
Het festival van de zielverpletterende zwartgallige klereherrie is ook dit jaar weer een aangenaam feestje in hel. Soulcrusher dus. Want hoe lekker kan zelfkastijding zijn? Het is de achtste editie van het festival, sinds 2016. Alleen in 2020 kon het niet doorgaan. Voor mij is het de zevende keer om zwartgeblakerd te worden, want het beest laat zich moeilijk temmen. Ook dit jaar staat veel black metal op het menu, maar dat lijkt een trend die we ook zien bij Roadburn. De zalen staan gewoon vol voor dat soort acts en ongetwijfeld terecht, maar zelf lust ik dat spul dus wat minder en daarom sla ik dat meestal over. Een standaard disclaimer bij zo’n verslagje als dit, want smaken verschillen nu eenmaal en dat is prima. Het programma is over het algemeen wat minder aan mij besteed dit jaar en ik kan me ook niet aan de indruk onttrekken dat er wat goede headliners missen, maar het festival is wel dik uitverkocht. Voor mij scheelt het ook dat dit festival dicht bij huis is en er staan wel degelijk handje vol bands van mijn wensenlijstje. Sowieso is de sfeer altijd fijn en relaxed, dat helpt ook. Iedereen lijkt zich prima te vermaken, de voorzieningen zijn weer uitstekend, de bediening uiterst vriendelijk en het wat prijzige speciaalbier smaakt opperbest. Ook wel tof is de samenwerking met de lokale brouwers van Oersoep en dat levert een lekkere imperial stout op van 10%, toepasselijk Zielenknijper genoemd. Tof vind ik ook dat het festival zijn eigen merchandise heeft dit jaar. Jammer is wellicht dat het experiment van vorig jaar niet is voortgezet om ook wat bands in het café neer te zetten. Natuurlijk is het geen ideale plek (wat krapjes en met rumoer achterin), maar het bracht op de zaterdag vorig jaar wat extra leuke variatie in het programma. Nou goed, we duiken gewoon onbevangen het donkere hol in van hel en verdoemenis en zien wel waar het hellevuur zich ontbrandt.
Vrijdag
Op vrijdag kom ik nog net op tijd om Ponte del Diavolo te zien starten in de grote (rode) zaal. We horen Édith Piaf’s “Non Je Ne Regrette Rien” waarna de band er gelijk hard inklapt met een stukje duivelse blastbeats. Jawel, we zijn begonnen! Goedemiddag! De naam van de band uit Turijn betekent “Duivelsbrug” in het Italiaans, dus dat verklaart een deel black-metal, maar ze combineren het dus aardig met doom-metal. We horen de prima cleane zang (sporadisch ook wat dieper schreeuwend) van Erba del Diavolo die volgens de berichten wat dark wave-invloed in de zang zou verwerken. Fijn vind ik dit soort cleane zang op lompere muziek. De muziek heeft verder wel een aardige sfeer, met opvallend twee bassisten (Abro en Laurus), naast nog een drummer (Segale Cornuta) en gitarist (Nerium). Afwisselend shredden en beuken ze aardig door die gitaristen, maar sommige stukken blijven echt hangen in dezelfde lome sfeer en akkoorden en dat zou ik wat vaker en sneller afwisselen.


Gelijk maar op tijd door naar de kleine zaal (‘purple stage’) voor Zetra, het zwart/wit geschminkte duo uit Londen, bestaande uit Adam (gitaar/zang) en Jordan (synthesizers/zang), die hier op een heel hoog podium staan, opdat we het allemaal goed kunnen zien natuurlijk. Black-metal of muziek van Kiss, zou je vermoeden met dat soort schmink, zwart leer en metalen kettingen, maar het is meer eighties synth(rock)werk uit een doosje. ‘Een mix van glinsterende shoegaze, elektronische ambient en pulserende goth-metal’, aldus de beschrijving, of een ‘mix van Type O Negative en Pet Shop Boys’. Op de plaat klinkt het een stuk beter dan live helaas, de gitaar klinkt wat dof en zacht en de mix is wat wollig. Het hele weekend staat het geluid uitstekend, dus waarom komt dit niet zo lekker over? Jammer. Die opvallende hoge en ijle zanglijntjes maken het ergens wel erg zoetig en melodieus allemaal en daar kan ik ook lastig in meegaan.



