De meest gehoorde opmerking over Paaspop was toch wel “Goh, is dat niet heel koud?”. Ja voor een zomerfestival is een temperatuurtje van vlak onder of boven het vriespunt natuurlijk niet helemaal ideaal, maar daar heb je warme kleding voor. Net of Lowlands afgelopen jaar lekker te harden was met die tropische temperaturen. Dikke complimenten voor de organisatie trouwens, want de tenten waarin de optredens plaatsvonden waren vakkundig dichtgemaakt, zonder dat dat de doorloop nu echt belemmerde. Grote warmtekanonnen werden ingezet, en als je daar dichtbij ging staan kon je je broekspijpen lekker laten wapperen in de warme wind. Binnen in de tenten was het gewoon prima te doen dus. Buiten zet je gewoon je muts op en rits je je warme kleding dicht. No problem. En zo’n enkele sneeuwvlok is sowieso makkelijker te trotseren dan bijvoorbeeld een irritant regenbuitje. Wat heb je liever? Anyway, het programma van Paaspop was toch wel weer gevuld met een aantal aardige acts en net als in 2010 besloot ik er maar weer eens een dagje rond te gaan lopen. Met bands als Steak Number Eight, Blaudzun, Gojira, Epica, Testament en Sólstafir leek me de zaterdag het meest interessant ook.
Het programma van het Phoenix-podium en de Jack Daniel’s-stage is dan ook niet verkeerd. In mijn ogen wel een flink contrast met bijvoorbeeld het hoofdpodium Apollo, waar bands als Kane, Racoon, Di-rect en Bløf stonden geprogrammeerd, maar Paaspop heeft het gewoon goed voor elkaar. Meer aansprekende metal-acts dan b.v. een Lowlands neerzet, en daarmee is het programma daadwerkelijk voor elk wat wils. En ook de aankleding is bijzonder goed. Een stuk indrukwekkender weer dan een paar jaar terug, alsof je Lowlands gewoon op wat minder vierkante meters meemaakt (het is allemaal erg goed te belopen op het terrein). Een aantal stoempende danstenten, Kees van Hondt + vergelijkbare acts, Loco Loco Disco in de Loco Royale, theater, straattheater, en op elke hoek wel interessant vertier. Van een potje worstelen in de buitenlucht (in de blote bast) tot de grappige Dixie On Air-act voor als je je behoefte wilt doen onder leiding een de luchtvaart-crew. Of het NK-stagediven, de bejaardenbingo of je gaat een potje bowlen in Club Lebowski. Of die act met een motor-vehicle, die al slippend op de flonders zo af en toe voor flink wat rook en vuur zorgde. Nou ja, dat soort dingen dus. Paaspop gaat net als Lowlands en Zwarte Cross voor de totaalervaring, en dat fleurt de boel een stuk leuker op dan b.v. een festival als Pinkpop of Rock Werchter, waar je vooral bands krijgt voorgeschoteld met een zooi drank- en vreettentjes als maximale bonus. Maar goed, het ging mij uiteindelijk toch ook voornamelijk om de bands.
Zoals het Belgische Steak Number Eight, dat Shadows Fall mocht vervangen en het festival opent in de vroege middag. Het terrein van Paaspop is nog vrij leeg en de band start in de nog erg rustige Phoenix-tent. Wat geeft het. Ik posteer me knal vooraan en constateer al vrij snel dat de band sinds de-Affaire – waar ik ze eerder zag – gegroeid is in strak en degelijk spel. Deze jonge talentvolle gasten wonnen in 2008 de Humo’s Rock Rally in België met een gemiddelde leeftijd van 15 jaar en maakten met All Is Choas wat mij betreft al een van de beter harde platen in 2011. Recent is het nieuwe album The Hutch verschenen en ik had die plaat nog weinig kunnen draaien. Daar moet maar eens verandering in komen, want deze prettige opgetrokken gitaarmuren met een spannende lik melodie (noem het post-rock/metal of sludge) kunnen mijn goedkeuring wel dragen. Ook live dus. Zanger Brent Vanneste is goed bij stem en zingt zijn cleane stukken beter dan ooit, zo lijkt het, en wisselt dat weer keurig af met verwoestend schreeuwwerk. De langzame opbouw in sommige nummers voelen als het prettige voorspel voor de dikke riffs die als prettige mokerslagen op het publiek worden afgevuurd. Met “Photonic”, “Push Pull Exile Of Our Marrow” en “Black Eyed” speelt de band veel van het nieuwe album in de korte tijd die ze hebben, en dat sluit naadloos aan bij het oudere werk “Black Fall” en de bijna voorspelbare oudere nummers als afsluiter: het stoempende “Dickhead” en het fantastische “Pyramaniac”. Dat laatste nummer is ingekort en lijkt vandaag wat minder een stomp in je gezicht te zijn. Maar waar ik stond was de bas ook wel erg overheersend. Heerlijk begin van de dag en zeker weer een hoogtepunt van deze getalenteerde jonge Belgen.
