
Melvins (Montesano, Washington, U.S.) bestaat dit jaar (maar liefst) veertig jaar. De ‘geestelijke godfathers van het grunge- en sludgemetal genre’, aldus de site van Doornroosje. Ze zouden een hele reeks bands hebben beïnvloed (ref), zoals Nirvana, Green River, Soundgarden, Tool, Stone Temple Pilots, Mr Bungle, Sunn O))), Earth, Mastodon, Boris, Neurosis, Eyehategod, Isis, Pig Destroyer en Helmet. En vast nog veel meer.
Nirvana’s Kurt Cobain, jeugdvriend van Osborne, was hun grootste fan blijkbaar en produceerde (een deel van) het album Houdini uit 1993, de eerste op het grotere Atlantic Records-label. Maar dat was geen succes, hij werd de laan uitgestuurd door zijn drugsproblemen, lees ook hier. Gitarist/zanger Buzz Osborne zit of zat trouwens ook in Fantômas met Mike Patton. Melvins zit nog steeds op zijn Ipecac Recordings-label. Na alle geschiedkundige interessante feitjes is het eigenlijk bijzonder dat de band nooit groter is geworden, ik ben zeker ook geen fan of groot kenner van de band, moet ik bekennen. Maar het is wel een buitenkansje om ze zo dichtbij weer eens aan het werk te zien.
Ze hebben er een soort mini-festival gemaakt met afwisselend bands in de grote (rode) zaal en de kleine (paarse) zaal in Doornroosje. De grote zaal staat goed vol, balkons zijn dicht. De bands in de kleine zaal werden er volgens mij pas later aan toegevoegd. Nou prima. We beginnen al om 19:30 vandaag (de deur ging pas rond 19:15 open, maar het loopt aardig door), met het duo van Taipei Houston uit Bay Area, Noord-Californië. We hebben te maken met de broers Layne Ulrich (basgitaar & vocals) en Myles Ulrich (drums). Bekende achternaam? Jawel, het zijn de zoons van. Echt waar? Echt waar. Ze hebben dan wel wat frissere hoofdjes, denk ik nog. Ik sta een beetje vooraan en word gelijk weggeblazen door de bassen, met name de bassdrum en uiteraard de basgitaar van Layne Ulrich, die hier ook wordt gebruikt als leadgitaar. Met veel fuzz en buzz duzz. Lekker knallen door de jonkies, die vorig jaar hun debuut Once Bit Never Bored uitbrachten en hier hun honderdste live-optreden vieren. Muzikaal worden wel referenties gegeven naar bands als Fu Manchu, Tweak Bird, The Kills, Death From Above 1979, The White Stripes en Royal Blood. Fuzzrock, met name. Wat veel van hetzelfde en dezelfde akkoorden, maar het verveelt ook weer niet echt, zoveel energie zit er wel in en zo rechtlijnig is het niet. Mylan Ulrich speelt de nodige complexere ritmes, niet al te eenvoudig dus. Beter en fitter en energieker dan z’n vader ooit was, durf ik te beweren. Layne Ulrich zingt ook helemaal niet zo slecht. Het duo is enthousiast en gooit er genoeg energie in. Beetje Amerikaans overdreven attitude wel met het opjutten, ‘fucking dit en dat…’ en bij het laatste nummer “Drop Song” vragen om mee te klappen en we moeten echt met z’n allen headbangen op die lekkere riff. Ik hou nooit zo van dat soort gedwongen publieksparticipatie. En ook niet van zo’n hippe dame die de hele tijd op het podium en tussen de jongens staat om foto’s te nemen trouwens. Melvins later heeft dat opjutten helemaal niet nodig bijvoorbeeld, zo kan het ook (en beter). Maar goed. De jongens zijn toch wel sympathiek te noemen verder. Misschien hebben ze met hun pa een handige springplank, maar slecht kun je dit zeker ook weer niet noemen.