Tijd voor een pauze dan maar, wat ten koste gaat van Lamp of Murmuur in de grote zaal, maar we willen ook op tijd richting Five The Hierophant in de kleine zaal. De band volg ik sinds 2021 en het heerlijke album Through Aureate Void, het tweede studio-album van Britse band. Op Roadburn 2022 stond het geluid gewoon niet zo best en kwam het daardoor – denk ik – niet zo over. Gelukkig in de herkansing hier, want op plaat gewoon nog steeds heerlijk en ze zijn bezig met een nieuw album (neem ik even aan), waarvan al twee singles zijn verschenen. Het viertal weet vandaag glorieus te overtuigen in composities en sfeer. En uiteraard die heerlijke sax, die hard genoeg in de mix staat, samen met een knallend harde basdrum. Met dit soort hoodies/monnikspijen aan doet het me ineens een beetje denken aan Briqueville, al is dit meer richting avant-garde jazz (door de sax vooral) met doom-metal. Zo af en toe gaat de band richting een machtige riffmachine en dan is het uitermate gaaf om in het voorvak met z’n allen even heel loom en ritmisch mee te headbangen. Geniale band en het kaartje voor vandaag alleen al dubbel en dwars waard. Aanstaande vrijdag staat de band op Desertfest Antwerp in het kleine café. Tegelijk met Russian Circles. Tja.



Het bewijs dat black-metal springlevend is op dit soort festivals bewijst de volle grote zaal (inclusief balkon) voor Dödsrit, dat overigens ook in 2022 op dit festival stond, maar dan in de kleine zaal (die toen propvol stond). De band werd opgericht in 2017 door Christoffer Öster waarna de Zweed zijn project aanvulde met drie bandleden uit Nederland. Muzikaal combineert de band atmosferische black-metal met de rauwheid van crust punk en dat laatste zorgt er ook wel voor dat er nog wel wat aardig melodieuze stukjes in zitten. Voor mijn smaak dan. Een stukje feller soms ook dan het eerder optredende Lamp of Murmuur, vond ik op de plaat, maar hier wordt het uiteraard ook soms afgetopt met blastbeats en shreddende gitaren en noise en duivelse zang en dat vind ik (uiteraard) minder. Maar het klassiekere soleerwerk gaat wel. Even een lekker biertje nemen in het café is nog beter trouwens.


Na Zetra weer een elektronisch synth-act duo in de kleine zaal met Gost, gemist op Roadburn 2018 trouwens. Dit is wel meer van de echte beukmans. De Amerikaanse synth-wave band is opgericht door James Lollar a.k.a. “Baalberith”, hier met hoodie en dodenmasker. Hij heeft een bassist meegenomen, al vraag ik me af waarom, als toch alles uit een doosje komt. Misschien was een live drummer wel wat beter geweest. Het geluid staat hier nu wel beter en beukt dus alle kanten op in de kleine en drukke zaal. Muzikaal zou het de inspiratie gehaald hebben bij seventies synth-masters als John Carpenter en Giorgio Moroder, maar denk ook een beetje richting bands als Perturbator en Carpenter Brut waarmee hij ook heeft getourd. Maar dit is wat duidelijker gericht op destructie dus. Zo leuk of gezellig als voornoemde bands wordt het dan ook niet, het glijdt meer richting een Justice op speed of zo. Voor even wel een aardige doorbijter.


