Gezien: Eindhoven Psych Lab 2015 – vrijdag

DSC02631Het Eindhoven Psych Lab is een echt niche-festival voor liefhebbers van psychedelische muziek, naar voorbeeld van het Austin Psych Fest en in samenwerking met het Liverpool International Festival Of Psychedelica. Na de goed ontvangen eerste editie van vorig jaar was de Effenaar wederom dé locatie voor liefhebbers van hypnotiserende gitaareffecten, al dan niet gegoten in poppy melodietjes, uitgevoerd met langgerekte jams, doorspekt met eindeloos herhalende fragmenten, of omgeven met felle percussie. Binnen het genre worden de verschillende uitvoeringen ook dit jaar weer gevonden waardoor het interessant blijft, al bekruipt je gaandeweg ook wel eens het gevoel dat je de uitvoering en sound van een band al wel eerder hebt gehoord op het festival. Maar je moet uiteraard wel wat voor het genre voelen. Het valt ons ook dit jaar weer op dat zo’n festival echte muziekliefhebbers trekt en daar is de sfeer ook naar. Je ontmoet oude bekenden en maakt kennis met andere festivalgangers waarmee je dezelfde passie voor een muziekgenre deelt. Een zelfde smaak schept een band. Het draait hier vooral ook om de muziek en minder om de beleving op zich. Die sfeer doet me net zoals vorig jaar aan het Roadburn-festival denken, dat op zich bredere genres programmeert en waar veel hardere bands staan. Hier in Eindhoven zie je dan ook beduidend minder lange haren, baarden en tattoo’s, maar het zijn ook hier vooral dertigers en veertigers met een goede muzieksmaak. Geen enorm exotisch publiek dus, maar wel wat hippies, doodgewone nerds, kerels met het lange haar in knotje, en een kortgeknipte grijzige vijftiger met keurig brilletje die wild staat te dansen in z’n hagelwitte t-shirt. Het doet er niet toe hoe je er uit ziet, en zo hoort dat ook.

Het is gemoedelijk rondom de Effenaar deze twee dagen. Dat ligt dus vooral aan de relaxte bezoekers, maar het festival is ook niet uitverkocht, al vind ik dat zelf wel prettig. De zalen zijn goed gevuld en voor mij hoeft het ook niet voller, er is altijd wel een plekje te vinden. De mooie aankleding zorgt ook voor de fijne totaalbeleving en is conceptueel hetzelfde als vorig jaar. De grote zaal is weer omgedoopt tot ‘Main Lab’ en de kleine zaal heet dit weekend de ‘Observatory’. De Main Lab is aangevuld op links door Skid Audio Plant, waarvandaan ook geluidscollages komen tussen de optredens door, omgedoopt tot ‘Audio Test 003.epl15’, gecureerd door Luk Sponselee. Het is een rits elektronische apparatuur met duizenden knopjes, een wirwar aan kabeltjes, en een hoop andere ondefinieerbare technische frutsels, uitgestald op lange tafels met daarboven twee rijen blauwgekleurde opeengestapelde schotels. In de grote zaal hangen – naast het scherm achterop het podium – twee rijen projectenschermen aan het plafond, waardoor de bands voortdurend worden ondersteund met toffe psychedelische beelden. Links in de hoek bij het podium staat ook dit jaar weer bierbrouwer Van Moll, die dit jaar een Doerak (IPA) biertje in de aanbieding heeft en een speciale (lekkere) Dougal, een Belgische Ale met – jawel, je bent op een psychedelisch feest of niet – cantharel paddenstoelen. Ook de kleine zaal is weer mooi aangekleed, met o.a. projecties van flarden oude cult-video’s, uiteraard geknipt tot herhalende stukjes gefilterd tot visuele effecten. Verder is er nog de zeecontainer, omgedoopt tot Research Module, waarin ‘Waterballet’ van Kamiel Rongen is te zien, een visuele projectie. Op vijf minuten lopen van de Effenaar in Nul Zes is er ook nog een expo van in Glenn Peeters (RMFTM) and Pernilla Ellens. In het café van de Effenaar is een kleine platenbeurs en worden er bewust lullige muziekjes gedraaid als tegenwicht voor alle moeilijke live-muziek in de zalen. Grappig.

