Als je een weekje op een Waddeneiland zit, valt je wel op hoeveel wind er meestal staat. Het is lekker om even uit te waaien, maar ik moet zeggen dat me dat op een gegeven moment wat gaat tegenstaan. Denk niet dat ik ooit een eilandbewoner ga worden dus. Zo af en toe is een muzikale stevige wind ook wel lekker, Windhand weet op de maandagavond stevig door te waaien in Merleyn met hun meeslepende doom. Lekker. Voor even dan.

Het is bijna uitverkocht vanavond, dus staan we weer als sardientjes in het kleine en hete achterzaaltje, maar we laten ons graag wegblazen dus. Alhoewel. Er staat een voorprogramma van Dorthia op het programma en dat is gewoon zangeres Dorthia Cottrell van Windhand (en ook zo met volledige naam op Spotify/Bandcamp), met nieuwe gitariste Leanne Martz, die sinds dit jaar bij de band zit. Vorig jaar verscheen haar tweede album Death Folk Country, dus dan kun je zoiets verwachten. Folk is niet direct van mijn geliefde soort, maar toch vind ik haar zo wel prima zingen, aangevuld met akoestisch gitaar. Maar de inbreng van Martz op de extra elektrische gitaar (en zang) maakt de boel net wat smeuïger, soms zelfs richting een likje post-rock. Of post-folk, zo u wilt. Bij vlagen mooi melancholisch met een donker randje, juist iets voor Roadburn ook, die dit soort acts steeds meer programmeert. Ook grappig (of bijzonder) is de volle fles whiskey die Cottrell af en toe aan de lippen zet, en later bij Windhand mag het publiek gerust even meedrinken. Ik hou het maar even alcoholvrij vanavond.

Windhand uit Richmond, Virginia, Verenigde Staten, zag ik deels op Roadburn 2014 en dat is al weer even geleden. Het smaakte toen al naar meer, ook al ben ik niet direct een groot doom-kenner. Zo af en toe lust ik wel zo’n portie. Naast Leanne Martz is bassist Thomas Hamilton ook nieuw bij de band dit jaar. Dorthia Cottrel (zang) en Garrett Morris (gitaar) zijn de oerleden sinds 2008 en Ryan Wolfe speelt sinds 2010 op drums. Sinds dat jaar groeide de band uit tot een ware underground sensatie, zo lezen we, met Soma uit 2013 als een doorbraakalbum. ‘2025 luidt de terugkeer van de band in’, zo lezen we, wat suggereert dat de band er ook even uit zou zijn geweest. Geen nieuw materiaal nog, maar wel met een setlist van bijna 1.5 uur van de diverse albums. Hoewel ik de band zelf niet zo ken(de) heeft de band blijkbaar een goede reputatie in het genre. Doom dus, met zware riffs, trage, meeslepende ritmes en dromerige, melancholische sfeer. Je weet wel. Misschien af en toe met wat psychedelische inslag als Morris even wat licht soleert op de gitaar met wat andere effecten, hoewel het verder vooral draait om de herhaling van die zware riffs, aangevuld met de (wat hard in de mix geplaatste) zang van Cottrell (met wat lichte effecten). Die zang past nog best aardig, al is ze in het laatste nummer even de juiste toon kwijt. Wat geeft het. Zo zijn de lange herhalende stukken ook niet zo heel erg, ik kan er aardig in meegaan, zeker ook omdat het geluid lekker staat, zo midden voor het podium. Windhand in orkaankracht live dus, daar kun je je lekker in laten onderdompelen. Waar de nummers en riffs erg op elkaar lijken is het toch wel fijn dat er wat afwisseling in zit, in tempo met name, of het soleerwerk van Morris dus. Hoogtepunt vind ik het tweede instrumentale gedeelte van “Kingfisher” van het album Grief’s Infernal Flower (uit 2015). Ook al zo’n lang nummer van bijna een kwartier, maar dat laatste stuk is mogelijk nog veel emotioneler live door het extra spel van Martz hier, die een mooie extra laag aanbrengt. Even niet headbangen, maar meer zweven. Gaaf als afwisseling, mogen ze vaker doen dit soort uitstapjes. En zo is een avondje doom met Windhand uiteindelijk best vermakelijk, met je kop vol in de wind. Laat die haren maar eens goed wapperen.


