de leuke konijnenholletjes vinden en te relaxen. Muzikaal bekoort het me al een tijd wat minder, maar het is er altijd wel gezellig. Zo ook dit jaar, ook al is het met 10.000 bezoekers meer (45.000 i.p.v. 35.000 begreep ik ergens) massaler dan ooit, de campings zitten flink vol en de rijen voor de toiletten zijn soms langer dan je blaas aan kan (op de camping waren er geen plasgoten voor de mannen begrepen we, erg onhandig). Daarmee is het niet echt meer een gemoedelijk of knus festival zoals in de beginjaren. Dat zorgt voor wat extra plas-planning en we passen ons gedrag ook wat aan om de drukte wat te vermijden. De charme raakt er dan wel wat vanaf natuurlijk. Toch is het genieten geblazen, want de festivals stonden al een paar jaar droog en de bezoekers hebben er duidelijk zin in. We gaan met z’n allen gewoon gezellig kopje onder. Het kan weer!

Vrijdag

Iedereen is dan ook weer in opperbeste vakantiestemming, veel bezoekers zoeken het feestje in het juiste holletje weer op, het terrein is weer prachtig aangekleed met vertier in alle hoeken en gaten en er is weer verschrikkelijk veel keuze in lekker en (als je wilt) gezond eten. Onweer op de donderdagavond zorgt er voor bezoekers (waaronder onze groep) pas op vrijdagochtend het tentje kan opzetten. Natuurlijk is het dan druk via het openbaar vervoer, maar de meeste klachten komen van autobezitters die soms uren in de rij staan om het parkeerterrein op te komen. Gelukkig komen we zelf van een andere kant (we slapen zelf thuis) en rijden wat binnendoor. Het is dan alsnog even een tijd stilstaan en filerijden, maar achteraf valt het mee. Eenmaal geparkeerd kunnen we zo doorlopen bij de ingang, dat is ook wel eens anders geweest. Ik neem aan dat de aanvoer van auto’s niet snel genoeg ging en daarmee was er geen opstopping bij de ingang. Mooi. Het weer is op vrijdag goed, het hele weekend is verder droog, en op zaterdag en zondag kan de korte broek echt uit de kast. Op vrijdag en zondagavond is een trui nog wel handig. Maar goed, dat zijn allemaal persoonlijke feitjes voor mijn dagboek, leuk om later terug te lezen. Goed weertje dus. Half bewolkt, graadje of 21-24 max of zo afkoelend naar 14-18 graden laat op de avond.

Het is dus drukker dan ooit dus, wat dat betreft houdt Mojo zich ook niet aan de afspraak een aantal jaar terug dat dit festival nooit groter dan 35.000 bezoekers zou worden. Maar goed, er is altijd wel weer een manier om het groter te trekken, er blijven commerciële belangen. Het hoofdpodium (Hotot) staat geloof ik verder naar achteren (goed zicht en geluid gelukkig weer op de heuvels er omheen) en de andere podia zijn groter geworden. Teddy Widder is van achteren open en kan ’s avonds dicht worden getrokken. Daar kan ook extra publiek staan. De Fuzzy Lop is ook geen klein tentje meer, die is een stuk verplaatst naar rechts en een stuk breder. Ook daar kun je achter de tent op het heuveltje nog wel aardig een concert volgen. Dansen kun je onder andere in de Rex (waar soms rijen staan en soms ook helemaal niet) dat naast Eden / Bossa Nova / Fuzzy Lop zit, direct linksom na de ingang. Dat terrein kunnen ze misschien nog wel beter benutten. Er zit een klein openluchttheatertje (waar wat lezingen zijn), een kunst-achtbaan en ander vermaak, maar het is een relatief rustig stuk verder, dat je misschien nog beter kunt (in)vullen. Je kon er ook een muntenautomaat vinden die niet op de kaart stond, maar munten kopen was sowieso geen enkel probleem op het terrein. Het is wel ouderwets die munten, op steeds meer plekken zie je cashless afrekenen en dat werkt prima (in de meest popzalen tegenwoordig en op festivals als Best Kept Secret en Valkhof Festival bijvoorbeeld werkt dat ook gewoon uitstekend). Bekers hebben nog geen statiegeld (dit jaar wel op de Vierdaagsefeesten), maar dat wordt volgend jaar wel verplicht. Hardcups opnieuw schoonmaken of weggooibekers inleveren bij de bar dus. Goede zaak lijkt me, de hoeveelheid plastic afval is enorm op zo’n festival, dat moet duurzamer kunnen.

