
Fijn begin van de kerstvakantie op deze donderdagavond met Spinvis in de mooie concertzaal van De Vereeniging in Nijmegen. Gelijk ook het laatste concert van ondergetekende in dit mooie muzikale jaar, waarin we gelukkig weer veelvuldig van liveoptredens konden genieten. Ook voor de band is dit het laatste concert van het jaar, zo vertelt muzikaal en creatief bedenker Erik de Jong, die dezelfde band om zich heen heeft als vorig jaar in het Openluchttheater de Goffert. In zo’n mooie zaal binnen is er meer ruimte voor de aankleding van het podium en theatrale omlijsting, waarmee Spinvis vanavond toch weer een extra laag verdieping zoekt bovenop de – toch al – creatieve en poëtisch sterke liedjes. Het zorgt voor een mooie verbinding tussen de liedjes en de teksten.
Gedurende de avond wordt het mysterie deels zelf onthuld door maestro zelf. Flarden teksten klinken uit alledaagse situaties, we begrijpen later dat de teksten gemaakt zijn door zijn trouwe metgezel Saartje Van Camp (op cello, toetsen, erhu, zang) en bassist/toetsenist Jan Teertstra. Een aantal jaar terug speelde Diede Oosterveen nog op bas, maar verder is de band de laatste jaren vrij constant, met ook Marcel van As (drums, samples), Lucas Oldeman (gitaar, toetsen) en Merel Junge (viool/trompet, zang).
De stemmen klinken door de zaal, dwars door elkaar als kleine hoorspelen. De setting is een mooie vondst, zoals altijd simpel uit het leven gegrepen en daardoor prachtig treffend. Een flat, zes hoog, daar woont een eenzame man. Hij woont er al een tijd. Al zes jaar. Hij kijkt uit op precies zo’n zelfde flat. De man kijkt. Naar de overkant. En geeft de andere flatbewoners een naam. En een verhaal. Op het podium zijn de zes muzikanten geplaatst in compartimenten, afgescheiden door een soort douchegordijnen, die aangedreven worden door van die motortjes zoals die ook in auto’s zitten om je ramen open en dicht te doen. Die hebben onze auto’s nu niet meer, grapt Erik de Jong, die zoals altijd weer bescheiden, grappig en een tikkeltje introvert of ongemakkelijk over lijkt te komen, maar dat is juist de charme en daarmee schept hij een intieme sfeer en verbinding met het publiek. Mooi dat hij na zoveel optredens het niet allemaal voor lief lijkt te nemen, maar ons nog meeneemt in zijn wonderbaarlijke brein, waar zoveel creatieve teksten uit komen. De muzikanten blijken zelf in de twee appartementencomplexen te wonen. Zo af en toe gaat er een compartiment dicht en dat geeft een focus op een van de ‘flats’ met een extra solo/verdieping door de muzikant. Mooi gedaan.
Bij aanvang van het optreden zijn de gordijnen nog dicht. “Soms breekt er een hart, soms blaft er een hond” van het laatste 7.6.9.6.-album staat voor de gebeurtenissen uit je leven. Soms gebeurt er weinig en soms heeft het veel impact. Prachtig hoe de hele avond zo in het teken wordt gezet van het alledaagse, terwijl dat toch weet te raken en het je ook laat raden naar de bedoeling van de teksten, zoals altijd bij Spinvis eigenlijk. Muzikaal moet de avond nog wat op gang komen voor mijn gevoel, dat wel. De drums klinken wat uit balans, wat blikkerig of rommelig met wat te weinig punch en bas naar mijn smaak, we blijven altijd kritisch natuurlijk, en de zang van Erik de Jong klinkt wat hard in de mix, maar alles glijdt wat beter in elkaar gedurende het optreden. Er komen (voor mij) wat onbekendere nieuwe en oude nummers voorbij (de setlist wijkt niet heel veel af denk ik van deze). “Hallo Maandag” klinkt fijn gedreven en ook de snellere versie van “Artis” blijft leuk met de trompetterende olifanten in het begin, maar de avond begint pas echt op mij in te werken tijdens een mooi “Picasso”. “Niet vandaag” is ook een mooi nummer, al is het spel van Van Camp op de erhu net wat minder magisch dan op de plaat, voor mijn gevoel dan. Misschien net iets te enthousiast gespeeld op dat mooie instrument. Ja, het wordt de Chinese viool genoemd aldus Erik de Jong, maar dit instrument was er eigenlijk veel eerder, waarna hij ook uitlegt hoe zo’n ding bespeeld dient te worden en dat Van Camp dat via YouTube filmpjes heeft moeten leren. Hier een mooie opname van dat nummer van een ander optreden.
Zo langzamerhand worden we steeds harder en fijner meegezogen in de wondere wereld van Spinvis. Echt kippenvel krijg ik van mijn geliefde “Dat is het voordeel van video”, waarbij de band ook wat verder los lijkt te komen. Hoogtepunt van de avond is een van mijn (live) favorieten “Club Insomnia”, dat weer heerlijk lang, ritmisch, dansbaar en hallucinerend doorjakkert, terwijl de bandleden achter de schermen in het licht van de lampen een mooi schaduwspel opvoeren. Geweldig (hier een andere opname). De zaal komt zo te horen ook helemaal los en zelfs het voorstellen van de bandleden is een heerlijke act op zich, waarbij er persoonlijke eigenschappen van de bandleden worden benoemd, helemaal in typische Spinvis-stijl. Duurt veel te lang, grapt Erik de Jong nog. “We Vieren het toch” klinkt als de mooie afsluiter in (bijna) kerstsfeer. Gelukkig komt er nog een toegift om de avond helemaal in stijl af te sluiten, met twee kneiters van favoriete oudjes: “Kom Terug” (toepasselijk als toegift) en de mooie versie van “Astronaut”, dat zo mooi en ingehouden begint, maar uiteindelijk de avond mooi en vol uitblaast. We hebben Spinvis vaker gezien, maar door weer een verse setlist te pakken met ook wat nieuwe oudjes, maar bovenal door de mooie extra creatieve elementen in de poëtische stijl van Spinvis, is het laatste concert van het jaar er eentje om met een dikke glimlach te verlaten.



Pingback: De 50 beste concerten van 2022 – t-beest
Pingback: Gezien: Spinvis, Doornroosje, Nijmegen – t-beest