We moeten ook een hapje eten, en dat gaat ten koste van Inter Arma, dat hier ook al in 2018 stond en überhaupt vaker te zien was in Nederland. De band speelde ook dit jaar meerdere keren op Roadburn en daar vond ik het – in tegenstelling tot oudere optredens – niet zo geweldig, met name door de black-metal en noise van laatste album New Heaven. Het zijn uitstekende muzikanten, dat wel. Herkansing volgende week zondag, als afsluiter in de kleine zaal tijdens Desertfest Antwerp.
Ook Woe gaat er aan voor de moeite (Amerikaanse black metal), maar we gaan nog wel even kijken bij het eveneens Amerikaanse Blackbraid, dat in de wandelgangen nog wel werd getipt als energieke band, voor het eerst te zien in Nederland. Maar ja, het is wel weer black metal, een solo-project van Jon Krieger, die ook bekend staat onder zijn Mohawk-naam Sgah’gahsowáh, wat ‘de heksenhavik’ betekent. Krieger is geïnspireerd door de krachten van de natuur en eert het Mohawk-land met deze inheemse black metal. De band bestaat pas sinds 2022 en bracht twee albums uit (Blackbraid I en Blackbraid II) waarvan ze ongetwijfeld een hoop spelen. Hier en daar heeft het een wat folky inslag, maar verder is het best weer dichtgesmeerde metal, met overdadig gitaargeshred en duivelszang. Niet echt iets voor mij, helaas.


Geef mij dan toch maar Hippotraktor, Belgische band uit Mechelen. De atmosferische progressieve sludge en post-metal of post-hardcore bevalt mij gelijk een heel stuk beter. Opererend op het kruispunt van Meshuggah’s meedogenloze, polyritmische doorstoempen en Gojira’s kolossale atmosferische gewicht, aldus hun Bandcamp-teksten. Origineel een drietal overigens (producer, songwriter en gitarist Chiaran Verheyden, bassist Jakob Fiszer en drummer Lander De Nyn). Er volgde een zogenaamde permanente introductie van gitarist/vocalist Sander Rom (L’Itch) en zanger (zowel clean als schreeuwend) Stefan De Graef van Psychonaut, die hier live af en toe wat extra percussie speelt. Ik moest ze deels missen op het Pelagic Fest recent, waar de kleine zaal ook al zo uitpuilde en dat is niet minder dan terecht. Wát een energie hebben deze vijf mannen, die met het mes tussen de tanden weten te overtuigen. Ik kan hier erg goed in meegaan. Lekker.



Met HEALTH, gevormd door zanger-gitarist Jake Duzsik, bassist-producer John Famiglietti en drummer BJ Miller, heeft Soulcrusher wel een aardige en bekende naam te pakken, dit jaar ook nog op Roadburn te zien geweest, maar daar heb ik ze gemist. De band uit Los Angeles maakt industrial/noise rock en doet dat net als meer bands vandaag (een terugkerend thema, maar ik zie later ook dat Gost en Zetra rondtouren met HEALTH) met een dikke doos vol elektronica en synths, met live drums en gitaren. Dat beukt iets minder hard en genadeloos dan ik had verwacht, in het verleden vond ik het ook wat lelijke noise zonder een echte lijn, maar op het laatste Rat Wars (vorig jaar uitgebracht) horen we ook die hoge zang, met auto-tune (denk ik), die wel een erg zoete dressing over de muziek gooit. De beukende synths vormen vanavond een gek soort behangetje en waarom het vanavond niet zo dik klinkt snap ik niet zo goed, misschien staat het volume ook wat minder compromisloos en zijn de nummers hier en daar gewoon wat gezapig. Misschien had de gitaar wat harder in de mix gemoeten ook. Zoals wel vaker (in een verder verleden heb ik de band een paar keer gezien) weet ik niet zo goed wat ik met deze band aan moet, maar ik kijk het wel even rustig uit.



De avant-garde black metal van Thantifaxath uit Canada is misschien niet het knallende feest die je op zo’n tijdstip als afsluiter wilt zien in de kleine zaal. Het publiek kijkt ook wat gelaten en knikt wel vriendelijk mee. Nou verwacht ik niet al te veel ook van deze band, want black metal en zo, maar toch bevalt het me wel, maar dat kan ook liggen aan de zielenknijpende bier-elixer van tien procent. Thantifaxath (ook in monnikskappenkleding) is wat dynamischer en complexer in afdronk dan standaard black metal en heeft een heerlijke theremin als extra smaakmaker. De muziek wordt vaak omschreven als een mix van dissonante en kunstzinnige black metal, met invloeden van progressieve rock en noise. Of noem net dan maar gewoon avant-garde black metal. De licht progressieve afdronk die ik hier proef staat ze in elk geval goed en dat maakt het dat ik nog een heel stuk volg van deze band, maar dan is het ook wel welletjes geweest.