Fijne plek om te vertoeven is Eden met het Bossa Nova podium, maar vooral ook vanwege een wijnbar waar ook speciaalbier te krijgen was (Skuumkoppe en Affligem Blond), handig om even heen te lopen. De koffiebar daar was wel behoorlijk druk (en traag). De Brand bierbar (bbb) was er ook weer voor uw speciaalbier en daar werd achterin lekker goed doorgewerkt om iedereen te voorzien van een beetje fatsoenlijk bier. Dat gebied zat vaak lekker vol, mooi aangekleed met een hoop hangplanten. Alsof je in de Intratuin een biertje drinkt. Fijn dat er weer zoveel zit- en hangplekken zijn, dat deed Lowlands de laatste jaren gelukkig ook beter, je wilt niet altijd op je benen staan.

Genoeg over alle randzaken, er was ook nog wat muziek. Geen heel serieus verslag, zoals altijd. Check voor de betere verslagen bijvoorbeeld 3voor12, Dansende Beren, festileaks, NRC, Rockportaal, Ugenda.

Aan het begin van het festival kwamen er al snel een aantal wijzigingen door corona of andere oorzaken, waardoor er gelijk een aantal wisselingen in het programma moesten worden doorgevoerd. Gelukkig waren er snel wat vervangers gevonden en eigenlijk waren we daar wel blij mee: Son Mieux (in plaats van Clairo), Eefje de Visser (in plaats van Kae Tempest), Joep Beving (in plaats van Greentea Peng) en Klangstof (was een weekje eerder al aangekondigd als vervanger van Self Esteem). Een prima upgrade in mijn beleving, met fijne Nederlandse acts. Er was toch al genoeg flauw spul waar ik minder mee kon.

Ook Sleaford Mods moest kort van tevoren afzeggen en daarvoor in de plaats opent Personal Trainer in de Teddy Widder tent op vrijdag. Willem Smit (in het verleden ook in Palio Superspeed Donkey en – nog steeds neem ik aan in – Canshaker Pi) is de energieke zanger van de band die het collectief meesleurt in – vooral vrolijke – opwinding en prettige indiepop/rock. Niet opzienbarend, maar als amuse wel voldoende.

Personal Trainer

De jonge Amsterdamse blaasband Jungle by Night is inmiddels wel volwassen geworden en maakt prima feestelijke muziek, nog steeds met de nodige blazers, maar het is meer dan een feestband. Toch is de grote Hotot wat groot voor de band, in vergelijking met het intiemere optreden in de tent op Lowlands 2019 kwam het toen wat meer uit de verf, voor mijn gevoel, maar dat is dan ook wat knusser dan zo in de open lucht. Het is wel druk trouwens, al is er aan de linkerkant meer plek (altijd omlopen voor het beste resultaat). Als achtergrondmuziek prima en gezellig natuurlijk en opvallend druk hier bij de bar, waar ze nog moeite hebben het drinktempo van de bezoekers bij te houden. We hadden dan ook enorm dorst met z’n allen. We stonden al drie jaar droog.

Jungle by Night

De Franse discopop van L’Impératrice valt even later goed bij het publiek in de Teddy Widder, de sfeer van Down The Rabbit Hole is duidelijk: we hebben zin in een feestje en daar past zonnige muziek wel bij, er moet gedanst worden! Vooruit, het is wat simpel en zoet geserveerde synthesizer(nu-)disco, maar aanstekelijk genoeg om even een paar nummers achterin te blijven kijken, het wordt lekker opgejut door frontdame Flore Benguigui. Het doet me hier ook wel even wat denken aan het werk van Nile Rodgers of denk aan een band als Parcels, net zo optimistisch en dansbaar.

