Voor de twintigste keer op rij naar Lowlands. Dat hadden er dit jaar dus ook zomaar tweeëntwintig kunnen zijn geweest, maar laten we het daar maar niet meer over hebben. Muzikaal is het door de loop der jaren ook wat verder van mijn smaak af komen te staan, maar er is altijd wel wat leuks te vinden in het programma. Ook dit jaar weten we het randprogramma te vinden tijdens een aantal gaten in mijn muzikale planning, zoals theater en film. Belangrijkste argumenten om toch weer te gaan, ook dit jaar: de traditie, het waanzinnig grote terrein waar echt van alles te doen is, maar vooral ook de fantastische leuke en fijne sfeer tussen de bezoekers. Het voelt als thuiskomen. Alsof je weer een goede vriend tegenkomt die je een lange tijd niet hebt gezien. Muzikaal zijn er inmiddels genoeg festivals waar voor mij persoonlijk meer uit te halen valt, maar de vibe die hier hangt, raakt mij weer van binnen. Dat voelt en doet goed. Vriendschap is geen illusie en scheiden doet leiden. Dus we zijn er toch weer gewoon.
Alsof er niks is gebeurd ook. We staan niet ver van ons oude plekje op camping 6, uiteraard bezet door de ouwe lullen die niet tot in de ochtend hoeven te feesten en ook niet op donderdagochtend heel vroeg in de lange rij aansluiten. De campings gaan om negen uur ’s morgens open geloof ik, maar wij arriveren in de middag, Voordeel: er staat geen rij bij de ingang, maar de campings raken dus wel langzaam vol. De meeste bezoekers komen op donderdag en gaan dit jaar (opvallend eigenlijk) pas op maandag weg, voorheen was de camping al een heel stuk leger op zondagavond. Wel begrijpelijk, dan maak je de zondag nog fatsoenlijk mee. Het levert flinke vertragingen op bij de parkeerplaats op maandag, maar wat geeft het. We moeten lang wachten voordat we een centimeter opschuiven en zetten dan maar koffie naast de auto. Het is lekker weer en de zonnepanelen zorgen voor schaduw. Mooi weer is het eigenlijk het hele weekend. Op vrijdag vallen er een paar flinke buien, maar wij staan op die momenten in een tent te kijken naar een band, in die zin is het altijd handig dat het meeste op Lowlands overdekt is, tenzij je met 40.000 man naar de Alpha gaat. Dat past niet allemaal onder dat afdakje daar. Genoeg schuilplekken verder. En zitplekken. Alles is eigenlijk als vanouds, de organisatie heeft inmiddels de ideale indeling gevonden en schuift niet meer zo veel als vroeger. Ja, de Adonis is verplaatst tot naast de ingang en er is nu een Current-bakblik van een lelijk vierkant gebouw, waar ook van alles in gebeurt, met name talkshows en cabaret. Verder valt op dat de nieuwe Teddy Widder-lichtgrijze-tent is meegenomen van Down the Rabbit Hole naar Lowlands als de India. Misschien iets minder diep opgezet, maar ook hier kan de achterkant helemaal naar beneden, zodat die in de nachtelijke uurtjes aan de achterkant dicht is en minder geluid naar buiten spuugt. Verder voelt het terrein vertrouwd aan dus. Veel dingen zitten op dezelfde plek, ook de speciaalbierbar tegenover de Heineken (gruwelijk druk vaak weer, we waren daarom veel te vinden bij de kleine speciaalbierbar bij de India voor een lekkere Skuumkoppe bijvoorbeeld) met daarnaast die lekkere broodjes kroket (en bitterballen). Verder is de vergunning wat uitgebreid en mogen bands nu langer live spelen, doorgaans tot een uurtje of twaalf ’s nachts en dat is wel een verademing (neem andere festivals die tot diep in de nacht doorgaan soms). Voorheen was mijn vertier wel afgelopen om elf uur ’s avonds al.
