
De grotere bekende festivals laat ik steeds meer aan mij voorbij gaan, want massaal, duur en muzikaal niet uitdagend/spannend genoeg voor mijn smaak. Gelukkig heeft Nederland een hoop interessante kleine(re) festivals. De laatste jaren volg ik het Grauzone-festival in Den Haag met groeiende belangstelling. Vanuit de luie stoel dan. Ik herinner me de goede online editie van 2021 met uitstekende streams van hele fijne bands, met een goede selectie van nieuw talent en oude bekenden. Op het Valkhof Festival stonden vorig jaar ook meerdere interessante bands, die eerder dat jaar op Grauzone stonden. Hoewel ik ook wel een beetje tegen de limiet van het aantal festivals/concerten aanloop (het moet wel leuk blijven), wilde ik graag een keer een dagje sfeer proeven.
Het is dit jaar de elfde editie als ik me niet vergis. Grauzone is ook een Zwitserse band uit de eerste helft van de jaren tachtig met de megahit Eisbär. Vast niet toevallig, want de jaren tachtig staan wel centraal op dit festival. De Volkskrant kopt later dat de grotere namen wel heel gedateerd jaren tachtig klinken, maar dat gevoel heb ik dan minder en dat boeit ook niet. Het festival richt zich zo te zien en te horen op genres als synthpop, new wave, post-punk, psych, elektronica en experimenteel. Zowel iets voor Roadburn-gangers (zoals wij) als gothics, groepen die toch al zwart gekleed gaan zou je zeggen. Jong en oud. Vriendelijke sfeer. LGBTQ+ vriendelijk. En vegan-friendly, zoals goed te ruiken is in het Paard, met typische etensluchten in de gangen. “Grauzone is een internationaal multidisciplinair festival waarbij dwarsverbanden tussen muziek, kunst, film en performance centraal staan.”, lees ik hier. Meer dan muziek dus, maar ik kom vooral voor de live muziek en vooral in het Paard zelf, een grachtenpand aan de voorkant, maar het is “bigger on the inside” net zoals de Tardis. Er is een grote zaal (1100 bezoekers) met twee balkons, een kleine zaal voor max 350 man met balkon (later op de avond vaak zo druk dat er rijen buiten staan te wachten) en een (wat verstopt) cafeetje met een extra podium voor circa 200 personen. Maar het festival vindt plaats op meer plekken in de buurt, zoals in het ernaast gelegen GR8, de Grey Space, (café) Zwarte Ruiter en de Barthkapel. Het festival, dat tot en met zondag doorgaat, start nog best laat met live muziek (zeg rond 17:30) en is redelijk op tijd afgelopen rond middernacht, op de zondag zelfs nog wat eerder. Er speelt veel tegelijk in de avond dus. Ik loop een dagje mee met wat festivalmaten op de vrijdag, wat en passant ook een mooie gelegenheid is om Föllakzoid weer eens te zien. Verandering van spijs doet eten, zo voelt het festival gelijk. Het is weer eens wat anders op een locatie waar ik nog nooit ben geweest.
De eerste band in de grote zaal is het Belgische Slow Crush, dat we vorig jaar ook als eerste in de grote zaal zagen optreden op Soulcrusher. Ook hier merk ik de bulderende bassen op, in combinatie met shoegaze/grunge en wat etherische zang van (de Brits-Filipijnse) Isa Holliday, tevens bassiste. Tempowisselingen in de set houden je bij de les, terwijl het verder vooral een stevige, maar ook dromerige sfeer oproept. In de al goed gevulde zaal is dit best weer een aardig voorafje.


De kleine zaal maar eens bekijken, waar het nu nog wat rustiger is. Pruillip, mooie naam, komt ook uit België en staat dit jaar ook op Roadburn. Een duo, bestaande uit Louis Evrard (Bert Dockx Band, Grid Ravage, Ottla) op gitaar en Annelies Van Dinter (Echo Beatty, Takh & Naga Ghost) op zang en drums, actief sinds 2021. Flink beukende en vooral fuzzy doom/sludge, denk (een beetje) Big Brave maar dan weer anders natuurlijk. Loom, hard en broeierig. Heel anders dan eigthies synthpop, om maar eens wat te noemen, maar dat vind ik wel leuk en verfrissend aan dit festival, het is divers zat.


Even snel heen en weer naar Harsh Symmetry, met zoiets als darkwave, eighties post-punk en new wave. Het project van Julian Sharwarko klinkt als Depeche mode met een stem die lijkt op Morrissey, zo had ik opgeschreven. Maar er staat een flinke rij buiten bij The Grey Space Basement. Dat gaat ‘m niet worden.
Op tijd dan maar naar Föllakzoid in de grote zaal, want daar kom ik ook wel een beetje voor. Het album V vond ik vorig jaar wel een een hele fijne worp, met meer sfeer en vorm. Denk elektronica en psych op een bedje van pompende krautrock-ritmes, een soort trance-ervaring om je in hypnose te brengen. Lange songs en monotoon met langzame verschuivingen en elektronische en repeterende gitaareffecten. We hebben de band vaker gezien; met een drummer die het hele optreden ongeveer hetzelfde doet, een gast met een tafel vol elektronica of laptop-effecten, en Domingæ, die uit Chili komt maar tegenwoordig in Mexico woont. De queer- en transkunstenaar treedt vandaag veel meer op de voorgrond dan dat ik haar eerder zag doen. Een soort coming out, een burlesque act wellicht, waarin ze speelt met vuur, stampt af en toe op de grond, speelt met het licht en de gitaar, en geeft zich ook letterlijk meer bloot. Dit optreden is hier op de juiste plek, het valt het ook wel goed in de grote zaal, ook al staat het niet bommetje vol. Muzikaal weet ik precies wat ik kan verwachten en midden in de zaal klinkt dat (ook geluidstechnisch) geweldig. Helemaal meegaan in sfeer en genieten in een trance van een boeiende performance in ritmische herhaling.