De organisatie denkt dus gelukkig verder dan alleen de geijkte vloeistof-dia’s. Het geheel heeft een scifi-achtige techsfeertje en dat gaat prima samen met dit soort psychedelische muziek.  Of noem het de modernere technologische vooruitgang van pysch in een lab-setting. Het contrast is soms groot om van buiten in de zon (in de tuin van de Effenaar) naar binnen te lopen in de soms wat mistige, maar vooral donkere zaal. De podia worden maar spaarzaam verlicht, overheersend met blauw en rood. Het lichtplan is dus karig, maar zo hoort dat misschien ook bij hallucinerende psych. Des te meer aandacht is er dus voor de aankleding in de zaal en daarbuiten. Leuk detail: het barpersoneel heeft deze twee dagen ook witte pakken/labcoats aan.

DSC02544

In de tuin kun je net zoals vorig jaar weer fijn ontbijten of dineren met een aardig keuzebuffet, en het is de ideale hangplek voor tussendoor. De bands zelf zie je ook daar eten en rondhangen, en sommige bands komen we bij meerdere optredens tegen. Het zal voor hen ook interessant zijn om zo makkelijk collega’s in het vak te zien optreden, met een zelfde muziekvoorkeur.

Met vijftien optredens op de vrijdag en achttien bands op zaterdag kun je dus al gauw zo’n dertig optredens zien als je wilt, al overlappen de optredens geregeld een beetje. Je kunt dus veel meepakken als je wilt. Op een gegeven moment krijg je dan wel soms het gevoel dat je de sound van een band al eerder hebt gehoord op het festival, daarmee zo levert zo’n niche-festival onvermijdelijk niet altijd onderscheidende originele bands, maar doorgaans zijn ze wel goed genoeg. We worden toch wel verwend vind ik uiteindelijk, hoewel er ook – zeker op de eerste dag eigenlijk – wat mindere hoogvliegers tussen zitten. Wellicht is het ook wel wat veel met een set bands van het Trouble in Mind-label de eerste dag. Zo is de focus de eerste dag vooral op psychpop, en ligt de tweede dag de focus wat meer op de uitgerekte psychedelische gitaarjams. Het is maar wat je aantrekt binnen het genre uiteraard, maar het gevoel overheerst ook wel dat het lastig blijkt om een hele dag op te hangen aan ‘slechts’ een specifiek label voor het hoofdpodium, ook al zit er best leuk spul tussen.

Vrijdag

Dat de eerste dag dan wat minder aanspreekt dan de tweede dag heeft ook met de andere bands te maken uiteraard, die ook niet altijd willen excelleren. Zo begint in een matig gevulde Observatory het Duitse Warm Graves met een enigszins verveeld optreden, dat mij doet denken aan low-tempo stadionrock. De droog beukende drums lijken zich wat te willen ontworstelen uit het wat passieve totaalbeeld en dat levert een gekke tegenstelling op. De coherentie ontbreekt daardoor, ondanks de relaxte synths die het geheel nog wel een aardig kraut-sfeertje geven. Dat de zang licht desolaat is en niet helemaal loepzuiver, doet ook afbreuk aan het geheel.

Warm Graves
Warm Graves

Dan is het Belgische Tubelight een stuk toegankelijker in de grote zaal daarna. Wellicht ook een tikkeltje cheesy soms, maar de uptempo muziek bevalt en knalt beter dan Warm Graves. Ze moeten het dan ook wel hebben van de klassiekere songstructuur, maar het is ook niet makkelijk om echt pakkende nummers te maken. Het lukt Tubelight aardig met hun indierock met Britse inslag. Als het tempo wat omlaag valt klinkt het wel gelijk meer verveeld en dat is jammer. De band zag ik jaren geleden op het Nijmeegse Oddstream festival en vandaag vind ik het gelukkig wat minder pathetisch en richting stadionrock glijden, en daarmee laat de band vandaag een wat sympathiekere uitstraling zien. Misschien niet bijster origineel allemaal, zeker niet in deze setting, maar gelukkig wel met een fatsoenlijke zanger. Op dit festival is dat ook wel een uitzondering, meestal wordt het verstopt onder holle echo’s en/of effecten.