Terug naar een wat meer chronologische reconstructie. Op donderdag staan we rond 16:22 op de parkeerplaats, maar dan begint dat hele gesjouw pas naar het terrein en de campings. Ik hou er niet van, maar een opvouwbaar steekwagentje is wel handig. Rond 17:47 staat de tent en trekken we eindelijk een biertje open, het lekkerste moment van Lowlands. Even een pot chili con carne naar binnen werken, al blijkt later dat het eten van bruine bonen niet een handige of comfortabele manier is om je darmen in bedwang te houden. 20:02 lopen we zo’n beetje het terrein op (althans, als ik de tijd op mijn foto’s mag geloven). De donderdag staat in het teken van silent disco (uiteraard zijn alle 30.000 koptelefoons al op), maar het is vooral lekker relaxed rondlopen en niet in de val trappen om maar bier te blijven drinken die eerste avond. Zo goedkoop is dat ook niet meer. Muntje 3,30 euro. Speciaalbier 1,5 muntje. Iets groter glas Brand Weizen zelfs twee muntjes. Misschien is het wel de laatste keer met muntjes (waar overigens nog LL21 op staat, dus die zullen ze wel van vorig jaar hebben overgehouden), veel festivals schakelen over op cashless met pinpas of mobiel en dat lijkt ook veel logischer en flexibeler. Dat Lowlands duur is, weten we. Inflatie is hoog, grondstoffen ook, en er is moeilijk een personeel te komen. Knap van de organisatie dat je het niet of nauwelijks merkt; de rijen zijn niet heel veel langer dan anders door personeelsgebrek. De rijen voor de vaste toiletten zijn wel heel vaak gigantisch lang, zo erg heb ik dat niet eerder gezien denk ik. Maar goed, er is verder weinig te klagen en ik hoor weinig wanklanken. De vibe is dus uitstekend en hebben regelmatig leuke gesprekken, ook met jongeren, die oprecht geïnteresseerd zijn in onze mening en onze ervaring van meer dan twintig jaar Lowlands. Dat het programma meer aansluit bij jongeren is ook volstrekt begrijpelijk. Hier lopen nog wel iets van – pak ‘m beet – 5 tot 10% veertigplussers rond, maar dat aantal neemt al jaren af, op Down the Rabbit Hole zie je veel meer ouderen. Het is al jaren ook zo dat Lowlands zich met het muzikale programma meer richt op jonger publiek en kijkt wat daar ‘hip en happening’ is zoals we dat regelmatig benoemen dit weekend. Neem Goldband of The Opposites. Ze trekken hele mensenmassa’s naar de Alpha toe. Dan kan ik vinden dat het wat plat vermaak is en dat de Lowlanders van nu gemiddeld niet meer zoveel moeilijks kunnen hebben blijkbaar, maar ik neem aan dat de organisatie gewoon bewust kijkt naar wat populair is onder jongeren. Voor mijn geliefde genres moet ik hier dus niet wezen, al jaren niet meer. Er is wel wat goede (indie)rock en postpunk, maar geen post-rock, progressieve rock, psych, stoner, noem maar op. En helemaal geen metal. Bij de gemiddelde rockband op Lowlands zie je gemiddeld ook wat ouder publiek, de jongeren zitten meer aan de hiphop/rap en R&B en zoetige zwijmelpop, naast de bonkende dance uit een doosje natuurlijk. Het is prima allemaal, al zit Lowlands muzikaal steeds minder gegoten om mij heen. Maar goed, wat hebben we dan wel nog weten te vinden?
Vrijdag
Nou dat begint al goed. De X-Ray staat bommetje vol (logisch) voor Prins S. en de Geit. Deze beestenboel is ook hip and happening en onbegrijpelijk dat de organisatie dit niet zag aankomen, dit had makkelijk in de India/Bravo gestaan, liefst ook wat later op de dag. Ik hou ook wel van dat soort feestjes, het optreden op de ESNS 2022-stream vond ik ook uiterst vermakelijk fout en leuk. Probleem met dat sardienblikje van de X-Ray is dat je buiten nauwelijks iets meekrijgt van alles. En mocht je er al in komen bij de populairdere acts daar, is het ook nog kokend heet in dat ding. Van mij mag dit gebouw al heel lang platgegooid worden. Er staan wel leuke dingen, maar als het druk is heb je er geen zak aan en kun je beter doorlopen. Doen we dus ook maar.
