Gezien: Opeth, AFAS Live, Amsterdam

Zo hoor je een tijd niks van ze en zo staan ze twee keer in de buurt, het Zweedse Opeth heeft er weer zin in de wereld te veroveren blijkbaar, inmiddels met een volwaardig nieuw album onder de arm, waarop oudere tijden van de band herleven met progressieve deathmetal en grunts. The Last Will and Testament is weer (grotendeels) lekker progressief complex, met een fijne achtbaan van agressie, tempowisselingen en softere emoties. In 013 vorig jaar werden geen nieuwe nummers gespeeld, maar deze keer is het wel in het kader van dat nieuwe album en gelijk ook maar in het grotere AFAS. Misschien niet helemaal uitverkocht, maar met een capaciteit van 6,000 wel gelijk de grootste van de tour volgens frontman Mikael Åkerfeldt, die echt wel onder de indruk lijkt van de grote opkomst. Ondanks dit tweede optreden in een half jaar trekken alle Opeth fans uit de omgeving hier naartoe, zo lijkt het. En de Zweedse band verdient dat als geen ander, het blijft toch heerlijk om te ondergaan, ook al zie je ze bijna jaarlijks.

Zelf moet ik echt wel schakelen, het is druk druk druk. Vooral met werk en ook daarbuiten. Dit is wel een mooi verzetje, met goed gezelschap en even goed uit eten in een lekker vaag tentje in de Bijlmer iets verderop. Met alle drukte heb ik meer ruimte nodig voor ontspanning en dat kan soms goed met een concertje, maar ik ben wat kritischer aan het selecteren dit jaar, merk ik. Vooral niet alles willen zien en doen, dat geeft wat meer rust. Maar goed, voor een van mijn favoriete bands stap ik graag in de trein, ook al duurt die reis extra lang vanwege werkzaamheden op het spoor.

Support-act Grand Magus (ik moest gelijk denken aan Grand Nagus uit Star Trek), actief sinds 1996, is al bezig als we de grote zaal binnenlopen. Gelukkig hebben ze ook Affligem en Skuumkoppe als (duur) alternatief plasje bier, maar dat terzijde. Dit trio komt ook uit Zweden en maakt wat belegen (in mijn oren) heavy metal. Beetje infused met doom lees ik ergens, maar ergens komt het ook op me over als lome retro stoner. Het tempo is traag, als een brommer die niet op gang komt. Janne “JB” Christoffersson doet echt zijn best om de zaal mee te krijgen, maar zelf vind ik het een beetje simpel en erg veel van hetzelfde. Die dubbele basdrums hebben ze ook niet nodig, in dit tempo kun je dat ook wel met een trommel, zou je zeggen. Nou goed, alle gekheid op een drumstukje…

Opeth dan, dit keer met een iets andere licht-show. Meerdere LED-panelen achter de band vormen een mooi geheel, met name de nieuwe nummers pakken ze die mooie klassieke, deftige stijl uit de jaren twintig (of zoiets) van het nieuwe album. De aankleding is prima voor zo’n grote zaal en de band kan dit ook wel aan, ze zijn ook wel gewend aan grote festivals. Wat moet je er nog over zeggen als je ze al zo vaak hebt gezien? Nou goed, het geluid bevalt me beter dan in 013 gelukkig, al hebben mijn oordoppen nog moeite met een goede balans. Net wat weinig punch in het midden of midden-laag (alhoewel de punch van de gitaarleads er later wel beter doorheen komt met dikkere riffs tot gevolg) en die gekke overstuurde basmomentjes zijn er net zoals in 013 ook hier weer. Het zullen mijn verrotte oren wellicht wezen. Het baswerk van Martín Méndez komt lastig in balans, ik hoor het niet zo goed in de wollige mix soms. Méndez heeft nu ook een wollig (Inca-achtig) mutsje op, dus dat is de goden verzoeken. Opeth heeft wel vaker last van een wat broeierige mix, waarbij ik altijd wat moeite heb de individuele instrumenten goed te kunnen onderscheiden, met name met de bulderende deathmetal-gedeeltes, alsof de geluidsman alles tegelijk omhoog heeft geschoven. Maar wellicht overdrijf ik. De toetsen van Joakim Svalberg zijn in de eerste nummers slecht te horen, maar dat wordt wel goed bijgestuurd en eigenlijk heb ik weinig te klagen. Geluid is aardig voor zo’n grote zaal, maar wat vlakjes. Als ik bij standaard uitsmijter “Deliverance” weer eens mijn oordoppen uitdoe, is het geluid ineens erg hard (duh!) en heel scherp. Raar.

