Michael Gira hint op het nieuwe album Birthing van het Amerikaanse Swans naar een afgeslankte vorm van de band in de toekomst, naar eigen zeggen overigens. Nog een laatste tournee in deze modus in 2025 en dan is het klaar.

Will it end? Will it end?
Will it end? Will it end?
To begin at the end
Will it end? Will it end?
Does it endlessly end in the end?
Will it end? Will it end?
Does it end? Will it end?
Does it end? Will it end?
Will it end? Will it end?
Gira zingt het op het titelnummer. Je weet het maar nooit met Swans en dat lijkt hij zelf hier ook te verkondigen. Swans gaat door zolang Gira nog kan, maar in welke vorm? Hij trad al een tijdje samen met Kristof Hahn op, misschien een voorbode voor wat de toekomst ons brengt. Zou jammer zijn, want op Roadburn vond ik die versies van de nieuwe Swan nummers (“The Healers”, “I Am a Tower”, “Guardian Spirit”) toch wat minder. Met volledige band klinkt het toch een stuk indrukwekkender en krachtiger, zoals op dit zeventiende studioalbum blijkt. Beter aangekleed. Logisch ook, met de extra muzikanten van dienst, met naast Gira (zang, akoestische gitaar) en Hahn (lapsteelgitaar, akoestische gitaar, elektrische gitaar) ook weer oudgediende Norman Westberg op elektrische gitaar (was er een aantal jaar tussenuit), Phil Puleo (drums, percussie), Dana Schechter (lapsteelgitaar, basgitaar – ook bekend van Insect Ark), Christopher Pravdica (basgitaar, keys) en Larry Mullins (mellotron, keys, vibrafoon, percussie). We weten ondertussen wel de werkwijze van Swans en dat wijkt niet heel erg veel af van het vorige The Beggar en dat is juist prima. Opnieuw is dit een erg lang album met hele lange songs om je langzaam het drijfzand in te trekken. Hallucinerend en repetitief, meeslepend en hypnotiserend, donker en dreigend. De drones vormen bijna het hele album een leidraad tot verdoemenis en wanhoop, al zit er ook wat lucht in om je op adem te brengen. Gira is uiteraard weer de getormenteerde volksmenner, die bezwerend en gekweld zijn indringende boodschap verkondigt. Dat hij daarbij dan niet altijd zuiver op de toon zingt boeit niet zo heel veel, het gaat om de boodschap. Om het ritueel. Een lange trip van 115 minuten en 35 seconden om je te bekeren tot de duisternis. Meest geslaagd vind ik daarin het 21:41 lange “The Healers” dat alles in zich heeft, met een mooie rustige opbouw, de invallende percussie tegen acht minuten en de uiteindelijke ontsporing, verwildering en verwondering. “I Am a Tower” is bijna van hetzelfde laken een pak, ook twintig minuten, maar met een wat flauwer refreintje ergens. Nou ja. “Birthing” lijkt in eerste instantie wat te lang uitgerekt, maar wint het uiteindelijk met wat bijzondere afslagen en stevige drumslagen. De lang uitgerekte drones en herhaling doen mij soms denken aan werk van Godspeed You! Black Emperor, maar het is natuurlijk andersom. Die band haalde natuurlijk de inspiratie uit Swans. Opvallend vind ik toch ook de samenzang en koorwerk, met name op “Red Yellow” is dat anders ingevuld. Het nummer eindigt abrupt, waarna de stilte oorverdovend klinkt. “Guardian Spirit” begint dan als een gitzwart sprookje met de zang van behekste bosnimfen. Gira roert in zijn pot met bloed en kijkt je gevaarlijk aan, waarna het vuur ontbrandt. Het is maar wat je overal in ziet natuurlijk. “The Merge” begint dan ineens opvallend luid met een wolk noise, glijdt over in een spirituele mantra, zet aan tot bloedstollende horror, waarna Gira ineens tot rust maant met kalm gitaarspel en (praat)zang. Het blijft bijzonder knap hoe je vele minuten lang in dezelfde toonsoort blijft hangen en het toch spannend weet te houden. Nou goed, op enkele momenten meandert het dan wel erg lang door, zoals aan het begin van “(Rope) Away”, maar meestal weet het orkest het bijzonder mooi en vol in te vullen, met ook de langzaam verschuivende lagen, die soms zo mooi en majestueus worden afgetopt. Swans is en blijft in topvorm met volledige band. Wie weet is Birthing wel de prachtig donkere zwanenzang (pun intended) van Swans in vol ornaat. Ik kijk in elk geval reikhalzend uit naar het optreden in Doornroosje om nog een keer te genieten van de band in z’n volle kracht, waarna we vast met z’n allen afvragen: Will it end?