Tubelight
Tubelight

Het is sowieso dus de dag van de toegankelijke psych, en ook het eveneens uit België afkomstige Alpha Whale – vervanger van het afgezegde Ultimate Painting – speelt ongecompliceerde nummers zonder pretenties. Denk aan country-/blues-/surfpsych of een band als The Growlers. Het is licht dansbaar, de gitaren ringelen vrolijk, en het bandgeluid vloeit lekker. Misschien wat veilig allemaal, maar daarmee krijgen ze wel de zaal mee, ook al vanwege de enthousiaste presentatie op het podium. ‘Sorry recensisten, dit was een foutje’, zegt een bandlid vrolijk na een verkeerd gestart intro. Leuke band.

Alpha Whale
Alpha Whale

Maar de eerste band die me vandaag echt verrast is Doug Tuttle, met de gitarist van de uit elkaar gevallen band MMOSS. Het trio maakt ook vrolijke psychpop, maar het komt veel minder flauw op me over in deze live-setting dan ik had verwacht. Misschien komt het ook wel door de wat doorpsychende en uitwaaierende gitaren naast de soms lieflijke pop. Of neem die bonkende fuzzende bas die er af en toe fijn doorheen komt. Of die kekke koortjes. Het heeft ook wel wat weg van een (Beatleske) Tame Impala en daarmee vind ik het de meevaller – of gewoon een hoogtepunt – van de dag.

Doug Tuttle
Doug Tuttle

Het Zwitserse krautrock-trio Klaus Johann Grobe pakken we maar even kort mee, ik vond het ook niet zo geweldig vorig jaar op Valkhof Festival. Maar goed, we zijn er nu toch. Op de een of andere manier komt het beter uit de verf hier, vermoedelijk door de betere geluidsmix en wat frissere podiumpresentatie. Nog steeds heeft het nog wel van die lullige themaatjes en die Duitse zang die me doet denken aan een foute jaren-zeventig softporno film (eh… vermoed ik), maar zo flauw als het was in mijn herinnering is het ook weer niet.

Klaus Johann Grobe
Klaus Johann Grobe

Toch mag er ook wel eens ongegeneerd uit de bocht worden gevlogen op zo’n festival. Na alle lieflijke en toegankelijke muziek is het de beurt aan de lokale band Radar Men From The Moon (RMFTM) om er samen met het Engelse The Cosmic Dead een epische jamsessie uit te pompen. Beide bands waren hoogtepunten vorig jaar op het festival en deze samenwerking is er dan ook een om naar uit te kijken. Het hele podium wordt in beslag genomen door alle bandleden van beide bands, en zo staan er ook twee drummers, gitaristen en bassisten. Eerder in de week hebben ze samen geoefend, en dat is denk ik wel verstandig. Overdaad kan schaden en je moet het wel een beetje synchroon doen. Maar het komt goed uit de verf. De psychspacemonsterjamnoiserockopera bestaat uit een aantal aaneengesloten gedeelten die – bijna vanzelfsprekend – leunen op de drumpartijen en funky basloopjes waaromheen de gitaristen en toetsenist van RMFTM omheen kunnen excelleren. Buiten stijgt de temperatuur naar tropische temperaturen en binnen klotst het zweet ook uit alle oksels. Van zowel de band als het publiek. Al vanaf het introotje van “Have You Ever Been Mellow” van de Party Animals (kolossaal grappig natuurlijk op zo’n festival, al weet ik niet of dit bewust vooraf werd gedraaid aan het begin) kletst het er dik op. We zien de de bandleden vol gas geven met lang, epische en opzwepend gejam, om na afloop elkaar op te zoeken en intens te knuffelen. Het ziet er uit als een vriendschap voor het leven, of ze zijn wel verdomd blij dat het gelukt is vandaag. Ik denk beide.