Op weg naar Wet Leg dan maar, de Britse indieband, opgericht door het duo dat we hier ook centraal zien staan op het podium. De Heineken-tent is snikheet en het zweet gutst van mijn rug mijn korte broek in van achteren. Lekker dan. De bands refereren er vandaag zelf ook aan, het is warm in de tent. Die buitjes zijn nog best welkom later op de dag. De Heineken-tent (net zoals andere tenten) zijn dicht van boven en de warmte blijft dan goed hangen. Dat moet toch anders kunnen met ontluchting bovenin de nok zou je zeggen. Maar goed. De muziek is vrolijk, de band is leuk, de zang van de zangeressen is lieflijk en meezingbaar, de deuntjes zijn catchy. Af en toe wat vollere gitaren staat ze ook goed en dat mag best vaker voor een spannender randje. Geen enorme hoogvlieger deze band, maar bij vlagen erg aangenaam. Ook grappig, dat Lord of the Rings-deuntje vooraf (“Concerning Hobbits“) en een hard meegezongen “Careless Whisper” van George Michael van een bandje na het concert. Alles kan en mag op Lowlands.
Bij Shit, Joe & The Shitboys is het ook vol in X-Ray. Shit. Goed, we kiezen even later voor nog een setje Klangstof. Ja nog een keer, want net zoals op Down the Rabbit Hole vallen ze hier in voor een andere band. Natuurlijk doet de band van Koen van de Wardt en kornuiten dat weer net zo goed ook. Het is niet heel druk bij aanvang, het volume is ook nog wat laag, maar al snel wordt het voller en knusser en het volume gaat ook langzaam naar een aangename stand. Dat er dan ook wat regen valt werkt goed voor de saamhorigheid in de tent. De warme en gloedvolle lome stukken muziek werken als prettige wollen dekens, zo af en toe wat scherper op het mes, maar altijd met een fijne dosis finesse. Als ik Klangstof elke week zou moeten zien, vond ik het ook prima.
The Murder Capital stond in 2019 op het kleine Boog-podium van het Valkhof Festival en hier mogen ze de hele (nog steeds enorm hete en klamme) Heineken-tent bespelen. Het is geen hippe rapgroep, dus die tent staat niet heel vol, maar het aanwezige publiek gaat er vol voor en de zanger al helemaal. Coole dudes dit hoor, de prijs voor het meest stoere optreden en de meest zelfverzekerde uitstraling, zonder dat ze arrogant worden. Zanger James McGovern (ziet er wat mager uit) gaat in het begin al half in het publiek staan en eindigt het optreden weer crowdsurfend. De dreigende nummers zijn scherpzinning, maar ook bij momenten wat langdradig. Het daagt je uit, maar soms mis je wat ontwikkeling. Toch is dit een hoogtepuntje van de dag en het doet me er aan denken om deze band eens wat vaker op te zetten thuis om de nummers wat meer in mijn vezels te kunnen voelen.
Ik weet niet of Al-Qasar een referentie heeft met Alcazar. “Crying at the Discoteque”? Neen. Dit is het geesteskind van de Frans-Amerikaanse producer en muzikant Thomas Attar Bellier, samen met de Marokkaanse gnawazanger Jaouad El Garouge. Het klinkt als een soort Oosterse surfpsych, handig geserveerd tijdens een flinke en lange tweede bui in de Lima-tent. Het schuift van feestmuziek naar wat meer psychedelische surfrock, maar vergeet soms door te zetten, sommige stukken duren simpel te lang(dradig) of missen wat effect. Ze hebben wel potentie en doen bij momenten wat aan een band als Altin Gün denken, maar op dat niveau zit het nog niet helemaal.
Bij gebrek aan beter lopen we door de druppelende regen naar de India-tent waar Parquet Courts al bezig is. De band zagen we al vaker en zelfs in flink beschonken toestand op het Valkhof Festival 2018, maar de band speelt hier gewoon degelijk, zonder rare fratsen. Misschien zelfs een tikkeltje routineus. Leuk is eigenlijk wel dat ze stiekem best wel wat afwisseling hebben, neem ook het dansbare “Wide Awake” bijvoorbeeld. De catchy rockdeuntjes zijn er ook, maar het wil er niet altijd helemaal uitkomen. Degelijk setje, dat zeker, maar de tent lijkt niet helemaal onder de indruk.