Nog even afdalen naar de kelder, waar nog leuk een café zit in de spelonken van het Paard. Het is het eerste optreden van Plexi Stad in Nederland, dat ook al uit België (Antwerpen) komt. Een beetje eenvoudige punk of post-punk en geen bijzondere zang wellicht, maar we aardig dansbaar dit. We pakken nog een paar nummers mee in deze volgepakte kleine ruimte.

Niet al te ver van het Paard staat Skelesys in café De Zwarte Ruiter, niet direct aangekruist in mijn programma, maar ik loop even gezellig mee. Leuk café, dat ook wel weer aardig vol staat, met een klein achterzaaltje dat doet denken aan Extase op Roadburn (dat er niet meer is), maar dan wat groter en zelfs met een mini-balkonnetje. Ja, dit is echt typisch eighties synthpop of (dark-/cold-)wave, denk Depeche Mode (zoals vaak in mijn beleving), maar dan als eenmansproject van producer Damian Shilman geboren in Argentinië, maar woonachtig in Berlijn. Voor even aardig, maar ik vind een zanger met alleen gitaar en een meelopend bandje (of -eh- laptop) met monotone beats toch wat mager.

Terug naar de grote zaal voor een stukje van Dan Kendal Carpenter & Quatuor Zaïde, een exclusieve samenwerking, met ‘iconische composities uit de illustere filmografie van John Carpenter’. Drie strijkers, een cellist en een DJ voor de elektronica / dancebeats. Okay, even een klassiek werkje op een dosis beats en dat klinkt eigenlijk wel precies zoals je het verwacht. Zie als voorbeeld de video op deze pagina. Even kort bekijken is voor mij wel genoeg. De grote zaal is ook niet heel vol voor deze samenwerking, misschien kent niemand het of het matcht minder met dit festival, dat verder wel breed programmeert natuurlijk.


Er staat een dikke rij voor General Dynamics in de kleine zaal (een duo met William Maybelline van Lebanon Hanover) dat een plaat uit heeft dat omschreven wordt als “a tightly focused industrialized techno & electronic body horror bloodbath”. Een soort kapotmakende horror-techno dus. Jammer misschien, we lopen door naar het Engelse (Manchester) Cruush in het café, dat in elk geval een aangenaam melodieus indie-rock alternatief biedt hier in de kelder. Zangeres Amber Warren zou geïnspireerd zijn door shoegaze pioniers als Slowdive, de basgitarist draagt een shirtje van Nick Cave and the Bad Seeds en de gitarist heeft een shirtje van Bdrmm aan. Zegt wel iets waar ze van houden. Het is een onderhoudend optreden, en ik vermaak me wel met het gitaarspel (kijken hoe ze dat doen). Dus prima om ook eens een heel optreden te zien, anders wordt het wel erg zapgedrag en alles maar half zien.




Maar ja, dan mis je wel weer een deel van The Underground Youth in de grote zaal, waarvan we alleen de laatste nummers zien, met vier spelers, waarvan twee vrouwen (gitaar, staande drums). Deze Engelse band (tegenwoordig in Duitsland) is een soloproject van gitarist/zanger Craig Dyer, beïnvloedt door post-punk en bands als Brian Jonestown Massacre en The Velvet Underground. De band stond in 2017 ook al eens op Grauzone en klinkt op basis van de laatste nummers lekker genoeg om nog eens ergens anders een keer mee te pakken.

Onverwacht hoogtepunt van vandaag is het Rotterdamse noiserocktrio van Texoprint (voorheen Kalaallit Nunaat), dat het drukke Paardcafé vakkundig afbreekt met hun post-punk en krautrock. Simpel, maar enorm energiek, strak en opzwepend, uptempo en goed dansbaar. Soms kan ongecompliceerd ook gewoon even super lekker zijn. Of mijn bier werkt optimaal op dit tijdstip. Kan ook.


Nog een klein stukje Drab Majesty daarna in de grote zaal, dat eerder op Roadburn te zien was. Solo project van Deb DeMure, het androgyne alter ego van Andrew Clinco uit Los Angeles en partner Mona D. Het duo maakt iets in de richting van donkere synthwave, darkwave, post-punk, dreampop, gothic en cold wave. Natuurlijk, eighties-sound weer, maar daar draait dit festival ook wel een beetje om. Ik vind het wel een korte maar fijne afsluiter, want ik moet op tijd te trein halen en weer een heel eind terug naar huis. Grauzone, uw was een mooie ervaring en dat smaakt naar een nieuwe proeverij volgend jaar. Ongetwijfeld zien we een aantal van die mooie nieuwe talenten terug op andere festivals of podia.