[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=t5Lygq3khEo&w=450]
Ho, stop de persen, ik wilde helemaal geen lang stuk schrijven over Paaspop, maar een kort sfeerverslagje.
Nou goed. Terrein over dan maar. Stukje Kensington in de Apollo kan me na het geweld in de Phoenix niet direct boeien. Hoewel de band dit grote podium best wel aankan is het me wat te belegen feelgood-rock en dus ga ik al snel het terrein maar eens verder verkennen. Ondertussen kom ik nog stomtoevallig Dudettes tegen op het podium in de (overigens op dat tijdstip nog erg rustige) RestoLounge. De band won blijkbaar de Into The Tune contest en ik blijf maar eens even kijken (je moet wat). Hun muziek is – volgens de beschrijving lees ik achteraf – een combinatie van toegankelijke pop-rock songs aangevuld met de soulvolle stem van zangeres Zjoly en vinnige indierock van gitariste Cynthia en drummer Ingrid. Weinig aan toe te voegen – soul met pingelende gitaren schiet door mijn hoofd ter plekke. Echt zo’n ‘niks aan de hand’ bandje met een prima zangeres met een flink afro-kapsel. Vervolgens zie ik nog een stukje Douwe Bob in de Jack Daniel’s tent, maar ik loop al weer snel door.
Later keer ik weer terug naar de RestoLoung om een stukje Daily Bread mee te pakken. De electropunk stuiterde vroeger toch meer dacht ik, maar het is meer in de richting van synthpop met een eighties-randje vandaag. De band maakte dan ook een transformatie mee met het vorig jaar uitgebrachte Iterium, waarmee de band meer de diepte induikt en wat meer de warmte opzoekt. Aardig voor een paar nummers, maar ik loop toch maar weer verder voor Blaudzun in de grote Apollo tent. Johannes Sigmond is nog steeds een aparte verschijning. Lange vent, vermomd met raar geknipt sluik haar, dikke zwarte bril en een (opvallend) zwarte baard. Met Heavy Flowers brak de beste man definitief door in eigen land en dat is best wel terecht. Goed, ik hou niet zo van die desolate dichtgeknepen zang, maar vandaag valt het me allemaal wel mee en wordt ik nog aardig in de wondere wereld van Blaudzun getrokken. Folk is op z’n mooist als het wat melancholie bevat en dat komt er vandaag mooi uit. Er wordt mooi geschakeld tussen ingetogen en uitbundige muziek, aangevuld door een fijne club muzikanten. Met trompetten en een accordeon, viool, xylofoon of sambaballen wordt het natuurlijk wel een mooi warm en rijk geluid. “Heavy Flowers” klinkt domweg prachtig en doet me ineens aan een band als Other Lives denken…
Vervolgens is het even schakelen naar de Franse metalband Gojira in de Phoenix, op een minuutje lopen van de Apollo-tent. Gelukkig starten ze dan explosief met “Explosia” (sjonge wat een slechte woordgrap) zodat we gelijk weten waar we mee te maken hebben. In 2009 stond de band al op het FortaRock-avondje van festival de-Affaire in Nijmegen (dit jaar het Valkhof Festival), maar in zo’n grote tent komt de band wel extra groots over. ‘Lekker lompe stoempende metal’, gooi ik maar op de twitter als mini-recensie en achteraf kan ik daar weinig aan toevoegen.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=pfLhg-zGtuw&w=400]
Terug naar subtiele muziek dan maar weer met Mister and Missisippi die in de reeks ‘3FM serious talents’ op het Jack Daniel’s podium staat vandaag. De band zag ik al eerder als voorprogramma van Patrick Watson in De Vereeniging vorig jaar en toen schreef ik al dat het gek moest lopen als we niet meer zouden horen van deze band. De folky singer-songwriter muziek met zo af en toe een likje post-rock vond ik dan ook bij vlagen best aangenaam. Het is het eerste optreden op een groot festival, aldus zangeres Maxime Barlag, en dat is wel een beetje te merken. Na wat geklooi met een hard zoemende bastoon in het begin van het optreden lijkt de band wat afgeleid en zich vooral door de set heen te worstelen. Daarentegen komen de sporadische mooie momenten toch wel weer voorbij, en hou ik nog steeds vooral van die wat venijnige gitaren die er af en toe worden ingegooid. Dat levert een prettig contrast op met de mooie en soms zoete klanken, en eigenlijk mogen ze dit van mij nog veel vaker doen. Een beetje peper in je eten is altijd lekker.