Zaterdag
Even lekker uitslapen en rustig aan richting Doornroosje lopen voor de tweede zielverpletterende dag. Er staan een aantal heftige dingen op het programma om je ziel weer uit te knijpen en je bloed weer zwart te kleuren, dus we zetten ons maar weer rustig schrap voor wat komen gaat.
Voor het gemak slaan we de eerste band over (Deathless Void uit Amsterdam, met in de basis ook black metal) en laten we Norna in de grote zaal maar even rustig over ons heenkomen, een band die overigens ook op Desertfest Antwerp staat aankomend weekend. De band, met leden uit zowel Zweden als Zwitserland, werd opgericht door Tomas Liljedahl (Breach, The Old Wind), samen met Christophe Macquat en Marc Theurillat van de Zwitserse band Ølten. Norna is Zweeds enkelvoud voor Nornen. Vrouwelijke wezens die het lot van goden, godinnen en mannen bepalen. Van die weetjes. Het drietal maakt zoiets als doom, post-metal en sludge, met uiteraard wat schreeuwzang en gespeeld met twee gewone gitaren zo te zien. Het geluid is wat licht of modderig voor mijn gevoel, maar dat kan aan mij liggen. De band sleept zich wat voort in hetzelfde en dat maakt het herhalend en een tikkeltje saai en loom. Niet verkeerd om mee op te starten, maar zeker geen hoogvlieger.


Een act die ik wel groen had aangekruist in het programma is Lana Del Rabies (alter ego van Sam An uit Phoenix) en ik vond het wel jammer om haar te moeten missen op Roadburn dit jaar, dus mooi hier in de herkansing. Ze tourt hier samen met Kollaps en Pharmakon, die vandaag in dezelfde zaal te zien zijn, dus dat is vast ook geen toeval. Een package deal neem ik aan. Muzikaal wordt het wel omschreven als industriële, gothic noise en metal, met experimentele, darkwave en ambient elementen. Het gaat er hard aan toe met een dik volume en zwaar trillende bassen, gedreven door samples (neem ik aan) bediend via laptop (met NIN sticker) en een hoop elektronica-knoppen. Prima zang ook, Sam An loopt regelmatig weg van haar apparatuur om haar boodschap dichter bij ons te brengen. Fijn om even in ondergedompeld te worden, je ziel even reinigen met zo’n duister ritueel.

Terug naar de grote zaal dan voor Morne, dat zich gelijk presenteert als typische Amerikaanse band door te roepen dat ze uit Boston, Massachusetts komen. Doen Amerikanen vrijwel altijd, maar wat boeit het (denk ik dan). De band bestaat al sinds 2005 en werd opgericht door Milosz Gassan (gitaar, schreeuwzang), maar de rest van de bezetting wisselt nogal eens, dacht ik. In de laatste bezetting die ik kon vinden waren het Paul Rajpal (gitaar/achtergrondzang), Morgan Coe (die naast basgitaar ook elektronica bedient, met name voor een ander basgeluid) en Billy Knockenhauer (drums). Ze stonden op Roadburn 2019 (dat heb ik toen gemist) en ook dat album is uitgebracht. Hun meest recente album, Engraved With Pain, werd uitgebracht in 2023 via Metal Blade Records waarop ze hun geluid verder verfijnd zouden hebben, gekenmerkt door een combinatie van zware riffs, sombere melodieën en introspectieve teksten. Doom-metal gecombineerd met klassieke Britse crust, lees ik ook ergens. De band heeft hier en daar aardige doorbeukriffs, is lekker gruizig, loomy en doomy, maar gaat soms wel wat te lang door met hetzelfde thema, maar als tussendoortje voldoet het hier wel. Zondag staat de band ook op Desertfest Antwerpen trouwens.