L’Impératrice

Het mag ook wel wat moeilijker en donkerder, maar het is duidelijk: we willen dansen en springen. Dat het dan los gaat op het Wit-Russiche Molchat Doma met hun typisch depressieve new-wave (of post-punk, synthpop) is vrij onvoorstelbaar (crowdsurfen!), maar de beukende beats werken als aas op het hongerige publiek. Het trio ondergaat het lekker stoïcijns, met de koude indringende blik van zanger Egor Shkutko voorop. Je kunt ook dansen op Joy Division dus, waarbij de droge beats uit een doosje komen, maar wie maalt daarom.

Molchat Doma

Terug naar het makkelijkere feestje in de Teddy Widder met het bont gekleurde collectief van Son Mieux uit Den haag, dat mocht invallen voor Clairo en zich met een bloedgang moest verplaatsen die middag van het optreden op Concert at Sea naar hier. Het zevental speelt kleurrijk en opzwepend en trekt de tent in feeststemming. Het doet me hier en daar wat denken aan (de akkoorden misschien) van Robbie Williams (“Let Me Entertain You”) of The Verve. Niet alles is echt even raak, niet alles is ook bedoeld als instant feestvoer misschien, maar de bravoure is prettig, net als het zichtbare spelplezier. Tent gaat goed plat. Een lekker portie bittergarnituur voor al uw feesten en partijen.

Son Mieux
Son Mieux

Gabriels in de Fuzzy Lop is letterlijk een grote artiest, in de persoon van zanger Jacob Lusk. De uit de klei van gospel getrokken zanger maakt hier vintage soul en R&B en zijn stem past daar perfect bij. Origineel is het een trio begreep ik, met ook producers Ari Balouzian en Ryan Hope, aangevuld met extra muzikanten en achtergrondzangeressen, dat hoort er natuurlijk bij. In het genre een goede tip misschien, maar ik mis in de eerste nummers toch wat heilig vuur.

Gabriels

Even kijken dan maar bij Wilco, voer voor muziekpuristen, oftewel liefhebbers van het ambachtelijke werk. Ja, ik was ook bij dat optreden op Lowlands 2012, waar ze fel en boeiend van start gingen, maar wat later in de set kon het me wat minder boeien. Zeven nummers van het nieuwe album Cruel Country komen langs vandaag en dat is net geen plaat die ik thuis zou opzetten, daarvoor is het mij te mainstream. Kwestie van smaak, ik weet het. Wilco gaat op dat album de kant van de countryrock op en daar hoef je me niet voor wakker te maken. Wilco kan echt wel wat scherper uit de hoek komen, met ook prima gitaristen die niet vies zijn van een potje goed en gedreven gitaarsoleerwerk, maar na een handvol nummers houden we het toch maar voor gezien, dit is ons wat te belegen en oubollig, het wil maar niet ontvlammen. Met alle respect overigens voor deze gewaardeerde band.

Wilco

Ik kan wel wat meer opwinding gebruiken. We gaan dus maar op tijd vooraan staan bij Squid, waar ik het meeste naar uitkeek van het hele festival, ze hadden niet voor niks het beste album van vorig jaar uitgebracht (vond ik) en ik was wel benieuwd hoe dat live uit zou pakken. Squid is net zoals Black Country, New Road en Black Midi uit de lichting jonge nieuwe veelbelovende Britse rockbands met een duidelijke en interessante eigen smoel. Referenties naar The Fall of Talking Heads dekken de lading ook niet helemaal. Neem post-punk met flarden psych, krautpop, elektronica, jazz, techo, post-rock, post-progressief spul, of alles waar ze zin in hebben en dat werkt verfrissend. Trompetje? Hebben ze ook. Ik geloof dat ze ook “Boy Racers” spelen met stukken noise / dikke synthesizers in de tweede helft. Het stuk blijkt gek genoeg een rustpunt voor het wild dansende publiek vooraan dat echt he-le-maal los gaat daar. Brillen en andere accessoires vliegen door de lucht. Down The Rabbit Hole krijgt een messcherp geserveerde show voorgeschoteld van deze jonge groep goed geschoolde muzikanten, die niet zomaar simpel probeert te scoren, maar de boel complexer aan gort speelt. Waanzinnig hoe goed het materiaal van Bright Green Field live wordt uitgevoerd, al is het vooraan wat wollig en bassig en had ik de show ook wel wat beter in balans willen horen van achter. Grappig genoeg is de zang van (tevens drummer) Ollie Judge wat minder hard in de mix waar ik sta en dat is juist weer een verbetering ten opzichte van het studiomateriaal, waar dat net iets overheerst. Natuurlijk blijft zijn opfokzang wel een prettige manier om de boel op te jagen. Wat een enorm feest is het daar vooraan. Een van de beste shows van het jaar? Met gemak.