Nou goed, terug naar het begin valt me op hoe strak en goed de eerste nummers klinken. Het eerste “§1” van de nieuwe plaat klinkt erg vet en lekker complex dus, zoals we Opeth denk ik graag horen, gevolgd door een meesterlijk (pun intended) “Master’s Apprentices” van Deliverance (2002), dat al heel lang niet of niet veel op de setlist heeft gestaan. Van de meeste albums komt wel wat langs. “The Leper Affinity” mag er ook wel wezen (Blackwater Park, 2001), waarna de klad er een beetje inkomt voor mijn gevoel. Åkerfeldt wacht meestal wel een paar nummers voordat hij zijn droge humor over ons uitstort, dat is altijd leuk. Hij weet dat hij in Nederland is natuurlijk, met verwijzingen naar Focus (Thijs van Leer) en Pestilence/Asphyx (Martin van Drunen) en hoe hij die frontmannen een keer ontmoette, maar hem niet echt zagen staan. Toch wel helden voor hem. Nou goed, van het nieuwe album komt nog “§7” (Joakim Svalberg wordt nog even toegezongen voor zijn verjaardag) en “§3”, voorafgegaan door kleine stukjes van “The Drapery Falls”, “Serenity Painted Death” en “Moonlapse Vertigo”. Ergens wel jammer dat die nummers van het nieuwe album worden gespeeld, waar ik liever nog “§4” en “§5” had gehoord. In het midden van de set het rustige(re) “Häxprocess” (Heritage, 2011). dat iets beter uit de verf komt op de plaat voor mijn gevoel en “In My Time of Need” (Damnation, 2003) is wel een aardige en mooie meezinger, maar haalt een beetje de vaart uit de set. Het (lange) oudje “The Night and the Silent Water” (Morningrise, 1996) is vast voer voor de oude liefhebbers (met een referentie van Åkerfeldt – dacht ik – vooraf naar 2 Unlimited naar de sound van de jaren negentig), maar doet mij wat minder ook. Wel leuk dat “You Suffer” daar als ultrakorte cover van Napalm Death tussen zit, dat grapje was er in 013 ook. Na “§3” komt de boel wel weer echt op stoom met “Ghost of Perdition” (Ghost Reveries, 2005), waarna de set wordt afgesloten met het softe “A Story Never Told” van de nieuwe plaat, geen exceptioneel sterk einde zo, maar je weet dat de toegift nog komt, met het prima “Sorceress” (Sorceress, 2016), dat ze vaak spelen en die geweldige headbang-nekbreker “Deliverance”. Het publiek blijft weer redelijk stoïcijns bij die geniale progressieve riffs op het einde, maar je moet je hoofd ook maar op de maat mee kunnen bewegen.

Gauw richting trein maar, die uiteraard vertraagd is en heel druk, en aan de overkant van het spoor zien we ineens Opeth op een poster van Dynamo Metalfest (15-17 augustus) staan. Aha, die zijn daar dus headliner op de vrijdag. Verleidelijk. Zoals Opeth is en blijft, ook na vanavond. Ondanks wat kanttekeningen van een kritische fan is het toch altijd wel weer genieten van deze band, die in topvorm is en blijft en voorlopig en terecht nog genoeg volk op de been krijgt. Het was weer een waar genoegen.

Opeth Setlist AFAS Live, Amsterdam, Netherlands 2025, The Last Will and Testament

1 gedachte over “Gezien: Opeth, AFAS Live, Amsterdam”

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.

Scroll naar boven