Het is de achtste editie van het Down the Rabbit Hole-festival in Ewijk (gemeente Beuningen) vlakbij Nijmegen. Ik heb alleen de eerste editie gemist en dus wordt het de zevende keer dat we in het konijnenhol gaan kijken, lekker thuisslapen en met de auto. Omdat dat kan. Niet omdat er nou zoveel bands staan die ik moet zien, wat dat betreft is de muzikale spoeling wel dun aan het worden voor de wat oudere festivalganger de laatste jaren. Lowlands sla ik om die reden voor het eerst na 20+ jaar over. Er staat voor iedereen wel wat wils, maar de focus lijkt bij al die grote buitenfestivals steeds meer op de – zeg maar – TikTok-generatie te liggen. Steeds minder alternatieve/indie-rock of goede gitaarmuziek in elk geval. Steeds meer hap-slik-weg-feestjes. Steeds meer rap/hip-hop, R&B en top 40-pop, DJ’s en foute disco. Ik hou echt niet alleen maar van harde gitaren, maar het wordt wel steeds moeilijker iets leuks te ontdekken in het programma. Daarmee is de vraag of er genoeg uit te halen valt, voor dit geld ook. Een kaartje kost 255 euro, in 2014 was dat nog 135 euro. Een muntje doet tegenwoordig 3,50 euro. Een grote beker fatsoenlijk bier (Skuumkoppe) is twee muntjes. Nou goed, niet te veel zeuren. We proberen het gewoon en gaan dit jaar voornamelijk voor de sfeer en die is nog steeds prima.
Zoals gebruikelijk bij dit festival geen enorm uitgebreid verslag, ik kom (zoals altijd en overal eigenlijk) als betalende sfeersnuiver . Daarvoor kun je beter terecht bij 3voor12, OOR, Volkskrant, Festileaks of zoek zelf of zo. De sfeer is dus wel goed, de organisatie heeft met 45.000 bezoekers vorig jaar het maximum al wel bereikt en toen kraakte het aan alle kanten, dit jaar lijken ze gelukkig goed geluisterd te hebben. Het is minder chaos op de weg op vrijdag, we komen makkelijk binnendoor richting de parkeerplaatsen, al zullen de meeste bezoekers al op donderdag zijn aangekomen. Een klein rijtje bij de ingang, maar verder loopt alles soepel, tenzij je je kaartje wilde verkopen vlak voor het festival, dat kan alleen via TicketMaster zelf en die had dat op donderdag al afgesloten. Waarom, vraag je je af. Tickets konden dit jaar alleen via de mobiele app worden getoond bij de ingang en dat leverde hier en daar ook problemen op. Maar goed, je moest dat gewoon thuis al even op de telefoon zetten, app installeren en even je kaarten openen. TicketMaster verdient liever zelf aan de doorverkoop (extra belachelijk hoge servicekosten) en omzeilt hiermee het populaire TicketSwap. Jammer, maar dit zat er al langer aan te komen. De grote problemen met de toiletten zijn er niet dit jaar, er staan veel meer blokken en ze worden beter onderhouden, lijkt het. Goed gedaan. Natuurlijk zijn er af en toe rijen als het druk is, maar je kunt altijd even naar een rustiger plekje lopen. Hier en daar is er ook meer ruimte gecreëerd in de doorgangetjes, die vorig jaar nog wel eens wilden verstoppen. De opstelling is verder grotendeels hetzelfde als vorig jaar, alleen de Bossa Nova (in het Eden gedeelte) heeft geruild met de wijnbar en dat podium is nu weer een stuk groter en ook regelmatig goed en druk bezocht. Ook dansschuur de Rex lijkt een heel stuk groter, dat levert al de nodige boenkeboenke-bassen op als je richting de ingang loopt. Of terug. Minder last van de drukte dus, maar we zijn dan ook niet veel bij de grote artiesten te vinden op het grootste openlucht Hotot-podium. Ook het weer werkt redelijk goed mee, met name op vrijdag (22-24 graden) en zondag (rond de 20) is het aangenaam, met de meeste zon op vrijdag waardoor de korte broek uit de kast kan. Met 17 graden aan het eind van de avond is het iets frisser als in de wind loopt. Dun truitje meenemen is dan handig. Op zaterdag in de middag wel wat buien, tijdens Altin Gün bijvoorbeeld wat spetters en als we een keer in de speciaalbierbar staan (waar overigens niet heel veel speciaals is te vinden, veel witbier). Alles beter dan 30-plus graden een week eerder, vind ik dan. Gelukkig is dit festival half in het bos en zijn er genoeg fijne schaduwplekjes te vinden. De organisatie zorgt gelukkig ook weer voor genoeg zitplekken, handig voor oudjes zoals wij, haha. En dit jaar wordt er voor het eerste met statiegeldbekers gewerkt. Op zich werkt dat goed, je krijgt twee statiegeldmuntjes mee bij de ingang en voor de rest moet je gewoon steeds je beker inleveren, of zo’n muntje. Een beker kun je ook inwisselen voor zo’n muntje als je die niet bij je wilt houden. Het werkt wel, want geen enkel plastic bekertje ligt er op de grond en zo kunnen ze het vast beter recyclen, al levert het natuurlijk nog steeds een enorme berg plastic op, in die zin zou wellicht een hard cup beter werken en die dan weer schoonmaken, zoals op sommige andere festivals.
