Zet je helm op en beuken maar, want Helmet is in het land! En dat is te danken aan de organisatoren van FortaRock, die regelmatig van die hardere acts programmeren in Doornroosje. Het is ook de enige show van deze Amerikanen in ons land, die precies 20 jaar geleden doorbraken met het album Meantime. De band is opgericht in 1989 en bracht dat album in 1992 uit. Na nog twee albums hadden de bandleden wel een beetje genoeg van elkaar en na een pauze van 4 jaar besloot zanger Page Hamilton om weer leven te blazen in de band, overigens zonder de andere originele bandleden uit de tijd van het Meantime album. Echt goede vriendjes zijn die blijkbaar ook niet meer. Drummer John Stanier speelt overigens tegenwoordig in Battles en Tomahawk. Hamilton heeft in die zin een verjonging doorgevoerd, met Dan Beeman op gitaar (sinds 2008), Kyle Stevenson op drums (sinds 2006) en Dave Case op bas (sinds 2010). Sinds de reünie maakte de band nog drie nieuwe albums. Maar goed, het repertoire van Helmet ken ik vrij slecht moet ik bekennen, maar het leek me toch wel aardig om de band eens te zien. Het helpt dan ook wel dat ik een prijsvraag won van 3VOOR12 Gelderland (bedankt nog!) en ik dus gratis naar binnen mocht. Ik had er weinig verwachtingen van, maar het werd een uitstekende avond.
Het vaste voorprogramma van Helmet op deze tour is het Noord-Ierse trio Fighting With Wire. Ik wist niets van deze band, alhoewel het volgens de site van Doornroosje zou lijken op Biffy Clyro, Foo Fighters en Hüsker Dü. En dat klopt wel. Het trio verrast me eigenlijk vrij snel met hun energieke openingsnummers. Het geluid staat loepzuiver en de bandleden gooien zich er vol in. De band is misschien niet direct te vergelijken met de hoofdact – veel minder metal, veel meer goed behapbare rock – maar ik heb het idee dat het aanwezige publiek het toch ook best wel een lekker bandje vindt. De uptempo rock / grunge heeft een laagje punk en wisselt prima af tussen cleane zang (in wat zoete melodieën soms en bij vlagen uit de toon gezogen, maar vooruit) en fijne screams. De band heeft blijkbaar patent op aanstekelijke riffs en ogenschijnlijk simpele maar geniale breaks. Vrijwel iedereen knikt dan ook zijn of haar hoofd mee met deze kanjers. Vol bravoure speelt zanger/gitarist Cahir O’Doherty net zo bevlogen op zijn gitaar als Matthew Bellamy van Muse, maar ook de drummer hakt er prima op los en de bassist is ook een gedreven drijfveer van de band. Het is duidelijk waar ze de mosterd vandaan halen, maar ze doen het overtuigend. Overtuigender nog dan dat je het zo thuis terugluistert moet ik ook zeggen. Prima live experience dus. Een beetje fout, maar lekker. Ik zie ze nog wel een keer een grote festivalweide platspelen, maar dan mogen ze die twee magere nummertjes in het tweede deel van de set wel weglaten.
Dan Helmet. Op rij drie midden voor het podium hebben we goed uitzicht op de vier heren die er blijkbaar veel zin in hebben. Het was van tevoren wel bekend dat de band het hele Meantime album zou spelen; een echte trend onder de wat oudere bands de laatste jaren, zo lijkt het. Gewoon alle nummers van een oud album spelen. Helmet maakt er dan wel een guitige versie van om – na een paar opwarm nummertjes – het album in precies de omgekeerde volgorde te spelen in vergelijking met het studio-album. En zo eindigt de band met het heerlijke “In The Meantime” als laatste nummer. Helmet is één van de meest belangrijke post-hardcore bands uit de jaren ’90 en zo live vind ik het echt een stuk bruter dan op de plaat, maar dan heb je het dan ook wel over een paar decibel verschil in geluidssterkte. Het geluid is hard, mijn oordoppen werken op volle kracht, maar het klinkt helder en strak. Heel strak. Echt heel strak. Nee echt! Heel, heel, heel strak. Goed, misschien heeft de band het vuur weer gevonden met die wat jongere en enthousiaste bandleden, maar het is dan ook gewoon knap dat het lijkt alsof die heren ook al gewoon twintig jaar dat materiaal spelen. Hoewel de band hier en daar wat technische problemen lijkt te hebben – zo is er een gitaarwissel nodig voor Page Hamilton – is daar weinig van te merken. Eigenlijk blijft alleen de zang van Page Hamilton zelf een wat zwakker punt, maar alle bandleden lijken feilloos te spelen. De stuwende bas, de strakke riffs, de snelle drumpartijen. Alles is even indrukwekkend en ik zou persoonlijk die oude bandleden niet missen, maar goed, ik heb de band ook nog nooit eerder gezien. Na nog een handvol nummers in de toegift houdt de band er dan toch echt mee op, maar blijven ze lekker op het podium staan om de handen te schudden van de echte fans en delen nog wat handtekeningen uit. Sympathieke gasten die serieus met hun vak bezig zijn en aandacht hebben voor de aanwezige fans. Klasse vind ik dat. En een goed gevuld Doornroosje zal het met me eens zijn dat dit ook gewoon een uitstekend optreden was van een klasse band.
Pingback: De 40 beste concerten van 2012 « Tbeest's Blog