Gezien: The Scratch, Merleyn, Nijmegen

Muziekcafé Merleyn is op deze woensdagavond met een band als The Scratch net een Ierse pub, met een volle zaal uitgelaten stamgasten. Het viertal uit Dublin schakelt makkelijk tussen traditionele Ierse muziek en heavy metal. Twee uitersten, maar ze brengen het zonder dat dit gek aanvoelt. Met een Merleyn-pas is de drempel lager om dit eens van dichtbij te bekijken.

In het voorprogramma de welbespraakte Junior Brother die rond 22:20 op de stoel plaatsneemt. Dat wordt een latertje dus. De Ierse alternatieve folk singer-songwriter luistert in het echte leven naar de naam Ronan Kealy, komt uit het Ierse plaatsje County Kerry, verhuisde in 2014 naar Dublin, en is een jaartje of dertig. Hij weet hier de zaal met flair te bespelen, hij spreekt de zaal dan ook prettig zelfverzekerd toe en maakt grapjes met en over de roadie (Brian?) op het podium, die hem met alle liefde een flesje water en bier bezorgt. Hij tokkelt wat Iers klinkende songs op zijn akoestische gitaar en begeleidt zichzelf met wat voetenwerk-percussie. Opvallend zijn de wat hoge knauwerige zang hier en daar, wat direct iets authentiek Iers in zich heeft. De zaal is wat rumoerig achterin, en dat is altijd wel jammer bij dit soort meer ingetogen acts. Zelf hou ik gewoon niet zo van dit soort muziek, het is dus niet zo aan mij besteed, maar hij lijkt me verder wel een leuke (stam)gast.

Ik moet bekennen dat ik nog niet eerder van The Scratch had gehoord, maar ze zijn veel in Nederland te vinden dit jaar. Ze doen een uitgebreide tour om hun nieuwe plaat Mind Yourself te promoten, waaronder zes zalen in Nederland, waarbij Merleyn de laatste is van de hele reeks. Eerder dit jaar stonden ze op Lowlands en andere festivals als Waterpop, Sniester, Vestrock, een paar bevrijdingsfestivals en begin dit jaar op Eurosonic/Noorderslag. Bij folkmetal zou je ook kunnen denken aan de muziek van bands als Flogging Molly en Dropkick Murphys bijvoorbeeld, maar The Scratch is toch minder hap-snap dansende feestrock zoals dat soort bands. Ja, het is begonnen als geinig experiment in de keuken en de vier heren zijn uitbundige geinponems als je ze zo aan het werk ziet, maar er zit ergens wel serieuze Ierse traditie in het bloed, met een voorliefde voor songs die uit het hart komen. Zingen voor volk en vaderland. Er komen dus ook genoeg rustige songs langs en nummers om mee te zingen in Ierse pub-stijl. Soms combineren ze dat inderdaad met meer opzwepende heavy metal (gitarist op links voor de kijkers draagt een shirtje van Obituary), zeker als het tempo even omhoog gaat. Grappig hoe de twee akoestische gitaren dan ineens dienst doen als elektrische gitaren. Het geheel trouwens aangevoerd door percussie/drums op twee dozen en een kleine basdrum. Die extra stevige opzwepende metal komt vooral langs in het begin en eind van de set, waardoor de zaal lekker wordt opgezweept tot aan een circlepit en wall of death aan toe in dit kleine volle zaaltje. Tussendoor eren ze nog de recent overleden zanger Shane MacGowan met een nummer (“Sally MacLennane”) van The Pogues. De band vermaakt zich wel en het loopt inmiddels tegen half één in de nacht, de man van de merchandise (Toni?) mag zelfs een nummer zingen en dan is er nog maar één minuut speeltijd over, waarna er nog maar eens een lang en fijn stoempend nummer wordt ingezet. Nou ben ik niet direct een liefhebber van folk-achtige muziek, maar de Ieren maken er hier wel een feest van en in de metal-achtige stukken weten ze de boel echt goed op te zwepen. Ongetwijfeld voor de band zelf ook een goede afsluiter van de tour.

Scroll naar boven