We kiezen hier voor een film: Speak No Evil (in plaats van Liam Gallagher bijvoorbeeld) en dat is wel een aardige keuze. De film, met een IDMB-rating van 6.9 en geregisseerd door Christian Tafdrup, toont het verhaal van een Deens en Nederlands gezin, die elkaar op vakantie ontmoeten. Het Deense gezin gaat op uitnodiging naar Nederland voor een gezellig weekendje met dat Nederlandse gezin. Natuurlijk wordt het minder gezellig en steeds vaker pijnlijk ongemakkelijk. De film wordt als een thriller/horror neergezet, maar verwacht niet te veel horror. Het verhaal komt wat laat op gang en de meest opzienbarende dingen zitten wat meer tegen het einde, maar het is wel een film om over na te praten.
We praten nog wat in de buurt van de Heineken-tent, waar Eefje de Visser op de achtergrond klinkt, maar die set hoefden we niet zo snel nog een keer te zien (op Down the Rabbit Hole al meegepakt). Daarna blijf ik nog een tijdje gebiologeerd kijken naar Go_A, de band uit Oekraïne rond zangeres Kateryna Pavlenko. Ik verwachtte iets meer folk, maar de subwoofers bonken knoerthart de Lima-tent uit en het staat vele dikke rijen dik buiten de Lima voor een groot meespringfeest. Het nummer dat ze bij het songfestival speelden (“Shum”) is nog de minste, zo lijkt het. De band (met alleen gitaar, fluitist, zangeres en laptop) ontaardt in een soort dikke rave-party, al kan ik dat uiteindelijk ook maar een paar nummers aan.
Ergens net na middernacht is er dan nog in de vlakbij gelegen Heineken-tent de lekker puberale punk met ultrakorte nummers van Hang Youth, dat een hoop – eh – jeugd op de been brengt. Stonden ook al op Down the Rabbit Hole trouwens. Och ja, vroeger, in onze jeugd. Toen had je de Heideroosjes en eigenlijk is dit hetzelfde maar dan meer voor jongeren van nu. Het wordt hard meegezongen en wel leuk om dit tafereeltje even van buiten te bekijken.
Zaterdag
Zo af en toe heb je op de vroege zaterdag of zondag een band die je extra kan raken, misschien ben je ook vatbaarder door het tijdstip en je brakke hoofd. Misschien sta je dan ook wel open voor wat softere en wat zoetere dingen. De muziek van Nana Adjoa was me al wel vaker opgevallen en heeft een bepaalde schoonheid van binnen die me wel bevalt. Ik krijg spontaan kippenvel van het spel van de prachtige trombone, maar de Nederlands-Ghanese singer-songwriter en multi-instrumentalist Nana Adjoa is ook erg sympathiek en ze zingt als een echte fee. Wat een schone zang. Een beetje zomers, een beetje zwoel, en met een likje funk waar het kan. Eindelijk wordt ook een wens van mij ingewilligd, want ik wilde al heel lang “The Resolution” een keer live horen (sinds 2017). Wat een prachtnummer is dat toch met die geweldig mooi zwevende melodie. En wat wordt het hier uitstekend live gespeeld. Top.
Ondertussen staat Altin Gün in de Bravo nog maar eens te bevestigen dat ze een goede keuze zijn op al uw festivals en feesten. We pakken hier nog een kwartiertje mee van deze Amsterdamse band, die bewerkingen van Turkse psychedelische muziek speelt, maar inmiddels ook prima eigen nummers in het repertoire heeft (dacht ik toch). De Bravo knalt bijzonder goed op de dikke elektronica van deze band vandaag, al begreep ik ergens ook dat ze daar tegenwoordig ook wat meer nadruk op leggen.
Tussendoor moeten we De Lathums nog hebben gemist (in de Lima) volgens diverse ooggetuigen, maar goed. We staan wel op tijd bij het Canadese BADBADNOTGOOD dat al eens op het Valkhof Festival in 2013 stond, maar blijkbaar is deze band nog (of weer) relevant genoeg om eens een keer op Lowlands te zetten. Terecht denk ik, al vind ik het voor dit publiek (tegenwoordig) nog best gewaagd dit soort alt-jazz, dat op een enkel moment doet denken aan Jagga Jazzist. Eindelijk wat meer finesse op het festival, denk ik nog, want de muzikanten zijn gewoon goed in hun vak en het is tenminste geen makkelijk effectbejag. De visuals op het doek achter op het podium vormen bijzonder genoeg de enige verlichting op het podium, maar dat levert genoeg spektakel op. Het is fijnzinnig genoeg om helemaal in op te gaan, al zijn er de nodige uitspattingen, bijvoorbeeld met enkele nummers vol sax-gefreak. Goede drummer ook trouwens. Bravo in de Bravo!