[youtube=https://www.youtube.com/watch?v=fchEs678VJg&w=400]
Het NK Stagediven is dan grappig en heerlijk stompzinnig. Beetje van het podium springen op een groot luchtbed onder leiding van een metal-bandje, je moet er maar op komen. Maar goed, dat heb je eigenlijk ook wel weer snel gezien. Terug naar de Phoenix-tent voor Epica dan, nog altijd goed aangeschreven als gotische of symphonische metal met de zang van Simone Simons en de lekkere grunts van de gitaristen. Vond ik vroeger ook leuk dat spul. After Forever bijvoorbeeld, dat stopte in 2009 en mede werd opgericht in 1995 door gitarist Mark Jansen. Hij verliet die band ergens in 2002 en begon met Epica aan een nieuw avontuur (en hij speelt daar dus nog steeds in mee, naast de in 2010 opgerichte band MaYan). Het genre ben ik een beetje ontgroeid denk ik, maar het blijft nog aardig deze band te zien, die ook internationaal aanzien kent (volgende week vertrekken ze voor een tour langs China, Australië en Indonesië). Met vuur- en rookkanonnen op het podium voegen ze nog een leuk showelement toe aan een set die verder vermakelijk en degelijk is. De zang had wat beter gekund lees ik achteraf, blijkbaar heb ik daar niet echt op zitten letten. Mijn aandacht ging blijkbaar meer uit naar het uitproberen van mijn compactcamera en het viel me op hoe mooi de bandleden door middel de van zwaailichten achter de vuurwerkkanonnen werden gewaarschuwd als die dingen aan gingen. Lekker warm trouwens dat vuur…
Anne Soldaat speelde ooit gitaar in Daryll-Ann en schreef voor (en speelde ook mee) met Tim Knol. Als gitarist, zanger en songwriter is hij inmiddels bezig met een solocarrière, die al een paar platen opleverden die goed werden ontvangen door de betere muzikale pers. In een propvolle Jack Daniels-tent zie ik ook wel dat hij een vakkundige liedjessmid is, maar het kan wil vandaag niet beklijven. Ik begin nog even aan mezelf te twijfelen en concludeer maar even dat ik gewoon wat minder met dit soort gitaarpop heb, of ik ben er nu niet zo voor in de stemming. Ik zal het volgens velen vast mis hebben.
In de RestoLounge komen we dan nog de guitige rockabilly act Liptease And The Backstreet Crackbangers tegen, met van die mannen met vetkuiven en drie vrouwen die zo uit de jaren zestig lijken te zijn weggelopen. Pfjoe, dit soort genrewissels in recordtempo gaat me ook wat snel. Als ze op een gegeven moment van die mash-ups maken van bekende nummers (a la Memphis Maniacs) en die allemaal door de rock ’n roll-blender gooien wordt het toch nog wel een leuke boel. Prima gitarist ook, die een keer hard onderuit gaat als hij wat te enthousiast over het podium holt, maar even later weer onverstoorbaar verder gaat.
Veel tijd voor Palio Superspeed Donkey heb ik dan niet, maar ik pik een paar nummertjes mee van deze jonge gastjes (rond de 16 geloof ik). Denk aan Artic Monkeys, met overigens dezelfde bravoure. De zanger staat stoer op het podium en de gitarist op links is gewoon een enthousiast ventje dat veel contact maakt met het publiek en de ‘liedjes’ koddig aankondigt. Leuk bandje, met een redelijk standaard rock repertoire (de echte Monkeys hebben veel meer finesse), maar als je op deze leeftijd al zo zelfverzekerd op het podium staat verdient dat alleen maar applaus.
De volgende hoofdact voor mij dan. De Amerikaanse thrashmetalband Testament bestaat al sinds 1983 en zanger Chuck Billy refereert nog even aan het feit dat ze al in ‘Holland’ stonden in 1987 (Dynamo Open Air, iemand?). Testament was ook de eerste hele harde metalband die ik ooit zag (op een veel latere editie van Dynamo Open Air trouwens) en dat maakte toen verdomd veel indruk. Geweldig dat Paaspop dit soort bands boekt, want Testament hoort tot de absolute wereldtop in het genre. Fijn ook om Alex Skolnick weer eens te zien, de wereldgitarist vuurt ook vanavond weer indrukwekkende solo’s op ons af, terwijl ook Eric Peterson meer ruimte krijgt voor wat solerend werk dan voorheen. ‘Perfectie’, schiet door me heen. Deze band is waanzinnig strak en doeltreffend. Bovendien is de geluidsmix fantastisch. Zo kan het dus ook. Niks geen wollige brei zoals dat soms kan zijn met hardere metalen acts. Nieuwere nummers worden mooi afgewisseld met oude krakers als “Into the Pit” en “Over The Wall”, terwijl zich voor het podium dan ook een aardige pit vormt. De rest van de tent is er nogal stoïcijns onder. Zanger Chuck Berry mag zo meedoen met het kampioenschap luchtgitaar met zijn grappige microfoonstandaardje dat mooi groen oplicht in het donker. Als je net denkt dat het allemaal niet harder, sneller, strakker, bruter of beter kan sluiten de heren af met een overweldigende versie van “The Formation of Damnation”. Helden! Dat zijn ze! Fantastisch om ze weer eens een keer te zien.