De bands in de kleine zaal leken me vooraf niet bijster interessant, dat heeft ook met smaak te maken. Militarie Gun, opgericht in 2020, komt ook uit de USA. De kleine zaal is wel aardig dik gevuld als ik kom binnenlopen. Een beetje melodische meezingpunk, bedenk ik me, met ‘invloeden uit post-punk en no wave‘, aldus de tekst in de aankondiging. Ze worden beïnvloed ‘door het gitaarwerk van Born Against, de stuwende cadans van hiphop, de up-front bas van Fugazi maar ook door werk van Paul McCartney’, aldus hier, maar haal dat er maar eens allemaal uit. Beetje simpel toch. Vooral in het begin is de zang wat slecht en vals, en typisch voor het genre wat schreeuwerig. Ze houden zaal ook niet vol al komt de schwung er verderop wel wat beter in.

Melvins zou al op 19 juni 2019 in Doornroosje staan met Yob, ware het niet dat de drummer toen last had van een rugblessure. Vier jaar later staan ze nu wel hier op de planken en kunnen ze gelijk hun veertigste verjaardag vieren. De band opereert na al die jaren dus nog steeds een beetje in de luwte, voor mijn gevoel. In 2003 – ook alweer twintig jaar geleden – zag ik ze in het voorprogramma van Tomahawk (met Mike Patton), volgens mij had ik toen nog geen oordoppen want ik kan me nog herinneren dat het loeihard was, beide optredens in de Melkweg. Destijds speelde Kevin Rutmanis op bas blijkbaar, maar de band kende wisselende bezettingen. Sinds 2015 speelt Steven Shane (Steve) McDonald op bas. Van de originele bezetting is alleen de markante frontman met de grote haardos Buzz Osborne over, maar drummer Dale Crover zit er ook al sinds 1984 bij. Hij speelde overigens tussen 2008 en 2015 geen drums, maar bas. Crover speelde ook nog ergens drums op de eerste demo’s van Nirvana, uitgebracht aan het begin van 1988 en viel in 1990 nog een keer in voor die band voor een aantal optredens. Verder zou Osborne in 1990 ene Dave Grohl hebben voorgesteld aan Nirvana. Van die geinige feitjes. In het begin speelde Melvins nog covers van Jimi Hendrix en The Who, maar werden dus bekend met hun grunge, noise en punk-rock, inmiddels vastgelegd op meer dan dertig albums en een zooitje EP’s. Genoeg historie om even te gaan kijken dus, al komt Melvins niet altijd even lekker binnen bij mij. Op de plaat dan. Misschien is het daarvoor net wat te rauw geserveerd, dus ik was wel benieuwd hoe ik het zou verwerken vanavond.
Even klinkt het het geluid van Melvins nog wat matjes of dun, blijkbaar heeft de geluidsman het volume even wat teruggeschroefd of staan we gewoon niet helemaal goed. Het geluid van de gitaar van Osborne staat gewoon wat zacht. Ergens rond het midden van het optreden vind ik de bas van McDonald ook te zacht in de mix en dat is wat jammer. Maar uiteindelijk komt alles goed, zeker als langzamerhand alles een tandje harder lijkt te worden gezet, maar we staan dan ook wat meer naar achteren omdat er inmiddels een lekkere pit is gevormd. Het publiek wordt steeds wilder en ik kan me er ook steeds beter in vinden.