Muzikaal is het dus zoeken in het programma naar enige lichtpuntjes, maar ik geloof ook niet dat dat heel anders is op andere grote festivals als Lowlands, Best Kept Secret of Pinkpop tegenwoordig. Op elk festival staan zeker leuke dingen, maar die had ik dan liever samen op een groot festival gezien. Bijzonder vind ik altijd dat een gratis festival als het Valkhof Festival, dat toch ook heel divers programmeert, op sommige dagen veel meer lijkt te bieden, maar misschien is daar de insteek net wat anders. Ja ik weet het, we moeten ons dan maar meer gaan richten op dat soort niche-festivals, zoals ook Grauzone, Misty Fields, Left of the Dial, Le Guess Who?, London Calling Festival, Haldern pop, Desertfest, Into the Void, Dunk!festival, Krach am Bach, Down the Hill en Freak Valley. Dit jaar dus Desertfest Antwerp in plaats van Lowlands, en wie weet vervangen we Down the Rabbit Hole dan ook maar voor iets anders uit dat rijtje. Maar we zijn er dit jaar toch.
Heel veel zijn we dus niet te vinden op het grote veld bij de Hotot, maar we pakken nog een deel mee van de sympathieke Froukje, die toch soms van die aanstekelijke en goed geproduceerde nummers maakt. “Ik wil dansen” is de slogan van het hele weekend voor ons, al komen we daar ook weer niet heel vaak aan toe. Froukje is er het hele weekend, we treffen haar ook nog met een akoestische set in de Bossa Nova op zondag (dat was dus het vraagteken in het programma) en we zien haar later ook nog iets van een lezing geven op het openluchtpodium vlakbij de ingang (‘Froukje helpt je de winter door’). Toch wel leuk dit soort verrassingsoptredens. De platte kar met optredens heb ik niet echt gezien, wel vertrok er regelmatig een optocht met blazers vanaf het terrein van de Rex. Echt wel heel tof zijn de twee blazers met trommel op de (buizen)ingang van Eden op zaterdagavond, die daar de leukste en foutste covers spelen voor een dolenthousiaste menigte. Ook leuk, eerder op de zaterdagavond in het water is er – eh – straattheater, met bewegingskunstenaars op een balancerend vlot met trappen. Leuk om dit even spontaan tegen te komen. Op zaterdag was er verder ook een verrassende S10 in de kleinere Fuzzy Lop als invaller voor Horace Andy, die het blijkbaar niet meer kon halen. Burna Boy was er verrassend genoeg wel echt als afsluiter, nadat hij twee weken eerder een vol Gelredome had laten zitten.
Burna Boy niet gezien dus. En ook S10 niet gezien. Dat rijmt. Op dat moment stonden we bij het Amerikaanse Spoon in de Teddy Widder-tent, dat daar in 2017 ook al stond. Fijne indieband met prima songs, al had het nog wat gekker of uitbundiger gemogen hier en daar. Of wat vaker die elektronica inzetten. Gek genoeg mis ik de fijne nummers van het vorige Hot Thoughts-album (favorieten als “Hot Thoughts”, “Can I Sit Next To You” en het prachtige “I Ain’t the One”), maar ze hebben natuurlijk net een ander album uit, Lucifer on the Sofa, waarvan het fijne uptempo “The Hardest Cut” wordt gespeeld. Goede muzikanten en altijd fijn om die fijne kenmerkende stem van Britt Daniel te horen. Er is nog even paniek als de versterker van Alex Fischel het begeeft, maar dan wordt er toch gewoon even een hele nieuwe uit de koffer gehaald , aangesloten en afgesteld.