Het is weer tijd om van alles te missen of rond te lopen op zoek naar leuk of goed vertier. Het is (te) druk bij Nova Twins in de X-Ray en klinkt ook wat veel als schreeuwerige electropunk. Toch maar niet dan. We lopen wat rond de India en keren later toch maar weer terug bij (de Ierse rappersongwriter) Biig Piig, dat ons in elk geval een bijna absurd – maar wel oprecht – enthousiaste dame voorschotelt. Het klinkt als wat zoete soul en funk in het begin, maar later klinkt ook pompende drum & bass, zeker meer richting het einde van de set, waardoor het geheel ineens enorm dansbaar wordt. Natuurlijk is een deel uit een doosje in plaats van vol vet live gespeeld en het is ook een beetje cheesy, maar als alternatief drankje op dit moment smaakt het wel even. Je moet toch wat.
Vandaag is wel de dag met wat meer jazz-invloeden. Blijkbaar kan dat nog wel op Lowlands. Yussef Dayes is een drummer, die op zijn verhoogde podium de rest van de band aanstuurt, al weet Dayes erg knap de valkuil te vermijden om te veel aandacht naar zich toe te trekken. Het had ook een grote one-men show met drumsolo’s kunnen zijn, maar de band klinkt hier coherent. Soul, funk en jazz, denk North Sea Jazz. Een beetje uit de categorie liftmuziek (of nachtclub-omlijsting), zeggen we nog grappend later, maar muzikaal gezien wel weer een van de betere dingen die je kunt vinden. Gewoon goede muzikanten. Ik ben wel stomverbaasd dat dit nog behoorlijk wat publiek trekt, inclusief een hoop jongeren.
Sinead O’Brien trekt geen X-Ray vol, misschien toch niet iets voor het Lowlands publiek tegenwoordig. Wat is het ook eigenlijk? Een soort post-wave? Het leek me vooraf nog wel aardig, maar ik kan er ter plekke ook geen heel optreden in mee gaan. De wat verveelde (en beetje boze) praatzang kan een act zijn, maar echt gezelliger wordt het er ook niet van. Het dreunt wel lekker door, al komt het e.e.a. (o.a. bas) uit een doosje. De sfeer is wel lekker donker, de gitaarklanken best prima (maar wat te zacht in de mix), maar het beklijft uiteindelijk wat te weinig.
Later in de (niet heel volle) X-ray gaat het er lekker aan toe (vooral vooraan) met de wat meer toegankelijke rock ’n postpunk van Tramhaus, dat ik nog moest missen op het Valkhof Festival dit jaar en sinds de online versie van ESNS 2022 op mijn lijstje staat om eens live te willen zien. Het geluid is niet helemaal in balans op de een of andere manier, maar de energie (van pak ‘m beet Herman Brood meets Squid) kunnen we uitstekend gebruiken. Niet alle nummers treffen direct doel, maar wat een leuk en lekker bandje. Goed voor al uw gekke feestjes. Rotterdam! Make it happen!
We vallen wat later ‘binnen’ bij afsluiter Artic Monkeys, dat uiteraard de Alpha vandaag mag afsluiten. Die hebben we ook wel eens energieker gekend. Na een blijkbaar steviger begin zijn we aanbeland bij wat nachtclub-songs, waarbij Alex Turner zich ontpopt als een Frank Sinatra wannabe, met belegen songs om spontaan bij in slaap te vallen. De gekte van vroeger, de opwindende rock. Waar is het? Nergens dus. Blijkbaar is het recente materiaal ook zo flauw, maar dat ken ik niet zo (en nu snap ik waarom). Zelfs knallend oudje “I Bet You Look Good on the Dancefloor” in de eerste toegift klinkt wat simpel door de bocht. Het levert wat wat meer energie, maar over het geheel is de band slordig en compleet futloos tijdens dit optreden. Gezapig. Teleurstellend.