RMFTM x The Cosmic Dead
RMFTM x The Cosmic Dead

Terug naar de psychpop van platenlabel Trouble in Mind in de Main Lab dan, waar het Amerikaanse Morgan Delt na het vorige geweld onherroepelijk lafjes klinkt. De jaren zestig of zeventig psychpop (referenties zoals Moodoïd, White Fence, The Moody Blues, The Byrds en Ariel Pink worden wel genoemd) klinkt toch net te zoetgevooisd, met nog wel die fijne dwingende drums, maar wat wiebelige zang. De ideeën zijn er duidelijk wel, de composities zitten aardig in elkaar, maar als geheel komt het maar lastig over. Te wisselvallig om geslaagd te noemen in elk geval, bij vlagen is het daarvoor te zeurderig en is de podiumpresentatie en het geluid te mat. En het is gewoon geen muziek voor in mijn comfort-zone, laten we eerlijk zijn.

Morgan Delt
Morgan Delt

Nee, geef mij dan maar het Noorse Electric Eye dat uptempo funky uit de hoek komt met hun fijn vloeiende psych, gevoed door strakke drums en beukende bas, gitaarspel met finesse, en heerlijk afgeroomd door de synthesizerklanken. De drummer en bassist herken ik trouwens niet direct van de vorige keer in Zwolle. Het kan ook zijn dat de drummer zijn haar totaal anders heeft, en dat de bassist wat kilootjes is aangekomen. In vergelijking met toen staat het geluid helaas niet zo spatzuiver, maar nog steeds vet genoeg om hier indruk te maken. Sowieso is het een potje opwindende spacy psych dat we wel konden gebruiken tussen al die psychpopbands. De (stuk of) vier nummers die we voorgeschoteld kregen hebben een fijne lange ontwikkeling in een verder uitgebalanceerde set, die ook verdacht veel lijkt op die van toen in Zwolle; met “6 am” in het begin na een rustig introotje, een wat kalmer tussenstuk, en het heerlijk ontsporende “Tangerine” als afsluiter. Topband.

Electric Eye
Electric Eye

Terug in de grote zaal wil het Franse The Limiñanas ook maar moeilijk overtuigen, ook al heeft het op papier wel de looks als sensuele psychpopband met de Frans (en Engels) zingende frontdame en een vrolijk hupsende drumster. De composities zijn aardig en licht dansbaar met wat scherper psychende gitaren tussendoor, maar de drums zijn wel erg eenvoudig, de band is wat rommelig, en de saaiheid van herhaling komt om de hoek kijken. Als herhaling je niet in vervoering kan brengen (die vraag kun je ook stellen bij Earth een dag later overigens), wordt het op een gegeven moment gewoon wat saaitjes. We zoeken meer, maar het blijft te vrijblijvend, net als veel bands vandaag eigenlijk.

The Limiñanas
The Limiñanas

Het Amerikaanse Pow! stond wel eens in het voorprogramma van Together Pangea in het Nijmeegse Merleyn, maar dat is meer een feitje voor in het dagboek. De band is eigenlijk ook een beetje rommelig en heeft ook eenvoudige drums, maar is wat dansbaarder, scherper, en feller door een meer garage-achtig geluid en rammelende lo-fi. Maar dat is ook niet gek, als je bedenkt dat ze ondersteund worden door Castle Face Records, de platenmaatschappij van Thee Oh Sees-frontman John Dwyer. De gitarist is ongemeen actief, crowdsurft nog even in het publiek (als ik dat goed heb onthouden), en rijgt aanstekelijke hooks behendig aan elkaar. De zang is nergens naar, maar vooruit. Het geluid leunt ook nog best op de synths van de dame in het midden en dat klinkt simpel maar doeltreffend. Een beetje fout allemaal, maar best leuk.

Pow!
Pow!