In dezelfde tent zien we op de eerste dag, vlak na Froukje, het Ierse The Murder Capital, dat we al eerder zagen op Lowlands en het Valkhof Festival. Geen post-punk om hard op te springen, de band heeft veel meer behoudende songs, maar ja de jongeren met knaldrang vooraan proberen het toch af en toe en de zanger gaat toch altijd wel even het publiek in. Fijne band en een van de betere keuzes op dit festival.
Ook in de Teddy Widder even later, maar heel anders is het Australische Confidence Man, dat in 2017 in (de toen nog kleinere) Fuzzy Lop stond en een jaar later in de kleine X-Ray op Lowlands. Categorie elektronica/dance en een beetje guilty pleasure voor ondergetekende, met name het aanstekelijke nummer “Boyfriend (Repeat)” dat de tent laat ontploffen, zeker na een sit-in. Dit keer als een-na-laatste gespeeld trouwens. De set klinkt in de grotere tent vandaag soms iets meer als belegen disco moet ik zeggen, maar de lekkere ingestuurde dansjes en verkleedpartijen van Janet Planet (Grace Stephenson) en Sugar Bones (Aidan Moore) blijven erg geinig om te zien. Op de achtergrond nog steeds de gesluierde drummer en toetsenist/knoppendraaier, die de boel vakkundig aanjagen.
Dan volgt een van de weinig aanwezige clashes, maar in plaats van Tramhaus (post-punk uit Rotterdam) kiezen we voor het elektronische Weval, een Nederlands producers-duo bestaande uit Harm Coolen en Merijn Scholte Albers. Eerder gezien op Lowlands 2016 en 2019 overigens. De heren vlechten hun eigen werk netjes aan elkaar, echt hele dikke stuiterdance kun je het niet noemen en waarschijnlijk had ik dat juist ook wat eentonig gevonden. Gelukkig komt ook “Don’t Loose Time” aan bod, dat ik op de plaat echt geweldig vind, maar hier net wat meer ingetogen in de mix lijkt te zitten. Toch wel een lekker setje om de tijd te doden.
Veel meer hoogtepunten zijn er voor ons niet in de Teddy Widder dit weekend, al krijgen we nog wel wat mee van Jacob Collier vanaf de vegetarische eettent aan het strand, waar we nog een beetje zicht hebben op die tent en we het nog aardig kunnen horen ook. Collier is een Britse zanger, arrangeur, componist, muziekproducent en multi-instrumentalist en staat hier als een van de vertegenwoordigers van de YouTube-generatie zou je kunnen zeggen. Jawel het is een talent, hij kan echt wel meerdere instrumenten spelen en prima zingen en is – naar ik aanneem – vooral populair bij de jongedames gok ik, want het is wel erg zoet en glijerig allemaal. Even later lopen we er weer even langs en horen we nog een klein stukje Death Grips. De band uit Sacramento, Californië maakt hiphop, punk en noiserock, maar het is ons toch wel te rauw en rechtlijnig geserveerd naar onze smaak. Opzwepend misschien, maar met flauwe schreeuwraps en veel herrie uit een doosje. Op zondag bij Sleaford Mods blijven we ook even hangen buiten de tent. Ik vind het altijd wat minimaal wat deze Engelsen doen. Ja, de postpunk is dansbaar, maar het ritme blijft langdradig hetzelfde en de beats komen toch ook allemaal uit een simpel doosje. Zanger Jason Williamson is de rauwe doordauwer die vooral overkomt als een dronken lallende Engelsman, die boos over politiek praat. Hij lacht hier en daar wel, wat ik dan wel weer grappig vind. Blijkbaar vermaakt hij zich wel. Op zondag pakken we ook nog een stukje La Femme mee op dit podium, dat daar toch regelmatig dienst doet als de grote disco aan het water. De Franse band, nog steeds in Kraftwerk opstelling met vier synthesizers naast elkaar, was in 2015 al eens op het Valkhof Festival en in 2018 stonden ze hier ook . De band rond de kernleden Marlon Magnée en Sacha Got maken zoiets als psychpop, electropunk, kraut, surf en coldwave, terwijl ze op hun laatste album ook zoiets als Hawaï-tropicala aan de man probeerden te brengen. De konijntjes vinden het wel leuk geloof ik, maar wij lopen uiteindelijk weer door.