[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=_NnPGqpUiYw&w=400]
De Jack Daniel’s tent is de ideale setting voor de heren van Sólstafir. Ze zijn aan het einde van een reeks optredens en dat zie je er wel een beetje aan af. Een beetje verwilderd, de cowboyhoed van gitarist Sæþór Maríus “Pjúddi” Sæþórsson is smoezelig en gekreukt, en de kleren van de heren zien er uit alsof ze al in geen weken een wasmachine hebben gezien. Het past prima bij de act. Zanger/gitarist Aðalbjörn “Addi” Tryggvason herken ik niet eens terug van FortaRock waar de band vorig jaar stond. Toen had ie ook een zonnebril op. Zo vlak voor me ziet hij er verwilderd uit met een extra lange baard en wilde ogen. De band komt uit IJsland en zijn wel wat kou gewend, voor een zomerfestival vinden ze het dan nog best warm. De postrock of metal wat de heren spelen komt een heel stuk beter tot zijn recht in deze tent dan in het volle daglicht op FortaRock. De bas is beter te horen en de band is simpelweg in topvorm, ondanks dat het lijkt alsof ze enorm nonchalant spelen, en de zanger is bijzonder goed bij stem vanavond (zo’n nachtegaaltje is hij niet). Ik sta midvoor en wordt helemaal meegezogen in die ietwat vreemde maar bijzondere IJslandse sfeer die de band hier neerzet. Lange, gedragen nummers, melodie, post-rockerige passages en stevige riffs. Als er zoiets bestaat als donkere IJslandse country-postrock/metal zal het ongeveer zo klinken. Zo tegen het einde komt de fles whiskey op tafel (ik zei al, goede setting deze whiskeytent) die ook tegen de mond van de bassist wordt gezet. Hup! Drinken jij! Een sigaret wordt gedeeld met de gitarist op links die rookt en speelt tegelijk en daarmee de meest stoere poses neerzet. ‘Ik wil rook, veel rook op het podium voor het laatste nummer’, roept de zanger. ‘Da’s toch geen rook, da’s een beetje sigarettenrook, man’, waarna het lange nummer “Goddess of the Ages” wordt ingezet dat deze prachtige set afsluit. Complimenten voor de organisatie om zo’n ‘niche’-band te durven neerzetten trouwens.
[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=UfOM_tOW0_E&w=400]
Otava Yo klinkt me daarna als carnavalsmuziek in de oren. Leuke act (op Lowlands waren ze best grappig), maar niet na twee van dit soort toppers. Ik moet nog een eind naar huis en mis dan nog wel Traumahelikopter en Kane (ahum) maar het zal wel. Ik heb me vermaakt en er stonden een paar hele fijne hoofdacts voor mij. Voor een dagje Paaspop is het dan wel prijzig (69 Euro entree exclusief servicekosten), wat dat betreft is een kaart voor 2 of drie dagen relatief een stuk goedkoper (combikaart voor 2 dagen is 84 Euro; drie dagen is 89 Euro).
Paaspop is erin geslaagd om een mooi festival te maken voor zowel feest- als dansliefhebbers, metalheads, en de liefhebbers van pure Nederpulp. I like it. Met zo’n aankleding kan het zich gewoon meten met een festival als Lowlands (of Zwarte Cross, dat een vergelijkbare sfeer een aankleding heeft), al staan op Lowlands natuurlijk veel meer internationale toppers. Wat betreft de hardere muzieksoorten wint Paaspop het wel op afstand (Zwarte Cross doet dat ook goed). Paaspop is gewoon een hele fijne opener van het festivalseizoen en de kou kon dat feestje absoluut niet bederven.
Check alle foto’s hier.
Nee, helaas geen Testament in 1987. Mijn eerste Dynamo was 1988… Wel met Sacred Reich, Holy Mozes,…??
1989? Armored Saint, Forbidden, Holy Moses, Sacred Reich, Savatage, Sleeze Beez, Fatal Destiny (via Wikipedia)
Pingback: Gezien: Lowlands 2013 (zondag) | Tbeest's Blog
Pingback: Gezien: The Dillinger Escape Plan, Doornroosje, Nijmegen | Tbeest's Blog
Pingback: Gezien: Sólstafir, Doornroosje, Nijmegen | t-beest's blog
Pingback: Gezien: Sólstafir, TivoliVredenburg, Utrecht | t-beest's blog
Pingback: Gezien: STAKE, Merleyn, Nijmegen – t-beest