We missen het begin van Neerlands trots uit het Trouble in Mind-kamp Jacco Gardner, die je met zijn vorige plaat al op veel plekken kon bekijken, waaronder het Valkhof Festival en Lowlands. We zien een gewijzigde band achter zich, en mede daardoor voelt het optreden wat puntiger, scherper en strakker aan dan bij die oudere shows. Natuurlijk levert Gardner nog steeds lieflijke psychpop, maar meer dit bandgeluid klinkt het nog wat harmonischer en lijkt Gardner er wat zelfverzekerder te staan, en dat past hem ook goed. Zo zonder hoed. Dat rijmt. Flamboyant en gloedvol, zo zijn de gekozen melodieën ook wel. Gardner zorgt met de nieuwe plaat (ook al komt veel oud werk voorbij), een nieuwe band, en een verbeterde uitstraling voor vernieuwde belangstelling, en terecht.

Jacco Gardner
Jacco Gardner

Misschien missen we te veel van Hey Colossus, maar het stukje dat we meekrijgen bevalt goed, de heavy psych leunt wat meer op zwaarder aangeslagen riffs waardoor het meer ronkt dan veel andere bands vandaag. Met zoveel man sterk – inclusief zwetende frontman (zonder geweldige stem) doen ze hun eigen naam eer aan. Minder rommelig ook dan op de plaat.

Hey Collossus
Hey Collossus

Vorig jaar wist Wooden Shjips me nog wel te verrassen toen ze ongemeen dansbaar uit de hoek kwamen door het vrolijke orgeltje en het fijne herhalende ritme. Gitarist (met de mooie kenmerkende baard) Ripley Johnson is dit jaar terug met Moon Duo, samen met partner Sanae Yamada. Live is het niet echt een duo, want op het podium worden ze aangevuld door een drummer, die verder de hele set ongeveer hetzelfde speelt in de herhaling. Goed, dat had je met Wooden Shjips ook nog wel, maar hier zijn de drums en de toetsen slechts ter ondersteuning en bedoeld als inleiding voor het gitaargefreak van Johnson, die het geheel echt in z’n eentje moeten dragen. En dat lukt toch lastig. De set blijft wat mat vind ik en dreint net te veel door. De zang voegt ook al weinig toe, zit achter een behangetje in de mix, en is verder te lafjes om echt iets toe te voegen. Nee, Johnson is lekker bezig op zijn gitaar en zijn effectenpedaaltjes, maar door de monotone onderlaag komt het allemaal niet zo van de grond als ik had gehoopt.

Moon Duo
Moon Duo

Die bal kopt Teeth of the Sea dan wel in als afsluiter in de kleine zaal. Het is inmiddels laat, maar de laatste energie wordt er uit gemept met een ongekend opzwepende set van deze Engelsen, die vorig jaar op het laatste moment te kampen hadden gehad met autopech en daardoor het festival niet haalden. In de herkansing dus met het waanzinnige “Reaper” gelijk in het begin. De bassist wisselt zijn bas af met een heerlijke trompetklanken, dat  verrassend mooi in het geluid past. De dikkere elektronische klanken komen van een techneut op links terwijl op rechts de gitarist ook intensief bezig is, terwijl in het midden de boel netjes aan elkaar gesmeerd wordt middels de staande drums. Elektronica en gitaren vormen een knappe hechte band hier, en dat levert een enerverende set stuiterende techno-psych op, terwijl ook ook ruimte is voor meer subtiele sferen. Wat een bazenband, en daarmee een geweldige slot van de eerste dag.

Teeth of the Sea
Teeth of the Sea

Het verslag van de zaterdag.

Dit verslag is ook verschenen op File Under

Het e.e.a. verder nakijken en herbeleven kan bijvoorbeeld met een lijstje van mijn video’s, een setje foto’s van mijn brakke compact camera (wat was het weer donker hè), en de voorpret Spotify lijst.

Andere getuigenverklaringen: 3voor12 (dag 1 / dag 2) // 3voor12 Eindhoven (dag 1 / dag 2) //  mud magazine // KindaMuzik (dag 1 / dag 2) // Gonzo (circus)

5 Reacties op “Gezien: Eindhoven Psych Lab 2015 – vrijdag”

Plaats een reactie