Squid
Squid

Zaterdag

Even rustig de dag beginnen is er niet bij, we starten met de hap-slik-weg punk van The Chats (helaas was Spinvis voor ons wat te vroeg, maar die hebben we al regelmatig gezien). De Australische band stond eerder in een uitpuilende X-Ray op Lowlands en hier mogen ze wat meer ruimte innemen. Ook hier gaat het publiek aan de voorkant flink tekeer, de jeugd moet de energie wel ergens kwijt natuurlijk. “Smoko” is het hitje dat iedereen makkelijk mee kan zingen. Verder is het drie-akkoorden-punk uit het boekje, niet al te moeilijk, simpel en soms effectief. Leuk voor eventjes.

The Chats

Dat Eefje de Visser hier mag invallen is een fijn cadeautje, ik had haar al een tijdje niet live gezien, dus ook niet met het materiaal van haar album Bitterzoet, dat door Nederlandse popcritici uitgeroepen werd tot beste album van 2020. 3voor12 zette het optreden van haar op Pinkpop bovenaan de top 25 van het festival, opvallend genoeg nog boven Pearl Jam en Metallica. Dat belooft wat. En ja, het is een goede show, waarbij de magische sfeer mooi wordt geraakt, met de licht zwevende synthpop en de ingestudeerde bewegingen van de zangeressen. De toetseniste zingt ook goed mee met het mooie koor-werk, valt me op. Misschien was het beeld met de goud-oranje gordijnen nog mooier geweest in het donker (er komt veel licht door de achterkant van de Teddy Widder-tent), maar daar maalt het publiek niet om. De Visser is blij er te zijn en het enthousiasme straalt van het podium. De cover van Kate Bush “Running Up that Hill” kun je opvallend noemen, ook al covert de halve wereld dat nummer inmiddels, maar het wordt goed ontvangen en ik vind het ook wel eens aardig om haar meer gewoon te horen zingen. Met haar eigen werk zingt ze toch altijd met een typisch ritme, maar dat is ook haar unieke signatuur. Prima optreden en fijn om haar weer eens live te zien (met band uiteraard).

Eefje de Visser
Eefje de Visser

Ook neo-klassiek pianist Joep Beving is een fijne vervanging van een uitgevallen act, al had ik anders wel de Viagra Boys kunnen bekijken iets verderop (stond in 2019 op het Valkhof Festival trouwens). In 2019 in De Vereeniging en op Lowlands was Beving nog met uitgebreide band en meer in de weer met electronica, hier keert hij weer terug naar de essentie op alleen de piano. Het valt goed vandaag, iedereen wordt gevraagd te zitten in de tent en muisstil word naar het prachtige spel van Beving geluisterd. Mooi dat er naast het plattere feest ook ingetogen geluisterd kan worden naar subtiele pianoklanken op dit festival (op Lowlands was het veel rumoeriger) en daar respectvol mee omgegaan wordt. Beving raakt de ziel. Ontroerend mooi.

Joep Beving

Dry Cleaning leek me ook nog wel aardig, een uurtje later in dezelfde tent, met wat post-punk, slacker-rock en licht fuzzy gitaren. Een opvallende rol voor de zalvende praatzang van Florence Shaw natuurlijk, die hier wat hard in de mix staat, waar ik eigenlijk meer gitaargeluid had willen horen. Op de een of andere manier wil het optreden niet helemaal van de grond komen en lijkt het materiaal live niet lekker te vallen of zijn de composities gewoon te simpel? Volgende keer de gitaar misschien een stuk harder en vuiger, met meer zuigende psych-effecten.