Tijd voor een pauze en dat gaat ten koste van Nyrst, de atmosferische black metal band met invloeden van deathmetal uit Reykjavik. Op tijd terug naar de grote zaal voor Coilguns, dat hier in 2021 ook al eens stond als hele goede en dikke uitsmijter in de kleine zaal. Ik zie dat ze dat optreden hebben uitgebracht op vinyl en de band refereert en vandaag zelf ook nog aan, blijkbaar waren ze ook wel erg in hun nopjes met dat optreden. Ze laten er weinig gras over groeien en gooien er weer de volledige energie in, dit keer dus op een veel groter podium, maar dat interesseert ze niks, dit kunnen ze ook met gemak aan. Zanger Louis Jucker loopt wild rond op het podium, pakt al snel een telefoon af van iemand en duikt uiteraard een paar keer het publiek in. Dat zijn microfoon kapot gaat boeit nauwelijks, hij weet er wel een leuke act omheen te maken en blijkt ook snel en behendig met een rol duct-tape overweg te kunnen. Dit is dus wel een live-band pur sang, die een optreden alleen al met dit soort bruisende energie kan dragen. Muzikaal is het ook niet onaardig (al zet ik het niet vaak op thuis) met een mix van ‘pissed-off punk en extatische noise-rock’ of een mix van sludge, hardcore, noise, industrial, punk en hardcore. Hier en daar wordt echt wel even een adempauze genomen om de boel weer op te laden, ook handig voor het publiek dat hier ook wel lekker in meegaat, maar het lekkerste zijn de snellere thrashy stukken en de zanger die tegen het einde nog een keer de zaal ingaat, over de grond krioelt, en een paar mensen intens knuffelt. Coilguns overtuigt weer met een knallende show. Aankomende zaterdag op Desertfest Antwerp steken ze de boel ook vast in de fik in Trix als afsluiter in de kleine zaal.



Hapje eten en drinken daarna, wat ten koste gaat van Kollaps (in 2022 blijkbaar ook laten liggen op Roadburn) en Mizmor (stond hier ook in 2019). Mooi op tijd naar Dvne in de kleine zaal, dat in 2017 en 2021 al eerder in Nijmegen (Merleyn/Doornroosje) heeft gestaan. De band uit Edinburgh werd opgericht in 2013 door de Fransman en gitarist Victor Vicart met drummer Dudley Tait. Aanvankelijk heette de band nog gewoon “Dune”, verwijzend naar Frank Herbert’s beroemde sciencefictionroman. Muzikaal gezien zou je het kunnen samenvatten als progressieve post-sludge (en doom) metal, met referenties naar bands als The Ocean, Baroness, Anciients, Cult of Luna en het vroege Mastodon. Op links (voor de kijkers) zien we Victor Vicart zelf dacht ik, op rechts Daniel Barter en wat recenter toegevoegd is Maxime Keller op toetsen/synths. Vicart zingt clean net wat te hoog en zoetig of zalvig naar mijn smaak (het doet me ergens even aan Alcest denken), maar er wordt ook een lekker potje gegrunt of geschreeuwd, ook door de andere twee. Om het verhaal compleet te maken staat Allan Paterson te bassen in het midden met daarachter Dudley Tait op drums. Het bevalt me best goed, vooral instrumentaal gezien. Het optreden vliegt dan ook wel snel voorbij, met een fijn potje progressief werk en fijne tempowisselingen, dat de heren akelig strak weten te brengen hier. Knap gedaan allemaal en kneitertje vet geserveerd hier in de kleine zaal met dik volume.


Stukje Ulcerate uit Nieuw-Zeeland dan nog in de grote zaal, met een flink potje noise door progressieve / technisch death (en post-)metal, wel vergeleken met bands als Neurosis en Gorguts. Het geluid van dit trio klinkt wat dichtgesmeerd en stuurloos of willekeurig, niet zo dynamisch als Dvne net, maar dat kan een kwestie van smaak zijn. Ik hoor het liever met wat meer pakkende riffs dan met die vermoeiende dubbele basdrum/blastbeats. Biertje?
Niet dat Pharmakon gezellige muziek maakt, integendeel. Net zoals Lana Del Rabies zien we een zangeres (Margaret Chardiet uit New York) achter een rits elektronica, die daar ook regelmatig vandaag komt om de getergde horror tot in het publiek te serveren. Nieuw album Maggot Mass is net uit en ik geloof dat de setlist voornamelijk uit nummers van dat album bestaat, maar echte songs zijn het bijna niet natuurlijk, het is angst en vervreemding, gegoten in scherpe soundscapes en samples. Een stuk minder vloeiend en behapbaar (en met minder trillend baswerk) dan de set van Lana Del Rabies eerder. Scary shit. Alsof je binnenstebuiten wordt gekeerd. Alsof je zwarte ziel uit je lichaam getrokken. Pharmakon stond al wel langer op mijn wensenlijst om eens live te mogen aanschouwen en het is inderdaad een apart soort zelfkastijding, helemaal in de juiste stijl van Soulcrusher natuurlijk.

