Tussendoortjes. Die kunnen lekker zijn. Even een snack tussendoor, dat kan goed in Merleyn in Nijmegen, want daar staan smakelijke hapjes, nog niet opgeslokt door de grote markt. Op deze donderdagavond ging ik ook behoorlijk onbevangen naar het gezellige zaaltje in de Hertogstraat. Waarom wist ik niet precies meer, maar KEG had ik dus aangestreept in de agenda van Doornrooosje. Omdat het kan.
Vlak van tevoren keek ik nog even of er een voorprogramma zou zijn en inderdaad staat The Bug Club uit Zuid-Wales hier als opener van de avond, met vrolijke indiepop/-rock. De blije korte nummers draaien meestal om een paar akkoorden en de zang is behoorlijk toegankelijk en meezingbaar. Neem “If My Mother Thinks I’m Happy” dat ik zowaar ook herken, maar waarvan heb ik geen flauw idee. Beetje simpel voor mijn doen, maar tegen het einde gaat het wel lekker los en ook zijn er hier en daar wat aardige solo’s. Pak ‘m beet twintig nummers of zo in drie kwartier. Het enthousiaste trio heeft zeker de sympathiefactor.
Net zoals bij het voorprogramma is er geen echte opkomst bij KEG. De (maar liefst) zeven man staan al op het kleine podium en je vraagt je af of ze een soundscheck aan het doen zijn, maar nee, de band blijkt dan al begonnen. Dit Engelse collectief komt uit Brighton. Volgens de beschrijving heeft de band een voorliefde voor complexe, hectische en zweterige ritmes. Inderdaad, naast post-punk horen we een tikkie prog/jazz en goede breaks gecombineerd in een soort post-punk swing orchestra. De stem van zanger Albert Haddenham doet me erg aan Squid denken, de link met die band is er wel, maar dan dus in een soort big-band vorm met af en toe gekke ritmes of lekkere breaks, zoals een band als black midi ook wel heeft. Ze staan op vrijdag en zaterdag ook nog op Left of the Dial, zoals ze zelf ook zeggen vanavond en in die beschrijving vergelijken ze de band nog met Devo (album Are We Not Men? We Are Devo), alsof je die door de blender gooit en een adrenalineshot toedient. Echt super tof vind ik het geluid van trombone, dat wonderwel goed past in de muziek, maar ook de synths zijn een lekkere smaakmaker (had nog wat harder in de mix gemogen) en de funky ritmes waarop het ook nog goed dansen is. Haddenham (weet niet hoe ie Nijmegen moet uitspreken trouwens, maar de man op synths wel, tot hilariteit van band en publiek) en de mannen om zich heen vermaken zich wel en de half gevulde zaal ook. Er mag gedanst worden! Toffe band en zeker een aanvulling op al uw festivals. Hopelijk zien we ze nog vaker terug.
Pingback: De 50 beste concerten van 2022 – t-beest