We gaan maar op tijd richting het hoofdveld. The Smile is natuurlijk de band van Thom Yorke & Jonny Greenwood van Radiohead, aangevuld met en Sons of Kemet-drummer Tom Skinner. Yorke was in 2019 ook op dit festival met eigen werk in Teddy Widder tent, vandaag in deze samenstelling in de open lucht komt het gelukkig ook goed over. Goed? Geniaal. Live komt de studioplaat helemaal tot leven, zeker met waanzinnig spel van de heren en het enthousiasme van Yorke die veel interactie met het publiek heeft en zich uitstekend vermaakt. York in wit shirt, brede bretels, iets te grote broek. Koddig gezicht, maar het past bij hem. Mooi vind ik hoe hij spontaan even in het licht van de oranje ondergaande zon gaat staan en de stralen uitbundig tot zich neemt. Yorke is guitig, maar gedreven, en wat is het een klasbak op bas, naast gitaar en piano. Een sterk muzikaal staaltje van de band met de beste techniek en de meest knappe composities, hier en daar in lastige maatsoorten, maar altijd funky en dansbaar, afgezien van de ballads. Mooi vind ik als bij een van de nummers de gitaar van Greenwood niet te horen is en alleen drum en bas klinkt, het nummer is met die twee instrumenten al waanzinnig. Dit moeten ze toch voor de volle honderd procent voor hun plezier doen, even weg van de standaard hits van Radiohead en lekker freaken, maar wat zit het stiekem goed in elkaar alemaal. Wat een band. Onbegrijpelijk dus dat het veld niet veel en veel voller staat. Maar goed, dat was al al een eerdere constatering dat veel publiek voor het wat plattere vermaak gaat en dat is ook prima. The Smile is (naast Squid) verreweg de beste band op het hele festival, muzikaal onevenaarbaar.

The Smile
The Smile
The Smile

Hang Youth uit Amsterdam dan nog even een stukje achter de Fuzzy Lop, dat natuurlijk in de hens wordt gezet door deze rebel-punk a la Heideroosjes. Ultrakorte nummers met makkelijk mee te schreeuwen (soms politiek en soms bijna puberaal, maar geinige) teksten en niet al te moeilijke riffjes. Er is weinig voor nodig om het publiek hier gek te maken. Maar we gaan, we willen op tijd naar huis, morgen weer op tijd op.

Zondag

Op tijd aanwezig op het terrein, speciaal voor Klangstof, dat ook al een andere band mocht vervangen. Het prachtige debuut Close Eyes to Exit stond bovenaan mijn jaarlijst van 2016 en veel minder materiaal zijn ze niet gaan maken. Tijd om ze weer eens live te zien, want dat was veel te lang geleden, materiaal van The Noise You Make Is Silent heb ik ook nog niet eerder live gehoord. Oude klassiekers als “Hostage” worden mooi afgewisseld met nieuwer materiaal zoals “Disguiser”, dat ze hier volgens frontman Koen van de Wardt voor het eerst live spelen. ‘Dus eh… don’t be too harsh on us‘. Het is een nummer van de nieuwe plaat Godspeed to the Freaks dat in september uit zal komen. Ook deze band oogt erg enthousiast, maar veel bands hebben natuurlijk lang moeten wachten op optredens en springen als losgelaten koeien in een verse grasgroene wei. Klangstof gaat weer prachtig van ingetogen naar meer uitbundig met een vol en prachtig geluid hier in de tent, wat hebben ze toch een heerlijke sound. Fijne band? Jazeker, nog immer en altijd, zo blijkt.

Het Belgische Whispering Sons ligt wel wat in het verlengde van Molchat Doma, of andersom natuurlijk. De Belgische band zit ook in de new-wave of post-punk hoek met Joy Division of Killing Joke-achtige sfeer en zang. De band zagen we inmiddels al vaker op diverse festivals en in het clubcircuit en zie ik voor het eerst sinds december 2019, niet al te lang voor een of ander virus-crisis. Tijd om ook dit nieuwe werk eens live te horen, al wijkt het allemaal niet zo heel veel van elkaar af. Veel lijkt in hetzelfde stramien te worden gespeeld, maar we malen er niet echt om vandaag, de band speelt strak en krachtig, luid en dansbaar. Precies wat de tent nodig heeft, op maat geserveerd. En dat vind ik wel knap, Fenne Kuppens is extra energiek en op dreef lijkt wel, de tent eet uit haar hand. Tof.