Zondag
Zondag leent zich dit jaar niet om uit te brakken bij een wat softere band, zoals we daar eerdere jaren bands hadden als Patrick Watson, Spinvis of Luwten, om er een paar te noemen. Het is uiteraard druk bij Froukje in de Bravo (waarom zo vroeg op de dag?), maar wij lopen even door naar de glam(?)rock van Palaye Royal in de Heineken-tent, dat op van alles lijkt, maar geen eigen smoel heeft. Ja, een eigen kledinglijn en stijl, dat wel natuurlijk wel. Iets voor de stoere jeugd dit. Groots gebracht natuurlijk, alsof ze de grootste rockband ter wereld gaan worden. Frontman met ontbloot bovenlijf. Tattoos en alles. Je kent het wel. Hapslikwegrock in mijn beleving, net iets te simpel allemaal.
Genoeg met die flauwekul allemaal. Er zit een sinkhole in ons muziekprogramma, dus we wagen een sprong naar de Juliet-tent met een voorstelling van De Leedbewakers met eindregie van Jakop Ahlbom. De voorstelling heet KØT, en is een fysieke en tragikomische voorstelling over de ambtenarij en isolatie. We zien drie grenswachten bij een Oost-Europese grens (of gewoon Russisch), die daar natuurlijk van alles beleven, mooi in de stijl van Ahlbom eigenlijk, met geweldig theatrale uitstraling, goede timing, mimiek, choreografie en de nodige verrassingen in verstopte hoeken en gaten. Hier een trailer trouwens. Wat we zien op Lowlands is een ingekorte versie, de volledige voorstelling is te zien bij Vis à Vis. En ze zijn ook nog op film te zien op Lowlands, zo vertelt een speler na afloop. Fantastisch leuk om even tussendoor te zien.
Het Amerikaanse Geese (New York) in de X-Ray klinkt een beetje als post-punk, denk aan The Murder Capital, maar dan vrolijker. Maar buiten klinkt de zang nogal vals en daar hebben we niet zo’n trek in. We lopen door naar de India naar Sevdaliza, want dat vond ik nog wel een bijzondere show en setting op Lowlands 2018, volgens mij ook in de India. Vandaag is de setting minder bijzonder, geen danser bij zich, en er gebeurt weinig op het podium. De India staat hier ook richting de zon en er valt veel licht naar binnen, van een lichtshow moet je het hier niet hebben overdag. Ja, ze heeft een prachtjurk aan, maar daarvoor kom ik niet alleen. Het is smooth, de beukende bassen treffen soms doel, prima gezongen ook, maar het is doorgaans licht-zwoele R&B-achtige muziek en dat is niet zo mijn stijl. Dan maar richting Caribou, dat in de Bravo staat te spelen. Vreemd eigenlijk, dat de Bravo en India steeds tegelijk spelen. De India is helemaal open van achteren en als je een beetje naar achteren staat hoor je tijdens rustigere stukken de muziek uit Bravo iets verderop er doorheen beuken. Onhandig, maar goed. Caribou stond in 2012 in het voorprogramma van Radiohead en dat vond ik toen ook al wat wisselend, net zoals vandaag. Ik moet er sowieso even in komen, want er zitten toch ook wat saaie stukjes in, maar ook wat goede doordreunende dance, helemaal live gespeeld (zoals ik het graag zie en hoor). Gek is dan als ze direct daarna een of ander soulnummer spelen, dat past dan niet in de set. De bonkende beats doen het uiteindelijk wel goed, met de synths die stralen als de ondergaande zon, beetje simpel soms, maar wel goed gedaan. Op twee nummers (geloof ik) spelen ze met twee drummers en dat is hier weer niet zo handige keuze, als je het doet moet het echt wel goed in de maat zijn, nu klinkt het wat rommelig. Maar bij vlagen is het toch wel aardig deze band van Canadese electronics-producer Dan Snaith, die later in de X-Ray nog een DJ-set mag draaien en zijn veelzijdigheid en diverse smaak mag tonen.
Blokje veelbelovende rockbands eindelijk in de India, goed bezocht door de oudere Lowlands-ganger, maar ook genoeg jongeren waarderen de betere rock-acts van de toekomst. Neem het Britse Yard Act dat begin dit jaar hun debuut lanceerde met een flinke dosis optimistische, catchy en soms funky rock. Een paar goede nummers en meezingbaar, al gaat het pas tegen het einde echt helemaal los – als ik me dat goed herinner – met een pogoënd publiek daar vooraan. De zanger is net wat overdreven en doet wat vaag, maar of hij echt onder invloed betwijfelen we. Absolute held van deze band is de energieke gitarist met half-lang sluik haar en dikke snor, die met zijn geweldige gitaarspel de hele band draagt. Prima act (pun intended) dit, gaan we vast nog vaker van horen.