Zeal & Ardor is een geesteskind van Manuel Gagneux, een Amerikaan van Zwitserse afkomst, stond al eerder in Nijmegen (Valkhof Festival 2019) en ik zag ze ook op Lowlands een jaar eerder. Vandaag hebben ze een prominente plek als afsluiter in de grote zaal en dat staat ze niet verkeerd. Debuutalbum Devil is Fine (2017) maakte impact in de underground metal-scene, zo lezen we, met hun welbekende aparte fusie van black metal en Afro-Amerikaanse spirituele muziek. Daarmee heeft de band nog steeds succes, al verschuift de nuance tegenwoordig ook regelmatig naar minder stuiterende beuk-songs, wat het optreden ook wel afwisselend maakt. We horen een doorsnee van alle albums, met ook iets van vijf nummers van het laatste GREIF-album. De eerste helft vind ik het nog wat vlak, misschien omdat de gitaren dan nog wat minder goed te horen zijn (“Götterdämmerung” zou veel harder moeten stampen) en er zitten ook wat minder dwingende nummers voorin de set. Toch ontstaat er op de gekste momenten een pit in de zaal, maar dat zal wel andere oorzaken hebben. De schwung komt er wel steeds beter in, zeker met dikke stampers als “Death to the Holy” (Zeal & Ardor, 2022), waarbij Gagneux al grappend vertelt dat iemand op YouTube dat het enige goede nummer van de band vond. Is ook wel een lekkere headbanger natuurlijk, maar ergens zorgt dat er ook wel voor dat de boel echt goed op stoom komt. Misschien dat de oudere nummers, zoals ook “I Caught You” (als een-na-laatste gespeeld), de boel het meeste op scherp zetten, maar over de hele linie overtuigt de band en blijven ze als headliner knap overeind.


De afsluitende act in de kleine zaal knalt wat meer dan gisteren en zorgt daarmee voor meer rumoer in de zaal. Noise-rock band Great Falls uit Seattle speelt als trio een flinke dosis herrie en dat beukt er hard op, alsof alles nog even kapot moet. Knap hoe ze dit soort complexe noise-rock (met elementen van sludge en post-hardcore) met drie man nog zo strak spelen. En wat een vet fuzzy basgeluid. En zie ik hier nu Louis Jucker van coilguns ineens crowdsurfen? Het zou kunnen. De bassist gooit zichzelf even later ook al spelend in het publiek. En dat past allemaal wel bij zo’n woeste uitsmijter op het einde van zo’n festival. Snel rammen. Hoofd tegen de muur. En nog een keer doorgaan. Tot bloedens toe.


Zo eindigt het tweedaagse Soulcrusher met een knal in je gezicht. Ja, het gaat er niet zacht aan toe op dit festival, maar dat kan soms zo lekker zijn. Goed, hier en daar is het wel wat veel rechtlijnige noise en schreeuwwerk zonder al te veel diepgang voor mijn smaak, maar er waren toch wel een aantal hoogtepunten voor mijn zwarte dagboek. Met afstand Five The Hierophant eigenlijk, maar ook Hippotraktor, Lana Del Rabies, Coilguns, Dvne en Zeal & Ardor bevielen prima. Daarnaast vermaakte ik me ook wel bij Thantifaxath, Morne, Pharmakon en Great Falls, al is ‘vermaken’ een raar begrip bij dit soort teringherrie. Ondanks een lastig programma (in mijn ogen) heb ik me toch wel weer uitstekend vermaakt door de prima voorzieningen, het prima bier en een flinke dosis gezelligheid. Wie weet laat ik me volgend jaar wel weer in dit zwarte gat gooien.

Pingback: Weekplaat 24-43: Five The Hierophant – Apeiron – tbeest