Goldband uit Den Haag is een beetje flauwe act eigenlijk maar de goed uitgevoerde gimmick trekt het veld bij het hoofdpodium ramvol, dus ze doen wat goeds. Iets meer aan mij besteed is dan toch Girl In Red met redelijk standaard rock/indie maar wel intens geserveerd met meer bravoure van zangeres Marie Ulven Ringheim dan toen op Lowlands in mijn herinnering. De Noorse zweept het publiek prima op. We observeren het van een afstandje, de videoschermen naast de Teddy Widder doen daarvoor handig dienst. Een stukje Phoebe Bridgers dan op het veld van de Hotot waar de grote hoeveelheid publiek inmiddels wel weg is. Bridgers wordt zo te zien beter gewaardeerd door de echte muziekliefhebbers en enkele nummers vind ik op de plaat ook nog wel aardig, maar toch klinkt het me als te radiovriendelijke doorsneemuziek om al te veel wakker van te liggen. Even liggen in het gras dan maar.

Phoebe Bridgers

Op tijd naar de goed gestileerde show van St. Vincent dan maar, van het begin tot het einde goed in elkaar gestoken. Annie Clark (ooit nog in The Polyphonic Spree en de liveband van Sufjan Stevens) houdt haar (wat hooghartige, maar vriendelijke) act goed vast, met een felrood pakje (achterop in letters ‘DADDY’) van een Amerikaanse serveerster uit de jaren zestig (begreep ik ergens, maar ik kan het niet terugvinden, het zou kunnen, ze heeft ook ervaring met serveren) en geblondeerde haren. Ze ziet er ook elke keer anders uit, in 2009 op de-Affaire (tegenwoordig Valkhof Festival) was ze nog het meest als zichzelf, in 2018 op dit festival in dezelfde tent was het ook al veel meer een gestylde show. Grappig ook hoe bij aanvang eerst een look-a-like opkomt en wat vertwijfeld wegloopt, waarna Clark pas echt binnen komt lopen. Samen met de drie achtergrondzangeressen zijn er ingestudeerde dansjes /poses dat even refereert naar de show van Eefje de Visser, maar St. Vincent weet meer variatie aan te brengen in de show. Met name Clark blijft fascineren met haar act, interactie met publiek en politieke statements. Muzikaal zit het wel snor, richting avant-garde, artrock of indiepop, met een uitstekende band. De nummers excelleren zeker niet allemaal, maar er zijn genoeg sterke momenten.

St. Vincent
St. Vincent

Amyl and the Sniffers (in 2018 nog op Lowlands in de X-Ray trouwens) is ook al van het korte punkwerk in de de Fuzzy Lop, waardoor de tent nog een keer volledig uit z’n plaat mag gaan met simpele maar doeltreffend rock- en riffwerk. De enthousiaste zangeres gaat er vol voor en belandt crowdsurfend in het publiek. Alle energie wordt er nog even uitgeperst.

Amyl and the Sniffers
Amyl and the Sniffers

Afsluiter The War On Drugs op het hoofdveld is geen enorme publiekstrekker of de grote afsluiter die je misschien zou wensen. De band stond hier in 2015 ook als afsluiter, met hun kenmerkende indie/psych/americana . In de ondergaande zon is het muziek om rustig mijmerend terug de denken aan het weekend. De karakteristieke en herkenbare stem van Adam Granduciel lijkt nog steeds een beetje op Bruce Springsteen, vind ik altijd. Beetje lijzig wel en hij is ook niet de man om hier het veld nog een keer helemaal wild op te zwepen. Met een beetje te veel van dezelfde soort nummers wordt het festival rustig uitgeblazen, als een zomers briesje. We gaan op tijd richting huis. Het is mooi geweest.

The War On Drugs

Hoogtepunten van deze editie, naast dat het überhaupt weer eens door kon gaan, waren Squid en The Smile. Op afstand. Ook erg tof: Klangstof. Verder konden bands overtuigen als Molchat Doma, Whispering Sons, Eefje de Visser, Joep Beving en St. Vincent. En vooruit, ook Son Mieux was nog wel een leuk feestje. Maar vooral de sfeer was weer reuze fijn. Met z’n allen in het gezellige konijnenhol. Met goed weer, prima bier en fijne vrienden.

Down The Rabbit Hole is – als het goed is – in 2023 terug op 30 juni en 1 & 2 juli. Misschien tot dan, u was weer een fijn publiek!

Scroll naar boven