Het stond al een eeuwigheid op mijn verlanglijstje: Mr. Bungle een keer live zien. Eigenlijk kende ik de band pas redelijk laat, ingegeven door mijn adoratie voor Mike Patton bij Faith No More, toch de beste zanger die ik ken (en ook een goeie schreeuwlelijk, als het zo uitkomt). Met name het California-album uit 1999 was een relikwie in mijn collectie. Compleet grijs gedraaid, voor zover je daarvan kan spreken bij een CD. Maar ook Disco Volante (uit 1995) vond ik goed, die ik – in mijn herinnering – pas later luisterde, samen met het formele debuut Mr. Bungle uit 1991. Veel eerder in 1986 hadden ze (een jaar na oprichting) de demo The Raging Wrath of the Easter Bunny gemaakt en dat is veel meer thrash-metal (en hardcore punk), maar ik was vooral fan van die latere albums, met die fijne hoteldebotel-rock of avant-garde. Dat had ik graag eens live zien worden uitgevoerd, maar als ze met dat oude materiaal in de buurt komen, ga ik ook niet moeilijk doen.
Plaats van handeling: 013 in Tilburg. Het is eindelijk eens lekker weer buiten en bij de ingang staan zwartgeklede mensen, alsof je weer even bij het Roadburn-festival bent. Wat dat betreft had Mr. Bungle, of een van de andere projecten van Mike Patton, ook wel op dat festival gepast. Patton als curator, misschien nog interessanter. Kan ie gelijk wat bands meenemen van zijn Ipecac-label. Fantômas bijvoorbeeld, ook zo’n band van Patton die nog hoog op mijn wensenlijstje staat. Nou goed.
Eerste voorprogramma vanavond is Spotlights, maar die missen we grotendeels. De zaal lijkt ook wel heel vol als we binnen lopen, maar dat blijkt later wel mee te vallen. We gaan later eens lekker op de trappen staan, waar het zicht goed is en het geluid ook wel prima overkomt. Best relaxed. Oxbow krijgt net als Spotlights een half uurtje vanavond en die komen net als Mr. Bungle uit Californië en zitten op het Ipecac-label. Die band bestaat ook al eventjes, sinds 1988, met de imposante zanger Eugene S. Robinson als opvallende verschijning. Hij stript gedurende het optreden wat kledingstukken weg, waarna zijn glanzende gouden mini-broekje in de spotlights komen te staan. Muzikaal weet ik niet zo goed wat ik er mee moet, met dit soort experimentele rock of noise-rock (met elementen van blues en jazz, lees ik nog ergens). Het is nogal loom geserveerd, met een laag tempo en met die rauwe, niet al te vloeibare zang van Robinson.
De show van Mr. Bungle draait vandaag dus vooral rondom die demo uit 1986, al dan niet opgepoetst voor de live-versie, met extra helden als Dave Lombardo op drums (vroeger in Slayer, maar ook in Fantômas en Dead Cross (met Patton) en hij werkte voor Testament en Suicidal Tendencies) en Scott Ian, gitarist van Anthrax uiteraard. Geen koekenbakkers dus, die weten wel waar Abraham de thrash-metal vandaan haalt. Naast Patton is gitarist Trey Spruance er bij, die trouwens ook meespeelde op Faith No More’s King for a Day… Fool for a Lifetime en ook onderdeel is van Secret Chiefs 3. Bassist Trevor Dunn is er ook nog, en die zit met Patton ook in Fantômas en Tomahawk. Patton, Spruance en Dunn waren rond de oprichting in 1985 schoolvrienden. Andere oudgedienden van Mr. Bungle zijn er dan niet bij uit die tijd van die reguliere albums: Theo Lengye (1986-1997) (sax, klarinet, keys), Clinton “Bär” McKinnon (sax, klarinet, keys, backing vocals) (1989-2000) en Danny Heifetz (drums) (1989-2000).
Met alle info vooraf weet je dus wel dat ze van die laatste platen niks zullen spelen en daarmee mis ik natuurlijk wel die fijne cross-over genre-wisselende waanzinnigheid van die latere platen, maar vanavond wordt de thrash/punk wel aangevuld met de meeste guitige en lullige covers, dus van een beetje gekkigheid is nog wel sprake. Zo is het voorstelrondje in de vorm gegoten van een wedstrijdje slechte moppen vertellen onder een quiz-tunetje, met Patton als guitige quizmaster. Covers als “I’m Not in Love” (10cc), “True” (Spandau Ballet) en “Hopelessly Devoted to You” (John Farrar) lopen naadloos over van en naar het hardere en snellere hak en smijtwerk. “All by Myself” (Eric Carmen) moet ik dan gemist hebben in de toegift denk ik (om een beetje op tijd naar de trein te gaan), net zoals Sepultura-cover “Territory“. De meest lullige songs ooit, als tegendraadse rebellie. Daar had Faith No More soms ook een handje van natuurlijk. Ook binnen de songs komt het terug, zoals Lipps Inc’s “Funkytown” in “My Ass Is on Fire”, de enige song van het Mr. Bungle-album en daarmee ook de meest authentieke Bungle-song, in mijn beleving dan.
Een echt onvergetelijke avond wordt het dan misschien niet (voor mij dan), maar de band levert wel de nodige opwinding en humor, met het nodige strakke werk en wat pogo- en crowdsurf-werk, daar vooraan in het publiek. Het valt me op dat Trey Spruance meer – eh – opvalt dan Scott Ian, misschien door het betere soleer- en riffwerk, maar misschien staat hij ook iets beter in de mix. Ian doet wel zijn best zo te zien. De dubbele bassdrums van Lombardo zijn legendarisch (Patton houdt zijn microfoon(s) er regelmatig tegenaan) en een genot om te horen, het is inderdaad vaak net alsof Slayer (“Hell Awaits” komt nog even langs) een dansje doet met Anthrax (zoals mijn broer opmerkte), met Patton als de ideale schreeuwzanger en menner van het volk.
Goed om hem weer zo actief in de weer te zien, met hoog opgestoken haarstaartjes, hij was immers rondom de corona-tijd een tijd uit de running door psychische klachten, lees dit interessante en lange artikel. Ik geloof ook dat ik daarom uiteindelijk Faith No More in de AFAS heb gemist (2021, door corona verplaatst naar 2022 en toen afgelast), dus goed om hem weer eens te zien. De laatste keer was met Dead Cross in de Effenaar in 2018, ook al zo’n thrash/punk-achtige band, met Lombardo ook op drums. Nou goed. Mr. Bungle levert wel wat we al wisten; een puike thrash-show, maar ook met de nodige humor en verrassende zwijmelmomenten tussendoor. Patton moet er toch nog wel plezier in hebben om met allerlei verschillende maten in verschillende bands actief te zijn, wie weet waar we hem in de toekomst weer gaan tegenkomen. Dikke kans dat ik daar als fanboy toch wel weer bij wil zijn.
’t was een mooie avond!