Zo af en toe een stevig potje fuzzend gitaargeweld van Ufomammut gaat er prima in. Bovendien is het al weer veel te lang geleden dat ik in dat prima zaaltje van Burgerweeshuis in Deventer ben geweest. Nou goed, vier concerten in acht dagen is zelfs voor mij wat veel, maar met ook nog het fijne Bismut uit ons eigen Nijmegen in het voorprogramma is deze avond wel iets om naar uit te kijken.
Ze zijn er al jaren mee bezig om dit poppodium (40 jaar oud) te herhuisvesten trouwens. Zelf wilden ze graag naar het Havenkwartier, maar dat plan sneuvelde. Over het plan voor het samengaan met de schouwburg op één locatie (Keizerstraat) wordt nog gepraat geloof ik, onder aanvoering van de nieuwe directeur. Kan nog wel wat jaren duren. Zou wel jammer zijn misschien, nu veel oude poppodia al zijn vervangen door modernere complexen, maar hopelijk vinden ze een goede nieuwe plek. Bruggetje naar de kleine kelder van De Onderbroek in Nijmegen, waar de tijd ook echt heeft stilgestaan en waar Bismut een week eerder nog mocht schitteren in een thuiswedstrijd. In zo’n kleine kelder klinkt zo’n band extra stevig, vandaag opent het trio wat rustiger voor mijn gevoel, of het geluid staat gewoon net iets meer mellow. Zo valt de beheerste opbouw meer op dan vorige week en lijkt het relaxte pingelwerk van gitarist Nik Linders vanavond ineens een oosters tintje te hebben. Peter Dragt op drums, mooi vooraan in het midden op het podium, drijft de boel weer strak en gedreven op tot lekker verwoestende explosies van heavy progressive stoner/psych met het nodige stoempende riffwerk en een verslavende groove. “Disease” en “Mašta” worden snel achter elkaar gespeeld (ze hebben ook maar een half uurtje), waarna “Euphoria” nog volgt, allen van het vorig jaar verschenen album Ausdauer. Lekker. Zeker ook omdat het geluid en de mix ook erg goed staat, misschien nog wat subtieler dan vorige week dus. Als laatste nog een fijn gedreven nieuw nummer “Fünfundzwanzig”, waarna Bismut de vele handen op elkaar krijg van het publiek. En terecht natuurlijk. Nijmeegs trots in bange dagen.
Half uur pauze voordat het Italiaanse trio van Ufomammut aantreedt, opgericht in 1999 en ‘wereldwijd erkend als de maker van een uniek genre van psychedelische sludge’, al zeggen ze het zelf. De eerste keer dat ik de band zag is alweer meer dan 12 jaar geleden op het Valkhof en de laatste keer was in Doornroosje in 2019, toen ze wel heel intens en indrukwekkend waren, rondom het machtige 8-album. Inmiddels zijn we natuurlijk wat jaren verder. Niet heel veel later, begin 2020, vertrok drummer Vita waarna de band aankondigde dat het tijd was om voor onbepaalde tijd te stoppen, waarna de pandemie kwam. Je weet wel. Uiteindelijk kwamen ze (gelukkig) weer terug met een prima (zo zien we vanavond) drummer Levre, met wie ze ook al het subtielere Fenice hadden gemaakt, waar overigens niks van wordt gespeeld , opvallend genoeg, net zoals 8 niet aan bod komt. Nee, de focus is vanavond echt op het nieuwe album “Hidden”, dat ik wel een keer had geluisterd, maar waar ik niet gelijk over enthusiast over was, in mijn herinnering. Maar vanavond is een goed manier om het album nog eens live te ondergaan, want ze spelen het gewoon maar even helemaal integraal. Je zou misschien een meer uitgebreidere selectie van hun oeuvre verwachten tijdens hun 25-jarige jubileum-tour, maar vooruit. We ondergaan het hier natuurlijk wel gewillig, want het blijft wel een vette bazenband eerste klasse. Jammer dat het geluid in het begin dan juist wat wollig klinkt, gitarist Poia lijkt ook wat lastig te horen in het begin, waardoor vooral de stevige bas van Urlo hard door het pand zoemt, met die lekker ranzige fuzz-effecten. Gelukkig breekt het geluid uiteindelijk wel meer open en komt het meer in balans, maar heb wel echt moeite om er lekker in te komen. Het spel is okay, zeker ook van de nieuwe drummer dus, maar het (nieuwe) songmateriaal grijpt me wat minder misschien – het klinkt wel prima en stevig, maar wellicht wat vrijblijvend. Toch grijpt het monster me langzaam bij mijn keel en sleept me alsnog voor de poorten van de hel. Duurt effe, maar de band neemt in zijn nummers ook de tijd om de repetitieve riffs als een ritueel over ons uit te storten, tot we hypnotisch mee staan te knikken. Na het nieuwe album beukt “Vibrhate” er enorm lekker in bijvoorbeeld, een nummer van de vorig jaar verschenen Crookhead EP, als voorloper van het nieuwe album. De zang van Urlo is nog niet echt om over naar huis te schrijven natuurlijk en komt het beste tot uitdrukking met wat effecten of wat meer naar achteren in de mix, maar wat geeft het. Het is stoere-mannentaal. Wat verder in de set valt het synth-achtige gitaarwerk van Poia op, wat eigenlijk wel goed werkt en wat verdieping geeft aan het geluid. Ze wagen zich hier zelfs aan een cover van Pink Floyd (“Welcome to the Machine”), maar die vind ik dan weer niet zo bijzonder, maar afsluiters “Stigma” (Idolum, 2008) en vooral ook het afsluitende “Oroborus” (ORO – Opus Alter, 2012) klinken magistraal goed. En hard. Het betere beukwerk. Geweldig. En dan is het alweer afgelopen. Ik hou een beetje gemengde gevoelens over aan het optreden dit keer, maar de lat lag ook wel erg hoog. Uiteindelijk was er wel genoeg massieve oorwassing om tevreden de trein terug te pakken.