In de Fuzzy Lop zijn er meestal wel leuke kleine bandjes te vinden, zo af en toe met een lekkere klodder gitaar ook. Na La Femme klinkt Nu Genea Live Band veel meer als belegen disco uit de jaren zeventig of zo, maar op een of andere manier kan dat het publiek niet schelen en we doen nog een klein dansje mee in de uitpuilende Fuzzy Lop. Het gezelschap rondom Massimo Di Lena and Lucio Aquilina bundelen de zonnestralen der disco, funk en neosoul tot een swingend Italo-geheel, zo staat in de beschrijving. Opvallend dat de jeugd dit leuk vindt, deze live-afsluiter op zondag in de Fuzzy Lop.
Op vrijdag waren we op tijd voor de opener in diezelfde tent met Avalanche Kaito, met hun Afrikaanse tribale mathprog, of zoiets. Vorig jaar stonden ze nog op het Valkhof Festival en begin dit jaar in het kleine Merleyn, maar dat heb ik gemist. Bij vlagen vind ik het wel aardig, dit soort complexere drumwerk. Dit gitaar had nog best een standje harder gemogen in de mix. De zanger, die overigens uit het publiek opkomt, geeft wel een hele Afrikaanse zwaai aan de muziek en daar ben ik wat minder fan van en verder is ook wel jammer dat sommige stukken wel heel erg lang doorgaan in hetzelfde ritme. Als ik me niet vergis lopen we later op de vrijdagavond nog wel even langs (het duo van) Agar Agar in dezelfde tent, maar dit soort synthesizerdisco is ons te gladjes.
Ik had daar nog wel de afsluiter Heartworms willen zien op vrijdag (gemist op Zeitgeist eind vorig jaar in Doornroosje), maar dat zou ons te laat worden. Op zaterdag zijn we ook niet op tijd uit de veren om Kids with Buns te zien, maar later op de dag vormt Working Men’s Club daar wel een van die zeldzame hoogtepunten van het festival. De Engelse band rondom de nog jonge Sydney Minksy-Sargeant is ooit begonnen met post-punk op de popacademie van Manchester, maar hij ontdekte en ontwikkelde een voorliefde voor elektronica, met in de basis altijd een lekker opzwepend ritme. Tikkeltje rebels, scherp gesneden en funky geserveerd, met de vileine zang van Minksy-Sargeant. Hij heeft twee vrouwen meegenomen op toetsen/synths/gitaar en een gitarist. Die doen allemaal wat stoïcijns in mijn beleving, maar gelukkig stopt Minksy-Sargeant er zelf wat meer energie in. De set glijdt hier en daar makkelijk door de nummers heen, zo live plakt hij het lekker aan elkaar allemaal, al komt een deel ook wel uit de synthesizers natuurlijk, met name al het drumwerk is voorgeprogrammeerd. Lekker setje. Heerlijk om even echt iets van mijn wensenlijst te zien, want deze band stond daar al een hele tijd op.
Op zondag hebben we sowieso weinig aangekruist in het programma, maar het Belgische trio van Ramkot gaat er sowieso wel in als koek natuurlijk. De band met de broertjes Leyman stond nog in april in Merleyn en mocht recent invallen op Pinkpop voor Disturbed. Altijd lekker dit soort aanstekelijke stoner met toffe riffs, al heeft nog niet al hun materiaal de kracht om de Fuzzy Lop-tent weg te blazen en klinkt het hier en daar wat meer van hetzelfde. Maar toch. Heel lekker, even zo’n fatsoenlijke gitaarband. Goed voor al uw feestjes en festivals.
Bob Vylan in dezelfde tent is een stukje later op de zondag ook nog wel een aangenaam tussendoortje, gemist op het Valkhof Festival vorig jaar. Het Engelse duo speelt een lekker potje grime, punkrock en hiphop. Een crossover-band en het Britse antwoord op Rage Against The Machine, lees ik ergens, maar dat is wat overdreven misschien. Hoe boos Bob Vylan zelf ook zingt, het is een prachtige performer die de hele tent met zijn grote persoonlijkheid inpakt. Ja, ze weten zelf ook wel dat ze gitaar en bas van een bandje draaien, maar toch werkt het.