Het drietal heeft dus een lange geschiedenis achter de rug, maar lijkt hier helemaal niet op hun lauweren te rusten. Crover gaat goed los op drums, vult mooi de stukjes tussen de nummers als de gitaristen even de gitaar moeten stemmen en hij krijgt sowieso genoeg ruimte om te excelleren. Hij drumt ook wel mooie en complexe patronen. Osborne lacht eigenlijk niet en ziet eruit als (nutty) professor Einstein met zijn wollige lange witte haren, die wapperen in de wind van de ventilator een stukje achter hem. Hij loopt wel actief over het podium en gooit zijn lichaam en geest wel degelijk vol overgave in het concert. De lange McDonald toont meer emotie, trekt de leukste grimassen en zet de mooiste poses neer op het podium met zijn bas. Muzikaal lijkt de band altijd wat meer van hetzelfde te doen, maar als je er wat beter naar kijkt of luistert tikken ze wel diverse genres aan. Osborne is liefhebber van de Stones en de Beatles, waarvan vandaag een punk-achtige cover van “I Want to Hold Your Hand” wordt gespeeld. Hoogtepunt zit ‘m – wellicht door het opschroeven van het gitaargeluid – in het laatste gedeelte, met furieus gespeelde nummers als “Honey Bucket”, “Revolve” en een knetterende lange uitgerekt finale met “Night Goat”, waarin de jongens van Taipei Houston mee mogen doen (met extra drums en basgitaar dus). De zaal ontploft. Geweldig. Normaal geven ze nooit een toegift, maar je bestaat maar een keer veertig jaar, dus komen ze nog terug voor een eveneens imposante versie van “Boris” van het Bullhead album uit 1993, het nummer ook waar de Japanse band Boris naar is vernoemd. Prachtig einde ook als Crover en McDonald al afscheid nemen en Osborne gewoon op gitaar door blijft spelen met een stukje minimal sludge/doom en de laatste zachte vocale kreten van Osborne terwijl het gitaargeluid uitsterft. King Buzzo zegt niet veel, hij laat de muziek wel spreken, maar gooit er nog een welgemeend ‘Thank you!’ uit. Nee zeg, jullie bedankt! Uiteindelijk was dit een overtuigend optreden van een band die na veertig jaar nog steeds in topvorm is en dat is uitermate knap.







Na een pauze haken we nog even aan bij Soul Glo in de kleine zaal, een hardcore punkband uit Philadelphia, Pennsylvania, opgericht in 2014. Met riffs ‘die doen denken aan Suicidal Tendencies en Bad Brains’, aldus de Melkweg ergens. ‘Voor fans van Bad Brains en Black Flag’, zo lezen we bij dit optreden. Furieus, is het goede woord, dit soort ultrasnelle hardcore thrash-achtige punk met het speenvarken geschreeuw van Pierce Jordan op – eh – zang. Saillant detail is dat gitarist Ruben Polo vorig jaar werd beschuldigd van aanranding door misleiding. Vanavond speelt GG Guerra gewoon (nou ja gewoon, soms met klodders zweet en wild als een malle) op gitaar (hij speelde eerder op bas geloof ik), met TJ Stevenson op drums en een bassist (geen idee wie dan). Hoewel erg intens, zitten er tussen de nummers wel wat lange pauzes, maar ja, de gitaren moeten ook gestemd worden en soms moet er wat lucht in, om daarna weer aan te zetten naar de totale waanzin. Bij vlagen vind ik dat wel lekker, aan de andere kant is het weer zo’n opgefokte schreeuwboel. Nou goed, interessant vind ik dat ze er ook elektronica doorheen gooien, dat had nog best wat vaker gemogen en dat had prominenter in de mix kunnen staan. Geinig dat Buzz Osborne even in de coulissen staat te kijken. Benieuwd wat hij nu van dit soort gasten vindt. Ook leuk als bij het laatste nummer de bassist op gitaar gaat spelen, de zanger op bas en gitarist GG Guerra ineens de zang op zich neemt. In dit genre is het ongetwijfeld een soort niche-klepper van jewelste. Daarmee eindigt het avondje, waarbij opviel dat alle bands zich helemaal gaven en zich verder wel uitstekend leken te vermaken, net zoals het publiek.

Pingback: De 50 beste concerten van 2023 – t-beest
Pingback: Gezien: High On Fire, Doornroosje, Nijmegen – t-beest