Typisch gevalletje FOMO. Ik had Squid al wel eens eerder gezien, je kan niet altijd alles zien wat je wilt zien. Maar goed, een goedkoper kaartje was snel via de ‘Swap’ gekocht en voor je het weet zit je in de trein naar Utrecht. Ik kreeg er geen enkele spijt van in elk geval.
De Ronda is niet helemaal uitverkocht voor deze Engelse postpunk-band, maar het scheelt niet veel. Het is nog wel een stukje rustiger bij het voorprogramma Global Charming, dat ik blijkbaar nog wel – eh – charmant vond, gezien mijn notitie bij het de digitale editie van ESNS21. De band uit Amsterdam (ontstaan rondom Meetsysteem, Torii en Petersburg, begrijp ik) past muzikaal gezien best goed op deze avond. Ze beginnen nog wel verrassend loom en voorzichtig, maar uiteindelijk komt de schwung er wat meer in en vloeit het allemaal wat lekkerder. Alsof ze zelf ook even moeten opwarmen. Het is dan ook best fris in de zaal ten opzichte van de tropische temperaturen buiten. Postpunk van het opgewekte donkere soort, denk ook Cola, Parquet Courts, The Cool Greenhouse en The Fall misschien. Typische zangstem ook van Jilles van Kleef. Prima, maar de zang van de gitariste op links is eigenlijk ook heel fijn in dit geheel (ja, we kunnen je zang prima horen hoor!). Hier en daar wat lekkere eigenwijze ritmewisselingen of andere fratsen, wat ze ergens goed gemeen hebben met de hoofdact. Na een aanloopje dus toch nog wel een heel aardig band dit.
Het is wat wachten op Squid, dat meer dat tien minuten te laat begint. Maar als de bandleden dan komen oplopen is de zegetocht direct begonnen. Vooraan raken ze (jongeren, ga ik altijd even van uit) al snel in extase, zeker als het tempo omhoog gaat of de beuk er in gaat, met zowel gitaren als dikkere elektronica. Het beeld is hetzelfde als op Zeitgeist en Down The Rabbit Hole, op een of andere manier moet er bij Squid gewoon wild gedanst worden, maar dat is misschien ook wel wat het publiek leuk vindt aan die hele lading nieuwe en prima postpunk-acts van de laatste x jaar. Fijn blijft dat de band rustpunten inbouwt en deels experimenteert met jazz, kraut, psych en andere fratsen. Niet alleen doorrammen. Dat maakt het optreden net zo dynamisch als op de plaat, alleen hier slaat elke toffe overgang veel harder in natuurlijk. Als zanger/drummer Ollie Judge even hard op zijn basdrum kickt, trilt de zaal. Zodra hij het tempo gaat aangeven, danst de zaal al hard mee. Als de gitaren of synthesizers beginnen te gieren, begint het publiek te juichen. Prachtig om te zien hoe ze los gaan, al vind ik het dronken geschreeuw wat later in de set een beetje overdreven, gelukkig heb ik er geen last van waar ik sta (iets meer naar linksachter). Judge vindt het zelf wel prachtig allemaal, ze lijken ook echt blij verbaasd hoe mooi de volle zaal er aan hun kant uitziet. Ik zie ze af en toe lachen hoe het publiek reageert. Fijne zaal natuurlijk die Ronda, ondanks dat ik het wat druk vind worden op de vloer tijdens Squid, is het geluid weer ongeëvenaard helder. Fijn dat de elektronica ook erg goed te horen is, de gitaren klinken op een paar momenten wat iel, maar eigenlijk wordt het allemaal spatzuiver de zaal in geslingerd. Mijn oordoppen jubelen van genot, zo lijkt het. Volgens mij is de band net een paar dagen bezig met een uitgebreide tour rondom het nieuwe O Monolith-album en daar komen zes nummers van voorbij. “Swing (in a Dream)” (als eerste gespeeld vandaag), “After the Flash” (lekker eigenwijs gefröbel), Devil’s Den (ook eigenwijs dynamisch), en “Undergrowth” (klinkt geweldig sfeervol) werden ook al op Zeitgeist vorig jaar gepresenteerd, vandaag komen daar “The Blades” bij en (afsluiter op de plaat) “If You Had Seen the Bull’s Swimming Attempts You Would Have Stayed Away”. Niet allemaal instant-voer voor dans- en pogo-publiek, maar ik vind dat als afwisseling dus geweldig. Van Bright Green Field, toch een van de beste debuutplaten van de laatste jaren, komen ook nog vijf nummers. Het heerlijke “G.S.K.” bijvoorbeeld (echt, die trompet is geweldig), een prima “Peel St.”, een ontzettend gedreven “Pamphlets”, en een echt waanzinnige “Narrator” als hoogtepunt van de avond. Die laatste hadden ze ook gewoon mogen uitrekken tot een half uur. Het laatste nummer (“The Blades”) is dan nog zelfs wat behoudend als uitsmijter. Er komt ook geen toegift. Hoeft ook niet. Dit hele optreden is weer briljant, bandleden in opperste topvorm. Veel beter ga je dat niet krijgen en het is een kwestie van tijd voordat Squid de hoofdpodia op festivals plat gaat spelen, zou je zeggen, ook al hou ik meer van dit soort bands in kleinere, knusse zalen. Geweldig. Mijn FOMO glansrijk overwonnen.
Pingback: De 50 beste concerten van 2023 – t-beest