Het zijn meestal de kleinere bands die me bevallen in dit soort tenten, veel gevestigde acts op het grote Hotot-veld zijn niet zo aan mij besteedt, maar er zijn altijd uitzonderingen. Het Turks-Nederlandse Altin Gün verdient zo’n grote spot op de zaterdagmiddag, want ze zijn al langer aan de weg aan het timmeren met hun uitstekende dansbare Turkse psychedelische muziek en traditionals. En dat er dan even een buitje langskomt deert niemand, we dansen vrolijk door.
IDLES, wat later op de zaterdag op het hoofdpodium, heeft zich inmiddels ook opgewerkt naar het grote werk, al zijn wat knussere zalen misschien wat fijner voor dit soort opgefokte postpunk. Het kan ze vooraan niet zo veel schelen en gaat er dik op, ook dit weekend zijn er regelmatig pogo-feestjes en circle pits. Ook jongeren houden nog steeds van gitaarmuziek, denk ik dan nog steeds en eigenlijk best gek dat je vooral (post)punk ziet op de grotere festivals. Maar dat is wel (nog steeds) het hipste van nu dan blijkbaar.
Verder is het een beetje sprokkelen en rondlopen op het festival. Op de achtergrond zien of horen we nog wel stukjes Warhaus (best aardig) en Jacob Banks (wat flauwe soul, R&B) op het Hotot-hoofdpodium, maar verder komen we daar niet heel veel in de buurt dus. In The Bizzare pakken we op zaterdag nog het laatste restje mee van Bnnyhunna Spiritual Jazz Jam, terwijl de regen nog naar beneden drupt. Bnnyhunna is een Amsterdammer van Ghanese afkomst die hier dagelijks een tweetal uurtjes aan jazz, soul, afro, R&B en hiphop brengt. Wat interessanter vind ik het Belgische duo Lander & Adriaan op zondag in de Bossa Nova, met drummer Lander Gyselinck (STUFF. ) en toetsenist Adriaan Van de Velde (Mauro Pawlowski, J. Bernardt). Ze hebben een ‘gedeelde liefde voor slicke digitale synths en 90ies underground dance’, zo lezen we. Hun debuutalbum is een ‘mash-up van 90ies dancegenres als Chicago juke, Detroit techno, UK-Funky, Classic rave, afgezaagde jazz fusion en alledaagse jazz improv, die ze zelf ‘Post Nudism Rave’ noemen’. Het publiek schaart zich rondom het duo en gaat daar nog even gezellig uit de plaat. We volgen het even op gepaste afstand. Het duo is overigens nog te zien op dinsdag 18 juli op het Valkhof Festival dit jaar. Elk voordeel heeft ook z’n nadeel, want dit jaar weten we ook regelmatig iets mee te pakken van het toffe (theater)avondprogramma in de Bossa Nova, onder de noemer Divine Comedy: Orkater & Invites. Zo te zien is het programma zo ongeveer elke avond hetzelfde daar. De opening wordt verzorgd door de absurdistische theatermakers en (prima) muzikanten van Zoutmus samen met performer Stephanie Louwrier, en die maken een hele act rondom het thema ‘opening’. Verder optredens van De Dansers, die hier de voorstelling Hold Your Horses en Hush brengen en optreden samen met CLUB GEWALT. Verder programmeert Steef Bikkers het Festival Circolo met de crème de la crème van het moderne circus. En er is daar nog veel meer te zien – als je wil natuurlijk – in het lange programma tot diep in de nacht. Zo laat maken we het niet daar trouwens, ben je gek.
Zo wordt het programma nog wel aardig gevuld, zo’n Bossa Nova podium vult de gaten mooi. Muzikaal gezien zijn er echter op dit soort grote zomerfestivals voor mij (en oude festivalmaten) toch te weinig must-see acts te zien, waarvoor we er zoveel geld en energie in willen stoppen. Hoewel ik me op zich wel heb vermaakt, zit de kans er in dat dit het laatste jaartje in het konijnenholletje was, hoe jammer dat misschien ook is. Het gras is soms gewoon wat groener bij de buren en misschien doet verandering van spijs weer eens wat beter eten. Je weet het niet. Down The Rabbit Hole is er in 2024 in elk geval wel weer en wel op 5-7 juli.
Pingback: Gezien: Valkhof Festival 2023 – t-beest
Pingback: De 50 beste concerten van 2023 – t-beest