Ik moet eerlijk bekennen dat ik Sólstafir een beetje ben kwijt geraakt de laatste jaren en ik weet niet helemaal hoe dat nu komt. Het zal deels gewenning kunnen zijn aan de muziek (voornamelijk post-metal/rock) of mijn smaak is wat veranderd, maar de laatste albums waren ook wat meer van hetzelfde laken een pak, voor mijn gevoel. Op het splinternieuwe album Hin Helga Kvöl gaan de heren af en toe wat andere kanten op, dus wie weet. Het was ook al wel een tijdje geleden dat we de zwarte cowboys live aan het werk hadden gezien en ze komen toch in mijn eigen stad langs. Voornaamste reden om direct een kaartje te kopen is echter Oranssi Pazuzu, dat op Roadburn al indruk maakte met hun genadeloze psychedelische black metal en al eens eerder op dit podium stond tijdens Soulcrusher 2021.
Vroege start vanavond met drie bands, want ook Hamferð, afkomstig van de Faeröer eilanden, staat op het affiche. Fijn om te zien dat de bands in de grote zaal staan in Doornroosje. De zaal staat op dit tijdstip nog best aardig gevuld, maar het balkon is gesloten vanavond en het gordijn achter is dicht. Met zes man maakt de band een traag slepende soort death/doom, maar er zit behoorlijk wat melancholie en melodie in deze band verpakt. Zanger Jón Aldará zingt echt goed clean en dat hoor je nooit bij dit soort bands, dat vind ik wel een verademing. Hij legt er een extra stuk gevoel en hartzeer in, terwijl hij op momenten ook wel weet te growlen/grunten. In het begin lijken er maar weinig echte doorbeukende doomriffs voorbij te komen, het is vrij rustig allemaal, maar later komt er toch wat meer vuur in en brult het monster wat gevaarlijker. De muziek heeft wel een aardige sfeer en daarmee is het geen vervelende opener.
Oranssi Pazuzu heeft ook net een nieuw album uit (Muuntautuja) en die heb ik nog maar één keer kunnen draaien. Wat deze vijf heren doen blijft bijzonder, ergens in de buurt van black metal, psychedelische krautrock en dreigende doom, aldus de beschrijving bij het optreden. Ik ben niet zo’n black metal liefhebber, maar dit spul lust ik wel, gewoon omdat deze band echt wel grensverleggend klinkt, met een bijzondere eigen stijl. Geen muziek voor je kinderen, hoor ik nog naast me zeggen. Nee, het is wel inktzwart natuurlijk en een bron van angstaanjagende klere-noise. Met drie gitaristen en een stevige pot elektronica gaat het er soms goed hard tegenaan. Bassist Toni “Ontto” Hietamäki bedient ergens ook toetsen, waarmee verzengend harde bastonen de ruimte in worden geslingerd. Het is massief martelwerk, waarbij het bloed soms uit je oren spuit. Wat ik wel knap vind hoe secuur de opbouw soms is, met de nodige rustpunten die voelen als een soort verzengende suspense. Geen duidelijke of echt makkelijk voorspelbare songstructuren en dat maakt het dreigend spannend allemaal. Nou goed, het geluid staat echt wat modderig en wollig in het begin, blijkbaar is het lastig om hier goed balans in te krijgen in de grote zaal, volgens mij was dat toen op Soulcrusher ook al zo. Maar de laatste twee/drie nummers (“Valotus”, “Hautatuuli”, “Vasemman käden hierarkia”) staat het echt standje knoeperhard en goed. Het publiek (naast me staat Raven van Dorst) ondergaat het in een soort hypnotische trance, of zo lijkt het. Compleet in elkaar gebeukt. Een intense en briljante ervaring is het. Wát een band.
Kom daar maar eens overheen. Dat kan helemaal niet. Na Oranssi Pazuzu klinkt Sólstafir onvermijdelijk wat gezapig en wat standaard. Ze hebben echt moeite de zaal mee te krijgen, die opvallend een stukje leger lijkt te zijn geworden, alsof er toch deel van het publiek alleen voor Oranssi Pazuzu kwam. Ik kom in elk geval lastig in een flow, al kan ik natuurlijk niet echt voor de rest van het publiek spreken. Zanger Aðalbjörn “Addi” Tryggvason doet wel zijn uiterste best, zoekt veel contact met het publiek en is best actief. Zijn zang kan een bron van ergernis zijn, maar ik vind hem vanavond niet eens zo slecht zingen. Gitarist Sæþór Maríus “Pjúddi” Sæþórsson komt juist wat statisch over en mag op een paar momenten een stukje meezingen, maar dan best slecht. Ook de drums vind ik toch best statisch als je er op let, niet heel ingewikkeld allemaal. Dit moet dan toch Kristján Einar Guðmundsson zijn als touring member, die dan weer Hallgrímur Jón “Grimsi” Hallgrímsson vervangt, die op zijn beurt in 2015 de originele drummer Guðmundur Óli Pálmason verving (die er toen uit werd gegooid, tot ongeloof van hemzelf en met openbare moddersmijten tot gevolg). Stoer als altijd en ook met hoed is bassist Svavar “Svabbi” Austmann, die ook wel zijn goede en uiterste best doet, al heb ik het idee dat de bas harder in de mix had gemoeten. Affijn. Het komt allemaal niet zo over. Ligt ook wel een deel aan het songmateriaal, dat traag wordt uitgevoerd en veel songs bevatten dezelfde voorspelbare akkoordenwisselingen. Ik weet het niet. Gelukkig zit er richting het einde (laatste half uur / drie kwartier) nog wel wat aardige dingen in het vat, met het nieuwe “Hin Helga Kvöl”, met meer tempo en blackmetal, een aardig oudje “Ritual of Fire”, en als afsluiter “Ótta” van het gelijknamige album uit 2014, dat ik ook nog in de kast heb. Beetje standaard afsluiter en in de toegift vandaag is het fijne en lange “Goddess of the Ages”, dat eerst ook even moeite heeft om te overtuigen, maar je uiteindelijk wel bij de lurven pakt. Maar goed, het voorkomt niet dat ik Sólstafir wat mager vind overkomen vanavond, maar met Oranssi Pazuzu eerder had ik toch al een topavond.