Ook uit Engeland en in dezelfde tent, maar nu nog een tandje opwindender: Shame. Post-punk van het scherpe soort, zonder het liedje uit het oog te verliezen. Prettige frontman ook, die de boel vakkundig aan elkaar praat en zingt. Dat hij niet altijd even zuiver zingt, vergeten we dan maar even. Vanaf de eerste seconde zit de band er vol energie bovenop. De bassist rent soms het hele brede podium heen en weer, springt, en speelt op die momenten gewoon door. Zijn (twee in totaal?) koprollen (met bas en alles) kan op gejoel uit het publiek rekenen. En terecht. Yard Act en Shame: ze hadden gisteren beter in de Alpha kunnen staan als afsluiter. Als de Artic Monkeys nou maar de helft van hun energie hadden gehad, was het vast nog wel wat geworden. Shame is de meest opwindende rockband van het weekend, met veel pogo-werk en crowdsurfen, zelfs een aantal keer van een zestig-plusser met de rugzak nog om. En een mega cirkelpit tegen het einde. Wat een band.
Tijd voor de film. Ik heb wel eens eerder van die go-shorts gezien op Lowlands, en dat was altijd wel een goede selectie. Onder de noemer Kort maar krachtig! vandaag drie korte films; een innige vriendschap tussen een homo-jongen en een meisje, die uit elkaar groeien, een rapper die gecanceld wordt vanwege foute uitspraken, en een korte film (dat is echt stom toeval) van De Leedbewakers, die we eerder in de Juliet zagen. Dezelfde setting, maar een ander verhaal, maar zeker niet minder grappig. De films worden niet geweldig bezocht in de Echo (die we hebben gezien dan), maar ik zit daar echt hardop te lachen. Heerlijk als tussendoortje.
Daarna gaan we verder met de prima rock-dag met een energieke uitsmijter op het einde in de X-Ray met het Amerikaanse Kills Birds uit L.A. dat punk en grunge aan elkaar gooit en wat betreft impact en performance beetje lijkt op Amyl and the Sniffers (ook een stoere frontvrouw). Het gaat allemaal een beetje ten koste van Stromae, de afsluiter in de Alpha waar de meeste mensen naartoe zijn gegaan. We gaan uiteindelijk ook die kant op en nemen nog een gebakken visje bij de Visafslag, waar je de muziek van de Belg nog prima kunt horen, al is de show wat slechter te zien natuurlijk. Het afsluitende “Alors on Danse” is een mooie uitsmijter voor Lowlands, muzikaal gezien.
Nog wat rondlopen. Ik kom nog langs de Lima, met een takkenfeest bij Captain Keith’s Pirate fest waar iedereen uit de plaat gaat, in andere tenten is het meer dansen op de dikke beats, zoals in de India later in de nacht waar Noisia hun 22-jarige carrière afsluit met een hoop vrienden op het podium.
Mijn laatste munten gaan op aan een broodje kroket naast de speciaalbierbar, waar ik nog een jongere gast spreek, die ook verslaafd is aan die broodjes kroket. Hij vind het oprecht bijzonder dat ik hier al twintig keer ben geweest en roept zijn vriendin er bij. Deze meneer, eh, man, die is hier al voor de twintigste keer! Ja muzikaal is het minder uitdagend, leg ik hem uit, maar hij drukt me aan het hart om terug te blijven komen. ‘We hebben mensen zoals jij nodig, dat is belangrijk, het zou echt zonde zijn als mensen zoals jij niet meer terug zouden komen, beloof het me!’, zo zegt hij vol passie. Het doet me toch wel goed. De sfeer is zo fijn hier, jong en oud, het maakt niet uit. Maar is er nog wel genoeg te vinden voor mij op Lowlands? Muzikaal gezien is het dus al meerdere edities wat te weinig, maar afscheid nemen van een goede vriend zal ook lastig zijn. We zullen zien. Lowlands 2022 was in elk geval geslaagd als relaxte vakantie, waarin ik me uitstekend heb vermaakt in een opperbeste sfeer.
Pingback: De 50 beste concerten van 2022 – t-beest
Pingback: Gezien: Yard Act, Doornroosje, Nijmegen – t-beest